zaterdag 28 juni 2014

Blauwe Bak Top 40 2014/2: 21-30



Omdat mijn Wolfman-collega Four Fingers verhinderd was, had ik vandaag een extra uur voor The Vinyl Countdown. Alles leuk en aardig, het stelt me in de gelegenheid om lange album-tracks te draaien, maar met de twee uren Do The 45 zit ik dan op totaal vijf uren. Vijf uren vinyl draaien met presentatie is echt wel het maximum gebleken, vandaar dat ik na publicatie van het tweede deel Top 40 ook meteen ga slapen. Ik ga dus snel verder met de nummers 30 tot en met 21.

30 Wade In The Water-Marlena Shaw (UK, Jazzman JM.032, 1966, re: 2012)
Een paar maanden geleden heb ik een Schijf van 5 over 'water' gedaan en toen had ik deze er al in staan. Toch moet ik bekennen dat ik een andere versie ken. De 'tag' op de mp3 geeft ook 'Version 2' aan. Het is iets sneller dan de eerste versie en heeft bovendien aantrekkelijke achtergrondzang. Toch kan ik deze rauwe versie ook prima waarderen. Zeker als je bedenkt dat ik deze 'Wade In The Water' gratis kreeg als b-kant van 'California Soul'. Dat nummer passeert maandag de revue.

29 I Just Don't Believe It-Ruby Andrews (US, Zodiac Z-1004, 1967)
De wijzer komt steeds meer in de richting van 'Casanova' en dat is ook te merken in deze Top 40. Toch kan ik er niet omheen en moet ik zeggen dat beide kanten van deze single staaltjes van magie zijn. Ik denk op het moment dat 'Casanova' de Week Spot-kant wordt, maar ik geef het nog een week extra. De komende week staat een andere Week Spot op stapel.

28 I Wonder Could It Be-Judi Lee & The Playboys (US, Darly J-6382, circa 1959)
Over mysteries gesproken! Ik kom de single tegen in een webshop en zoek hem meteen op op Youtube, niet wetende dat dit de enige referentie aan de single op het wereldwijde rag is. Ik heb zelfs Marcus gevraagd en die weet doorgaans veel te vertellen over doowop, maar ook die moet het antwoord schuldig blijven. Het jaartal blijft dus 'bij benadering'. Het mysterie maakt de plaat alleen maar leuker.

27 I've Got To Overcome-The Sequins (US, Gold Star GS-101, 1970)
De Blauwe Bak Top 100 in december moet uitwijzen hoe populair deze van The Sequins is geworden. Omdat ik de Blauwe Bak Top 40 een paar uur na ontvangst van de singles samenstel, heb ik deze bewust laag genoteerd, maar het is een conflict geweest.

26 Where Are All My Friends-Harold Melvin & The Blue Notes (NL, Philadelphia PIR 2819, 1974)
Waar de term 'disco' precies zijn intrede doet, kan ik niet ontdekken. Feit is dat de term rond 1973-74 nog niet bestaat. De platen uit die periode die we nu tot disco-klassiekers rekenen worden dan nog gewoon als 'soul' geadverteerd. De Philly-sound van die tijd vertoont overeenkomsten met de typische disco van, laten we zeggen, 1977 en dat geldt eveneens voor de uptempo platen van Harold Melvin & The Blue Notes. Zoals de nummer 26 in deze lijst. In het repertoire van Melvin en de Philly-sound in het algemeen een grijze mus, niks bijzonders buiten dat die keurige Harold Melvin tegen het einde eens stevig vloekt.

25 Tossin' And Turnin'-Bunny Sigler (NL, Epic EPC 1177, 1973)
Het is eind april als ik 'die dure plaat' leer kennen. Ik bied niet meteen, want ik heb geleerd dat je dit beter zo laat mogelijk kan doen. Tegelijk loop ik tegen dit nestje spotgoedkope exemplaren van deze Bunny Sigler-single aan. Het plan is snel klaar. Ik koop ze alle zes, hou eentje daarvan en ga de rest verkopen met vette winst. Dat kan gebruikt worden voor de investering in die dure plaat. Het loopt anders, want ik ben tot op heden nog niet één exemplaar kwijt geraakt en ik ben al een keer gezakt met de prijs. Ik ga het vast nog eens proberen, misschien dat ik hem eerst nog wat meer 'airplay' moet geven. Voor mij is het een winnaar!

24 Ain't No Woman-Four Tops (NL, Probe 5C 006-94214, 1973)
Voor mijn gevoel is The Four Tops het spoor in 1968 even helemaal bijster. Is de groep dan zo afhankelijk van Holland-Dozier-Holland? Ik denk van wel, want plots krijgt het iedere pop-cover door de strot geduwd en ze evenaren niet vaak het origineel. Dan verschijnt in 1970 het album 'Still Waters' en lijkt het alsof het kwartet terug is op het oude niveau. Okay, ze zijn een stuk minder luidruchtig dan in 1967, maar dat komt de schoonheid van de liedjes alleen maar ten goede. In 1972 breekt de groep met Motown en gaat op eigen houtje verder. Met 'Ain't No Woman' laat de groep horen best zonder Motown te kunnen. Wat een héérlijk nummer is dit!

23 Shame-Evelyn 'Champagne' King (NL, RCA Victor PB-1122, 1978)
Sinds een paar maanden ben ik in de ban van Modern Soul, maar wat is dat nu precies? Net als bij Northern Soul is dat moeilijk uit te leggen, maar wederom is er sprake van non-hits. Die plaatjes zijn echter stuk voor stuk opgenomen om een hoge plek in de hitparade te behalen, waardoor muzikaal het verschil soms minimaal is. Deze 'Shame' van Evelyn 'Champagne' King is een fraai voorbeeld. Als het geen hit was geweest, had die nu in de koffer van menig Modern Soul-deejay gezeten, maar ja...?

22 You're Gonna Love My Baby-Barbara McNair (UK, Grosvenor Rooms, 1965, bootleg)
De eigenlijke a-kant van de Tammi Terrell-single van gisteren. Voor deze dubieuze Grosvenor Rooms-persing bestaat ook al een uitgave met reproducties van een Engelse Motown-demo uit de jaren zestig. Volgens mij heeft deze van Barbara McNair wel zo'n uitdossing gehad, maar die van Tammi Terrell in geen geval. Toch is het voor onze arme sloebers de enige mogelijkheid deze in de singles-bakken te krijgen.

21 A Nice Girl Like You-The Intruders (NL, Philadelphia PIR 2844, 1974)
Op het gebied van Philly-sound heb ik een zwak voor The O'Jays en The Intruders. En natuurlijk The Three Degrees, maar dat wijt ik meer aan mijn voorliefde voor meidengroepen. Het is voor mij begonnen met 'Doctor Doctor' (1970), maar met 'She's A Winner' (1974) is het helemaal raak. 'A Nice Girl Like You' vind ik ietsje minder dan de voorgaande, maar kan er nog steeds erg goed mee door.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten