maandag 30 september 2019

Eindstreep: september 2019



Ik beloof een 'speciale aflevering' van de 'Eindstreep' in het vorige bericht. Toch is deze 'Eindstreep' niets anders dan voorgaande edities. Omdat ik de twaalf singles van deze maand nog maar zo kort in mijn bezit heb, meen ik een aardig idee te hebben. Een top tien van nummer 1-noteringen uit de 'Eindstreep' tot dusver. Het is echter nog maar de negende maand van het jaar en bovendien heb ik in maart geen 'Eindstreep' gedaan. Langzamerhand valt het idee in duigen en nu zal ik dan toch een oordeel moeten vellen over de nieuwe aanwinsten. Wens me alvast maar succes! Het is erg overzichtelijk deze maand: Slechts twaalf singles en allemaal in de Blauwe Bak. Ik ga me nu schrap zetten voor de top tien en zie jullie morgen voor de Week Spot!

1. In The Mood-Leroy Hutson

2. She Don't Ever Lose Her Groove-Latimore

3. The Struggler-The Drifters

4. Pick Up The Pieces-Clara Thomas

5. You Don't Know What You Got Until You Lose It-Jerry Butler

6. Needing You-Clara Lewis

7. Seem I'm Never Tired Loving You-Swordsmen

8. I'm In Love-Valentine Brothers

9. Slipping Into Something New-The 5th Dimension

10. For The Love Of Her-Roy Smith

Blauwe Bak Veteranen deel 8



Ik sla de 'Eretitel' even over en ga vandaag verder met de 'Blauwe Bak Veteranen'. Straks ga ik aansluitend een speciale editie doen van de 'Eindstreep'. Ik ben vanmorgen met de e-bike naar het werk gegaan en ben terug gekomen op de '151'. Dat is mijn favoriete postfiets uit de stal. Eentje waarvan alle drie versnellingen naar behoren werken en met een geveerde zadelpen. Dit lijkt de komende tijd mijn vervoersmiddel te worden, hoewel het de nood om de Pionner op te knappen groter maakt. Ik mag nu bij tegenwind wel een uur van tevoren vanaf Uffelte vertrekken. Mp3-speler en koptelefoon in de aanslag want zonder muziek ben ik nauwelijks vooruit te branden op een 'gewone' fiets. Ik geloof dat de serie van de 'Blauwe Bak Veteranen' niet helemaal synchroon loopt met 'Het zilveren goud'. Er zijn een paar verwarrende gebeurtenissen in deze tijd. Deze aflevering bevat een single uit november 1994 welke ik in 'Het zilveren goud' voor februari 1995 heb staan. Enfin, dit zijn de volgende zes 'veteranen' van de Blauwe Bak.

43. All Day Music-War (NL, United Artists, 1971)
Ik ben in de vorige aflevering, twee weken geleden, blijven steken in Leeuwarden dat gebukt gaat onder een donkere lucht door toedoen van een brand in een tapijthandel. Deze van War is de laatste in de alfabetische volgorde. Een plaatje dat ik sinds 2011 verschillende malen heb 'geprobeerd', maar steeds gaat het weer terug de reguliere bakken in. Dan praat ik in 2013 met een Engelse dj die me vertelt dat hij eens een Mod-weekeinde moest openen en dat hij zijn set is begonnen met 'All Day Music' van War. Sindsdien staat de plaat ook bij mij in de Blauwe Bak, inmiddels alweer jaren in de reserve-bak. 'All Day Music' is een heerlijk 'laidback'-nummer met Latin-invloeden. Een plaatje dat gek genoeg nauwelijks meer aan bod komt in mijn shows terwijl het toch prima past bij recente aankopen van Latimore en Leroy Hutson. Tijd om deze weer eens af te stoffen?

44. Girl Don't Make Me Wait-Timebox (NL, Deram, 1968)
Als het goed is, moet deze nog wel onder 'november 1994' in 'Het zilveren goud' staan. Ik heb erg getwijfeld maar geloof toch grif dat ik deze in november heb gekocht en niet drie maanden later. Ik rij inmiddels Solex en ga dan op een zaterdagmiddag terug naar Heerenveen. Hoofdzakelijk voor de 'overdekte vlooienmarkt' op de Gedempte Molenwijk. Dat is inmiddels al jaren geleden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Het is de handel van een aantal handelaren bijeen gekwakt in één ruimte en het staat er permanent. Zoiets als de 'Pikkepoeilie' in Steenwijk, maar dan stoffiger. Ik kom er geregeld voor de vele duizenden singles. Ze weten van prijzen: Singles in een hoesje zijn twee gulden, platen zonder hoesje nog altijd één gulden en vijftig cent. Tijdens dit bezoek koop ik naast 'The Train' van The Nits ook deze single van Timebox. Na afloop van de platenjacht ga ik op bezoek bij 'tante' Riem in Nijehaske. In werkelijkheid geen familie, maar zo 'close' met de familie dat we haar wel als dusdanig beschouwen. Als ik me niet vergis is ze kraamhulp geweest bij de geboorte van één van mijn broers of mijn zus. Het 'twijfelgeval' is het volgende: Ik heb in de voorjaarsvakantie van 1995 een elpee gekocht met daarop 'Beggin' van Timebox en ik meen ergens dat ik deze eerst heb voordat ik deze single koop. Maar nee... ik ga zo meteen kijken en als deze niet onder november staat, zet ik hem er nu bij. Ook die komen we binnenkort weer tegen op Soul-xotica. De single heeft tot voor kort in de koffer gestaan en het is zwaar gevallen om deze in de reserve-bak te zetten. Met de komst van een extra koffer gaat deze weer terug!

45. Day By Day-Tom Jones (NL, Decca, 1968)
Een paar weken geleden hebben we het Solexritje naar Steenwijk gemaakt en zijn we in de buurt van Langelille in een winkeltje met singles geweest. In december 1994 ga ik 'op bedevaart' naar Woodstock: Met de Solex naar het verlaten Woodstock-terrein en daarna bier drinken in De Karre. Een legendarisch weekend! In Langeilille ga ik opnieuw aan bij het genoemde winkeltje en sla dan flink in. Ook 'Help Yourself' van Tom Jones mag mee. Begin 2012 heb ik juist kennis gemaakt met Rarenorthernsoul.com als ik bij Buydiscorecords mijn eerste bestelling plaats. Ik heb dan juist een clip gehoord van 'Day By Day' van Tom Jones. Ik krijg direct bericht dat twee platen niet verkrijgbaar zijn: Een Swamp Dogg en deze van Tom Jones. Dan zie ik tot mijn grote verbazing dat het 'gewoon' de b-kant is van 'Help Yourself' en sindsdien staat deze in de reserve-Blauwe Bak. Middels 'Do The 45' is dit uitgegroeid tot een cult-hit die op de radio er altijd in gaat als zoete koek!

46. Ain't It The Truth-Catalyst (US, Cobblestone, 1972)
Nog zo'n twijfelgeval: De nostalgische beurs in Thialf in Heerenveen. Dat moet uiteindelijk dan toch in februari 1995 zijn geweest en niet eind 1994 zoals ik even heb gedacht. 1995 is een uiterst 'warrig' jaar en dat is ook het geval bij dit weekend. Ik weet nog veel te herinneren van dit weekend en soms zou ik wensen dat ik dit was vergeten. De Solexclub maakt ook haar opwachting in Thialf dat verder is aangekleed met oldtimers, jukeboxen en live-bands. Ik zie op zondagmiddag nog Ubangi 4 optreden. Er zijn ook heel veel standjes met platen en ik doe flink boodschappen op deze markt. Ik heb zelfs zoveel singles bij me dat ik ze nauwelijks kan houden op de Solex. Catalyst is echter de enige die door de jaren heen de Blauwe Bak heeft overleefd. Het is een instrumentaal gezelschap naar het voorbeeld van de vroege MFSB en als het ware een voorloper van groepen als Mezzoforte. 'Ain't It The Truth' is een lekker 'niets-aan-de-hand'-instrumentaaltje dat altijd past aan het einde van een uur op de radio. De single staat hierdoor nog altijd in de reserve-Blauwe Bak.

47. Just For You-Jerry Butler (US, Vee Jay, 1965)
Sinds de 'bedevaart' in december worden mijn bezoekjes aan De Karre meer frequent. Henk is een groot jukeboxliefhebber en op een zeker moment telt het café vijf werkende jukeboxen. Zo komt opeens ter sprake om een platenbeurs te houden. Daar koop ik vooral dubbele platen van Henk waaronder deze en de volgende. Ik koop zoveel 'nieuwe' platen dat ik nauwelijks plek heb voor mijn 'dubbele handel' en laat deze achter bij Henk. Jaren later hoor ik dat hij de boel heeft weg gekieperd. Jerry Butler staat nog niet zo heel lang in de reserve-Blauwe Bak. Ik denk dat ik hem heb laten verhuizen nadat ik 'High Stepper' heb gekocht en me meer wil richten op het Jerry Butler-werk uit de jaren zeventig. Ook weer onterecht en iets dat ik recht moet zetten met de komst van een derde koffer. Het aanbod in Emmen ligt me nog vers in het geheugen en wellicht dat ik eens een dagkaart met de bus eraan ga spenderen. Nee, dat wordt niet de dagkaart die ik heb 'verdiend' met mijn klacht.

48. The Love I Lost-Harold Melvin & The Blue Notes (NL, Philadelphia, 1973)
Het is dankzij de jaren negentig-cover dat ik van dit nummer ben gaan houden. Het is de 'Northern Soul Jukebox' dat de albumversie bevat en dat maakt dat de single ook in de Blauwe Bak wordt gezet. Inmiddels is het één van de laatste Harold Melvin-singles in de reserve-Blauwe Bak. Een veteraan als 'Bad Luck' staat al lang weer terug in de jaren zeventig als ik me niet vergis. Als het niet mijn ultieme Harold Melvin-favoriet was geweest, was deze hetzelfde lot beschoren.

zondag 29 september 2019

Herfstbui



Ik heb net 'The Vinyl Countdown' afgesloten en ga niet al te laat slapen. Ik heb toegezegd om morgenochtend al te beginnen aan de mailing van 3500 stuks die we deze week moeten bezorgen. Dat is dus 3500 brieven bovenop wat er zoal binnenkomt per dag. Ik geloof dat de buienactiviteit zal afnemen in de loop van de morgen. Nadat het bij het begin van de herfst nog plotseling even zomers is geweest, is nu wel duidelijk dat de herfst een aanvang heeft genomen. Het rustieke wandelpaadje bij Wapserveen zal na de buien van het weekend ongetwijfeld minder georganiseerd eruit zien. Deze foto dateert van de laatste zaterdag van de vakantie als ik naar Diever ben gelopen. Hier ben ik op de terugweg en duik de bossen in. Doordat ik de koptelefoon op heb, realiseer ik me niet dat er een bui op komst is, ook al is het erg benauwd op dat moment. De weerberichten hebben het duidelijk over de nacht gehad? Het is een uurtje voordat ik thuis ben en ik heb dan ternauwernood een bui ontlopen als het spektakel een kwartier na thuiskomst losbarst. Desondanks is het een dag waar ik nog vaak aan terug zal denken en welke wellicht binnenkort nog eens ter sprake komt.

Singles round-up: september 2



Na publicatie van het bericht van gisteren zie ik opeens dat ik verder achter lig op schema dan dat ik had verwacht. Omdat ik vanavond na 'The Vinyl Countdown' vast mijn bed ga opzoeken en ik nog drie berichten moet publiceren, trap ik nu af met het tweede deel van de 'Singles round-up'. Ik heb gistermiddag een verrassings-'Do The 45' gedaan. Ik had eerst aangeboden om de reggae-show van collega Lee over te nemen toen een andere presentator met meer reggae-kennis zich aanbood. Hij heeft echter te kampen met een zwakke gezondheid en trekt om kwart over tien 's ochtends de stekker eruit. Dan is het voor mij té kort dag om nog een reggae-show in elkaar te zetten en besluit ik een 'Do The 45' te doen tussen twee en vier onze tijd. Hierdoor heb ik al een aantal singles gedraaid uit deze tweede aflevering en dat maakt het nu ietsje eenvoudiger. Nu dan de laatste zes van deze maand.

* Clara Lewis- Needing You (US, Wand, 1973)
Geschreven en geproduceerd door het illustere duo Chuck Jackson en Marvin Yancy. Dan hoef je nog geen noot te hebben gehoord van de plaat om te weten dat je kwaliteit in de handen houdt. Dat is zeker van toepassing bij deze promo van Clara Lewis. 'Needing You' staat in de mono-versie op de keerzijde van deze single. Hoewel het plaatje van 1973 is, kondigt de hi-hat al een stroming aan die pas twee jaar later woest om zich heen zal grijpen. Het blijft de prettige soul uit 1973 maar heeft in de verte wat disco-invloeden, maar dan niet zo zeer door een staccato dans-beat. Het is zo'n plaatje dat mijns inziens niet essentieel is maar wel lekker overal bij in past.

* Roy Smith- For The Love Of Her (US, Green Menu, 1975)
Eind 2016 schaf ik 'Love Came' van Ronnie Limar aan en geef aan in het commentaar dat ik de plaat wil 'laten groeien'. Dat gebeurt eventueel een paar maanden later. Dan zal het plotseling Week Spot zijn en bijna wekelijks te beluisteren in 'Do The 45'. 'Love Came' is dusdanig uitgegroeid tot een hit uit 2017 voor mij. Nu heb ik hier een single van Roy Smith voor me liggen en eigenlijk is dit net zo'n geval als Ronnie Limar. Ik heb me nog niet verdiept in de historie van Smith en zelfs de b-kant nog niet eens geprobeerd. 'For The Love Of Her' is een hertaling van 'For The Love Of Him' van country-ster Bobbie Martin. Henry Jerome schrijft oorspronkelijk mee aan het nummer van Martin en is tevens de producent van de Roy Smith-single. Het komt bij mij over als een country-zanger die tracht mee te komen in de disco en... dat ook niet onverdienstelijk doet. Het is her en der een beetje té statig voor dynamische disco en toch denk ik dat we hier te maken hebben met een groeibriljant.

* Swordsmen- Oh My Soul (US, Ninandy, 1967)
Ik noem de single bij de a-kant maar het is feitelijk 'Seems I'm Never Tired Of Loving You' dat bij mij de meeste indruk maakt. Niet dat 'Oh My Soul' minder is overigens en ik heb dit kantje met plezier gedraaid in 'Do The 45'. Swordsmen is een nogal traditionele zanggroep met echo's uit de doowop, maar 'Tired' zou dankzij de instrumentatie wellicht een plekje kunnen krijgen in de Carib. Niks mis met een poepje 'sweet soul' op zijn tijd!

* Carla Thomas- Pick Up The Pieces (UK, Stax, 1968)
Sommige dingen zijn gewoon 'leuk' om te verzamelen zonder dat de portemonnee geleegd hoeft te worden om de collectie compleet te krijgen. Zo lees ik eens van iemand die 'voor de grap' de blauwe Engelse Stax-labels probeert compleet te krijgen. Ik heb dan reeds 'Big Bird' van Eddie Floyd en 'Knock On Wood' van Otis & Carla en het inspireert me iedere voordelige Engelse Stax op dit label mee te nemen. Mark vraagt niet veel voor deze Carla Thomas-single, maar... dit is meer dan een 'vullertje' in de bakken. 'Pick Up The Pieces' heeft ergens iets weg van het statige Motown-geluid maar dan met Stax-muzikanten. Deze mag bij de originele Engelse 'B-A-B-Y' op Atlantic in de koffer komen te staan.

* The Tymes- God's Gonna Punish You (UK, RCA Victor, 1975)
Omstreeks 1997 koop ik geregeld verzamel-cd's met jaren zeventig-muziek. U kent ze wel, de 'Best Of The 1970s' die je op de wekelijkse warenmarkt tegen komt, op braderieën en uiteindelijk bij de kringloopwinkel. Vaak dienen de cd's om een nummer te 'hebben' totdat ik de originele single vind. Ik kan me een soortgelijke cd herinneren met vooral Engelse hits en daarop staat 'Hey Little Trustmaker' van The Tymes. Ik zou het plaatje anno 2011 nog in de Blauwe Bak hebben gestopt, maar de single staat gewoon in de jaren zeventig. 'God's Gonna Punish You' krijgt het voordeel van de twijfel want ook dit is niet essentieel te noemen. Het is de Engelse persing en leuke prijs dat me over de streep heeft geholpen.

* Valentine Brothers- I'm In Love (US, Source, 1978)
Sinds 'We Belong Together' van eerder dit jaar ben ik meer gaan letten op de gebroeders Valentine. Zo leer ik van radio-collega Lee dat Simply Red 'Money's Too Tight To Mention' heeft 'geleend' van de Valentine Brothers. Het origineel is uit 1982 en, eerlijk is eerlijk, Ol'Simply levert een betere uitvoering af. 'I'm In Love' is feitelijk de b-kant van 'Sound Of Music' en dat is een bombastische disco-bewerking van het Rodgers en Hammerstein-nummer. 'I'm In Love' is dan weer de ondergeproduceerde b-kant welke daardoor frisser klinkt dan de stampende a-kant. Het zal de komende maanden moeten vechten tegen 'We Belong Together' want eigenlijk vind ik beide nummers even aardig.

zaterdag 28 september 2019

Stille wateren



In januari 2016 heb ik de singles in mijn verzameling opnieuw ingedeeld en hierdoor kan ik ook buiten de kaartenbak om verder gaan met 'Het zilveren goud'. De singles in de voortzetting van deze rubriek zijn de platen die ik in januari 2016 op de betreffende plek heb gezet van de jaren zestig-, jaren zeventig- en jaren tachtig-bakken. Eerder trachtte ik de singles op alfabetische volgorde te rangschikken en zo weet ik dat ik bepaalde secties 'mis'. Zo rommelt het onder andere bij de P, Q en R en zijn er plaatjes die ik jaren geleden heb gekocht en die nu praktisch onvindbaar zijn. Woensdag trap ik af met de eerste singles uit september 1994 en dat is een bijzondere partij. Ik loop in deze maand namelijk tegen een verzameling Engelse acetaten, promo's en demo's aan en pas na verloop van tijd begin ik me te realiseren dat dit niet zomaar een collectie is. Het heeft er alle schijn van dat de vorige eigenaar bewust op zoek is geweest naar deze schijven. De komende twee weken zullen een aantal de revue passeren. Ik mis echter eentje. Een acetaat op Emidisc met een handgeschreven label en een leuke uitvoering van Simon & Garfunkel's 'Sound Of Silence'. Dat plaatje wil ik vanavond alsnog in de schijnwerpers zetten.

Op één van de singles staat een naam geschreven. Ik heb daarmee gegoogled en kom uit op een Engelse radio-dj. Hoe en precies, dat ga ik over twee weken uit de doeken doen. Ik kies slechts een aantal titels uit waarbij ik vooral let op 'psychedelische' titels en promo's op Decca. Achteraf gezien? Ja, achteraf gezien had ik de hele partij moeten kopen! Het is een zonder meer unieke collectie en ik ben het nooit meer op het spoor gekomen. Deze 'Sound Of Silence' ziet er wel interessant uit. Het vermeldt de namen Rupert & David. Rupert is een niet bepaald alledaagse naam en het duurt een jaar of drie voordat ik op het spoor kom van deze Rupert. Het is niemand minder dan Rupert Hine welke in de jaren zeventig heeft gespeeld bij Quantum Jump en solo-platen heeft gemaakt op het Purple-label van Deep Purple. David is eveneens een lid van Quantum Jump maar dit weet ik slechts sinds gisteravond. 'Mijn' plaat (of degene die ik heb gehad...?) is een acetaat: Een proefpersing van metaal met een dun laagje vinyl. Ze zijn bedoeld om een paar keer te draaien om de kwaliteit van de persing te controleren. Na een paar keer draaien, begint de acetaat te kraken en piepen. Dat is doorgaans het moment dat ze door de platenmaatschappij worden vernietigd. Toch zijn er voorbeelden waarbij de platenmaatschappij een radiostation een exclusieve primeur geeft door een acetaat te sturen. Bijvoorbeeld met 'Paperback Writer' van The Beatles. Volgens mij had Caroline de primeur terwijl de single een week later in de winkels zou liggen. Na een week was de acetaat nauwelijks meer aan te horen. Een acetaat is altijd eenzijdig bespeelbaar en hierdoor mis ik de fraaie b-kant van de Rupert & David-single.

Rupert Neville Hine wordt geboren op 21 september 1947 in Wimbledon. Ik zou nimmer achter de identiteit zijn gekomen van David als ik niet actief zou zijn op 45cat. Op 21 mei 2014 meldt zich daar een zekere David MacIver. Zijn volledige naam is David Maciver-Robinson en van de platenlabels beter bekend als Robinson. Hij is de andere helft van het duo en geeft de gemeenschap een mooi inzicht voor wat betreft bepaalde Purple-releases. Rupert & David treden al gedurende 1965 samen op in de Engelse folkclubs en spelen veel samen met Paul Simon. Simon heeft dan een Engels vriendinnetje en reist langs de clubs in Engeland en doet zo onder andere inspiratie op voor 'Scarborough Fair' en 'Homeward Bound'. Of Simon hen heeft opgebeld om te vertellen dat Columbia zijn 'Sound Of Silence' ging uitbrengen met een elektrische begeleiding? Of dat Decca al vroeg lucht heeft gekregen van de Amerikaanse release? We zullen het nooit weten. Toch is het een feit dat Decca in december 1965 'Sound Of Silence' uitbrengt van Rupert & David. Leuk detail is dat de acetaat een Emidisc is terwijl Decca gewoon eigen acetaat-labels had in 1965. De release van Rupert & David zit niet veraf van de Amerikaanse release van Simon & Garfunkel, dat is duidelijk. Er is dus iets aan de hand met 'inside information'. David heeft niet veel gevoel bij de single hoewel hij trots is dat Jimmy Page de akoestische gitaar bespeelt. Ook studio-bassist Herbie Flowers (meest bekend van 'Walk On The Wild Side' van Lou Reed) is van de partij.

Hoe het verder vergaat met het folk-duo wordt ons niet verteld. Ook David maakt liever de sprong naar de jaren zeventig. Deep Purple is in 1973 met haar eigen Purple-label begonnen en Rupert & David zijn huisvrienden van het label. Zo schrijft het duo nummers voor het albm 'Food Of Love' van Yvonne Elliman. Rupert en David werken voor de laatste keer samen op de elpees van Quantum Jump. David wordt daarbij niet als lid genoemd op de hoes, maar verschijnt wel op de binnenhoes. Hoewel alle nummers zijn toegeschreven aan Quantum Jump op de labels komen de teksten uit de pen van Robinson. Ook is het duo betrokken bij de uiterst bizarre single 'Who Is The Doctor' van Jon Pertwee op hetzelfde Purple-label. David is dus de man van de teksten, Rupert is vooral in trek omdat hij eigenaar is van een ARP-synthesizer en hij goed weet om te gaan met de elektronica. Na Quantum Jump verhuist Robinson naar Amerika. Hij zal advocaat worden in de muziekbusiness en leeft in 2014 in New Mexico. Rupert Hine woont dan in het Engelse Cheshire.

Hine zal in de jaren tachtig en later een lange stoet artiesten en bands produceren. Onder hen zijn The Fixx, Tina Turner, Underworld, Suzanne Vega en Rush. Om maar aan te tonen hoe breed inzetbaar hij is. 'Spin The 2wo' uit 1995 is zijn meest recente originele werk maar dit jaar is nog een compilatie verschenen van zijn materiaal als Thinkman dat hij in de jaren tachtig heeft gemaakt. Zijn producties lopen door tot de dag van vandaag. Hij is dan vooral actief met de 'Songs For Tibet'-albums.

vrijdag 27 september 2019

Singles round-up: september 1



Ik heb precies goed gegokt! Ik heb vorig weekend al een bericht 'gemorst' en dat komt me nu van pas. De 'Eretitel' kan nog mooi dit weekend even en dan later het tweede deel van de 'Singles round-up'. Mark heeft twaalf singles uitgezocht voor dit pakket en dat levert wederom een 'mixed bag' op. Ik had nu bijvoorbeeld gehoopt dat The Majestic Arrows in het pakket zou zitten, maar nu heb ik dan eindelijk de single van Leroy Hutson waar ik de vorige keer spijt van had dat die niet in de envelop zat. Er hoeft ditmaal schijnbaar niet voor getekend te worden of de postbode is zwaar in de war geweest. Zo zat bijvoorbeeld al post van de buurvrouw in mijn brievenbus en die had weer post van iemand anders gekregen. Hoe dan ook: Ik hoef niet op en neer te fietsen tussen Uffelte en Havelte en kan meteen vandaag beginnen aan de eerste 'Singles round-up' van deze maand.

* Gloria Bare- From The Heart (US, JWP, 1985)
Hoewel het merendeel van de singles in dit pakket is te omschrijven als 'oud', beginnen we vandaag met een single uit 1985. JWP is een onafhankelijk label uit Hollywood en nu zijn de singles nog redelijk voordelig op de kop te tikken. Niemand weet wat er over pak hem beet tien jaar gaat gebeuren met dergelijke plaatjes. Gloria Bare heeft nog een enorm voordeel: De plaat is geschreven, gearrangeerd en geproduceerd door niemand minder dan H.B. Barnum en dat is een legendarische naam in de soul. Het straalt er ook af bij dit plaatje van Bare. Goudeerlijke midtempo soul met een fijn arrngement. Het zijn bepaalde combinaties die het voor me doen in de muziekliefhebberij en het is doorgaans moeilijk uit te leggen welke jaren tachtig-platen wel geschikt zijn voor de Blauwe Bak en welke niet. Bij Gloria Bare kan ik alle hokjes aanvinken voor wat betreft het eerste. Zo mag ik mijn jaren tachtig-soul graag horen. 'Music To Make Love By' doet het ergste vermoeden en, ja, Gloria gaat meteen diep en sensueel in het intro. Toch is het niet de stroperige ballade die je zou verwachten. Het is eigenlijk best een mooi nummer en weer met een prachtig arrangement van Barnum.

* Jerry Butler- Lost (US, Mercury, 1967)
Zet een Londense zangeres uit de folk en pop in een studio in Memphis en laten we eens zien wat er gebeurt. Dat idee moet Philips hebben gehad toen Dusty naar Memphis ging voor 'Dusty In Memphis'. Het resultaat is verbluffend. Het bewijst andermaal dat het hebben van 'soul' niets te maken heeft met een lichaamstint. Dusty vervolgt het avontuur in 1970 met 'A Brand New Me'. Eén van de nummers op dat album is 'Lost', een compositie van Kenny Gamble, Leon Huff en Jerry Butler. Hier heb ik dan het origineel van 'Lost' dat eind 1967 al is verschenen als single voor Butler. Bij 'Lost' moet ik eerlijk zijn: Ik koester een diepe liefde voor Dusty's cover en dat niveau haalt Butler voor mij niet. De b-kant heet 'You Don't Know What You Got Until You Lose It' en dat maakt een paar weken geleden de meeste indruk bij mij. Het tikt in het intro een paar keer over en dat wil ik proberen te herstellen. Hier gaat Jerry echt lekker diep in een prachtig arrangement met xylofoon in het refrein. 'Big city sound de luxe', zou ik het willen noemen. Dit is overigens een productie van jerry Ross, de man die in 1970 voor 'The Dutch Invasion' in Amerika zal zorgen.

* The Drifters- Peace Of Mind (US, Steeltown, 1973)
Ik ben de single wel eerder tegengekomen in veilingen en ook ik denk lange tijd dat het een dubbelganger is van de beroemde Drifters. Nee, dit is feitelijk dezelfde Drifters als van de grote successen op Atlantic. Als het contract bij Atlantic is afgelopen in 1967 kampt The Drifters met een probleem. De band wordt louter herinnerd voor successen van minstens vijf tot zes jaar oud en er zijn intussen nieuwe vocale groepen gekomen die net iets meer eigentijds zijn dan de conservatieve Drifters. Het resultaat is dat er een gat valt tussen de laatste Atlantic-opname en de eerste hits op Bell in 1973. Intussen maakt The Drifters dit plaatje voor Steeltown in Chicago. Het label herinnert mij eraan dat ik toch nog eens 'gek' moet doen met de eerste Jackson 5-singles. Twee jaar vóór 'I Want You Back' nemen de broers een paar singles op voor Steeltown en daarmee ben ik altijd té zuinig in veilingen. Het zijn echter stuk voor stuk klappers! Over de releasedatum bestaat enig misverstand, maar de eigenaar van Steeltown heeft het verhaal bloot gelegd. De single komt niet uit 1968, maar uit 1973. Steeltown probeert nog een nationale distributie te krijgen via Roulette maar dat werkt niet naar wens. Ik vind het lastig om een favoriete kant te kiezen. 'Peace Of Mind' is een oude doowop-cover in een crossover-sweet soul-sausje terwijl 'The Struggler' iets meer 'to the point' is.

* 5th Dimension- Slipping Into Something New (US, Motown, 1978)
Eigenlijk de b-kant, maar het is voor mij de reden van aanschaf. Ik wist tot vandaag niet dat de plaat op Motown is uitgebracht en nu vallen de stukjes op hun plek. Ergens heeft het een Motown-geluid, maar bovenal is 'Slipping' een lekker nummer met een 'vibe' waarvan ik niet stil kan zitten. De a-kant heeft Mark niet geadverteerd en dat heeft wellicht een reden? 'You Are The Reason (I Feel Like Dancing)' heet het plaatje en dat is 'feelgood'-disco zoals er zoveel is gemaakt. 'Slipping' rechtvaardigt de zes pond!

* Leroy Hutson- In The Mood (US, Curtom, 1978)
Een jaar geleden arriveerde 'Lucky Fellow' in mijn collectie en sindsdien is de liefde voor Leroy Hutson alleen maar groter geworden. In 1978 maakt hij deze promo voor zijn nieuwste album 'Closer To The Source'. Op de ene kant het nummer in stereo en op de keerzijde in mono voor de AM-stations in Amerika. Wederom een prachtige productie met een mooi arrangement en Leroy's stem die in iedere hoek lijkt op te duiken. En wederom zo'n nummer waarbij je niets liever wil dan lekker luieren op de bank. Ik kan er in ieder geval niet genoeg van krijgen!

* Latimore- Qualified Man (US, Glades, 1976)
En ik eindig dit eerste deel even 'mellow' als bij Leroy Hutson. Latimore begint al een behoorlijk stuk van de koffer in te pikken en ik hou hem niet tegen. Het is per slot van rekening Mark die me heeft binnen geleid in de wereld van Benny Latimore. 'Qualified Man' is een redelijk funky nummer van Latimore en ik vermoed dat de b-kant me dan over de streep heeft geholpen? Toch moet ik terloops opmerken dat ik ze beslist minder heb gehoord. 'She Don't Ever Lose Her Groove' is meer het soort nummer zoals ik dat van Latimore wil horen. Iets 'downtempo' en de sensuele stem van Benny. En dit kantje sluit helemaal aan op 'In The Mood' van Leroy Hutson. Misschien wel één van de beste Latimore-kanten die ik tot nu toe ben tegen gekomen?

woensdag 25 september 2019

Het zilveren goud: augustus 1994 deel VIII



Sommige bijnamen zijn ongewild voor de persoon zelf. Andere bijnamen zijn alom geaccepteerd ook door de drager zelf en hebben vaak een bijzonder verhaal. Echter, voor de buitenstaander kan zo'n verhaal de legende voor immer doen verpesten en dat is een reden waarom een oude Steenwijker vriend weigerde om zijn bijnaam te verklaren. Hoe zit het dan met Soul-X. Ik gebruik de dj-naam al zeven jaar niet meer, maar Soul-xotica is nog altijd wel een voortvloeisel uit de bijnaam. Als ik in Steenwijk loop, krijg ik nog geregeld de naam naar mijn hoofd geslingerd. Ik heb een tijd gehad dat ik weigerde te reageren en inmiddels vind ik het 'wel weer grappig'. Ik heb een vermoeden dat ik al eerder in de negen-en-een-half jaar eens de oorsprong van de naam 'Soul-X' heb verklaard en vanavond mag ik het opnieuw doen. Ik ga vanavond andermaal naar mijn eerste Dicky Woodstock-festival. Als ik in de zomer van 1993 op de racefiets in Tuk ben geweest, word ik al lekker gemaakt met het programma van dat jaar. Mijn financiële gesteldheid laat het dat jaar niet toe. In 1994 is dat anders en ben ik meteen erg enthousiast. We gaan er naar toe en... uiteraard op de Solex!

Het omgedraaide kruisje is niet zichtbaar geweest tijdens de middag en zo kan ik vreedzaam aan de reis beginnen. Ik heb 's ochtends ook nog een zakje wiet gekocht terwijl ik nog niet zo'n ervaren blower ben in de zomer van 1994. Ik kan zelfs nog niet eens een fatsoenlijke joint draaien. Dat zakje verkoop ik later op de middag aan een stamgast van De Karre. Dezelfde stamgast zal me in 2000 aan het adres in Tuk helpen en zal enkele maanden mijn werkgever zijn. Het is nog vrij onbezorgd in 1994. De organisatie heeft een grote legertent staan en dus hoef je alleen je slaapzak mee te nemen. Ik heb dus niet veel bagage mee op de Solex. De heenreis gaat rechttoe rechtaan: Over Sneek, Joure, Heerenveen en Wolvega. Als het ware gewoon de snelweg volgen. Natuurlijk moet ik eerst even mijn gezicht laten zien in De Karre. Daar smaken de pijpjes Hertog Jan weer als vanouds en ik heb al een bodem gelegd als ik op de Solex over de Wolterholten naar de Baarse Vrijstaat hobbel. Het is een sport geworden om rakelings langs obstakels en greppels te rijden. Soms kost het een trapper en andere keren ga je rechtuit de greppel in. Dat laatste is natuurlijk ook wel humor. Er gaat een gejuich op als ik op de Solex de entree nader en het feest is compleet als ik met Solex en al de greppel in rijd. ,,Wat is joen naam?", is de eerste vraag die ik krijg. ,,Gerrit", antwoord ik. Vanaf dat moment ben ik wijd en zijd bekend als 'Gerrit Solex' in Steenwijkerwold en omgeving.

Het thema van de eerste Woodstock-avond spreekt me erg aan: Flower power. Toch denk ik dat ik vrij 'casual' ben gekleed voor een dergelijke avond. De roze zijden overall, het bruine leren jasje, het oranje satijnen hemd... alles is van een latere datum en dus denk ik dat het een t-shirt en zwarte spijkerbroek is geweest. De laatste van het model dat tegenwoordig een 'skinny' wordt genoemd. Voor de eerste wasbeurt trek je het aan als een legging. Het zijn vooral de liefhebbers van stevige gitaarmuziek die dergelijke broeken aan hebben. Suzi Quatro speelt in de late jaren zestig met haar bandje voor de soldaten in Vietnam, maar heeft verder niet zoveel met het thema te maken. Maar wat te denken van Armand en Wally Tax? De avond wordt geopend met een lokale bluesband. Het is best bijzonder om deze zesde editie van het Dicky Woodstock-festival bij te wonen. Het is het laatste 'kleine' jaar voor het festival. Twee avonden met muziek en zaterdag overdag verschillende activiteiten voor het hele gezin. Het is een klein alternatief dorpsfeest met voornamelijk bewoners uit een regio van vijftien kilometer rondom het gehucht Baars. Ik tref echter de eerste avond meteen een stel uit Hilversum en wij zijn vermoedelijk de enige die kilometers hebben afgelegd om hier terecht te komen.

Ik wil een nieuw fotorolletje in mijn camera hebben en ga de zaterdagmorgen daarvoor naar Steenwijk. Dat resulteert eveneens in een hoop singles. 's Middags gaat het vertier verder op het terrein met een lokale band, Calamity Jane, en een nog volslagen onbekende feestband. Laat dat niemand minder zijn dan Jovink & De Voederbietels, de latere organisatoren van de Zwarte Cross. Gewoon op zaterdagmiddag in de feesttent met brandblusser en 'De zevende dronk'. Het bier vloeit rijkelijk en daar ben ik nog niet aan gewend in de zomer van 1994. Ik probeer een beetje te slapen op de vroege avond en mis daardoor een paar bands. 's Avonds staat The Prodigal Sons op het programma en Earth & Fire. Van de laatste staat me helemaal niets meer bij. Wel maak ik enorm veel vrienden in dit weekend die me allemaal als 'Solex' zullen kennen. In de legertent zit een hippie te genieten van de sterrenhemel en opgaande zon en weigert ons een beetje rust te geven. Ik zoek een plekje onder de bomen. Als ik over het parkeerterrein loop, zie ik de klep van een lelijke eend open staan. Dat kan niet de bedoeling zijn? Ik klap het dicht en hoor een luid 'GVD'. Ik maak me uit de voeten. Het is pas twee Woodstocks verder als ik weer praat met het stel uit Hilversum. ,,Het eerste jaar waren we met de Eend en we hadden de klep open gezet om wat meer beenruimte te creëren. Gooit zo'n boerenkinkel de klep dicht".

Op zondagmiddag rij ik terug naar huis en wil een stukje 'om'. Daarbij kom ik uit in Oldemarkt en bij de Driewegsluis. Dat zal op komende uitstapjes naar Tuk een belangrijke rol gaan spelen. Eenmaal thuis wordt de decoratie in mijn oor ontdekt en hang ik het verhaal op dat ik het in Steenwijk heb laten zetten. Er komt ook een verhaal met een 'vriendinnetje' bij, toevallig de zangeres van een rockband. Dat verklaart weer iets van mijn toenmalige liefde voor de zangeres van Calamity Jane. Later zitten we geregeld aan de bar van De Karre en biecht ik de liefde op. We kunnen er beide smakelijk om lachen.

1959 Broken Land-The Adventures (Duitsland, Elektra, 1988)
1960 Ik Wil Jou-Polle Eduard (NL, Polydor, 1979)
1961 It's Different For Girls-Joe Jackson (UK, A&M, 1979)

Het is erg toepasselijk dat ik The Adventures in de Duitse persing heb. De plaat doet me altijd denken aan de vakanties naar Denemarken. We passeren dan in Duitsland een 'Raststatte' met de naam Brokenlande. Het exemplaar dat ik in 1994 in Steenwijk koop zit in een zacht plastic hoesje. Deze met fotohoes heb ik in april 2014 in Wolvega gekocht. Joe Jackson heeft volgens mij in 2009 een 'upgrade' gekregen en dan waarschijnlijk een Nederlandse persing. Toch staat die niet op de plek waar die hoort te staan. Net zoals zij veel van de singles uit deze partij is het hoesje gehavend maar is het vinyl in best een goede staat.

1962 Mr. Big Stuff-Jean Knight (UK, Stax, 1971)
1963 Too Late For Goodbyes-Julian Lennon (Duitsland, Virgin, 1984)
1964 Half A Boy & Half A Man-Nick Lowe (NL, F-Beat, 1984)

Jean Knight is vorige week nog voorbij gekomen in de 'Blauwe Bak Veteranen'. Het kan zijn dat ik Julian Lennon pas veel later heb gekocht. Het is een feit dat de single uit de bewuste winkel in Steenwijk kom en die heb ik gemakshalve maar op één grote stapel gegooid. Nick Lowe heeft dankzij Albert onlangs een 'upgrade' gekregen.

1965 Could You Be Loved-Bob Marley & The Wailers (NL, Island, 1980)
1966 Take Me Home Tonight-Eddie Money (NL, CBS, 1986)
1967 Ça Plane Pour Moi-Plastic Bertrand (Frankrijk, Vogue, 1977)

Eddie Money is onlangs overleden op zeventigjarige leeftijd en hem heb ik geen aandacht gegeven. Misschien ook wel omdat ik weet dat hij in 'Het zilveren goud' voorbij gaat komen. Volgende week is het inmiddels oktober in 2019 en ga ik kijken naar de laatste singles uit augustus 1994. Ook begin ik met september en dat trapt af met een zéér bijzondere partij platen. Ik zou wensen dat ik anno 2019 tegenover deze partij stond want dan had ik ze wellicht allemaal gekocht. Het zijn Egnelse acetaten, promo's en demo's uit de jaren zestig en getuige enkele titels een verzameling op zichzelf.

dinsdag 24 september 2019

Week Spot: Laura Lee



Die verhipte ligfiets ook. Ik zie net dat ik gisteren 'Horizontaal vijf letters' heb gepubliceerd maar de eigenlijke titel daarvan moet natuurlijk 'Verticaal vijf letters' zijn. Ach ja... Als we een synoniem van vijf letters kunnen bedenken voor 'luieren in de zon' dan vergeet ik gemakshalve de paar kilometer tussen Noordwijk en Katwijk. Na afloop van de enerverende dag aan de kust doe ik 'Do The 45' en daar heb ik stiekem de nieuwe Week Spot al gepresenteerd. Komende zaterdag is wederom een live-uitzending vanaf een Specialized-gerelateerde muziekavond in Coventry en daarmee komt 'Do The 45' uiteraard te vervallen. Doorgaans doe ik dan een dubbele Week Spot de volgende week, maar nu staat de Week Spot al een tijdje vast. Het is de eerste plaat die ik te danken heb aan de 'Vakantiemixen' van tijdens de vakantie. Een plaatje dat me keer op keer weer verrast, hoewel ik het ooit toch voor de a-kant heb gekocht. We hebben vanavond een zangeres te gast die het zou hebben verdiend om al veel eerder een Week Spot te hebben, maar nu pas de trofee mag ophalen voor een week. Het gaat om Laura Lee en 'I Don't Want Nothing Old But Money' uit 1971.

Het is eind 2012, een paar weken voordat ik begin bij Wolfman Radio, als ik Peter van singlehoesjes.nl de eerste maal in persoon tref. Hij komt dan naar Nijeveen vergezeld met een flink aantal 'dubbele' singles. Hij heeft kort daarvoor een hele mooie partij Motown en soul gekocht in prachtige Nederlandse hoesjes. Ik mag de dubbele exemplaren overnemen en daarvan heeft 'Wanted, Lover, No Experience Necessary' geen fotohoes. Op singlehoesjes.nl staat zijn eigen single mét fotohoes. Dat is zeker in het begin een favoriet in de show en het smaakt nog altijd erg goed. Een paar maanden eerder heb ik 'Rip Off' gekocht bij Buydiscorecords, de budget-afdeling van Rarenorthernsoul. Dat plaatje is niet bepaald in de beste staat en okay voor deze prijs. Bovenal acht ik hem niet zo heel geschikt voor 'Do The 45' anno 2012 en ik vind het nog altijd té springerig en overdreven. Dan zie ik 'Love And Liberty' staan bij Mark en durf ik de gok te wagen. Als de plaat arriveert, ben ik al vrij snel te porren voor het iets meer funky 'I Don't Want Nothing Old But Money' en bij de opname van de 'Vakantiemix' is dit ook de kant die ik gebruik. Ik meen ergens gelezen te hebben dat het nog vóór 'Love And Liberty' zelfstandig is uitgebracht als single, maar deze info kan ik opeens niet meer vinden.

Ik heb geregeld de radioshow van een collega gedaan waarbij we kijken naar de 'famous birthdays' van die week. Ik maak het op het laatst specifieker door alleen naar zangers en zangeressen te kijken. Zij doet ook acteurs en actrices en eert hen door een liedje van een soundtrack te draaien. Die associatie heb ik niet zo. Als je kijkt naar de algemene verjaardagen van een bepaalde dag verlies je alle hoop in de wereld. Invloedrijke politici, doorgewinterde muzikanten, gelauwerde acteurs... Ze leggen het in de 'hitparade' af tegen de Youtube-sterren. Laura Lee is ook een bekende Youtube-ster, maar deze hoef ik vanavond verder niet te noemen. We gaan het hebben over de Amerikaanse zangeres Laura Lee Newton. Ze wordt geboren op 9 maart 1945 in Chicago maar groeit op met haar moeder in Detroit. Haar moeder heet Ernestine Rundless en staat te boek als de oprichtster van The Meditation Singers. Het is de eerste gospelgroep welke gebruik maakt van een begeleidende band. Della Reese (van 'If It Feels Good, Do It', ook een oude Week Spot) is tot 1956 de grote ster van The Meditation Singers en Laura mag haar plek in nemen als ze elf jaar oud is. Ze ziet alle hoeken van de Verenigde Staten voor de volgende negen jaar en dan weet ze zich los te schudden uit de gewijde muziek. Ze neemt als Laura Lee haar eerste single op voor het Ric Tic-label: 'To Win Your Heart'. Daarna tekent ze bij Chess in Chicago. Ze debuteert met 'Dirty Man' maar dat wordt in eerste instantie geen hit. Intussen verschijnt haar 'take' van een onuitgebracht Little Richard-nummer: 'Stop Giving Your Man Away'. Dan gebruikt Chess een andere master van 'Dirty Man' en wordt het alsnog de eerste hit voor Laura. De Amerikaanse hits zijn consistent maar niet overweldigend. 'Women's Love Rights' zal in 1971 haar grootste Billboard-hit worden met een bescheiden 36e plek. In de R&B boert ze beter. 'Dirty Man', 'Wanted, Lover, No Experience Necessary', 'Women's Love Rights' en 'Rip Off' zijn goed voor de top twintig en 'Rip Off' zal haar grootste hit worden.

In 1970 stapt ze over naar het Cotillion-label van Atlantic voor twee singles en gaat dan een samenwerking aan met het Hot Wax-label van Holland-Dozier-Holland. Het is de tijd van de sociaal en maatschappelijk kritische teksten welke té vaak worden verkondigd door de heren. De dames mogen daarentegen alleen zingen over hun overspelige echtgenoten en hoe ze hun leven hebben opgehangen aan de liefde voor hen. Laura Lee doorbreekt dat taboe met 'Women's Love Rights'. Natuurlijk moet dat even flink worden uitgemolken en zo verschijnt dan ook 'Love And Liberty' waarvan ik de b-kant heb gebombardeerd tot Week Spot. Ze neemt ook haar eerste elpees op voor Hot Wax en blijft tot 1975 bij de maatschappij. Dan tekent ze bij Ariola maar wordt kort daarop ernstig ziek. Als ze begin jaren negentig weer is hersteld, is ze weer teruggekeerd bij de Here en maakt ze louter nog een paar gospel-albums. Ook staat ze ruim een kwart eeuw op de kansel. Op de a-kant van de single verrekt ze het andermaal om haar rol in de wereld te laten beschrijven door een man en in de Week Spot laat ze desgevraagd weten helemaal geen polonaise meer te willen aan haar lijf. Alleen nog maar doekoe voor mevrouw Lee.

maandag 23 september 2019

Eretitel: 'Venus'



Ik denk dat ik in ieder geval een bericht ga 'morsen' omdat ik een aantal singles verwacht vanuit Engeland. Hoeveel het precies gaan worden en welke titels? Dat blijft een verrassing. Ik heb een beetje problemen met Paypal op dit moment en dat betekent dat ik slechts een gedeelte van de rekening bij Mark kan voldoen. Voordeel is echter dat het merendeel van de singles spotgoedkoop zijn geweest en dus zou ik wel tien tot vijftien kunnen verwachten. Geen idee of het dan nog iets gaat worden met de 'Eretitel' deze week en gezien deze is blijven liggen van donderdag, ga ik nu eerst de 'Eretitel' doen. Deze aflevering van 'Listen Carefully' is gebruikt in de week dat we op Wolfman Radio onze Bananarama-week hebben gehad. Ik zal de dinsdag van 'Tuesday Night Music Club' in het teken zetten van Bananarama als een half uur van tevoren een graafmachine de kabel raakt en een groot deel van de regio uren zonder internet zit. Ik doe dan de volledige speellijst in de uren van 'Afterglow' op de donderdagavond. Natuurlijk moet de titel centraal staan van één van de grootste hits van het Britse damestrio maar doordat ik de groep al vaker draai in de show mag deze er niet in voor komen. Het wordt dus 'Venus' met het origineel.

3. Lady Gaga (2013)
Het is lekker gemakkelijk vanavond. Zowel de nummers twee als drie liggen me niet vers in het geheugen. Ik denk dat ik Frankie Avalon wel ga herkennen maar Lady Gaga is ditmaal het derde wiel aan de wagen dat maakt dat ik een 'Eretitel' kan doen. Het is een artieste waarvan ik nooit zo goed heb begrepen waarom mensen het zo sensationeel of speciaal vinden en waarom Lady Gaga moet denken dat ze een Madonna van de nieuwe eeuw is. Ik ga niet eens de moeite nemen om naar haar 'Venus' te luisteren en parkeer het zonder pardon op drie.

2. Frankie Avalon (1959)
Ik geloof dat ik Frankie ooit nog eens op een cd-single heb gekocht. Nee, dat is niet in de jaren vijftig vanzelfsprekend. Ik geloof dat ik het omstreeks 1994 eens uit een uitverkoopbak heb gehaald bij Nico's Records. De reden waarom het opnieuw is uitgebracht, staat me niet meer voor de geest. Toch even luisteren? Ah, deze riedel ken ik inderdaad van de jukebox op Wolfman Radio. Geen idee of het er nog op zit want we hebben de jukebox een paar maanden geleden drastisch vernieuwd en het is nu grotendeels jaren tachtig en negentig plus de Classic Rock-dingen uit de vorige database. Het stikt van de late jaren vijftig en vroege jaren zestig in die tijd terwijl we op de zender slechts één show hebben over dat tijdperk. Niet dat we nu overigens een show hebben met 'cheesy' jaren negentig-dance of indie. Iets voor de toekomst? Binnenkort heb ik namelijk nieuws over Wolfman Radio. Frankie mag met zijn zoete 'Venus' op de tweede plek.

1. Shocking Blue (1969)
De vakanties in België zijn goed geweest voor de acceptatie van een aantal popsongs. Zo staat 'Get Around' van de Belgische Pebbles synoniem aan de vakantie in 2006 en leer ik 'Tell Her Johnny Said Goodbye' van Jerry Jackson kennen tijdens de vakantie van 2007. Een jaar eerder hoor ik 'Born To Be Wild' van Steppenwolf in een kroeg nabij Antwerpen als ik geniet van een 'tas' koffie. Een nummer dat ik anno 2006 kan dromen maar hier leer ik het nummer opnieuw kennen en waarderen. Het jaar van Jerry Jackson gebeurt dit in een café in Sint Niklaas met 'Venus' van Shocking Blue. Opeens realiseer je je hoe geniaal het nummer eigenlijk in elkaar steekt en begrijp je ook waarom de Amerikanen in drommen naar de platen zaak gingen om dit schijfje op het Colossus-label aan te schaffen. Het is bubblegum maar dan van het betere soort. Een soort van Jefferson Airplane ontmoet 1910 Fruitgum Co. en Peppermint Rainbow. Voor mij is het de ultieme 'Venus' omdat 'Venus As A Boy' en 'Venus In Furs' niet mee doen.

Of ik donderdag of desnoods in het weekend een 'Eretitel' doe? Of dat ik er wéér voor weg ren? De tijd zal het leren. Het is in ieder geval de hoogste tijd om de benen te nemen in de 'Eretitel'.

Horizontaal vijf letters: Zaterdag 21 september



,,Stuur je me vanavond de foto?". Ze knikt. Even later komt het opnieuw ter sprake. ,,Ik hoop dat ik het niet vergeet". Euh... ja dus! Bovenstaande foto is niet gisteren genomen maar is wel het strand van Katwijk en als straf moet ze voor een gedeelte op de foto op mijn weblog komen te staan. Hopelijk volgt de andere foto later! Gisteren heb ik zo'n lange dag gehad dat ik meteen na twee uren radio ben gaan liggen en twaalf uur non stop heb geslapen. Dat komt ook omdat ik in de nacht van vrijdag op zaterdag niet al te best heb geslapen. Wederom de ongegronde angst om mezelf te verslapen. Ook na twee of drie uurtjes slapen word ik keurig wakker met de wekker en stap het bed uit. Het is al vroeg want ik ga ditmaal alles met het openbaar vervoer doen. De bus is in het weekend een klein drama en vooral op zondag komt die erg laat op gang. Ik heb nu uitgezocht dat ik beide keren een vrij directe verbinding kan hebben, ook al ben ik steeds bijna drie uren onderweg van Uffelte naar Leiden en weer terug. Tegen negen uur stap ik in de bus in Uffelte en kan de reis beginnen.

Het zit me allemaal erg goed mee. Ik kan in Meppel nog net een beker koffie bestellen voordat de trein naar Zwolle gaat. Daar heb ik wat extra tijd voor de overstap voor een sigaartje en een tweede beker koffie. In de trein lopen twee verkoopsters met koffie en zo kan ik zelfs nog een derde beker veilig stellen. Om kwart over elf arriveert de trein in Leiden en ik heb W. al bij Schiphol een sms-je gestuurd. Ik sta voor de deur van de Starbucks als ze antwoord terug stuurt: 'Tot straks'. Het is maar vijf tot tien minuten lopen voor haar en dus ga ik de Starbucks binnen. Ik heb net mijn 'white chocolate mocca' op als ze binnenstapt. Waar gaan we naartoe? Ik wil naar Wassenaar en dan naar Katwijk of Noordwijk lopen. Ik moet naar het toilet en W. heeft zin in koffie. We nemen bekers mee uit de Starbucks en tot onze verrassing staat de bus reeds klaar. We kunnen natuurlijk niet met koffie de bus in en dus drinken we dat op ons gemak op en kiezen dan de eerstvolgende reisoptie. Dat wordt Noordwijk en dat heeft W. ook liever omdat we dan tegen de zon in lopen. Ik ben meer een persoon van de wind en deze is oostelijk, zo heb ik al bepaald.

Het toiletbezoek in de Starbucks is niets geworden. De wc is bezet en de gast laat weten dat het nogal gaat duren. Daar meen ik geen tijd voor te hebben en zo heb ik een eerste boodschapje in Noordwijk. We gaan naar de Hema waar een toiletbezoek vijftig cent kost en je korting geeft op een kopje koffie. We gaan echter voor warme chocolademelk met slagroom. Dan wordt het tijd om de zee te begroeten. We zien één eenzame zwemmer en even later de reddingsbrigade. Of deze wat met elkaar gemeen hebben? Het is minder druk op het strand dan dat ik had verwacht. (En dan worden mijn ogen niet alleen ontzettend zwaar maar begin ik ook een naar gevoel te krijgen in de maag. Ik sla dit bericht op als concept en ga slapen. Het nu volgende deel schrijf ik op maandagavond en laat het 'gisteravond' van zondag ongewijzigd).

Bij Katwijk verlaten we het strand en dan heb ik opeens zin in een visje. Tussen een broodje natuurlijk want aan de staart happen, is het visje weg geven aan de zeemeeuwen. Dan gaan we het centrum in voor boodschapjes want we hebben nog altijd het plan om verder te lopen naar Wassenaar. Ik schrik me een hoedje als we over een plein lopen en ik plotseling iets op mijn hoofd voel. Het is gelukkig slechts een frisbee van een stel kinderen. Op het strand wijst W. in de richting van Wassenaar. ,,Daar bij die inham is Wassenaar, dat is drie keer zo ver als van Noordwijk naar Katwijk". Het is inmiddels vier uur geweest en ik zal om kwart over zeven weer op de trein uit Leiden en dus wordt Wassenaar steeds meer een utopie, ook omdat er minder bussen van Wassenaaar naar Leiden gaan. ,,Ik heb wel zin om even in het strand te zitten", stelt ze voor en dat is het begin van het einde. We zitten daar bijna een anderhalf uur en de geplande picknick raakt langzamerhand op. Ik leg mijn hoofd voor even op de rugzak en daar maakt W. de foto van die ik in de inleiding heb genoemd en waar ik nog altijd op wacht. ,,Het voelt alsof ik ben verbrand in mijn gezicht", zegt ze na verloop van tijd en... daar kan ik niets anders van maken. Ik voel dat mijn voorhoofd ook een beetje extra zon heeft genoten. Dan begint het stuiven met zand en gaan wij in de benen. Op de boulevard van Katwijk oppert W. om pizza te halen. Ik krijg opeens zin aan pizza in de trein en dus haal ik een 'medium bacon and onion' bij de Domino's in Leiden en nemen we om tien over zeven afscheid van elkaar. De trein gaat rechtstreeks naar Leeuwarden en dus kan ik tot Meppel heerlijk ontspannen. Daarna een half uur wachten op de bus en proberen anoniem de blaas te legen in de struiken en dat lukt me ook nog. Om tien uur ben ik thuis en dan ben ik best een beetje gaar! Ik heb echter de show al geadverteerd en zo doe ik 'Do The 45' nog na afloop van deze enerverende dag.

vrijdag 20 september 2019

Tien jaar na 20092009 deel 2



Ik heb wel weer eens breder uitgepakt rond 20 september in mijn radioshows en toch vormen de liedjes in de uitzending van afgelopen nacht voor een groot deel de soundtrack van de bewuste dag en de 'vieringen' erna. Het gelukkig nieuwjaar laat ik echter al varen na een kwartier in de show en toch is er iets in de show dat mij niet alleen vermoeit maar ook minder lekker doet voelen. Ik geef met name één plaat de schuld en ik hoop dat het gevoel even tijdelijk is geweest. Ik hou teveel van dit nummer om het nooit meer te draaien, hoewel ik de elpee in zijn geheel al niet meer sinds 1999 kan uitstaan. We komen hem straks nog tegen in het verhaal over 20 september 2009. Vanmiddag ben ik uit het werk een heel klein stukje omgefietst en onder andere over Holtinghe. Vlak voor Uffelte roep ik dan opeens hardop: ,,Verrek... Zijn we hier nu alweer of lijkt het zo op elkaar?". Ook dat herinnert aan de bewuste zondag in 2009. Vandaag het tweede en vermoedelijk ook het laatste deel van dit rare weekeinde in 2009 met een bijna desastreus gevolg.

Het verhaal is gisteren geëindigd op een bankje in de nabijheid van de schaapskooi van Ansen. Kort daarop steek het Dwingelderveld over naar de satelliet. Daar kijk ik op een bordje van het fietsroutenetwerk en dat beslaat nu het oostelijke deel van de provincie Drenthe. Ik zie Grolloo staan en dat herinnert me aan een fietstocht in 2004. Dan fiets ik voor het eerst in de omgeving van Hijken en Hooghalen en ben bijna in Assen als ik merk dat ik rakelings langs Grolloo ben gefietst. Ik ervaar het lange tijd als té ver weg. Dan is het zaterdagavond 19 september 2009 en opeens licht Grolloo op. Daar moet ik naartoe, alleen... niet vanavond! Wat als ik nu morgenochtend eens vroeg op de fiets stap? Thermoskan met thee en broodjes in de rugtas, de knooppunten van het fietsroutenetwerk op een briefje en dan gewoon gaan fietsen. Dat klinkt als een goed idee! Ik fiets terug naar Steenwijk en dat is wederom langs de Ruiterweg in Uffelte. Ik ga vroeg slapen en sta even vroeg weer op om me op te maken voor een lange zondag op de fiets.

Het KNMI heeft gelijk gekregen: Het weer is omgeslagen. Gisteren kon ik nog in t-shirt op een terras zitten, nu is het aanmerkelijk kouder en zal het veelal grijs blijven op deze dag. Ik weet zelfs nog te herinneren dat ik mijn rood-blause fleecejack heb aangehad op deze dag. Die heb ik, geloof ik, nog ergens liggen. Ter hoogte van Kallenkote noteer ik de eerste nummers van het fietsroutenetwerk hoewel dit niet het oostelijke deel prijs geeft. Het is duidelijk: Ik wil eerst terug naar het Dwingelderveld, alleen ben ik nog niet bekend genoeg om te weten hoe ik daar ga komen. Het eerste stuk weet ik nog wel: Langs de kazerne van Havelte naar het Holtingherveld en dan via de Studentenkampweg naar Uffelte. Het parkeerterrein van wegrestaurant 'Frederikshaven' brengt me in verwarring en dus moet ik daar de eerste keer zijn overgestoken. Ik moet richting Dwingeloo zijn gegaan en in Wittelte een fout hebben gemaakt. Een uur later ben ik namelijk wéér op de Studentenkampweg en kom een tweede maal Uffelte binnen. Rondje van de zaak! Ik volg dan even geen fietsroutenetwerkbordjes want op een zeker moment ga ik op een bankje zitten en drink de eerste thee van de fietstocht. We zijn dan natuurlijk nog geen meter opgeschoten! Nu ga ik echter via het bos naar Wittelte en niet veel later ben ik op het Dwingelderveld. Vanuit daar kan ik echt de route gaan plannen en hou me strak aan de nummers. Toch heb ik in de loop der jaren geleerd dat je in de omgeving van Grolloo beter even lokaal kunt oriënteren want de fietsrouteknooppunten dwingen je tot grote bochten om.

Ik zal even de turbo aanzetten want anders neemt het bericht het formaat aan van een telefoonboek. Ik denk dat ik vooral rechttoe rechtaan heb proberen te plannen met de route, hoewel ik deze op een zeker moment op kwijt ben. Het is niet de bedoeling om in het dorp Westerbork te komen en dat is uiteindelijk toch het geval. Onderweg heb ik op een bankje met de Nokia N95 contact gezocht met het Steenen Tijdperk-forum. Omdat ik op bezoek ga bij het borstbeeld van Harry Muskee wil ik graag 'Back Home' horen. Een forumlid plaatst het nummer en het kost me een flink stuk batterij om het grote bestand te downloaden. De cd-speler kan in de tas want het is tijd voor het Steenen Tijdperk op de radio en dus zet ik en dus ga ik via de telefoon luisteren. Ik passeer Orvelte en Amen en heb dan het gevoel dat ik steeds dichter in de buurt kom. Dat valt tegen dankzij de eerder genoemde fietsknooppunten. Het is pas rond vijf uur dat ik Grolloo binnen fiets. Ik kom een paar maal langs de boerderij waar nu het Cuby-museum is gevestigd eer ik het borstbeeld tref tegen over café Hofsteenge. De batterij is té leeg om een foto te nemen.

Terug wil ik iets anders fietsen. In eerste instantie fiets ik mezelf in de val die ik tot en met de afgelopen vakantie telkens zal in fietsen. Tot mijn ergernis kom ik weer over het houten vlonder in het bos en het blijkt de enige manier te zijn per fiets buiten saaie rijkswegen om. Na Hooghalen ben ik weer muziek nodig en tover de discman weer uit de tas. Ik ga door mijn boekjes met cd's heen en tref dan 'The Very Best Of' van Supertramp. Het is dan voor het eerst in tien jaar dat ik weer 'Hide In Your Shell' hoor en dat nummer 'hakt erin' bij de show van afgelopen nacht. Het is als een stille ooggetuige. Alsof het schijfje weet wat er gaat komen? Op dat moment geniet ik met volle teugen. Het Hijkerveld is compleet nieuw voor mij en ik zal nog vaak terug komen in dit gebied. Ik kom uit in Oranje. De broodjes zijn al lang op en eigenlijk heb ik stevige trek. Toch heb ik nog maar een paar euro in de broekzak met het vooruitzicht dat ik morgenmiddag geld op de rekening heb. Ik zou een dagplate hebben verdiend maar op dat moment moet ik het doen met een karig patatje met mayonaise. Geld voor koffie erbij heb ik niet en ook dit zou geen luxe zijn geweest. Het is donker geworden als ik uit het cafetaria op Oranje kom. Het 'gezellige fietsen' is nu voorbij en ik wil zo snel mogelijk terug naar Steenwijk. Dat betekent rechtstreeks naar Smilde en via Hoogersmilde eerst richting Diever. Ik zal bij Geeuwenbrug nog het bos in fietsen maar bedenk me op tijd. Gewoon de reguliere fietspaden volgen hoe saai deze ook zijn en hoe moe ik ook ben. Ik moet op een bepaald moment plassen en word dan opgeschrikt door een politieauto die heel langzaam voorbij rijdt. Ze rijden verder. In Diever ga ik op een bankje zitten rusten. Mensen.... wat ben ik moe! Weer dezelfde politieauto en ditmaal word ik aangesproken. ,,Of het goed met me gaat?". Ja, prima, ik wil alleen even uitrusten. Mag dat? Ja, dat mag. Ik ga door mijn cd's en vind 'Catalogue' van Moloko. Het is een 'drukke' cd die ik nooit echt heb kunnen waarderen maar het is 'spannend' genoeg om me vanavond wakker te houden?

Vanuit Diever heb ik de wind in de rug en de korte rust heeft me enorm goed gedaan. Ik wil zo snel mogelijk naar huis en dus trap ik stevig door. Ook al is het her en der mistig of aardenacht, ik fiets alsof ik er iedere dag kom. Het gaat via Wapse naar Vledder. Aan de hand van een handwijzer en de liedjes die ik heb gehoord, schat ik in dat ik met 26 kilometer per uur van Diever naar Vledder ben gefietst. Het is nog altijd ruim vijftien kilometer tot Steenwijk, maar we zijn er bijna...? Vledder heeft een erg gekke oversteek in het centrum welke ik mis en dus blijf ik aan de rechterkant van de weg richting Frederiksoord. Ik heb besloten om straks in Steenwijk naar een snackbar te gaan waarvan ik de eigenaar goed ken. Hij zal me vast willen helpen met een bordje eten als ik dinsdag het geld kom brengen. Dat is al eens vaker het geval geweest. Ik zit op een klinkerweggetje voor huizen als ik begin te bedenken waar ik straks trek in zou hebben. Een halve haan wellicht?

Op dat moment voel ik iets gebeuren bij het voorwiel. Ik roep en wil wat doen, maar dan is het al te laat. Hetzelfde moment knal ik met mijn hoofd op de klinkers en denk ik: ,,Dat was het dan". Er is toch nog een klein beetje bewustzijn aanwezig. Ik begrijp ook dat de agenten uit Diever weer present zijn. ,,Heeft u gedronken?", is me gevraagd. Het schijnt dat ik 'ja' heb gezegd. Het flesje met de bloesemremedie is aan flarden en dat maakt dat de zak van het fleecejack naar pure rum ruikt. De dienstdoende arts in Meppel (waar ik met de ambulance naartoe wordt gebracht) kijkt in mijn geschiedenis en telt daarbij de geur van rum en mijn eigen antwoord tot een geval van 'teveel gezopen' zonder een bloedproef af te nemen.

Nee, ik ga niet zo triest eindigen. Ik moet al vrij snel concluderen dat ik dit bovenstaande helemaal heb verdiend! Natuurlijk is het onverstandig om zoveel te fietsen terwijl je geen cent op zak hebt en alleen een paar karige boterhammen in de rugzak. Natuurlijk mocht ik er niet vanuit gaan dat mijn lichaam zonder de alcohol opeens tot alles in staat zou zijn. Het stoppen met de drank is zonder meer het beste besluit dat ik in mijn leven heb genomen, het ongeluk met de hersenschudding heeft me weer met beide benen op de grond gezet en mede gemaakt tot wie ik nu ben. Dat ik meer moeite heb gekregen met de grammatica en dat ik pas sinds 2009 het kofschip moet gebruiken, is een gevolg van de aanvaring met de klinkers. Ik mag nog altijd van geluk spreken dat op dat moment een auto op de rijbaan het voorval zag gebeuren en meteen alarm heeft geslagen. Anders zou dit verhaal wellicht een andere wending hebben gekregen?

donderdag 19 september 2019

Tien jaar na 20092009 deel 1



,,Ojee, daar gaan we weer", zal W. gedacht hebben na het sms-verkeer van gisteren. De plannen voor zaterdag zijn weer iets concreter gemaakt en we hebben er beide veel zin in. Tenslotte merk ik op dat het een 'mini-verjaardag' is voor mij en leg uit wat er op 20 september 2009 is gebeurd. Ik wil beslist het eerste weekend van april aan de kust zijn, wat dan niet door gaat, en dan komt de datum al even ter sprake. Ja, natuurlijk weet ik dat deze datums alleen voor mij van belang zijn. Toch voelt '20092009' in vergelijking met het stoppen van de drank als een datum aan die ik nog heel lang wil vieren. April 2009 heeft veroorzaakt dat ik weer van het leven ben gaan houden, '20092009' zet me weer met beide benen op de grond. Of dat nodig is geweest? Blader even terug naar 9 augustus en kijk wat er aan eetbaars voorbij komt in 'Nog even (niet) alles op een rijtje'. Het blijft niet beperkt bij de vakantie alleen, verder vraag ik ook teveel van mijn lichaam zonder dat ik me zorgen maak over de juiste en gebalanceerde voeding. Mijn lichaam kan alles aan! Toch begint dit verhaal beduidend minder opgewekt in vergelijking met de voorgaande weken en maanden.

Begin september hebben we een forummeeting van het Steenen Tijdperk-forum in Amersfoort en daar heb ik nog altijd fijne herinneringen aan. Het gaat even later een beetje mis. Ik begin weer in mezelf te keren met alle twijfels die me al eerder in de weg hebben gezeten. De week voorafgaande aan '20092009' laat ik mijn neus niet veel zien buiten de deur. De afspraken met de voetreflexologie staan echter al wel gepland en dat betekent dat ik op 17 september 2009 's ochtends de volgende afspraak heb. Roelien is dan pas begonnen met bloesemremedie. Drankjes met honderd procent natuurlijke ingrediënten die 'iets' met de hersenen doen zonder dat het afbreuk doet aan het lichaam zoals bij reguliere medicijnen (waar ik al tien jaar niets meer van moet hebben buiten spierverslappers en een zeldzame paracetamol). Er is één reden waarom ik niet meteen aan de bloesems ga: Om de ingrediënten vers te houden, wordt het vermengd met rum. Het is een geluk dat ik nimmer rum heb gedronken (bij wijn, bier of whiskey was dat anders geweest) en bovendien drink je het niet. Het zijn kleine flesjes met een pipetje en je legt, als het ware, twee of drie druppels op je tong. We hebben nog onderzocht of het zonder inbegrip van alcohol kon maar helaas. Deze 18e september neem ik het eerste flesje mee en dat gaat het komende weekend nog een grote rol spelen!

,,Ga eens lekker wandelen in het bos", is het advies dat ik mee krijg. Ik kan meteen een bos in gedachten nemen waar ik benieuwd naar ben. Het is het bos op het landgoed van Rheebruggen. Na zo'n therapie moet ik altijd eerst even slapen om het te laten 'zakken' en ik voel me als herboren als ik uit mijn bed stap. Het is dan tegen de avond en ik heb zin om te fietsen. Lopen in een bos of een eindje fietsen? Hoewel ik weet dat de duister zal zijn ingevallen, wil ik beslist naar Rheebruggen. Ik passeer Uffelte deze avond langs de Ruiterweg en steek bij het café van Schenkel. Het is helemaal donker en niet aanlokkelijk om het onbekende bos in te lopen als ik Rheebruggen passeer. De tocht gaat verder naar de driesprong tussen Rheebruggen en Ansen. Op het fietsroutenetwerk-kaartje zie ik dat ik vlak bij het Dwingelderveld ben. Ik zal niet zeggen dat ik geheel onbekend ben in de omgeving maar voorbij Darp en Havelte ontbreekt de logica voor mij en is het één grote nieuwe wereld voor mij. ,,Als ik zo snel bij het Dwingelderveld kan komen, moest ik daar binnenkort eens naar toe", denk ik hardop. Ik ga door Ansen en een stuk langs de Anerdennen en buig dan af richting Ruinerwold. Hoewel het veel later aan voelt, is de supermarkt in Meppel nog open. Ik weet niet precies meer wat ik heb gehaald, maar wel dat het 'lekt' en ik de tas vol met het eten heb.

Ik heb sinds een paar weken een ongenode gast in huis waar ik flink mee in de maag zit: Een muis. Ik ben een softie. Iedere keer als ik met de pantoffel in de hand sta om het dier te verpletteren en ik die kraaloogjes zie, breekt mijn hart en is de muis gevlogen. Ik maak een val voor hem met een stukje brood op een vlot van een dekseltje in een bak water. Het werkt! Na een paar uur is de muis kopje onder gegaan en begin ik met het uitstellen van het opruimen. Als ik dat wil doen, zie ik tot mijn grote schrik dat de muis is vertrokken. Ik heb lokdoosjes gehaald maar daar trapt onze pientere vriend niet in. Ik offer een schoteltje op en leeg de roze korreltjes erop. Deze avond is hartverscheurend want nu lust de muis wél de korrels. Het beest krijst het uit en na vijf minuten is het stil.

De vrijdag is blanco. Ik kan me niets herinneren van deze dag. Dat begint pas weer op zaterdagmorgen 19 september. Ik zit met smart te wachten op mijn geld dat doorgaans op de 19e wordt uitbetaald. Valt het in een weekend dan mag je erop rekenen dat het vóór het weekend wordt gestort. Die avond is de 'Popronde' in Zwolle en ik heb bands op het programma gezien die een fietstochtje naar Zwolle en terug rechtvaardigen. Het geld wil echter maar niet komen. Dan kom ik Benny van De Buze tegen en, gelukkig, hij wil me een paar euro lenen zodat ik geen zorgen hoef te maken over directe boodschappen. Ik drink koffie op het terras van Het Pandje want daar kan ik nog wel een beetje op de pof. Dan raak ik in gesprek met de toenmalige buurman van 'De Gouden Kikker'. Hij heeft een partij platen binnen en ik ga vrijblijvend kijken. Al snel neus ik tussen vele honderden singles die van een verzamelaar afkomstig moeten zijn. Opeens hou ik deze van Shocking Blue in mijn handen. ,,Dat is een dure", hoor ik over mijn schouder. Ik maak een snelle berekening. In deze conditie is zelfs 200 euro acceptabel maar of ik dat ervoor geef? ,,Die is vijf euro", zegt de verkoper. Ik kom met hem overeen dat ik volgende week langs kom met geld en dan de eerste singles zal meenemen.

Dan ben ik weer thuis. Zwolle gaat hem niet worden en tóch wil ik iets doen met deze dag. Dan ontstaat het prachtige idee om naar de C1000 te gaan voor enkele leuke boodschapjes waaronder kleine slaatjes. Ik ga een thermoskan thee zetten en dan... ga ik straks 'picknicken' op het Dwingelderveld. Als ik thuis kom, zie ik dat mijn oudste broer heeft gebeld. Hij heeft nieuws! Hij is deze dag in het huwelijk getreden en dus feliciteer ik hem bij deze met het tienjarig huwelijk. Ik weet niet meer te herinneren hoe ik nu precies naar het Dwingelderveld ben gefietst. Wel via Rheebruggen maar of ik dóór Uffelte ben gegaan? Daar komen we morgen echter nog geregeld terug! Ik ga door het bos richting de schaapskooi in de Anserdennen en gebruik daar mijn alternatieve avondeten op een bankje bij een vennetje.

woensdag 18 september 2019

Het zilveren goud: augustus 1994 deel VII



De deathmetalband is al een tijdje niet ter sprake gekomen en wellicht dat ik het daar volgende maand over ga hebben. September 1994 is immers een keerpunt in het bestaan van de band. Vanavond ga ik het over een randverschijnsel hebben. Iets dat speelt in de week van de negen singles in 'Het zilveren goud'. Ons dorp is niet meteen een religieuze enclave hoewel de kerk wel een centrale plek in neemt in de gemeenschap. We hebben tot de 'samen op weg'-constructie zelfs keuze uit twee kerken: Hervormd en gereformeerd. Het dorp kent slechts één basisschool en deze heeft de christelijke identiteit. Als je jong bent in ons dorp en je wilt een beetje rebelleren, dan is het verzet tegen de kerk en het geloof een schot voor open doel. En een succesvol doelwit kan ik jullie verzekeren! Als de eerste schetsen voor een band worden gemaakt (en dat is ver voordat er instrumenten worden gekocht), is de stijl al duidelijk. Er is een gezamenlijke liefde voor de band Altar. Deze jongens komen vanuit de 'blble belt' op de Veluwe en hebben de 'oorlog' verklaard aan de kerk. Dat is gezien hun opvoeding wel enigszins te begrijpen maar voor Hommerts en omgeving een tikkeltje té extreem. Naar aanleiding van dit bericht heb ik weer eens nagedacht over de materie en moet ik een kwart eeuw later erkennen dat ik het nooit heb begrepen en eigenlijk nog steeds niet, zonder dat ik ook maar de minste interesse heb om in het satanisme te verdiepen. We gaan terug naar de zomer van 1994.

Metal is een verzamelnaam voor verschillende genres waarin de elektrische gitaar de hoofdrol heeft en de drums meer gecompliceerd zijn en een 'groove' vormen anders dan bij punk of rock'n'roll. De voorvoegsels hoeven niet beslist de nadruk te leggen op de muziek. Horrible Dying beschrijft haar stijl als deathmetal, maar... was het uiteindelijk wel deathmetal? Na jaren van bandjes recenseren en festivals bezoeken in De Buze kom ik tot de conclusie dat deathmetal niets meer is dan een beetje keten. In de tekst wordt de dood niet zo zeer verheerlijkt, maar wordt het rottingsproces op zeer onsmakelijke wijze beschreven. Wat dat betreft hangt het voor mij tegen de grindcore aan. Het is echter de black metal dat zich verzet tegen de kerk en het geloof in het algemeen. Toch is satanisme weer een hele andere tak van sport en meteen ook weer een brug te ver. Waarom zou je strijden tegen een evangelie en een kerk door zelf een kerk op te richten met een tegenstrijdig evangelie? Horrible Dying wordt, zo gezegd, meteen beïnvloed door 'opruiende' bands als Altar en Deicide (de band die schapen slacht op het podium). Er gaat geen dreiging van uit, het is gewoon zeer onsmakelijk en strijkt flink tegen de haren in van de lokale autoriteiten. Ik ben één van de voornaamste tekstschrijvers voor de band en, helaas, ik kan niet meer goed herinneren waar de teksten van de zanger over gingen. Mijn teksten herinner ik als nogal puberachtige godslastering en de wens om op een dolkomische wijze deze wereld te verlaten. Ik heb de teksten niet meer, tot zover ik weet, maar deze zullen nimmer een Nobelprijs ontvangen. Evenmin zal een satanische sekte inspiratie kunnen putten uit mijn schrijfsels.

Een paar weken eerder zijn we met een groep uit het dorp naar het Wâldrock-festival geweest. Ik ga vooral voor één van de 'headliners'. Ik heb in 1992 het optreden van shockrockers GWAR gezien in Het Bolwerk in Sneek en dit heeft een diepe indruk achtergelaten. De show maakt minder impact op een festival. Ook zie ik voor de tweede maal binnen een paar weken de band NoFX. Op de markt op het festivalterrein koop ik een klein omgedraaid kruisje dat aan een piercing kan worden gedragen. Ik berg het artikel goed op en wacht voor het juiste moment. Dat is de vrijdag van mijn allereerste Dicky Woodstock-festival. Ik ga 's ochtends met een excuus naar Sneek en laat bij een juwelier de oorring zetten mét het kruisje. De juwelier is daar op tegen en dat is niet vanwege het symbool. Hij vreest dat het oorlel zou kunnen gaan scheuren door het kruisje en dat ik de kans zou lopen dat het zou gaan zwellen. Ik sla het advies in de wind en het kruisje komt in het oor te hangen. Het is vier uren voordat ik op de Solex naar Steenwijk ga en in die tijd weet ik steeds mijn haar over mijn linkeroor te houden. Het valt niet op. Het komt pas uit op de zondagmiddag als ik terug kom van Woodstock en dan zijn de rapen gaar. Toch blijft het kruisje stug hangen tot dat het op 2 mei 1996 afbreekt. Hierover heb ik in 2016 nog geschreven (zie: 'Het broos' zilveren kruis' van 2 mei 2016). Het oorlel is nimmer uitgescheurd. Wel zit het kruisje na een avond feesten vaak vastgeplakt in mijn haar en moet ik voorzichtigheid toepassen om niet het oor of het kruisje te vernielen. Het kale ringetje is blijven zitten totdat ik begin 1998 voor mijn eerste Engelse sollicitatie ga. Het kruisje is in bijna twee jaar een soort van statement geworden dat ik gebruik naar de andere leden toe: Een kruis aan een ketting kun je afdoen, een t-shirt met een opruiende tekst kun je uittrekken, maar dit kruisje in mijn oor is een 'verbond' dat ik niet zomaar kan verwijderen. Ik heb in die tijd wel eens geprobeerd te lezen over satanisme maar het strandt steeds weer in een vroeg stadium. Ach vooruit, ik wil nergens bij horen, ik wil alleen maar rebelleren. En dat is me goed af gegaan in die jaren!

1950 If I Only Had Time-John Rowles (NL, MCA, 1968, re: 1980)
1951 Love Is Love-Barry Ryan (Duitsland, MGM, 1969)
1952 No Money For Roses-The Shoes (NL, Polydor, 1968)

Het lijkt een schril contrast maar toont toch de 'diversiteit' aan van ondergetekende. Naast opruiende teksten met een metalband en het permanent dragen van een omgedraaid kruis in de oren, blijf ik de vredelievende hippie die muzikaal nog altijd helemaal in de jaren zestig zit. Bovenstaande drie singles zijn een vervolg van de vlooienmarkt in Harlingen. John Rowles staat met 'Hush... Not A Word To Mary' in de kaartenbak want dat is de b-kant van deze heruitgave. De originele 'If I Only Had Time' heb ik net een paar weken eerder gekocht. Barry Ryan neemt me terug naar 1991 als ik nog volop bezig ben met de 'Arbeidsvitaminen' en cassettebandjes. Het is waar mijn liefde is begonnen voor 'underdogs' en daartoe mogen we deze opvolger en 'part two' van 'Eloise' ook zeker rekenen. Dit is echter niet dezelfde single die ik in 1994 heb gekocht, deze laatste heb ik een paar jaar geleden met Peter geruild. John Rowles heeft vandaag eindelijk een neutraal hoesje gekregen, dat zat nog altijd verpakt in het fotohoesje van 'Blackstar' van Georgie Davis. Snel verder met de volgende drie!

1953 My Special Prayer-Percy Sledge (NL, Atlantic, 1969, re: 1974)
1954 Love Is All Around-The Troggs (NL, Page One, 1967)
1955 Gebeurtenissen-Pierre Kartner (NL, Delta, 1966, re: 1971)

Je zou het in alle commotie vergeten maar ook Vader Abraham is ooit als protestzanger begonnen. 'Gebeurtenissen' is in 1966 de eerste single voor Pierre (dan nog zonder achternaam). Op de b-kant van deze heruitgave staat 'Een Deftige Buurt' dat ik eigenlijk iets beter vindt. De single wordt in 1971 opnieuw uitgegeven als Kartner met Wilma hoog in de hitlijsten staat. 'Gebeurtenissen' zal in 1973 nog eens in de Top 40 staan maar dat is een andere persing: Daar is het de b-kant van Kartner's nieuwste lied over de 'Autoloze Zondag'. Percy Sledge moet een kassakoopje zijn geweest want ik heb lange tijd een hekel aan de man en zijn twee grote hits. 'My Special Prayer' kan ik nog altijd niet uitstaan maar voor de rest heb ik het sinds een paar jaar ingehaald. The Troggs heeft oorspronkelijk geen hoesje en ik kan me niet herinneren waar ik dit exemplaar met de fraaie fotohoes vandaan heb gehaald.

1956 Veronica-Cornelis Vreeswijk (NL, Fontana, 1972)
1957 Baby I Need Your Loving-Blues Dimension (NL, Decca, 1968)
1958 Love Story-Alan Price Set (NL, Decca, 1968)

Vreeswijk heeft naar verluid al een lied over 'Veronica' op het repertoire staan als hij in 1972 de tekst aanpast ten behoeve van de zenderwisseling van het radiostation. Toch kan ik op 45cat niet zien of de single eerder is uitgebracht. Bovenstaande is uiteraard de reguliere versie over de vrouw met de naam Veronica. Het is de laatste van de vlooienmarkt in Harlingen. De vakantie is voorbij en ik ga weer aan het werk, maar... heb iets moois in het verschiet hoewel ik het nog niet bespreekbaar heb gemaakt met mijn ouders. Deze staan niet te juichen bij het idee, maar ik ben negentien en dus kunnen ze me niet tegenhouden. Volgende week méér over dat eerste Woodstock-festival. De laatste twee singles van vandaag komen van het antiquariaat in de Woldpromenade in Steenwijk dat jaren later nog altijd bestaat. Het heeft zich nu meer gericht op de materialen voor het ouderwetse boekbinden, als ik me niet vergis. In 1994 heeft het een bescheiden aanbod van singles en ik neem twee jaren zestig-singles mee. Blues Dimension heeft een fotohoesje dat echter gemakkelijk scheurt. Ik meen dat ik een paar jaar geleden nog eens de voorkant heb gezien, maar het zit alweer jaren in dit neutrale hoesje. In die hoedanigheid heeft het nog in de Blauwe Bak gestaan. Alan Price heeft daarentegen het fotohoesje nog altijd intact.

Week Spot: J.P. Robinson



Het begint allemaal op de eerste maandag van de vakantie in 2016. Ik ben aardig vroeg uit de veren maar het weer is niet aanlokkelijk genoeg voor een buitenactiviteit. Dan bedenk ik me dat ik wel weer eens een podcast zou kunnen maken. Gewoon voor eigen gebruik. Maar ja... doe ik hem dan in het Engels of het Nederlands? Of zal ik gewoon de Top 100 van het afgelopen jaar 'back-to-back' draaien? Beide plannen gaan al snel de prullenbak in. Een zomerse mix zoals ik die in 2014 heb gemaakt? Ook niet. Dan krijg ik het lumineuze idee om de Blauwe Bak-aanwinsten per twintig achter elkaar te zetten. Met de singles van december 2015 tot en met juli 2016 ben ik een hele dag zoet. In 2017 herhaal ik dit procedé maar dan heb ik beduidend minder singles gekocht. In 2018 begin ik al vroeg met de eerste 'mixen' en doe hetzelfde in 2019. Het levert niet alleen fraaie fiets- en wandelmuziek op maar tevens leer ik bepaalde nummers kennen en waarderen middels deze mixen. Een plaatje waarbij dit het geval is, is de plaat die deze week de Week Spot mag heten: 'Only Be True To Me' van J.P. Robinson uit 1968.

,,Alles wat met Carib-soul heeft te maken, danst rechtstreeks mijn hart binnen". Ik heb dit vaker gezegd, maar... wat is nu precies Carib-soul? Eigenlijk is het net zoiets als Northern Soul, de plaatsbepaling heeft niet zoveel te maken met de oorsprong van de muziek. Hoewel? Dat is ook niet helemaal waar want veel van de Suri-soul past echter naadloos in de Carib. Als we kijken naar de Amerikaanse favorieten dan zit je snel in de hoek van de Southern Soul. Het tempo ligt beduidend lager dan bij Northern Soul en het is muziek om gezellig op te schuifelen met je schoonmoeder. Het mag natuurlijk ook met je eigen vrouw maar om maar aan te geven dat het geen speciale danstalenten nodig heeft. Het meest opvallende instrument in de Carib-soul is een (elektrische) gitaar. Hoewel dat scheurijzer domineert in de popmuziek, wordt het in de soul meestal weggestopt onder een laag blazers of een compleet orkest. De gitaar mag het ritme mede bepalen maar de solo kan de gitarist steevast vergeten. In de Carib ligt de gitaar er wat meer bovenop en dat trekt al snel een link met de Southern Soul. Bestaat er wel zoiets als Southern Soul?

Het lijkt soms wel alsof het diepe zuiden van Amerika één grote muzikale familie is. In New York is het bijna ondenkbaar dat een bluesgitarist mee doet op een soul-plaat met een drummer uit de country, maar in het zuiden moet een nummer worden opgenomen met de muzikanten die op dat moment voor handen zijn. Zo kan het gebeuren dat bijvoorbeeld Dobie Gray of Bettye Swann opeens een country-sausje krijgen. Dan kan Lynyrd Skynyrd rekenen op een gospelkoortje en duikt ook de blues geregeld op in andere genres. Hierdoor mag de gitaar iets prominenter aanwezig zijn in de Southern Soul. Het ritme mag meer worden geplukt in plaats van weggestopt want gitaarsolo's zijn nog steeds wel een beetje 'not done'. Zo komen we na bijna drie alinea's aan bij onze Week Spot en dat is precies als gepland. Johnny Robinson is een zanger uit het diepe zuiden van Amerika die zijn geluk probeert in Florida. Hij komt daarbij in contact met Steve Alaimo en Clarence Reid (de latere Blowfly). Henry Stone heeft in 1963 het Alston-label opgezet en voor deze maatschappij maakt Robinson in 1968 zijn eerste single. Discogs vermeldt nog een single uit 1965 door Vick & John maar deze wordt nergens anders vermeld en laat ik verder buiten beschouwing. De volgende vijf jaar maakt Robinson zeven singles voor Alston, drie voor Atco en eentje voor Blue Candle.

Wat weten we verder van Johnny Robinson? Helemaal niets! Hij heeft geen grammetje succes gedurende zijn platenloopbaan en wordt pas decennia later 'ontdekt' als Henry Stone besluit om een cd uit te brengen met de Alston-opnames van J.P. Robinson. Opeens wordt Robinson vergeleken met mensen als Howard Tate. Zo'n typische mooie grote soul-stem uit het diepe zuiden van Amerika dat prachtig kleurt bij de arrangementen van de Alston-mensen in Florida. Mark biedt de single aan tegen een gereduceerde prijs vanwege de 'decoratie' op het label. In de Northern Soul en ook de reggae doen ze aan 'cover-ups' en wordt een label onleesbaar gemaakt. In de oorspronkelijke Suri-soul zijn ze eveneens creatief met de viltstift. 'Only Be True To Me' heeft zwarte vlakken gekregen op het label maar van een 'cover-up' is geen sprake. Het label, de titel en de artiest zijn nog altijd leesbaar en dat is juist alles dat men in de Northern Soul probeert te verbergen voor het oog. De rhythm & blues van Robinson klinkt hier lekker authentiek en zelfs een beetje gedateerd. De gitaar, de begeleiding en de enthousiaste dames op de achtergrond plus de magnifieke stem van Robinson zélf maken de plaat tot een feestje en dat feestje maak ik deze week met alle plezier de Week Spot!

dinsdag 17 september 2019

Blauwe Bak Veteranen deel 7



Ik wilde een paar maanden geleden al té snel met de 'Blauwe Bak Veteranen' en kondigde toen aan dat we 'Het zilveren goud' gingen 'inhalen'. Dat is vanavond pas het geval. Ik weet nog niet of ik vanavond met een Week Spot op de proppen kom. De 'Vakantiemixen' hebben verschillende kandidaten uit het afgelopen jaar naar voren geschoven, alleen moet ik nog een keuze maken en weet niet of dat vanavond nog iets wordt. Ik heb de foto voor de volgende aflevering van de 'Blauwe Bak Veteranen' al klaar liggen en dus trap ik daar vandaag mee af. Ik heb vandaag mijn vrije dag gehad en ook de rest van de week voelt aan als vakantie. Een collega van de sortering is met vakantie en een ander is met zwangerschapsverlof en is vorige week bevallen van een dochter. Het komt erop neer dat ik niet hoef te bezorgen en 's middags in de sortering moet zijn. Inclusief volgende week dinsdag. Ik ben zaterdag daarentegen vrij en ga dan naar Leiden. Ik ben vanmiddag even op de fiets geweest naar Havelte en heb de herfst kou begroet. Ik heb er eigenlijk wel weer zin aan! De korte broek mag in de kast en ik trek met alle liefde weer mijn heerlijke winterjas aan. Nu dan eerst een zestal singles uit de Blauwe Bak welke ik tussen juni en november 1994 heb gekocht. Eentje komen we zeer binnenkort opnieuw tegen op Soul-xotica.

37. Time-Edwin Starr (NL, Tamla Motown, 1970)
We beginnen bij een recente aflevering van 'Het zilveren goud'. Ik heb los van die rubriek geschreven dat ik in juni 1994 mijn akoestische gitaar heb gekocht. De volgende dag sta ik met mijn platenhandel op de vlooienmarkt in de Sneker Veemarkthal. Ik heb onder andere een partij van honderden klassieke elpees bij me en ik weiger deze zware doos mee terug te nemen naar Jutrijp. De liefhebber heeft een koopje voor vier gulden. Ik geef dan nog geen zier om klassieke muziek maar weet inmiddels wel welke labels het beste zijn. De partij van vier gulden bevat vooral dat werk. Geen goedkope Music For Pleasure- of Reader's Digest-dingen. Ik kan me voorts niet herinneren dat ik een 'serieuze' single heb gekocht maar wel dat ik met méér singles naar huis ga dan dat ik ben gekomen. Het is deze ene handelaar waar ik al sinds januari 1994 bij ieder bezoek een paar uit zoek. Dit keer pak ik het goed aan en neem alles mee wat me kan bekoren. Daar hoort ook deze van Edwin Starr bij, hoewel ik dan nog niet bekend ben met de titel. 'Time' blijkt later een aardig aanzien te hebben in de Northern Soul en vandaar dat de single sinds 2012 mag meedoen in de Blauwe Bak. Hij staat inmiddels wel in de reserve-Blauwe Bak samen met '25 Miles' en 'Stop Her On Sight' terwijl zijn latere Granite-werk in de koffers mag staan.

38. Love Don't Live Here Anymore-Rose Royce (NL, Warner Bros., 1978)
We staan aan de kant van de straat. Er naderen drie voertuigen van links. De eerste bevat negen singles uit Harlingen en de tweede de Solextocht naar Gorredijk. Na de derde kunnen we oversteken hoewel ik eerst even op de eerste van rechts moet wachten. Dan is er genoeg tijd om over te steken voor de tweede van rechts. Zo ziet de inhaalmanoeuvre er uit. Twee afleveringen van 'Het zilveren goud' geleden zijn we in Workum als ik bezoek krijg aan mijn kraam. Over twee weken treffen we de volgende single aan in 'Het zilveren goud'. Rose Royce slaapt echter lange tijd vredig in mijn algemene jaren zeventig-bak. In 2007 luister ik vaak naar een podcast op MySpace welke is gemaakt door een jonge Engelse dj. Hij laat me dan opnieuw kennis maken met de schoonheid van dit nummer van Rose Royce. 'Love Don't Live Here Anymore' heeft vast in de eerste editie van de Blauwe Bak gestaan maar is intussen ook alweer een paar keer 'thuis' geweest in de jaren zeventig-bak. Het is sinds 2014 dat ik de single weer een plek gun in de reserve-Blauwe Bak naast een nodige 'upgrade' van 'Wishing On A Star'.

39. Mr. Big Stuff-Jean Knight (UK, Stax, 1971)
In de volgende aflevering van 'Het zilveren goud' ga ik het hebben over een sieraad. De week erna ga ik vast even terug kijken op mijn allereerste Dicky Woodstock. Ik heb op zaterdagmorgen van Woodstock een boodschapje in Steenwijk. Iets met de fotocamera. Ik geloof dat ik onlangs heb geschreven dat het om een batterij ging, maar nee... het is een nieuw fotorolletje. Schuin tegenover de fotowinkel zit een antiquariaat (en dat is een kwart eeuw later nog altijd het geval) en daar koop ik eerst twee singles. Daarna word ik min of meer 'gestuurd' naar 'De Gouden Kikker' waar ik me laaf aan een zeer fraaie collectie singles. Jean Knight is een relikwie uit deze verzameling. De dienstdoende dj heeft de klok horen luiden en heeft gepoogd 'northern soul' op het label te schrijven. We moeten het doen met 'norder soul'. Natuurlijk heeft de plaat nooit een rol gespeeld in de Northern Soul. Stax-materiaal is daar sowieso niet populair en Jean Knight is in 1975 een grote hit geweest. Toch staat deze specifieke single al vanaf het begin en onafgebroken in de Blauwe Bak omdat ik er iedere keer weer goede luim van krijg.

40. What About Me-Honey & The Bees (US, Josie, 1971)
Hoewel cd's net als elpees niet mee doen in de collectie ben ik in 1994 nog niet altijd gebonden aan ECI. Omdat niemand zit te wachten op het Kroonboek waarvoor je ook nog eens dertig gulden moet betalen, zit er niets anders op dan naar de winkel in Leeuwarden te gaan en een cd uit te zoeken. Op deze bewuste vrijdagmiddag ga ik op de Solex nar de hoofdstad en ga eerst langs bij een winkeltje waarvan ik een advertentie heb gelezen. Het heeft honderden singles in de aanbieding en ik koop een flinke partij. De komende drie singles (plus eentje in de volgende aflevering) zijn allemaal van deze winkel. 'What About Me' is de b-kant van de hitmedley 'It's Gonna Take A Miracle' welke verre van interessant is. Al gauw switch ik over naar 'What About Me' en het duurt tot 2013 eer de plaat in de Blauwe Bak komt. Dat is dankzij 'Gonna Be A Big Thing' van The Yum Yums, dat feitelijk een vroege uitdossing van Honey & The Bees blijkt te zijn. Het is de enige single uit dit zestal dat nog altijd in de koffers staat. 'What About Me' is het soort crossover-soul dat de afgelopen jaren in schoonheid is gegroeid in mijn oren en mag daarom daar niet ontbreken.

41. Take It Off-Groundhog (Belgie, JAD, 1969)
Zonder het internet is dit jaren lang een mysterie voor mij. Is het eigenlijk een plaat van de Engelse bluesrockers The Groundhogs? Als ik eens het 'Platenblad' koop met daarin een special over The Groundhogs mis ik de titel in het repertoire. Pas jaren later ontdek ik dat Groundhog eigenlijk Joe 'Groundhog' Richardson heet en dat niemand minder dan Don Covay de producent is van dit eigenzinnige nummer. Het label is tot vanavond een mysterie. Het zwart-witte JAD-label vermeldt geen land van oorsprong behalve dat JAD een merk is van Fonior S.A. Dat 'S.A.' associeer ik tijden met Spanje hoewel ik eigenlijk ook wel weet dat Fonior iets met het Belgische Ronnex van doen heeft. Het blijkt nu dus een Belgische persing te zijn. De plaat zélf is ook in de funk een 'exoot' en heeft eigenlijk weinig te zoeken in de Blauwe Bak. Toch staat die daar al vanaf 2007 en ik laat hem met rust in de reserve-Blauwe Bak.

42. Explosion In Your Soul-The Soul Survivors (US, Crimson, 1967)
Ik heb net met stijgende verbazing geluisterd naar een video van de b-kant van deze single. Is dat dan nog de enige reden om hem in de Blauwe Bak te hebben? Wat een wereldnummer! Nu we het over The Soul Survivors hebben, ik heb 'Mama Soul' in die tijd ook gekocht maar ben al sinds 2012 op zoek naar de plaat. De halve hoes heb ik nog wel liggen maar het vinyl lijkt spoorloos verdwenen. Dat is eentje voor een zoeklijst! De oorspronkelijke 'Explosion' zal de Kliko zijn in gegaan want ik heb in 2015 een aantal 'dubbele' exemplaren gekocht in Zwolle. Eentje daarvan staat nu in de reserve-Blauwe Bak. Om nog even terug te komen op Leeuwarden van deze vrijdag in 1994. Het valt me tegen de avond op dat het erg snel donker wordt. Bij de ECI koop ik een 'greatest hits' van Aerosmith (dat dan in de hitparade staat met 'Dream On') en zie even buiten Leeuwarden dat de plotselinge duister een andere reden heeft. Die middag is brand uitgebroken bij een fabriek of groothandel in vloerbedekking en dit legt een donkere wolk boven Leeuwarden.

maandag 16 september 2019

Dodenrit: Bob Bouber en Ric Ocasek



Het begin van de 'Dodenrit' valt samen met het overlijden van David Bowie en, een paar weken ervoor, Lemmy van Motorhead. In 2016 ontstaat even een 'hype' rond berichtgevingen van iedereen die ooit in een grijs verleden muzikaal actief is geweest. Deze wind is gelukkig iets gaan liggen en nu hoeft het grote publiek alleen wakker te schrikken van artiesten die er echt toe doen of ertoe gedaan hebben. De 'Dodenrit' is al een hele tijd niet meer aanwezig geweest op Soul-xotica. Meestal buig ik het om tot 'Een leven met...' maar het is kort na afloop van 'The Vinyl Countdown' dat ik opeens dubbel inspiratie heb gekregen voor een voortzetting van de 'Dodenrit'. Vandaag betreur ik het overlijden van twee opvallende zangers van minstens zo opvallende bands. Afgelopen weekend is bekend geworden dat Bob Bouber (ZZ van De Maskers) op 25 augustus is overleden en in de vroege uren van deze maandag komt Ric Ocasek daarbij. Vanavond ga ik beide mannen in de schijnwerpers zetten en we beginnen bij Bob Bouber.

Boris Blom. Dat is de echte naam van Bob. Hij wordt geboren op 6 september 1935 in Amsterdam. Hij is de kleinzoon van het toneelechtpaar Herman en Aaf Bouber en zijn ambities liggen aanvankelijk dan ook bij het toneel. Hij richt in 1958 de Cabaretschool op dat in 1960 onderdeel wordt van de Akademie Voor Kleinkunst. Bouber is tot 1963 directeur van de stichting en heeft dan interesse gekregen voor de popmuziek. Hij komt in contact met een instrumentale gitaargroep genaamd De Maskers en Bob neemt het pseudoniem ZZ aan. De groep heeft eerst een paar instrumentale singles die reeds als ZZ & De Maskers worden uitgebracht maar het vestigt pas een naam als de groep op televisie komt met 'Dracula'. Om een vreemde reden komt het nummer echter niet voor in de Nederlandse hitlijsten uit die tijd en dat zal pas gebeuren als Veronica op 2 januari start met de Top 40. 'Ik Heb Genoeg Van Jou' is wederom een liedje van de hand van Bob Bouber en dat schopt het tot een twintigste plek in de Top 40. Een paar weken later verschijnt 'K Bedoel 'T Altijd Goed', een prachtige vertaling van 'Don't Let Me Be Misunderstood' dat dan in de hitlijsten staat dankzij The Animals. De Maskers gaan al vrij snel verder zonder Bob en zullen nog hits scoren met covers als 'Cadillac' en bovendien zullen ze Chubby Checker vergezellen op een aantal singles in 1965. In 1966 gaat De Maskers de kant op van de pop-art en daarmee verdwijnt de invloed van Bouber. Deze heeft zich intussen nog wel bezig gehouden met een andere zéér opvallende band: Het.

Bouber schrijft de klassieker 'Ik Heb Geen Zin Om Op Te Staan' alsook andere liedjes voor de groep Het. Het levert twee Top 40-hits op voor de groep en een rijtje Nederlandstalige beatklassiekers. Waar protestzangers als Boudewijn De Groot proberen om beeldend te zingen, daar hebben de teksten van Bouber de rauwheid van het dagelijkse leven. Het past goed bij de vreemde soort van rhythm & blues van de groep. Eind jaren zestig heeft Bouber nog een paar cult-hits waaronder 'Ik Wil Me Donaldukkie Terug' en zal zich daarna weer meer gaan toeleggen op acteren en regisseren van toneel. Dan krijgt de Amerikaanse hitparade in 1976 bezoek van het country-lied 'No Charge' en het zal vast aan Gerard De Vries zijn te danken dat het naar Nederland komt. Bob staat nog eenmaal in de top tien met de vertaling 'Voor Niets'. Of het bewust is gebeurd, zullen we nooit weten. Het is Masker Jan De Hont die afgelopen weekend pas bekend heeft gemaakt dat Bob op 25 augustus van ons heen is gegaan. Hij is 83 jaar geworden.

Bij Bouber is het verleidelijk om 84 als leeftijd aan te duiden, maar hij heeft zijn 84e verjaardag net niet gehaald. Bij Ocasek ligt het nog ingewikkelder. Van hem is namelijk niet bekend of hij 70 of 75 jaar oud is. Wikipedia vermeldt een geboortedatum in 1944 en het is vrij aannemelijk dat dit de werkelijke datum is. De vijf jaar verschil kan wel eens in het begin van de carrière van The Cats zijn geopperd om niet te willen toegeven aan het feit dat het 'tieneridool' Ocasek de veertig is gepasseerd. Er zal geen reden zijn om hem opeens vijf jaar ouder te maken? Dan is het 23 maart 1944 en Ocasek wordt geboren in Baltimore in de staat Maryland. Hij groeit echter op in Cleveland, Ohio en daar ontmoet hij Benjamin Orzechowky. De mannen worden vrienden voor de volgende twintig jaar hoewel de vriendschap abrupt wordt verstoord door het uiteenvallen van The Cars. Benjamin, beter bekend als Ben Orr, speelt dan bij een groep genaamd The Grasshoppers en Ocasek vormt in 1968 de band ID Nirvana met hem. In de vroege jaren zeventig trekken de mannen naar Boston in Massachusetts en formeren een folkrockband naar het voorbeeld van Crosby, Stills, Nash & Young. Milkwood krijgt een contract bij Paramount en maakt in 1973 een album. Het volgende avontuur meldt zich in 1975 aan in de vorm van Richard & The Rabbits. Tijdens de Milkwood-periode heeft Greg Hawkes zich reeds aangesloten bij Ocasek en Orr en langzamerhand werken de mannen toe naar het jaar 1978. Dat is het jaar dat de muziekwereld kennis maakt met The Cars.

Europa maakt kennis met de groep dankzij de opvallende singles 'Just What I Needed' en 'My Best Friend's Girl'. De laatste verschijnt als een picture disc-single in Engeland en is daarmee de eerste single op dat formaat dat in de handel komt. De punk grijpt woest om zich heen in de late jaren zeventig en in de vroege jaren tachtig meldt de new wave zich aan, maar The Cars houdt stand tussen al het geweld en heeft verdere hits met onder andere 'Shake It Up'. Het duurt evenwel tot 'Live Aid' eer de complete wereld zwicht voor The Cars middels de ballade 'Drive'. Arthur Baker wordt ingeschakeld voor de remix van 'Hello Again' terwijl de controversiële videoclip wordt geregisseerd door Andy Warhol. The Cars bevindt zich opeens in een situatie van superster en dat kan de groep maar moeilijk een vervolg geven. In 1988 valt de band uiteen en met een ruzie tussen Ocasek en Orr tot gevolg. De onenigheid zal nooit worden bijgelegd omdat Orr op 4 oktober 2000 komt te overlijden. Ocasek zal later een nummer aan hem opdragen.

Ocasek maakt vanaf 1982 een aantal solo-albums en zijn tijd bij The Cars zal hem vooral leren om te produceren. Dit doet hij jaren later voor een lange stoet bands en artiesten. Ik geloof dat ik in 2000 voor het eerst verneem van Ocasek als producent dankzij de actuele cd van Nada Surf. Hij maakt zeven solo-albums waarvan 'Nesterday' uit 2005 de meest recente is. In 2011 maakt hij een album met de resterende Cars: 'Move Like This'. Ocasek is driemaal getrouwd in zijn leven en zijn laatste huwelijk is met Paulina Porizkova. Zij is pas achttien jaar als ze een rol speelt in de videoclip van 'Drive' en Ocasek is met haar getrouwd van 1989 tot en met 2018. Het Porizkova die gisteren (15 september) het lichaam heeft gevonden van Ocasek. Hij heeft dan al enige tijd gezondheidsklachten en de schouwarts verklaart het als een natuurlijke dood.