vrijdag 4 september 2015

1998: Daar in die molen...



Ik lig een bericht achter, maar eigenlijk vind ik dat niet zo'n ramp. Zoals het nu staat, ga ik op zondag het 2000e bericht publiceren, dat had anders morgen gekund. '1998 in een notendop', heb ik woensdag beloofd. Nou, niet alles over 1998... Ik heb al eens eerder geprobeerd om dingen uit dat jaar op papier te krijgen, maar dat gaat niet lukken en ik twijfel eraan of het een leuk verhaal zou worden. 1998 is desondanks een erg belangrijk jaar geweest. 'Op jezelf gaan' in Sneek of omgeving had een optie kunnen zijn, maar bij mijn eerste aanstalten daartoe (omstreeks 1995) kies ik al heel snel voor een plaats verder weg. Op dat moment speelt Tuk hierin een rol. Daar zal ik in eerste instantie niet gaan wonen, hoewel ik er van 2000 tot en met 2002 residentie zal houden. En tot hoever is Engeland een bewuste keuze geweest? Nou, om het kort te zeggen... niet! Het begint met 'oud en nieuw ergens anders vieren' waarbij Amsterdam even afvalt. Ik kom terecht in York. Waarom in York? Een lang verhaal dat ik, geloof ik, al elders in de 1997 berichten heb gedaan. Voor wie meteen een reisje gaat boeken: York is de laatste plaats waar je je oud en nieuw wilt doorbrengen. Als ik op de dolle roes naar Kaatsheuvel was gegaan, had ik waarschijnlijk een beter feest gehad. De maanden die erop volgen zijn loodzwaar. Het zit me niet allemaal mee en ik heb flink last van heimwee, maar ik blijf desondanks aan die kant van de Noordzee. In april komt er een voorlopig einde aan de misère als ik mijn intrek kan nemen in Mossley.

De eerste indruk. 'Wat móet ik hier?'. Nee, Mossley is geen exotisch oord om het zachtjes uit te drukken. Mijn kamer heeft uitzicht op een troosteloze arbeiderswijk uit de jaren dertig welke tegen een heuvel is gebouwd. De groene heuvels aan de horizon blijken kilometers verderop te liggen. Het is altijd druk op Manchester Road, de straat die dwars door Mossley loopt. De winkelstraat nodigt niet uit tot 'window shopping', hier kom je alleen als je iets nodig bent. Het regent op het moment dat ik arriveer en het regent als ik weg ga. Kon niet treffender, want het anderhalf jaar ertussen regent het ook regelmatig. Depressies en storingen voor het continent trekken over Mossley heen, of het nu regen voor Nederland of voor Spanje is. Wie denkt dat ik bij deze inleiding al strontdepressief ben geworden, niet heus: Ik schrijf het met een glimlach. Ik heb immers een prachtige tijd gehad in Mossley. Soms beschouw ik een regenbui ook als een groet van Mossley.

De Emmaus biedt alles dat ik wens in april 1998: Onderdak, voedsel, werk en een beetje zakgeld. 'Privacy' ontwen ik snel genoeg en moet dat uiteindelijk weer leren als ik helemaal zelfstandig woon (lees: niet in gemeenschap of als kostganger). Als ik arriveer in Mossley wonen we met zijn vijven met het coördinators-echtpaar in Longlands Mill, één van de laatst overgebleven katoenspinnerijen in Mossley. Bij 'huiswerk' ontdek ik dat de laatst actieve 'molen' is verbouwd tot een appartementencomplex. Een andere is tien jaar geleden afgebroken, daar staan video's van op Youtube. Met Longlands Mill in Mossley had ik het ook zo kunnen aflopen. Een naamgenoot in het nabijgelegen Stalybridge is onlangs nog ontmanteld. Longlands Mill is tot de begin jaren zestig actief, in het laatst aangedreven door machines. Vervolgens staat het ruim twintig jaar leeg en wordt dan een deel gebruikt als kantoorruimte. De aanwezige geest, zonder aanhalingstekens want ik heb 'het' ook gezien, zorgt echter ervoor dat de kantoorklerken héél snel de benen nemen. Tien jaar later is het pand bijna helemaal verkrot als de Emmaus langskomt. Wij wonen op dat moment in het voormalige kantoorgedeelte. De stekkerdozen op de grond zijn erg handig, maar je kan er ook lelijk over struikelen. Stukje-bij-beetje wordt de oude fabriek aangepakt en in het najaar van 1998 verhuis ik naar mijn nieuwe kamer. Zoals gezegd zijn we in het begin met vijf man, als ik afscheid neem zijn dat er rond de vijftien. Er beginnen 'clubjes' en 'eilandjes' te vormen. Hoewel mijn vertrek met iets anders heeft te maken, is dit wel het juiste moment voor mij.

Nooit zal ik het 'familie-idee' vergeten. Samen eten aan de houten bank in de keuken. Je kan nooit lang kwaad blijven op een 'companion', want je ontmoet hem immers weer bij het eten. Waar Emmaus in Nederland echt een hulpverleningsinstantie is, daar is Engeland, evenals Frankrijk, meer een levensstijl. Ik blijf gedurende 18 maanden op dezelfde stek, maar er zijn mannen (opvallend weinig vrouwen in de Emmaus...) die van commune naar commune trekken. Er zijn een paar die twee keer per jaar twee maanden langskomen voordat ze weer naar een volgende gaan. Dit geeft een apart gevoel bij vriendschappen. Enerzijds moet je je heel snel gaan hechten aan een 'nieuwe', anderzijds moet je ook in staat zijn om iemand snel te vergeten. Het is een komen en gaan van mensen. Zelf heb ik bij mijn vertrek een zeer tijdelijk record dat een paar maanden later fors wordt ingehaald door iemand: Nooit eerder heeft iemand het 18 maanden uitgehouden in Mossley. Ligt hem niet aan de plaats of de commune, vaak heeft het te maken met dat ene middeltje: Drank.

Drank (en drugs, maar dat is in Engeland sowieso verboden grondgebied) is absoluut niet toegestaan in en rond de Emmaus. Toch is het een verbindende factor tussen de 'companions'. De ene heeft een grotere zucht naar het middeltje dan de andere, maar er wordt in de vrije tijd stevig gezopen. Op vrijdagmiddag krijgen we ons 'zakgeld' en sommige jongens zijn vrijdagavond al platzak. Ik drink graag een pint in een pub en weet het te rekken. Plus dat ik nog een suikertante heb die me nog wel eens iets toestopt: ,,Here... get yourself a pint down the Tollemache tonight". De tabak krijgen we goedkoop via een vrachtwagenchauffeur, ik moet hiervoor wel 'terug' naar de Drum. Sparen is niet mogelijk van het zakgeld en een schuld afbetalen evenmin. Intussen sta ik wel duizend gulden in de min bij de Rabobank, plus dat daar elke drie maanden een partij rente overheen komt. Ik zal dus naar Nederland moeten om dat aan kant te krijgen. Dat doe ik uiteindelijk in oktober 1999 en zal, buiten de Monstertocht in 2001, niet meer terugkeren in Mossley. Ieder jaar, zoals nu, heb ik weer even die behoefte. Ik denk dat ik straks nog een virtuele wandeling ga maken door Mossley. Lang leve Google Earth!

Ik heb een ideetje over het 1999e bericht. In dat geval zijn we morgen wederom in Mossley, maar dat moet ik even bekijken...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten