maandag 21 februari 2022

Singles round-up: februari 6


Het is bijna twee jaar geleden dat ik op Discogs bij een Nederlandse dealer een nieuwe plaat heb besteld. Plus nog een extraatje. Het duurt dan ruim twee weken voordat het eerste contact komt en al met al zijn de platen héél lang onderweg. Het is het begin van de 'crisis' en dat wordt dan ook aangewend als excuus. Als het pakket arriveert, blijkt dat hij ook nog een verkeerde single heeft gestuurd. Ik besluit hem te houden maar 'mijn vertrouwen in de deze handelaar is ernstig aangetast' zoals ik in de feedback schrijf. Het is overigens de enige keer dat ik een neutrale beoordeling heb gegeven. In december bestel ik 'per ongeluk' een plaat bij deze dealer en dat is sneller dan het licht. Nu duurt het bijna een week tot het eerste contact maar, naar het schijnt, is het pakketje onderweg. Het betekent dat ik binnenkort de 'Singles round-up' voor deze maand kan besluiten. Ik ga nu eerst verder met de volgende acht singles uit het pakket van Mark. De apparatuur kan weer aan want ik moet ook nog de andere kantjes even checken.

* The Delfonics- Baby I Love You (UK, Bell, 1972)
Ik heb de plaat gereserveerd voor 'Baby I Love You' maar het blijkt de b-kant te zijn. Bij Engelse uitgaven uit de jaren zeventig kijk ik dan altijd graag op 45cat om te zien of de recensie uit 'Blues & Soul' is toegevoegd en dat blijkt hier andermaal het geval te zijn. De schrijver vindt 'Baby I Love You' geen sterk nummer en houdt het vooral bij de a-kant. Ik heb tot nu toe alleen 'Baby' gehoord en ik zal het nog eens proberen. Het is precies datgene dat je verwacht van The Delfonics. De doowop-achtige ornamenten, fraai arrangement uit de koker van producent Thom Bell en de stukjes staccato dat we tegenwoordig identificeren als 'crossover'. Ik kan me voorstellen dat een criticus na jaren van dit mopje niet meer opkijkt van deze aanpak, maar deze frisse oren keuren het helemaal goed. De a-kant heet 'Trin' To Make A Fool Of Me' en deze is rijker gearrangeerd, maar nog altijd heel erg herkenbaar. Ik denk dat ik mee ga in de beoordeling van 'Blues & Soul'.

* The Four Tops- Keeper Of The Castle (UK, Probe, 1972)
Mark doet aan recycling. Hij vervangt bijna alle neutrale hoesjes door nieuwe en gebruikt de oude als verpakkingsmateriaal. Zo vond ik een paar weken geleden een neutraal Wirl-hoesje in de verpakking. Helemaal niet in een slechte staat en hij ligt al een tijdje recht te worden. Het is het bekende 'Hottest sounds around' maar dan zonder het Wirl-logo. Dit werd gebruikt voor sublabels en komt eventueel ten goede aan de Trex-single van Rupert Blaize. Gelukkig heeft hij de 'birth sleeve' laten zitten bij de fraaie promo van The Four Tops. De plaat is in zijn geheel in een prachtige staat! 'Keeper' is een klassieke hit voor The Four Tops uit de periode na Motown. Dennis Lambert, Brian Potter en Steve Barri nemen nu de 'credits' voor hun rekening en zij zijn verantwoordelijk voor fraaie 'blue-eyed soul'-platen in de jaren zeventig. 'Jubilee With Soul' op de b-kant is ook lekker uitbundig en minder 'Blaxpoitation'-stijl dan de a-kant. Een fijn opgewekt nummer maar ik denk toch dat 'Keeper' dé ultieme kant gaat worden.

* Benny Gordon- Sugar Mama (US, Estill, 1972)
Het label komt uit South Carolina en dat is de bakermat van de 'Beach Music'. Op ene of andere manier kan ik daar Benny Gordon ook wel plaatsen. Hij klinkt vooral als een blueszanger in mijn oren maar het deuntje is net uptempo en uitbundig genoeg voor een dansje met je geliefde op het strand. Het is één van de '5-4-3-2-1' en bij deze actie wil ik wel eens minder kritisch worden en een gokje wagen. Het is gezellig voor tussendoor maar meer ook niet.

* Isaac Hayes- Joy (US, Enterprise, 1973)
Ja, wat kun je zeggen over Isaac Hayes? Het is precies wat je ervan mag verwachten. Een nummer van acht en een halve minuut dat voor deze single in twee stukken is geknipt. Zonder een vorm van een 'Ike's Rap' overigens. Het is overdadig gearrangeerd en het heeft op alle fronten het stempel van de 'Black Moses' meegekregen. Leuk voor erbij maar opnieuw weer niet heel erg essentieel.

* Hodges, James & Smith- Since I Fell For You, I'm Falling In Love (US, London, 1977)
De 12"-EP van Gloria Ann Taylor uit 1973 wordt over het algemeen gezien als de eerste 12"-single, maar het is in mijn optiek meer een EP of een mini-album. Rond 1974 barsten de discotheken los en opeens stijgt de vraag naar lange remixen van singles. De elpee van Gloria Gaynor met de verlengde 'Honey Bee' en 'Never Can Say Goodbye' is meteen een favoriet onder de dj's. Vanaf 1976 verschijnen mondjesmaat de eerste 12"-singles maar voor veel platenkopers is dit onontdekt territorium tot in de vroege jaren tachtig. Hodges, James & Smith  brengt aanvankelijk 'Since I Fell For You, I'm Falling In Love' uit als 12"-single maar om dit formaat te promoten, brengt het evengoed een single uit met een ingekorte versie. Het is een feestelijke 'mashup' van de jazz-standaard 'Since I Fell For You' en een nieuw liedje geschreven door William 'Mickey' Stevenson. Hij is dan ook de producent van de plaat. Op de b-kant staat 'Off' maar dat heb ik reeds op een andere single van het trio. Een beetje teveel disco in mijn optiek en ik geef de voorkeur aan 'Situation'.

* Holland-Dozier- Don't Leave Me (UK, HDH, 1972, re: 1984)
Brian en Eddie Holland vormen samen met Lamont Dozier in de jaren zestig Holland-Dozier-Holland, dé Stock, Aitken & Waterman van het Motown-label. Als de heren ontdekken dat collega's bij andere labels méér verdienen en Berry Gordy weigert om de betaling aan te passen, breken ze hun contract op. Voorwaarde is wel dat de heren de naam Holland-Dozier-Holland gedurende vijf jaar niet mogen gebruiken. Het trio neemt songschrijvers Dunbar en Wayne in dienst en brengt onder hun naam enkele HDH-composities uit voor onder andere Chairmen Of The Board en Freda Payne. In 1972 mogen ze weer gebruik maken van de naam maar ze spelen eerst op 'safe' en houden het bij Holland-Dozier. Beide Holland-broers zijn gewoon van de partij. Op 'Don't Leave Me' krijgt Lamont Dozier een speciale credit. Op 'I'm So Glad' gaat de credit naar Brian Holland. Het is overigens een heruitgave via het Engelse Demon-label en een serie van Holland-Dozier-Holland-producties uit hun Hot Wax- en Invictus-periode. Hier wil ik nog wel een paar van hebben. Eerst kan ik nog een 'original' verwachten bij een volgende zending van Mark.

* J.J. Jackson- Let Me Try Again (US, Magna Glide, 1975)
Jackson is in de vroege jaren zestig al verantwoordelijk voor rauwe rhythm & blues en maakt de hele transformatie door van de soul in de late jaren zestig. In 1975 mag hij proeven aan het succes van de disco. In de jaren zestig heeft hij de Greatest Little Soul Band In The Land en anno 1975 beschikt hij over de Funky Butt Band. Eerlijk is eerlijk: Het is niet de meest overtuigende single in de catalogus van Jackson. Persoonlijk hoor ik liever zijn Loma-werk. Ik zie net dat het een reguliere FAD is en dat ik wel een paar pond méér heb betaald dan de '5-4-3-2-1'. Enfin, ik reken deze bij in de korting die ik heb ontvangen.

* Jo-Jo Jackson- Tomato Ketchup (US, Woogie, 1982?)
Ik heb ergens het jaar 1982 voorbij zien komen maar kan het niet op Discogs of 45cat vinden. Vermoedelijk in een Youtube-video? Het klinkt evenwel als een jaren tachtig-productie en het zou zomaar kunnen. Net als met 'The Crutch' van The Tymes zal je ook niet veel verwachten bij 'Tomato Ketchup' maar het blijkt opeens een heel aardig nummer te zijn. Het meeste een aanklacht tegen de Reaganomics en dus vermoed ik dat ik niet ver uit de buurt ben met het jaartal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten