maandag 11 april 2016

Dodenrit: Leon Haywood



Een druk weekend en ook een drukke week met als gevolg dat ik twee berichten achter op schema lig. Ik zal zien of ik vanavond dubbel kan publiceren, maar zeker weten doe ik het niet. Morgen krijg ik alweer een actieve dag. Vanmorgen heb ik bezoek gehad van de opzichter van de woningbouwvereniging. Ongelofelijk maar waar, ze willen dit krot opnieuw gaan verhuren terwijl zijn eerste oordeel eveneens is dat het hier té vochtig voor woorden is. Maar goed, dat betekent dat ik in principe de vloerbedekking er niet uit hoef te trekken. Wel hoopte ik op een paar punten ermee weg te komen omdat het toch gesloopt moest worden, maar dat moet ik nu herstellen of betalen. Het zij zo. Vanmorgen zijn alle gele bak-singles naar Uffelte vertrokken met uitzondering van de 25 die ik zaterdag ga draaien. Dat scheelt een hoop, want de kamer is nu opeens heel erg overzichtelijk. Omdat ze de keuken nog moeten installeren, zou ik morgenochtend naar Uffelte gaan om de singles naar boven te brengen. Uiteindelijk komen ze op zolder, maar moet de rekken nog bestellen. Toch kan ik een gaatje vinden om de touringcar uit de remise te halen en voor te rijden om alweer een popster op te pikken. Natuurlijk zou ik Merle Haggard kunnen meenemen, maar die heeft (naar mijn mening) genoeg lof gekregen de afgelopen week. Leon Haywood staat wat dat betreft in de schaduw en hem geef ik vandaag een lift. Haywood is vorige week dinsdag op 74-jarige leeftijd overleden.

Als ik eind 2011 de 'Northern Soul Jukebox' leer kennen, springen de 'bekende' namen het eerst in het gezicht. Daaronder bevindt zich ook Leon Haywood, want hij heeft reeds in de jaren zestig een plaatje gemaakt dat een heuse Northern Soul-hit is geworden in de jaren zeventig. Die krijgt een prominent plekje op de mp3-speler en ik moet het nummer dus honderden keren hebben gehoord zonder er genoeg van te krijgen. Ik ben een paar maal dicht in de buurt geweest van een heruitgave, maar nooit tot aanschaf overgegaan. Waarom niet? Tja, een té lange verlanglijst, want er is helemaal niks mis met 'Baby Reconsider'. Ik mag het nummer nog net zo graag horen als in het begin van de 'Northern Soul Jukebox'. Het is vaak de Fantasy-heruitgave uit de midden jaren zeventig en de geluidskwaliteit niet zelden belabberd. Toch betalen de verzamelaars hier ook grif voor.

Otha Leon Haywood is de naam. Hij wordt geboren op 11 februari 1942 in Houston in Texas. Als kind groeit hij op met de blues en leert piano spelen als hij slechts drie jaar oud is. Als tiener speelt hij in bands en begeleidt onder andere bluesmuzikant Guitar Slim. In de vroege jaren zestig beproeft Haywood zijn geluk in Los Angeles waar hij aan de slag kan in de band van saxofonist Big Jay McNeely. Die laatste regelt een opnamesessie voor Haywood en het resultaat is het instrumentale 'Without A Love' op het relatief kleine Swingin'-label. Kort daarop wordt hij de toetsenist in de band van Sam Cooke welke kort daarop overlijdt. Vanaf 1965 gaat hij echt aan de slag als solo-artiest. In 1966 verschijnt 'Baby Reconsider' als zijn laatste single voor het Fat Fish-label. Daarna tekent hij bij de Amerikaanse divisie van Decca en maakt tussendoor nog een single met Soul Machine ('Twitchie Feet' uit 1968 op het Pzazz-label). Haywood is eveneens te horen op een instrumentale Northern Soul-hit: 'Hole In The Wall' van The Packers en speelt mee op platen van Dyke & The Blazers. In 1965 heeft hij zijn eerste hit gehad als 'She's With Her Other Love', per ongeluk gespeld als Leon Hayward. De plaat strandt op 92 in de Pop en op 13 in de R&B. Waar 'Baby Reconsider' een grote hit is in de Northern Soul, daar gaan liefhebbers van 'Beach Music' uit hun dak op 'It's Got To Be Mellow' uit 1967. Hoewel Haywood onveranderd actief blijft, verdwijnt hij tussen 1968 en 1974 uit de belangstelling. De zes singles uit deze periode doen weinig tot niets.

In 1974 heeft de funk een plekje veroverd in de muziekwereld en Haywood komt daarbij om het hoekje kijken als singer-songwriter, producer en uitvoerend artiest. Zijn 'comeback'-hit heet 'Keep It In The Family' dat nét de Top 50 in de Pop bereikt, maar tot 11 komt in de R&B. In 1975 beleeft hij zijn grote doorbraak met 'I Want'a Do Something Freaky To You'. Dat brengt het tot een vijftiende plek in de Pop en nummer zeven in de R&B en zal daarmee zijn grootste Pop-hit worden? Ja, in Amerika wel, maar in de rest van de wereld zal zijn doorbraak nog ietsje langer moeten wachten. Dat gebeurt pas in 1980 als 'Don't Push It Don't Force It' verschijnt als single. In zowel Engeland als Nederland piekt het op een 12e plek. In Amerika doet het 'slechts' 49 op de Pop, maar behaalt het een tweede plek op de R&B. Hoger dan dat zal hij nooit komen. Overigens heeft zijn internationale succes een houdbaarheid van een paar weken, want na 'Don't Push It' zal Haywood er niet meer in slagen om in Europa te scoren. In Amerika heeft hij een paar bescheiden hits op de R&B. De laatste is 'Tenderoni' uit 1984.

Hij schrijft in 1981 de hit 'She's A Bad Mama Jama' voor Carl Carlton en produceert de single eveneens in zijn eigen studio. Als zijn eigen hits zijn opgedroogd, neemt Haywood voorgoed plaats achter de knoppen. Hij gaat in de late jaren tachtig werken voor Edge Records als producent, maar levert tevens bluesplaten af van Jimmy McCracklin, Clay Hammond, Ronnie Lovejoy en Buddy Ace op zijn eigen Evejim-label. Zijn laatste album dateert van 1994 en heet 'Freaky Man'. Vorige week is Haywood in zijn slaap overleden en is dus 74 jaar oud geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten