dinsdag 8 september 2015

Een té hoge instap...



Jaren geleden kende ik een man die mij de Indonesische keuken wilde 'leren waarderen'. Het is echter bij gesprekken gebleven en achteraf gezien is me dat ook best. Hij heeft mij immers iets geflikt waar ik niet boos over ben, maar ik had hem evenmin dingen willen toevertrouwen met dit als gevolg. 'Saved by the bell', om met de Engelsen te spreken. De belangrijkste les die ik heb geleerd uit de gesprekken is om altijd 'mild' te beginnen. De Indonesische keuken kan je smaak heel snel bederven als je té hoog instapt. Begin maar met een maaltijd dat even pittig is als een friet-met-mayo en bouw het vanuit daar op. Eenzelfde ervaring heb ik ook gehad met het verwerken van Indiase curry's. De kokende 'companions' waren zo vriendelijk om speciaal voor mij een 'korma' te maken, terwijl de rest aan beduidend pittiger spul zat. Na verloop van tijd wilde ik ook wel zo'n pittige curry proberen en dankzij de weken van de 'korma' ging dat opeens erg goed af. Van daaruit ben ik geklommen tot het niveau 'vindalu', dat de Duvel onder de curry's is. Je kan ook weer snel ontwennen, daar ben ik vorig jaar januari achtergekomen toen ik met een brandende mond en vuurrood hoofd een 'milde' curry heb verorberd in Radlett. Een paar jaar geleden heb ik een onregelmatige serie gedaan met 'nieuw gekochte elpees'. Sinds ik in mei een show heb gedaan met deze elpees wil ik het weer oppakken om de overige albums te behandelen. Vandaag een héle moeilijke plaat: 'The Inmost Light' van Current 93 (2007).

Dit bericht valt samen met het nieuws dat Joost Zwagerman een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Ik moet bekennen dat het voor mij vooral 'een naam' is. Ik kan niet heugen dat ik een boek van hem heb gelezen, ben evenmin bekend met zijn werk bij de Volkskrant en gezien ik al twaalf jaar 'tv-loos' ben, is 'De Wereld Draait Door' ook grotendeels aan me voorbij gegaan. De artikelen die ik tot nu toe heb gelezen, verhalen allemaal over de passie voor kunst. Hij kon in woorden een kunstwerk tot leven brengen. Ook de muziek heeft een belangrijke rol gespeeld, alleen kan ik er niet achter komen in welke richting we dit moeten zoeken. Als midden-twintiger in de jaren tachtig zou hij immers de vroegste elpees van Current 93 hebben meegepikt. Zou hij de David Tibet en zijn companen hebben kunnen waarderen en, zo ja, heeft de muziek ook nog weerslag gehad op zijn droeve lot?

Ja, val maar met de deur in huis. Current 93 is dermate 'opknoopmuziek' dat je eigenlijk een stuk touw zou verwachten in de hoes. Tibet heeft een oeuvre opgebouwd van albums die 'moeilijk' zijn. Het is strikt album-muziek, maar ik betwijfel of zelfs de VPRO een kwartier wilde inruimen voor een album-track van Current 93. Voor mij is het lange tijd een naam uit de 'Rare Record Price Guide', want... het zijn geen 'million sellers' geweest en dus favoriet bij een kleine club verzamelaars die de prijzen aardig opdrijven. Ik heb even snel gekeken in het archief of ik eerder had geschreven over deze plaat. Ik kom wel het bericht tegen over Odawas, het is namelijk dezelfde dag dat ik deze heb gekocht. Ook kom ik het tegen in 'Het ei van Belsele' en daar wil ik eerst ook naar toe. Dáár hoor ik voor het eerst de muziek van Current 93. Ofwel... het is de volgende ochtend in Sint-Niklaas, nadat ik bij recensent Jan achterop de fiets ben meegegaan. Dat is in oktober 2004 nadat ik de vorige dag Fursaxa voor het eerst in levende lijve heb gezien. Hoe zou het toch zijn met...? Met Jan heb ik na 2005 geen contact meer gehad. Ik begreep toen dat hij een nieuwe relatie had en uit Sint-Niklaas is vertrokken. Ik zocht vorige week naar een 'video' van Fursaxa en zag toen dat een 'performance' van afgelopen juni online is gezet. Daar moet ik nog steeds even voor gaan zitten...

Het leek alsof Jan geen 'normale' plaat in de kast had staan. De eerste plaat van This Mortal Coil kwam in de buurt, maar verder was het één en al 'maf'. Current 93 is in die 'beleving' meegegaan. Het is drie jaar later als ik pas bij Dyka ben begonnen. Ik heb een paar zware maanden gehad, vooral in de zin van alcoholgebruik, en heb bewust een beetje gespaard. Op een zaterdag in oktober ga ik met de trein naar Zwolle om weer eens ouderwets 'nieuwe' platen te kopen. Het bekende ritueel bij Minstrel. De bak met nieuwe aanwinsten door en dan met een stapel naar de draaitafels. Ik ben inmiddels ook een fervent lezer geworden van het blad Gonzo Circus en dit beïnvloedt de keuze van de elpees. Ik moet korte fragmenten luisteren en dat is schier onmogelijk bij Current 93. Toch moet ik oordelen dat ik deze 'spannende' muziek wel een kans wil geven. Fursaxa had in 2004 evenmin als muziek in de oren geklonken en de interesse voor de huidige muziek komt daaruit voort. Ik reken af en ga naar huis met het album. 's Avonds probeer ik het hele album te draaien, maar helaas... na twee kanten gaat het terug de hoes in. De volgende dag probeer ik het nóg eens. Nee, dit is geen succes. Dinsdag speel ik met een plan. Ik ga het vanavond nog één keer proberen. Als het niet lukt, ga ik morgen naar Zwolle. De plaat ruilen zal wel niet mogelijk zijn, maar in dat geval mag Minstrel de plaat voor de helft van de waarde overnemen. Die dinsdagavond ga ik ervoor zitten en dan beluister ik de plaat integraal en kom tot de conclusie dat ik 'zulke mooie muziek' niet buiten de deur mag houden. De plaat blijft dus in mijn collectie. Ik heb hem bij een hoogtepunt van de depressie in 2008-09 nog eens gedraaid, maar verder is het op een hand te houden.

Ik moet een beetje gniffelen als ik nu ga zoeken naar het album op internet. Ik kom een recensie tegen van Mason Jones in Dusted Magazine. Het is geschreven toen de plaat pas uit was. Ik citeer hem letterlijk. '...the recent 'Black Ships Ate The Sky', is probably a better place for neophytes to start". 'Neophytes'. Dat woord doet het hem voor mij. Feitelijk ben ik in 2007 ook een 'neophyte', iemand die de kunst van Current 93 wil begrijpen, zichzelf daarvoor door een martelgang moet wurgen, om de hogere kunst van David Tibet onder woorden te kunnen brengen. Mason's eerlijke recensie laat er geen gras over groeien, het is geen lichte kost. Tot afgelopen mei denk ik dat 'The Inmost Light' een volledig nieuw album is, hoewel ik de 'suite' niet echt begrijp. Het lijkt alsof er 'iets' mist. Sinds een paar maanden weet ik dus dat het feitelijk een compilatie is van drie albums van Current 93 uit de midden-tot-late jaren negentig. Het album bestaat uit een aantal lange werken en slechts een paar korte. De titel speelt echter op alledrie albums een belangrijke rol, waardoor het op het eerste gehoor toch een suite is. Eén liedje staat maar liefst driemaal op het album: 'All The Pretty Little Horsies'. Oorspronkelijk een slaapliedje, maar wel één van het bloederigste soort. Het paard komt te overlijden en de vogels pikken zijn ogen uit het dode karkas. Coil heeft het thema al eens gebruikt en op 'The Inmost Light' horen we achtereenvolgens een fluisterende David Tibet, een prachtige versie van Nick Cave en tenslotte de a capella gezongen versie van folklegende Shirley Collins. Met name die laatste twee, alsook een andere collaboratie met Cave, maken het album voor mij tot eentje die ik enkel nog wel eens uit de hoes haal. De rest ga ik ooit toch nog eens proberen, ook al kan dat duren tot mijn pensionering. Ja, dat bedoel ik, dat is nog ruim 27 jaar...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten