dinsdag 22 december 2020

Week Spot: Solaris


Een gekke dinsdag. Voor de variatie weer eens post bezorgd in Nijeveen en ditmaal niet alleen de PostNL. Het betekent dat ik mijn geheugen mag opfrissen en kan concluderen dat ik Nijeveen steeds beter leer kennen, hoewel ik al bijna vijf jaar in Uffelte woon. In de Julianastraat staan reeds de nieuwe huizen en ik weet moeiteloos de plek van 27 te vinden. Ik heb geen seconde spijt gehad want bij de eerste ontwerpen spreekt het me al niet aan. Het is typische 'modern-klassieke' woningbouw dat over dertig jaar er even grijs en grauw uit ziet als de voorgangers. Ik ben zelfs even bij de Coop geweest en ben vrij verbaasd dat ik opeens weet te herinneren waar de broodbeleg staat. Als ik thuiskom, zie ik dat collega Four Fingers zijn show niet kan doen en ik besluit ter plekke mijn 'Tuesday Night Music Club' voor een week te verhuizen naar elf uur 'onze' tijd. Deze show staat inmiddels op de Mixcloud-pagina van Wolfmanradioshows dus voel je vrij om het nog eens dunnetjes over te doen. Er zit ook een toekomstige 'Hier en nu' in. Dan mag ik mij nu schrap zetten voor het bericht over Solaris. De plaat heeft al eerder op de nominatie gestaan, maar dan valt de info al zwaar tegen. Gisteren ben ik verder gegaan met spitten en... met een klein resultaat! De Week Spot van deze week staat op plek 8 in de Blauwe Bak Top 100: 'Before The Dawn' van Solaris uit 1980.

Het is een paar jaar geleden met de '5-4-3-2-1'. Op tweede kerstdag publiceert Mark altijd een lijst met een zestigtal singles waarvan de eerste vijf pond moet kosten, de tweede vier enzovoorts. Kort gezegd is het vijf voor een tientje en je mag het procedé een paar maal herhalen. Ik kom nog één plaatje tekort voor een tientje en besluit dan een plaatje mee te nemen waarvan geen Youtube-clip voor handen is. Het is 'I Tried' van Solaris, de b-kant van 'Space Invaders' uit 1981. Ofwel... op het label wordt 1971 als jaar genoemd, maar de synthesizers zijn té modern voor dat jaar. Ik vermoed dat het nummer voor het eerst is gepubliceerd in 1971, dezelfde verwarring als bij veel Motown-opnames uit de jaren zeventig. De plaat is jaren lang een soort van 'sleeper' welke me iedere keer weer verbaast als ik het hoor op de 'Vakantiemix'. Meestal draai ik het dezelfde week in 'Do The 45'. Dan is het juni en prijst Mark de single 'Right In The Middle Of Falling In Love' aan met nog een extra argument: Het is geschreven door Sam Dees. Ik hoef ditmaal niet op Youtube te zoeken want de plaat ligt meteen in mijn winkelmandje. Als het arriveert ontdek ik dat het niet de Sam Dees-kant is dat het voor mij doet. Ik ben meteen verliefd op de b-kant. Het klinkt op een lekkere manier 'lo-fi' en is een echte 'builder' met een kop en een staart. Volgende maand verwacht ik een derde Solaris-single met opnieuw een titel van Sam Dees. Dan hebben we de Solaris-collectie compleet. Buiten een elpee en drie singles voor het obscure Dana Records is Solaris niet gekomen.

Het valt meteen op dat er sprake is van verschillende groepen en dus vermoed ik een constructie van een producent met een wisselende groep muzikanten. Als ik verder zoek, stuit ik op de naam John A. Brinson. Hij is de producent van de drie platen. John Brinson is anno 2020 nog altijd actief want Google verwijst me naar een LinkedIn-pagina van 'zanger-toetsenist John A. Brinson'. Toch kom ik niet verder dan het voorportaal en hoewel ik ooit een LinkedIn-profiel heb aangemaakt, neem ik niet de moeite om in te loggen. John begint zijn loopbaan als liedjesschrijver en is in de midden jaren zeventig vooral actief met Kim Tolliver. Deze dame hebben we hier eerder dit jaar gehad in een 'Singles round-up' en noem dan ook haar 'I Don't Know Which Foot To Dance On' en dat nummer is mede-geschreven door Brinson. Ook levert hij een aandeel aan 'I Can't Get Over You' van The Dramatics, een plaatje dat nét niet de Top 100 heeft gehaald. Hoewel Solaris verschrikkelijk slecht is gedocumenteerd en alleen Discogs een overzicht geeft van Brinson's producties en de platen waarop hij als gastmuzikant heeft gespeeld, neem ik aan dat Solaris zijn project is geweest. De obscure elpee is gek genoeg in de nieuwe eeuw door een Nederlandse platenmaatschappij op cd uitgebracht.

Veel meer is niet over Brinson of Solaris te melden en dus moeten we het doen met de muziek. Typerend voor een plaatje uit 1980 op een onafhankelijk label klinkt de opname niet helemaal zuiver. Het begint een beetje onheilspellend, dan valt de muziek in en gaan we naar een refrein dat blijft groeien naarmate de minuten vorderen. Er is zelfs ruimte voor een 'brug' want het nummer klokt in over de vijf minuten. Als je denkt dat er niet meer uit de kast kan worden getrokken, eindigt het plaatje met een klassieke piano welke ook niet van plan is om een definitief einde te breien aan de plaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten