donderdag 5 juni 2014

Beeldenroute: Van McCoy



Hoewel het twee maanden geleden is dat we voor het laatst een beeldhouwwerk hebben vervaardigd, moest er toch wel een route mogelijk zijn voor het museumweekend van volgend jaar. Er zijn nog wel een paar mensen waar ik graag een beeld voor wil oprichten. Het mag opvallend zijn dat het veelal 'mensen achter de schermen' zijn, hoewel de boosdoener van vandaag toch van een paar grote hits kennen. Wie denkt dat ik een standbeeld opricht voor Van McCoy vanwege 'The Hustle' of 'Soul Cha Cha' moet vooral verder lezen, want McCoy is niet alleen een man die veel meer heeft gepresteerd dan deze twee disco-kneiters, maar bovendien een zeer eigen geluid heeft. Ik heb in het verleden al vaker de Teddy Randazzo-magie behandeld, wie de jaren zestig-producties van Van McCoy in ogenschouw neemt, zal het met me eens zijn dat er ook zoiets als een Van McCoy-magie bestaat. Mijn soul-koffers geven genoeg bewijs. Ik ga bijna 35 jaar na mans' dood alsnog een standbeeld oprichten voor songschrijver, producer, arrangeur en bandleider Van McCoy.

Zijn geboorteakte vermeldt de naam Van Allen Clinton McCoy, maar dat is een hele mond vol. Vandaar dat hij al snel zijn tweede en derde naam laat vallen. Hij komt op 6 januari 1940 ter wereld in Washington. Hij is het tweede kind van Norman McCoy sr. en Lillian Ray, zijn oudere broer heet Norman Jr. en zal Van verder de showbiz intrekken. Van leert als kind pianospelen en zingt in het plaatselijke kerkkoor. Op twaalfjarige leeftijd begint Van met het schrijven van liedjes en hij treedt samen met broer Norman op tijdens amateurvoorstellingen. Terwijl de broers studeren aan de Roosevelt High School formeren ze met twee vrienden de groep The Starlighters. Het is dan midden jaren vijftig en de doowop is op een hoogtepunt. Net zoals dat tien jaar later met rhythm & blues-artiesten zal gebeuren, staat op bijna iedere hoek van de straat wel een talentscout van een platenmaatschappij. The Starlighters heeft het geluk zo iemand tegen te komen en het neemt in 1956 de novelty-single 'The Birdland'. De plaat wordt enkel een lokale hit en dit heeft een tournee met drummer Vi Burnsides als gevolg. Vervolgens maakt de groep een drietal singles voor het End-label, maar huwelijk en soortgelijke perikelen betekent in 1960 het einde van de groep. Rond dezelfde tijd heeft McCoy ook zijn loopbaan als student beëindigd. Hij studeert vanaf september 1958 twee jaar psychologie, maar geeft de studie op voor een carriére in de muziek.

In 1960 richt hij het platenlabel Rockin' Records op en brengt zijn eerste solo-single uit: 'Hey Mr. DJ'. De single trekt op zijn minst de aandacht van de eigenaar van Scepter Records die McCoy binnenhaalt als schrijver en A&R-manager. In die hoedanigheid heeft McCoy zijn eerste hit te pakken als The Shirelles zijn 'Stop The Music' in 1962 op de plaat zet. In de midden jaren zestig werkt McCoy met het legendarische duo Leiber en Stoller en tekent daarna een contract bij de publicatiemaatschappij April-Blackwood. Hij maakt intussen een paar singles, maar als solo-artiest wil het niet lukken. Het schrijven voor anderen gaat hem beter af: Van McCoy is verantwoordelijk voor het klassieke 'Getting Mighty Crowded' van Betty Everett. Over 'magie' gesproken! Van 1961 tot en met 1966 heeft McCoy een relatie met Kendra Spotswood, die door zijn werk bij Scepter zo nu en dan mag bijspringen in The Shirelles. Als McCoy hun huwelijksdatum wil uitstellen om wille van een plaatproductie breit zij een einde aan de relatie. Bij wijze van afscheid bezorgt McCoy haar een geweldige compositie en productie die zij opneemt als Sandi Sheldon: 'You're Gonna Make Me Love You'. Deze Northern Soul-klassieker uit 1967 heb ik in begin 2012 hier al eens uit de doeken gedaan.

McCoy maakt in 1967 een album onder eigen naam, maar het wil maar niet opschieten. Anderen profiteren wel van zijn medewerking. Gladys Knight & The Pips neemt zijn 'Giving Up' op en schrijft en produceert McCoy die single voor Brenda & The Tabulations waarvan de a-kant al eens een Dweilpauze is geweest en de b-kant vermoedelijk volgende week Week Spot gaat worden. Beide kanten van de plaat hebben een prachtige melodie die versterkt wordt door een zoet orkest onder leiding van McCoy. Een liedje dat iedereen kent is 'I Get The Sweetest Feeling' van Jackie Wilson? Inderdaad, die komt ook uit de pen van McCoy. The Sweet Things zullen jullie kennen als voormalige Week Spot. Dit groepje en de eerste platen van Peaches & Herb (met een Sweet Thing als Peaches) zijn eveneens uit de koker van McCoy. En nog een voormalige Week Spot, eentje uit april 2012: 'Nothing Worse Than Being Alone' van The Ad-Libs. Goed geraden! Behalve schrijver, producer en arrangeur zwaait McCoy ook de scepter over het Share-label waarop het is uitgebracht, de 'moeder' van het label is het machtige SSS International.

Zo breekt de jaren zeventig aan. In 1973 heeft McCoy dan plots een klein hitje onder zijn eigen naam, maar de bijbehorende elpee flopt genadeloos. Het titelnummer, 'Soul Symphony', is een prachtig werkje dat later een cultstatus verdient. Wel formeert hij rond deze tijd een zanggroepje onder de naam Faith, Hope & Charity. Op dezelfde wijze als dat Barry White Love Unlimited in zet voor zijn Love Unlimited Orchestra, doet McCoy dit met Faith, Hope & Charity. De groep heeft zélf een hitje in 1975 met 'To Each His Own', het zal jullie niet verrassen dat McCoy hier ook een dikke vinger in de pap heeft. Als hij in 1975 voor het Avco-label een instrumentale elpee wil opnemen, verwacht niemand dat dit een storm zal doen oplaaien. De elpee heet 'Disco Baby' en het titelnummer wordt gezongen door een andere ontdekking van McCoy: The Stylistics. Dan brengt de platenmaatschappij onverwacht een instrumentale single uit van het album: 'The Hustle'. De rest van het verhaal mag bekend zijn? Het wordt een grote hit en de naam Van McCoy is van het ene op het andere moment gevestigd. Hij zal het vervolgen met singles als 'Change With The Times' en 'Soul Cha Cha', evenals een paar elpees.

De zaken gaan als een trein voor McCoy. In 1979 produceert hij nog een aantal nummers voor die piepjonge Stacy Lattisaw, maar op 6 juli van dat jaar komt hij Magere Hein tegen. McCoy overlijdt ten gevolge van een hartaanval. Zijn muzikale testament is rijk, veel groter dan 'The Hustle' en dergelijke disco-hits en ik blijf me wekelijks verbazen over de prachtige composities en arrangementen die McCoy ons heeft na gelaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten