zaterdag 14 juni 2014

Singles round-up: juni 2



Vanavond twijfelde ik nog even, maar zojuist bij het uploaden van de foto wordt het andermaal bevestigd: Het is dit weekend een jaar geleden dat ik met The Vinyl Countdown begon. Een jaar geleden (qua datum) ben ik ook bij de inbrengwinkel van het Drenthe College geweest, maar toen heb ik, bij gebrek aan singles, alleen elpees gekocht. Vrijdag heb ik meer geluk met de singles en dit heeft een vangst van 35 schijfjes opgeleverd. Vandaag behandel ik daarvan de volgende elf, morgen krijgen jullie twee berichten: Het slot van deze Singles round-up en de Schijf van 5. Maandag, een dag eerder dan normaal, presenteer ik jullie de nieuwe Week Spot, want dinsdag viert mijn oudste broer niet alleen zijn vijftigste verjaardag, maar vier ik tevens dat ik 25 jaar in het 'verzamelaarsvak' zit. Dinsdag vindt de aftrap plaats van de nieuwe rubriek Het zilveren goud. Nu eerst verder met de prachtige partij singles die ik gisteren op de kop heb getikt.

* The Intruders- Nice Girl Like You (NL, Philadelphia, 1974)
Wat ben ik van The Intruders gaan houden. Aanvankelijk vind ik 'Doctor Doctor' (1970) te traag, maar begin hem stukje bij beetje te waarderen. Dan kom ik in de zomer van 2012 'She's A Winner' tegen en dan is de liefde daar. Natuurlijk wijkt The Intruders nauwelijks af van The O'Jays en Harold Melvin & The Blue Notes, maar toch heeft deze groep iets 'speciaals'. Ook 'A Nice Girl Like You' is weer van een grote klasse en ik blijf verder rondkijken voor andere singles van dit kwartet.

* Isley Brothers- That Lady (NL, Epic, 1973)
Als single een beetje overbodig, want als ik een paar elpees meeneem voor een optreden zit 'Forever Gold' van de Isley Brothers daar altijd tussen en draai ik ook geregeld de lange versie van 'That Lady'. Maar zó gaaf als dit exemplaar tref je hem weinig en voor het geld kun je het evenmin laten.

* Isley Brothers- What It Comes Down To (NL, Epic, 1974)
Hoewel het label duidelijk onderscheid maakt in een kant 1 en 2, is het hoesje aan beide kanten identiek. Enig verschil is dat op de andere kant 'The Highways Of My Life' extra groot staat afgebeeld. Het is ook vanwege die kant dat ik de single heb gekocht. Deze ontbreekt op 'Forever Gold' en staat derhalve al een tijdje op mijn zoeklijst. 'What It Comes Down To' is ook geen misselijke kant en ik moet de 'Highways'-kant nog proberen schoon te maken, want die blijft halverwege steken.

* Tom Jones- She's A Lady (NL, Decca, 1971)
Als ik de plaat een week eerder in huis had gehad en ik hem direct op zijn plaats in de jaren zeventig-bak had gezet, dan was deze voorbij gekomen in Raddraaien. Toch betwijfel ik me of-ie zover komt, want ik denk erover om hem in de reserve-bak te zetten. Nee, je kan het geen soul noemen, maar het is wel een gangmaker.

* Kayak- Mammoth (NL, EMI, 1973)
Die heb ik sinds 2004 in de bakken staan, maar de betreffende bak heeft op de Rembrandtstraat lange tijd op de slaapkamer gestaan. In de nabijheid van de douche. Iets waar ik nu niet meer aan moet denken, maar als ik onder de douche vandaan kwam, stond de slaapkamer vol met condens. En dat heeft zich tegoed gedaan aan enkele hoesjes, waaronder die van 'Mammoth' van Kayak. Ik moest 'Mammoth' op een bepaald moment grof 'bevrijden' uit het hoesje en dat is het vinyl niet ten goede gekomen. Nu heb ik weer een goed exemplaar en kunnen we weer even vooruit!

* KC & The Sunshine Band- Keep It Comin' Love (UK, Jay Boy, 1976)
In de Engelse Northern Soul-scene is het een pijnlijk onderwerp: Jay Boy. Rond 1973 verschijnen de eerste singles van dat label en die raakt men aan de straatstenen niet kwijt. En dus wordt het label 'geadopteerd' door de soul-scene. Dan verschijnt eerst in 1974 'Rock Your Baby' van George McCrae en eind 1975 'That's The Way I Like It' en plots willen de 'soulies' niets meer van doen hebben met de Jay Boy-catalogus. Als ik in 2011 de Engelse 'Queen Of Clubs' met Europees fotohoesje koop, gaat die meteen de soul-bakken in en sindsdien ben ik die Jay Boy-plaatjes gaan verzamelen. Ik heb het vermoeden dat 'Keep It Comin' Love' de laatste KC-single is die in Engeland op Jay Boy is uitgebracht. Buiten de paar singles vóór 'Queen Of Clubs' en 'I Can't Leave You Alone' van George McCrae, denk ik dat ze nu bijna compleet heb.

* The League Of Gentlemen- Dislocated (UK, EG, 1981)
De naam van Robert Fripp is voor eeuwig verbonden aan King Crimson. Eind jaren zeventig komt hij in een persoonlijke crisis terecht en heft King Crimson op. Hij gaat vrijwillig een loodzware therapie aan en blijft in de schijnwerpers omdat hij zich verloofd met Toyah Wilcox van de band Toyah. Fripp gaat zelf in 1981 weer muziek maken en formeert daarvoor The League Of Gentlemen. Dat is niet bepaald een succes en voor 'Three Of A Perfect Pair' uit 1984 haalt hij de naam King Crimson van zolder. Sindsdien heet iedere solo-plaat van Fripp King Crimson. Rond 1981 is Fripp helemaal in de ban van de nieuwe digitale electronica en dat levert niet bepaald fijn luistervoer op. 'Dislocated' is niet een klein beetje slaapverwekkend, terwijl de b-kant, als Frippertronics, tegen de pijngrens aan zit. Toch is dit té leuk om te laten liggen. Hoe vaak kom je zoiets tegen?

* The Majestics- You Got It Made (NL, Pye, 1975)
Lee heeft gelijk. Er is niets te vinden over een hitnotering van deze single en toch klinkt hij zó bekend! Allereerst: The Majestics is een Engelse groep die tussen 1973 en 1977 een handvol singles heeft gemaakt. Ze moet niet verward worden met de Amerikaanse groep van de Northern Soul-klassieker 'I Love Her So Much It Hurts Me' en evenmin met de funk-groep die in 1969 'Funky Chick' op de plaat slingert. 'You Got It Made' staat op een cd uit de serie 'North Of Watford' en meer is praktisch niet bekend over dit trio. 'You Got It Made' klinkt alsof het uit de koker komt van 'Goodbye, Nothin' To Say' van The Javells & Nosmo King en afgaand op het label zou dat zomaar kunnen. Toch ken ik de schrijver, de arrangeur en de producer niet van naam. Wat rest is een plaatje dat best mee kan in de Northern Soul en, voor die tijd, een heel aardig arrangement heeft. Toch klinkt het nét een beetje te glad.

* Graham Nash- Chicago (NL, Atlantic, 1971)
Deze heb ik in 2009 gekocht en is niet in een slechte staat. Toch ben ik de single al geruime tijd niet meer tegengekomen en krijg ik opeens zin om hem in The Vinyl Countdown te draaien. Voor die prijs kan het en ik heb vanavond de daad bij het woord gevoegd.

* Johnny Nash- Hold Me Tight (NL, Injection, 1968)
Ik zal voor de vakantie nog eens naar de inbrengwinkel moeten, want ik herinner me opeens allemaal titels die ik heb laten liggen omdat ik me liet afschrikken door de prijsjes. Zelfs de jaren zestig-hits zijn in uitmuntende staat en ik weet dat in dat kader 'Massachusetts' van The Bee Gees daar ligt mét fotohoes. Deze van Johnny Nash, met 'Cupid' als b-kant, is evenmin vaak gedraaid en het hoesje is in een prachtige staat.

* Billy Paul- Let 'Em In (NL, Philadelphia, 1977)
De man van 'Me And Mrs. Jones' gaat hier aan de haal met 'Let 'Em In' van Paul McCartney en doet dat helemaal niet onverdienstelijk. Hij laat het origineel goed in zijn waarde en voegt desondanks een scheutje Philadelphia-magie toe aan het gebakje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten