dinsdag 3 juni 2014
Week Spot: Carl Douglas
Zelf heb ik nooit zoveel op gehad met vechtsporten. Dat je moe wordt van inspanning dat is tot zover aan toe, maar blijvende geestelijke schade oplopen door een vrijetijdsbesteding? Nee, mij niet gezien. Zo ging die glorieuze carriére in het boksen aan mijn neus voorbij. Hoewel... kungfu mag eigenlijk geen vechtsport genoemd worden, het is een kunst-discipline. Of je daar ook blijvend geestelijk letsel bij kan op lopen, zou ik zo niet weten. Het bewijs wordt pas gegeven als je de actuele website van Carl Douglas opzoekt. Nee, natuurlijk niet, Carl Douglas beoefende de kunst zelf niet, hij is verantwoordelijk voor de muzikale uiting van kungfu. Waar hij de schade dan wel heeft opgelopen, mag Joost weten. Een biografie begint meestal bij het begin en eindigt bij het heden met daar tussenin een stuk leven. Bij Carl Douglas heeft het meer weg van een Schijf van 5, waarbij hij bovendien een aantal jaartallen helemaal mis heeft en een paar feiten heeft verdraaid. Toch is deze kleine grote man deze week het onderwerp van de Week Spot: Carl Douglas en zijn 'Somebody Stop This Madness' uit 1972 mag een week deze eretitel dragen.
Natuurlijk begint het voor mij ook met 'Kung Fu Fighting'. Ik koop die single in augustus 1990, twee maanden later gevolgd door 'Dance The Kung Fu'. Dan maken we een hele grote sprong naar Hemelvaart 2006, de dag ervoor. Ik ga plaatjes kopen in Leeuwarden. Ik wil eigenlijk naar 'Deja Vu', maar die is gesloten en zo vind ik een leuk partijtje bij de buurman. Het is de opbrengst van een discotheek geweest en buiten wat 'exotische' jaren zeventig-plaatjes om, zitten er een paar 'rare' jaren zestig-plaatjes tussen. 'Funky Walk' van Dyke & The Blazers is daar eentje van. Mijn adem stokt even als ik even later 'Something For Nothing' van Carl Douglas & The Big Stampede in handen hou. Ik weet dat inmiddels iets af van het cult-imago van het Okeh-label en dit is een Amerikaanse demo op hetzelfde Okeh. De plaat is echter wel stevig gedraaid en heeft last van enige 'distortion' van het styreen, maar voor vijftig cent hoor je mij niet klagen. 'Something For Nothing' zal vanaf dag 1 een sleutelrol spelen in de Blauwe Bak. Al gauw leer ik een tweede single van Carl Douglas kennen: 'Serving A Sentence For Life' en een jaar geleden 'Sell My Soul To The Devil'. Het zijn alledrie plaatjes uit 1966-67 en genieten een bekendheid in de Engelse Mod- en Northern Soul-scene.
Carlton George Douglas wordt op 10 mei 1942 op Jamaica geboren. Halverwege de jaren zestig vestigt hij zich in Engeland en maakt met The Big Stampede de clubs onveilig. In 1966 wordt The Big Stampede benaderd door Chas Chandler. Hij heeft een Amerikaanse gitarist in de aanbieding waarvoor hij een begeleidingsband zoekt. Of het goed is dat meneer Jimi Hendrix even komt 'jammen'? Hoewel het voor Douglas een legendarisch moment heet, is de ervaring van Hendrix wellicht anders geweest. Geen van The Big Stampede-leden zullen nog voorkomen in het verhaal van The Jimi Hendrix Experience. In de eerste maanden van 1967 heeft de groep een andere grote eer: Het mag openen voor 'The Stax Revue' in Londen. Nu heeft The Big Stampede een aantal liedjes van Otis Redding op het repertoire staan, maar omdat Otis zélf ook optreedt, zijn ze niet van plan deze te spelen. Totdat de meester er zelf om vraagt. Het arrangement van The Big Stampede kan de goedkeuring van de meester weg dragen. De chronologie van Douglas is een beetje een zootje, maar The Big Stampede zal vast rond 1968 uiteen zijn gevallen. Zijn volgende band heet The Explosions, maar daar is weinig van bekend. In 1971 is hij de frontman van Gonzales, een band met een verfrissend geluid. Een aantal Gonzales-leden zal later Incognito oprichten. En zo komen we in 1972 en vindt de ontmoeting plaats tussen Douglas en Biddu.
Biddu Appaiah wordt in het jaar 1944 geboren in Bangalore in India. In de midden jaren zestig is zijn band The Trojans ongeveer de enige Engelstalige popband en met Biddu op zang en gitaar wordt menig hit van The Beatles en The Rolling Stones nagespeeld. Toch droomt hij van Engeland. In 1967 gaat hij op de dolle roes naar Londen en hoopt The Beatles te ontmoeten. Dat lukt hem binnen een jaar, ook al moet hij niets hebben van de 'slordige kledij' van John Lennon. Biddu raakt als producer betrokken in Tin Pan Alley en krijgt in 1969 zijn eerste kans. De Japanse popgroep The Tigers is in Engeland om een Engelstalige Bee Gees-cover op te nemen. Toch spreken de Japanners geen woord Engels en is het aan Biddu om hun de tekst fonetisch te dicteren. 'Smile With Me' wordt evenwel een vette nummer 1-hit in Japan. In 1972 neemt hij de taak op zich om de spionage-film 'Embassy' van muziek te voorzien. Daar ontmoet hij Carl Douglas met wie hij 'Somebody Stop This Madness' opneemt. Deze en andere Biddu-producties uit die periode worden alras opgepikt in de Northern Soul-clubs en met name in Wigan en Blackpool. Na 'Embassy' biedt Pye Biddu een contract aan en wordt zijn 'Stop What You're Doing' van The Playthings (1973) een grote hit in de Northern Soul. Pye richt zich meer op die markt en brengt ons 'Goodbye, Nothing To Say' van The Javells & Nosmo King, maar... alle partijen zijn bezig met maar één doel: Het scoren van een grote hit! Als de kungfu-films van Bruce Lee op een hoogtepunt raken, schrijft Biddu daar een liedje over. Carl Douglas neemt het op en de rest is geschiedenis. Er zijn wereldwijd elf miljoen exemplaren verkocht. Douglas is voor de rest van zijn leven verbonden aan deze hit. 'Dance The Kung Fu' en 'Run Back' scoren slechts bescheiden in vergelijking tot 'Kung Fu Fighting' en hij staat in 1998 opnieuw in de Britse hitparade. 'Kung Fu Fighting' is dan uitgebracht als Bus Stop, maar dat blijkt Douglas in eigen persoon te zijn.
De kwaliteit van Douglas ligt hem voor mij in de bijtende manier van zingen. Dit demonstreert hij bijvoorbeeld in 'Something For Nothing', maar ook in 'Somebody Stop The Madness'. Die laatste is zwaar onder invloed van 'What's Going On' van Marvin Gaye. Muzikaal niet, maar de thematiek wél. Muzikaal heeft dit het bombastische van de soundtrack-funk (denk aan 'Shaft') maar met een lichte melodie die kenschetsend is voor de Northern Soul. 'Somebody Stop The Madness' wordt nimmer een hit bij het grote publiek, maar onder deejays en dansers is het nog immer populair.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten