donderdag 31 oktober 2019

Eindstreep: oktober 2019



Over een maand kan ik me schrap zetten voor de samenstelling van de Blauwe Bak Top 100. Het is een jaarlijks terugkerend cliché en ook dit jaar gaat die andermaal op: Het wordt een hele bevalling omdt de Blauwe Bak het afgelopen jaar fors is uitgebreid. Dat is echter een zorg van later, eerst mag ik me buigen over de singles die me deze maand zijn bereikt. Het is een bescheiden aantal maar niet minder interessant en uiteindelijk heb ik elf singles voor de top tien. De nummer 1 staat echter al twee weken vast. De bovenstaande foto heb ik genomen op de middag van aankoop. Het is licht genoeg in de woonkamer en dus mag het even 'zitten' op de stoel aan de eettafel. Het vroeg vervolgens wat op het menu stond maar kon mijn antwoord niet waarderen: Blikvoer. Hierbij de 'Eindstreep' van deze voorbije maand.

Ik tel vierentwintig singles in oktober 2019. Daarvan zijn er zeven dubbel en mogen drie in de Blauwe Bak. Rockaway Boulevard heeft een plekje in de koffer gekregen, The Four Tops en The O'Jays staan bij de overige singles van de groepen in de reserve-Blauwe Bak. De top tien ziet er als volgt uit.

1. Cat Food-King Crimson

2. A Little Bit Further Away-Kokomo

3. You Keep Running Away-The Four Tops

4. Not Dead Yet-Bad Examples

5. Love Experience-Rockaway Boulevard

6. Ball Park Incident-Wizzard

7. Livin' For The Weekend-The O'Jays

8. Allentown Jail-Karen Young

9. Someone Belonging To Someone-Bee Gees

10. Hiroshima-Wishful Thinking

woensdag 30 oktober 2019

Het zilveren goud: oktober 1994 deel II



Ik ben vandaag opnieuw in de lappenmand geweest en vrees dat het morgen niet anders zal zijn. Het maakt dat ik op dit moment ook wat lusteloos begin aan de laatste aflevering van 'Het zilveren goud' van oktober. Er weigert nog een andere herinnering uit die tijd naar boven te komen en dus denk ik dat deze keer kort maar krachtig gaat zijn. Volgende maand blijven we gewoon terug komen op de woensdag. Het zijn totaal vierendertig singles en dat geeft twee afleveringen van negen en twee van acht. Als je 34 door 8 deelt, blijft er bijna niets over en zoveel herinneringen hebben november 1994 ook weer niet in petto voor mij. De singles van vandaag zijn afkomstig van de vlooienmarkt in de Veemarkthal in Sneek en laten andermaal zien waarmee de verzameling ooit is begonnen: De roemruchte jaren zestig en met name de hits uit deze periode. Vandaag de laatste negen van oktober 1994.

Mijn favoriete groep is The Moody Blues dat haar oorsprong heeft in de jaren zestig maar dwars door alle decennia heen actief blijft. Ook heb ik in het begin een voorliefde voor The Bee Gees en Creedence Clearwater Revival hoewel de verzamelhobby van Gilbert O'Sullivan en The Sweet weer met het volgende decennium heeft te maken. De jaren 1989 en 1990 zijn de jaren waarin mensen die in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig platen hebben gekocht hun verzameling mee geven aan een rommelmarkt omdat ze zelf de waarde er niet van in zien. Voor een beginnende verzamelaar met vijf gulden zakgeld is dit al het walhalla. Ik denk dat ik inmiddels dertigduizend singles had gehad als ik in 1989 een volledig salaris had gehad? Hoewel de vroege jaren zeventig meteen al mee doen in de verzameling blijf ik mezelf nog lange tijd voorstellen als verzamelaar van 'sixties'. Tegenwoordig wordt het steeds meer een unieke gelegenheid om jaren zestig-singles tegen te komen bij een kringloopwinkel en ontketent 'Eloise' en 'Love Is Love' van Barry Ryan hetzelfde enthousiasme als twintig jaar geleden. Terwijl ik beide singles eigenlijk niet meer hoef te kopen. De waardevolle jaren zestig-singles hebben inmiddels de gang gevonden naar verzamelaars en gespecialiseerde handel en toch kan je anno 2019 nog steeds een puntgave 'Cat Food' van King Crimson voor een euro vinden bij de kringloop. In 1994 is er al meer 'gespecialiseerde handel' op de vlooienmarkt en de meeste jaren zestig-singles kosten meer dan een gulden. Ramsey Lewis is bijvoorbeeld drie gulden geweest en The Monkees heeft zelfs een prijssticker van zeven en een halve gulden op het hoesje. Ik zit in oktober 1994 rond het minimum maar betaal een schijntje aan kostgeld en heb bovendien nog het recensiewerk voor de krant. Het maakt dat ik tegenwoordig met twee tientjes naar de vlooienmarkt kan gaan in plaats van de zeven gulden van een paar jaar geleden. Dan is er opeens ook meer mogelijk...

2004 The "In"Crowd-The Ramsey Lewis Trio (NL, Chess International, 1965)
2005 Last Train To Clarksville-The Monkees (Duitsland, RCA Victor, 1966)
2006 How Do You Do It-Rob De Nijs (NL, Decca, 1963)

Alle drie de singles zijn precies zoals ik ze in 1994 heb gevonden. The Monkees met aanvullende sellotape langs de kanten dat na vijfentwintig jaar begint uit te drogen. De sticker verraadt dat ik deze bij Henk heb gekocht, de zwager van Klaas, bij wie ik in de vroege jaren negentig regelmatig op bezoek ga. (Degene die vanavond voor het eerst langs komt, zal de namen niet kennen. Vaste volgers van Soul-xotica zouden een idee moeten hebben?). Rob De Nijs doet een aardige cover van Gerry & The Pacemakers hoewel zijn Engels een beetje onbeholpen blijft.

2007 Blowin' In The Wind-Peter, Paul & Mary (UK, Warner Bros., 1963)
2008 Suspicion-Elvis Presley (US, RCA Gold Standard, 1962, re: 1964/8?)
2009 He'll Have To Go-Jim Reeves (Duitsland, RCA Victor, 1960)

Er staan heel veel jaartallen bij de plaat van Elvis. Oorspronkelijk is het in 1962 uitgebracht en de Gold Standard is voor het eerst uitgebracht in 1964. Mijn persing lijkt echter nog twintig jaar jonger door het gebruik van vinyl en lichtere labels. Peter, Paul & Mary had ik in mijn systeem staan als een Nederlandse persing maar leer vanavond dat dit onjuist is. De plaat heeft overigens wel een Nederlandse release gehad en zelfs nog met fotohoes. Jim Reeves toont een Duitse trend aan in de jaren zestig. Een 'algemene' fotohoes voor een bepaald genre zoals hillbilly en country & western in dit geval. De cowboy op de prairie die naar voorbij rennende paarden zit te kijken, wordt voor verschillende singles gebruikt. Op de keerzijde vervolgens een catalogus van hillbilly-muziek op het RCA-label. RCA zal het later nóg algemener maken met de groep jongeren want deze hoesjes worden echt voor van alles en nog wat gebruikt.

2010 Can't Buy Me Love-Rita Reys (NL, Philips, 1964)
2011 I'll Meet You At Midnight-Smokie (NL, RAK, 1976)
2012 Number One-The Tremeloes (NL, CBS, 1969)

Ik meen jaren lang dat ik The Tremeloes in januari 1994 moet hebben gekocht. Als dat het geval zou zijn geweest, had de plaat zeker in de bestaande kaartenbak moeten staan. Omdat het behelpen blijft met de herinnering aan 1994 plaats ik de single dan in deze aflevering. Dat geldt overigens ook voor Rita Reys. Alleen van Smokie weet ik zeker dat ik die tegelijk met de voorgaande singles heb gekocht. Albert heeft me onlangs nog een 'upgrade' bezorgd van dit plaatje.

dinsdag 29 oktober 2019

Week Spot: Johnny Davis



De Week Spot en haar voorloper is nu al ruim 7,5 jaar een 'ding'. In eerste instantie alleen op Facebook en niet noodzakelijk een plaat die ik reeds in de koffers heb. In m2i 2012 gaat het deel uitmaken van de Soul-x-rated, mijn wekelijkse podcast. Kort daarna begin ik ook met het schrijven over de 'Tune Of The Week'. In oktober 2012 verandert de naam naar Week Spot en een maand later begin ik bij Wolfman Radio. Omdat de Week Spot het leukst lijkt op papier, hou ik het daar tot mei 2013 bij de 'Tune of the week'. Voor Soul-xotica is het op een bepaald moment van belang of ik iets zinnigs kan schrijven over de betreffende Week Spot en dat is iets waar ik de laatste tijd steeds vaker op vast loop. Zo ook deze week. De informatie over bijvoorbeeld James Phelps is té beperkt voor een bericht en bovendien ga ik het archief van Sir Shambling door op zoek naar een mogelijke Week Spot. Uiteindelijk kies ik voor een plaat waarvan het label al eens eerder aan bod is geweest in de Week Spot. Ik heb toen het indrukwekkende verhaal van Arrow Brown en zijn Bandit-label aan het papier toe vertrouwd. Over Johnny Davis valt niet zoveel aan te vullen en toch kies ik deze week een Week Spot op grond van de muziek: 'The Love I See Now' van Johnny Davis uit 1971.

Het komt overigens ook niet helemaal ongelegen want ik zit momenteel in de lappenmand. Ik ben al niet echt fit als ik maandagmiddag naar het werk fiets. Ik weet dat ik de jas zondagmiddag open heb gehad naar Havelte toe, maar het wil me niet aan dat ik dit hieraan heb te danken. Zaterdagmiddag moet het ook verraderlijk zijn geweest. Ik begin vanavond vooral te proesten en heb op dit moment ook last van zweetbuien. Ik hoop dat ik het zo snel mogelijk kwijt ben! Voor het verhaal over het Bandit-label verwijs ik jullie graag naar het bericht van 29 juli 2015 over The Majestic Arrows. Een verhaal dat zich laat lezen als een surrealistisch filmscript. Arrow Brown, de zelf gecreëerde gangster die té 'eerlijk' is voor de gewapende misdaad en zo zijn eigen manier heeft van inkomsten vergaren. Hij zet een groot aantal vrouwen, meest dakloos en sommige minderjarig, 'vast' in zijn kantoor en hij leeft van hun kinderbijslag en andere uitkeringen. Arrow is daarentegen ook een groot liefhebber van muziek en dat resulteert in het Bandit-label. Voor de begrippen van de 'crossover-sweet soul' is 'The Magic Of Your Love' van The Majestic Arrows één van de meest ultieme voorbeelden. Een plaat die grenst aan perfectie. Datzelfde komt ook naar voren op deze single van Davis. Her orkest-arrangement is eentje waar Motown jaloers op zou zijn.

Brown is in Chicago echter het mikpunt van de spot. Bij de echte gangsters en playboys valt hij in het niets en menigeen vraagt zich vooral af waar hij het allemaal van doet. Hij zet de dames onder druk zodat die tien jaar lang niet durven een stap buiten het huis te zetten. Als de eerste de benen heeft genomen, volgt de rest op een afstandje en halverwege de jaren tachtig is Brown een berooide en eenzame man. Na zijn overlijden wordt de inhoud van zijn woning zo op straat gekwakt, inclusief masters en platen op het Bandit-label. Zo worden nog een paar door nieuwsgierigen meegenomen. Verder duikt geregeld een doosje 'new old stock' op bij de platenmagazijnen in Chicago hoewel de meeste singles een zwaar leven hebben gehad. Dat geldt ook wel een beetje voor mijn Johnny Davis maar daarom mag het nog altijd Week Spot zijn. Bij mijn volgende bestelling bij Mark zit nog een andere single van The Majestic Arrows en bovendien blijf ik rond kijken voor andere platen op het Bandit-label.

maandag 28 oktober 2019

Blauwe Bak Veteranen deel 12



Als dit maar goed gaat? Ik ben vanmiddag al niet echt fit als ik aan het werk ga en de terugweg is bijna griezelig. Toen heb ik eerst thuis de kachel flink open gezet en ben voor twee uren onder het dekbed gekropen. Of het heeft geholpen? Mijn keel voelt niet lekker aan en ook mijn pols 'zeurt' een beetje. We zitten op het randje maar ik wil er kost wat kost niet overheen. Vanaf morgen meer zorg besteden aan het aankleden. Ik denk dat ik zaterdagmiddag en gistermiddag wellicht iets aan de optimistische kant ben geweest met de rits van de jas te ver open. De foto voor deze aflevering van de 'Blauwe Bak Veteranen' heb ik vanmiddag voor het werk al genomen en dus heb ik het vanavond eenvoudig. In dit twaalfde deel begin ik in De Bilt, de periode waarover ik gisteren heb geschreven. We eindigen vervolgens drie jaar later als het Emmaus-idealisme is weggeëbd en ik pas in mijn eerste eigen huurwoning ben komen wonen.

67. Dance To The Music-Sly & The Family Stone (NL, Epic, 1968)
De avonturen van om en nabij de kerst van 1999 zullen ongetwijfeld nog eens volgen op deze praatpaal. Ik woon dan reeds twee maanden in De Bilt en begin de singles in het pand te ontdekken. De winkel werkt voornamelijk met etalageverkoop. De etalage heeft steevast een thema of een bepaald soort artikel. Belangstellenden kunnen gedurende de week hun keuze maken. Woensdagmiddag worden buiten de winkel lootjes uitgedeeld aan de belangstellenden en ieder kan maximaal drie producten uit de etalage kopen. Zoiets is ook nog eens de bedoeling met de 'dure' platen en dus staan die in het magazijn. Meer dan in Mossley komen hier ook regelmatig interessante platen binnen. Ik heb nog altijd spijt dat ik de originele 'Sounds Like The Flirtations' voor een tientje heb verkocht maar bewaak nog altijd 'The Artistry Of Brenda Holloway'. Tussen de singles in het magazijn zit ook deze 'Dance To The Music' van Sly & The Family Stone, compleet met Nederlands fotohoesje. Dat is echter al twee stukken geworden en nog eens twintig jaar later ben ik ook het laatste stuk kwijt. Ik heb 'Dance To The Music' in 2014 nog eens in de Engelse Direction-uitdossing gekocht maar dat is een hele andere mix. 'Dance To The Music' staat met nog een aantal Sly-titels al jaren in de reserve-Blauwe Bak.

68. I'm On My Way-Richie Havens (US< Douglas, 1968)
Het is, relatief gezien, maar een klein stukje van De Bilt naar het centrum van Utrecht. Ik loop het ook geregeld en soms ook nog met een flinke slok op of wat gerookt groenvoer. De vele platenzaakjes vermijd ik de eerste paar maanden in De Bilt. Het is bovendien zo dat ik in die tijd veel cd's koop. Ik heb immers het voornemen om door te reizen naar Polen en opeens heb ik een wens om bepaalde essentiële albums op meer compacte schijfjes te hebben. Het is pas in de laatste maanden dat ik een paar maal goed los ga in Utrecht en Richie Havens herinnert daaraan. Richie Havens mag dan zwart zijn maar verder telt hij helemaal als een folkzanger. Hij is niet meer 'soul' dan bijvoorbeeld Cat Stevens. Helemaal niet dus... Hoewel? In 1968 verschijnt 'It Hurts Me' met dit 'I'm On My Way' op de keerzijde. Een gospel welke al is door gedrongen tot de 'seculiere' muziek en ik vind het opzwepend genoeg voor de gospel-koffer.

69. Good Company-Cameo (NL, Papillon, 1976)
'Places'. Zo heet de lofzang die ik op een zondagmorgen schrijf als ik in De Bilt woon. Ik memoreer de plaatsen waar ik heb gewoond: Jutrijp, ADM, Sneek, York, Mossley en De Bilt. Het heeft geen fijn slot want ik wil ontzettend graag weg uit De Bilt. In juni 2000 vertrek ik naar de volgende halte: Tuk. Daar woon ik nog maar een maand als ik op het Steenwijkerdiep een winkeltje ontdek met hele leuke platen. Ik koop daar een aantal vrij zeldzame elpees uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig en neem als kassakoopje de singles mee. Dat bevat ook 'Find My Way' van Cameo. Ik weet niet precies hoe ik erbij ben gekomen, maar tijdens de 'Big One' van 2014 besluit ik de b-kant van 'Find My Way' op te dragen aan de gezellige mensen in de chatroom. De rest is geschiedenis. 'Good Company' is Week Spot geweest en staat inmiddels al tijden in de reserve-Blauwe Bak. Met de komst van een derde koffer maakt hij vast een comeback!

70. I Can't Get Next To You-The Temptations (NL, Tamla Motown, 1969)
Ik begin bij Cameo over 'Places' omdat deze aflevering van de 'Blauwe Bak Veteranen' ook mijn spoor volgt. Per 1 april 2002 heeft Harrie, bij wie ik sinds 2000 in de kost zit, de huur opgezegd en ga ik naar een volgend kostgangersadres toe. Dat is bij een toenmalige vriend in Steenwijk. Tuk is een succes omdat ik naar de douche, wc, keuken en naar buiten kan zonder dat ik in de woonkamer van Harrie hoef te komen. Bovendien is mijn slaapkamer dermate ruim dat ik daar eenvoudig kan 'leven'. Bij Jan is het huis gewoon minder geschikt. Ik moet bij alles van het voorgenoemde steeds door de huiskamer van Jan, behalve als ik via de voordeur naar buiten ga. In mei 2002 is het nog wel koek en ei tussen mij en Jan maar dat gaat spoedig barsten. In die tijd koop ik The Temptations bij de plaatselijke kringloopwinkel. Het zit met de andere titels van The Temptations in de reserve-Blauwe Bak. Alleen 'Papa Was A Rolling Stone' is verhuisd naar de jaren zeventig vanwege een kras en eigenlijk kan ik wel zonder deze stoplap leven.

71. I Feel Love Comin' On-Felice Taylor (NL, President, 1967)
In januari 2003 krijg ik de sleutels van de Rembrandtstraat in Steenwijk en ga ik de eerste weken vooral genieten van het interieur. Ik ga meteen de eerste dag over mijn enkel en doordat ik niet adequaat ben met het herstel, loop ik uiteindelijk ruim een maand met een mank been. Op het laatst mag ik met de krukken lopen en dan heeft De Meenthe in Steenwijk een platen- en cd-beurs. Daar koop ik deze van Felice Taylor. Met name in het begin van de Blauwe Bak ben ik helemaal idolaat van dit nummer en betaal ik bijna een hoofdprijs voor 'Suree Surrender'. Inmiddels is de liefde zo ver bekoeld dat de single in de Ere-Blauwe Bak mag staan. Ik draai hem nauwelijks meer.

72. I've Been Trying-Jerry Butler (Australië, Festival, 1964)
Ik kan inmiddels weer zonder krukken over straat als ik een boodschapje heb in Leeuwarden. Ik ga met de trein van Steenwijk naar Leeuwarden en meld me onder andere bij de straatkrant met het nieuws dat ik een huisje heb gevonden. De voorwaarde is dat ik dan nog een jaar kranten mag verkopen en dit zal ik tot september 2003 blijven doen. Ook moet ik even langs de tandarts die me een paar maanden eerder het kunstgebit heeft aangemeten. Intussen ga ik een paar winkeltjes in voor voornamelijk platen. Het is de Australische persing die maakt dat de plaat al jaren in en om de Blauwe Bak rond zwerft. Ik heb zojuist de nummers op Youtube gehoord en misschien past de single wel beter in de collectie dan ooit tevoren! 'Give Up On Love' is de eigenlijke a-kant en het is net als dit 'I've Been Trying' (van Curtis Mayfield) 'ballad-with-a-beat'. Het staat evenwel in de reserve-Blauwe Bak.

Volgende week blijven we in 2003 en 2004 met de 'Blauwe Bak Veteranen' en dan onder andere de single die de Northern Soul-hobby pas echt heeft doen oplaaien zonder dat de plaat zélf nu heel erg gewild is in de wereld van de Northern.

zondag 27 oktober 2019

Een leven zonder Ems



Ik lig nog een bericht achter op schema en wil het vanavond vieren met een foro uit de vakantie. Niet alleen is het onwaarschijnlijk dat ik volgend jaar in de vakantie in de buurt zal komen van de Ems, deze week gaan we op Wolfman Radio afscheid nemen van onze eigen Emz. Ik neem deze foto in de vakantie omdat ik speel met het woordgrapje dat ik 'beside Emz' wilde zijn. Die had ik vorig jaar echter al gebruikt. Emz is de vrouw van de huidige radiobaas van Wolfman Radio en ze hebben ons eind augustus laten weten te stoppen met het station. We gaan als presentatoren gezamenlijk de kosten delen en daarmee door te gaan met het station. Komende donderdag doet ze nog eenmaal haar 'love songs' op Wolfman Radio. Ik mis haar nu al. Ik zou wensen dat ik op een uitkijktoren stond en mijlenver kon zien over toekomstige radio-uitzending met Emz, maar helaas... Het is afkicken geblazen! Morgen ben ik terug met het twaalfde deel van de 'Blauwe Bak Veteranen'.

We zijn weer thuis?



Het is allemaal goed gekomen? Uitbreiding van de winkel en een nieuw bestuur tot zover ik kan zien. En nergens wordt gesproken over een woongemeenschap maar dat het tegenwoordig werkt met vrijwilligers. Ik heb lange tijd geschroomd om de locatie te noemen. Niet dat ik heel angstig ben uitgevallen maar ik wil gewoon geen slapende honden wakker maken. Ik kom er heel eerlijk voor uit dat ik ze destijds een loer heb aan gedraaid, maar dat hadden ze andersom ook bij mij gedaan. Ik heb ze gewoon flink genaaid met hun eigen streek. Nu hoeven we niet langer mysterieus te doen over de plek 'io het midden van het land' en kan ik gewoon een oude ansichtkaart gebruiken boven dit bericht. Twintig jaar geleden ben ik weer 'thuis gekomen' na bijna twee jaar Engeland. Ik ben dan op doorreis omdat ik verder in het idealisme wil. De volgende stop moet Polen worden, hoewel het op een zeker moment nog even lijkt alsof ik terug naar Engeland zal gaan. Op 12 oktober 1999 breekt niet de meest gelukkige tijd aan van mijn leven en ik zal proberen het een beetje te schetsen.

We gaan eerst even een heel stuk terug in de geschiedenis: De eerste dagen in Engeland in 1998. Ik weet dat ik nog tegoeden heb van de Sociale Dienst inclusief vakantiegeld. Toch heb ik in York geen overzicht van hoeveel ik precies op mijn bankrekening kan verwachten. Saldo opvragen is ook al niet mogelijk en dus is het feest totdat het abrupt is afgelopen en ik mezelf duizend gulden in de min heb gewerkt. Dat laat zich in de volgende twintig maanden niet aanvullen. Sterker nog: Iedere drie maanden krijg ik een pakket negatieve rente over het openstaande bedrag. In de zomer van 1999 komt dit ter sprake als ik bij vriend Kees logeer. Hij stelt voor om me een kosthuis te bieden voor een aantal maanden. Ik kan dan krantenwijken aannemen, folders bezorgen en eventueel nog wat ander werk doen. Met het verdiende geld kan ik dan de schuld aflossen. Terug in Mossley praat ik met Zuid Afrikaanse John die ook een tijdje in Nederland heeft gewoond. ,,Je kan in een Nederlandse Emmaus een uitkering aanvragen", weet hij me te vertellen. Dat klinkt heel aantrekkelijk: Tweemaal een uitkering is bijna drieduizend gulden. Ik zou de schuld in twee maanden kunnen aflossen en de rest meenemen als 'spaarvarken' voor mijn latere idealistische avonturen. De Bilt is de eerste gemeenschap die interesse toont, alleen heeft het moeite met de uitkering. ,,We kunnen wel de winkelinkomsten van een week gebruiken om je van de schuld af te helpen", zo wordt me verteld. Dat klinkt me nog beter in de oren dan een uitkering en dus ga ik mijn koffers pakken.

Het afscheid van Mossley valt reuze zwaar. Ik heb mijn hart verpand aan de plek en ik laat niet alleen de vaste medewerkers achter. Degene die ik het meest ga missen is Sadie, onze gemeenschappelijke hond. De enige die tijd heeft om me naar Hull te brengen is een collega met wie ik niet zoveel op heb. De gespreksstof loopt al heel snel vast. Ik herinner me nog wel dat we bij een 'greasy spoon' zijn gestopt en dat ik daarbij een broodje met ei neem. Een anderhalf uur vóór vertrek uit Engeland leer ik nog dat eigeel 'yolk' is en dat drupt rijkelijk over mijn jas. Kees wacht me de volgende ochtend op in Rotterdam en brengt me naar De Bilt. We zitten dan samen op dezelfde spirituele golflengte en Kees voelt een 'muur'. Die voel ik ook maar ik ben niet voor niets helemaal over gekomen vanuit Engeland en zal het hier tijdelijk mee moeten doen. Het is een wisseling van de wacht in de gemeenschap. Twee Zweedse jongens hebben een paar weken mee gedraaid en ik ga intrek nemen in de kamer van de ene.

De Bilt is iets heel anders dan dat ik was gewend in Engeland. Dit is niets anders dan de bovenetage van een winkelpand. De woonkamer wordt bezet door een oudere 'companion'. Verder zijn er kleinere kamertjes. Ik tel vier fatsoenlijke kamers en een bezemkast waar een bed in is gemaakt. De douche zit ook in een kast. De keuken is royaal genoeg voor een bankstel en een tafeltje en dat is de gemeenschappelijke ruimte. Heel wat anders dan de verbouwde katoenmolen met twintig kamers en een gezamenlijke keuken waar deze hele etage in past. Dat 'knusse' maakt ook dat je echt met elkaar moet kunnen opschieten en dat is waar het voor mij al spaak loopt. Er is met name één persoon. Hij heeft zich voorgenomen om de wereld te verbeteren en hij begint bij de Emmaus-vestiging in De Bilt. Voor mij is het echter gewoon een 'companion' en nemen we de besluiten samen. Het valt hem zwaar om iemand tegen te komen die niet voor hem kruipt of buigt en dat zorgt al snel voor de eerste frictie. Bovendien weet de leiding opeens niets meer van het voornemen van de 'verkoopweek' en is het opeens erg logisch dat ik een uitkering moet gaan aanvragen. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan.

Een uitkering is voor werkzoekenden. Ik ben echter niet werkzoekend omdat ik werk heb. Als je werk hebt, verdien je geld. Nee, ik verdien een kost en inwoning en een klein beetje zakgeld om shag en drank te kopen. Dan is het vrijwilligerswerk en moet je nog steeds solliciteren naar vast werk om je rekeningen te betalen. Vrijwilligerswerk is toch niet verboden? Nee, alleen als het niet meer dan 18 uur per week is en je betaalde werk niet in de weg zit.

Ik ontvang totaal geen steun vanuit de leiding en dat laat me maar schipperen. De 'companions' zijn er fel op tegen dat ik een uitkering ontvang. Eerlijkheidshalve maak ik me er ook niet zo druk over want ik hoef maar twee maanden uitkering om de schuld af te lossen en daarna ben ik 'happy' om weer terug de armoede in te gaan. De uitkering kom tot stand onder de belofte dat ik zal solliciteren. Terug in De Bilt wordt echter wel van me verwacht dat ik gewoon mijn veertig uur per week blijf werken en om de lieve vrede te bewaren, doe ik dat ook. De eerste maand krijg ik met terugwerkende kracht en dus heb ik in november mijn eerste geld. Ik voel dan al nattigheid en heb een noodplan bedacht. Ik zou ongemerkt een koffer met mijn waardevolle spullen kunnen brengen in het café. De volgende dag zou ik dan naar de bank gaan om geld te halen, de koffer te pakken en met de eerste bus naar Utrecht te gaan. Als ze in De Bilt merken dat ik weg ben, zit ik alweer op de boot naar Engeland. Het is knap bedacht maar het gaat uiteindelijk niet door. De nattigheid gaat ook gewoon gebeuren. Na twee maanden uitkering sta ik op het punt deze te beëindigen als ik van de boekhouder krijg te horen dat ik dan meteen kan vertrekken. Met andere woorden: Ik betaal kostgeld en mag tegelijk veertig uur werken in de winkel. Ik weiger een ziekenfondsverzekering af te sluiten omdat dit voor kosten is van de Emmaus waar je verblijft. De boekhouder weet me een handtekening te ontfutselen en maakt deze na voor de aanvraag van de verzekering. Ik blokkeer na vertrek de automatische afschrijving en de verzekering zal nimmer mijn nieuwe woonadres achterhalen. Het schijnt dat De Bilt dus nog een jaar premie hiervoor heeft betaald. Dat is mijn wraak geweest en de reden waarom ik de afgelopen jaren 'voorzichtig' was met het noemen van De Bilt in berichten. Ik denk dat we wel 'quitte' staan.

Net zoals ik geregeld ben terug gekomen in Mossley zal ik de komende maanden ook nog eens terug blikken op de periode in De Bilt. Bij berichten over Mossley is het als thuis komen, maar dat kan bij De Bilt niet worden gezegd. Natuurlijk zijn er mooie momenten geweest tijdens het verblijf aldaar maar het weegt niet op tegenover de streek met de uitkering en het kostgeld dat ze me hebben geleverd.

zaterdag 26 oktober 2019

Een leven met The Jayhawks



Belofte maakt schuld? Ja, vooruit, voordat ik het vergeet. Bovendien heeft Soul-xotica en de 'Eretitel' van gisteren de hele dag in mijn hoofd gespeeld en heb ik mezelf het verhaal al min of meer verteld. 'Waiting For The Sun', 'I'd Run Away' en 'Blue' zijn de drie 'hits' in de jukebox die in mijn hoofd speelt terwijl ik post bezorg in Meppel. Ik heb wel eens meer vervelende oorwurmen gehad. Tijdens het verhaal naar mezelf toe verbaas ik me bijna hardop hoe ik mezelf ooit een 'die hard'-Jayhawks-fan heb kunnen noemen want de band heeft een eigenschap die ik niet kan waarderen bij andere bands. Het begint, zoals ik gisteren schreef, tijdens mijn derde praktijkstage voor het KMBO. Hiermee zijn mijn laatste dagen op school geteld. Ik kan tegenwoordig uitstekend zelfstandig werken en doe eigenlijk niets liever. Als zeventienjarige is het allemaal teveel gevraagd. Ik heb juist de stok achter de deur nodig van een docent die bepaald wanneer een proefwerk moet worden gemaakt. Ik heb vanaf de eerste dag op het KMBO alle administratieve vakken 'uitgesteld' en ben eerst begonnen aan Nederlands en Engels. Bijna een anderhalf jaar later is nog niet veel verandering gekomen in die zaak en ik begin achterop te raken. Ik stap voor het eerst 'De Karre' binnen als mijn ouders, doodongerust, aan tafel gaan zitten bij mijn coördinator op school. Dat heeft dan bericht gehad van de stageplek dat ik na een conflict ben weg gegaan. Later die avond halen ze me op en wordt me gemeld dat ik morgen bij dezelfde coördinator moet verschijnen. De deal is als volgt: Journalistiek aan de kant, niet meer op stap en binnen drie maanden het voorgaande jaar in halen of... van school gaan. Ik kies uiteraard voor dat laatste. 'Take Me With You' van The Jayhawks is één van de liedjes die dan regelmatig op de radio wordt gedraaid.

Ik moet dan nog mijn eerste cd-speler kopen en het duurt tot eind 1994 eer ik nieuwe cd-singles en -albums ga kopen. Tot die tijd is het veelal uit de uitverkoop van V&D. Hiermee vergeet ik The Jayhawks weer even snel als dat de kennismaking is geweest. Vanaf eind 1993 kom ik dan regelmatig in 'De Draai'. Het staat te boek als een 'koffiebar' maar het heeft ook een groot assortiment speciaalbieren welke ik flink ga proeven in de volgende twee jaar. Het publiek is een tikkeltje kunstzinnig en alternatief en ik gedij goed in dat gezelschap. Ik ben vaak alleen als ik 's middags de kroeg binnen stap. Eigenlijk is het daar meestal rustig buiten de zaterdagavond om. Op zaterdag is het afgeladen. Door de houten vloer heeft het etablissement een bijzondere echo. Een lepeltje in het porseleinen kopje kan oorverdovend zijn op zo'n middag. Er worden cd-albums gedraaid en ook een beetje alternatief zonder dat het ruig wordt. 'Hollywood Town Hall' van The Jayhawks is één van de favorieten van het huis en zo leer ik dus ook 'Waiting For The Sun' kennen en hoor ik 'Take Me With You' opnieuw. Een paar maanden later ben ik 'om' en haal bij de lokale platenboer het album dat net in de bak met 'mid price' is gezet. In 1994 zit ik nog tot mijn oren in de 'sixties'. Er is een beetje ruimte voor folk en andere 'alternatieve' muziek die ik leer kennen middels het recenseren van concerten. The Jayhawks scharrelt daar een beetje tussendoor. Ik noem mezelf pas 'fan' als ik meer dan één album heb van een artiest of band. Ik heb heel veel 'eenlingen' in de verzameling. Een album dat ik ontzettend goed vind en waar een tweede album automatisch een tegenvaller moet zijn. Dat is bij The Jayhawks anders. Sterker nog: Ik geef zelfs de voorkeur aan de tweede aanwinst van de band.

In de vroege maanden van 1995 verschijnt 'Tomorrow The Green Grass'. Omrop Fryslân heeft dan een radiospelletje waar ik één van de residenten ben en geregeld een prijs win. Als het album net is verschenen, geven ze de cd weg bij dit spelletje en zo kost me het tweede album geen stuiver. Als ik niet had gewonnen, had ik het alsnog gekocht. 'Blue' is de eerste single van het album. Er is een vrouwelijke toetsenist bij de groep gekomen en dat maakt, wat mij betreft, het grote verschil met 'Hollywood Town Hall'. Is het jullie al opgevallen dat ik het nog nooit over Coldplay heb gehad? Over 'eenlingen' gesproken: Het album 'Parachutes' heb ik goed kunnen waarderen maar de volgende is me teveel van hetzelfde en daarna verslapt de interesse voor Coldplay per album. Ik vind Coldplay net als U2 eentonig en slaapverwekkend saai. De liedjes klinken in mijn oren allemaal hetzelfde terwijl ik variatie kan waarderen. Des te vreemder dat ik ooit vijfentwintig gulden heb gepompt in 'Hollywood Town Hall' van The Jayhawks. Feitelijk bevat het album drie liedjes en elk in vier of vijf varianten. Toch kan ik dit Jayhawks-geluid dermate goed waarderen dat ik door een heel album kan zitten luisteren. 'Tomorrow The Green Grass' is meer afwisselend hoewel er niets aan het oude geluid wordt ingeboet. De band maakt nog altijd gebruik van ouderwetse fuzz-pedalen en de harmonieën gaan me nooit vervelen. Dan zie ik dat de band in maart 1995 in Leeuwarden zal spelen. Ik regel via Het Bolwerk in Sneek vrijkaartjes en ga op een dinsdagavond naar Leeuwarden.

Het optreden is klein maar fijn en ik weet na afloop zelfs nog in de kleedkamer te komen en een paar woorden te wisselen met gitarist Gary Louris. De laatste trein naar Sneek is al vertrokken en op dinsdagavond zijn de meeste kroegen al dicht. Ik ga rondhangen totdat de eerste trein weer rijdt. 'Tomorrow The Green Grass' ligt in de maanden daarna nog regelmatig in de cd-lade maar verder melden zich weer nieuwe bands en interesses. Als ik in 1997 pas ben begonnen bij de Popkelder zet ik 'Hollywood Town Hall' op in de oefenruimte. Mijn collega Jan wandelt binnen en ik vergeet nooit zijn opmerking: ,,Deze lui klinken alsof ze al dertig jaar onder de zoden hadden moeten liggen". De Popkelder introduceert me veel andere en nieuwe muziek en plots is The Jayhawks wel erg gezapig. In de zomer van 1997 verschijnt het album 'Sound Of Lies' maar ik raak niet opgewonden van de eerste recensies. De groep speelt kort daarop in Leeuwarden en, ja, ik heb best zin om er naartoe te gaan. Het is tevens mijn kennismaking met de Friese band Travis dat als voorprogramma speelt. Het optreden van The Jayhawks staat uiteraard weer als een huis en toch kan ik op het podium horen waarom ik de cd waarschijnlijk minder ga vinden dan de voorgangers. Ik loop na afloop te dubben en besluit dan het t-shirt te kopen.

Omstreeks 2002 verneem ik opnieuw van The Jayhawks maar dan ben ik al lang het stadium voorbij dat ik cd's koop van de band. Ik zie bovendien dat de band in trek is geraakt bij een publiek waar ik niet graag bij wil horen. Het zijn de Mart Smeets-types. De elite in de popmuziek die lyrisch zijn over iedere scheet die Bob Dylan laat en neerbuigend doet over muziek die op de radio wordt gedraaid. Ik geloof best dat 'Music For A Rainy Day' mooie momenten kent maar mijn interesse is helemaal verslapt.

Dan is het opeens 2008. Bij de Dyka hebben we de keuze tussen een hansop of een pak van een broek en een jasje. Ik heb het laatste. In de zomermaanden en zeker bij het felsen is een jasje veel té warm en wordt het voor mij belangrijk om een 'statement' uit te dragen met de t-shirts. Stonehenge-shirts met griezelige illustraties en opruiende bandnamen worden niet getolereerd. Ik beleef veel plezier aan de parodieën uit de 'Hondenkoekjesfabriek' in Nieuwleusen. Ik heb bijvoorbeeld een geel 'Kill The Whales'-shirt van Greenpiss en een oranje 'Holland'-shirt met een iets alternatieve leeuw. In dit beeld past ook het appelgroene 'Sound Of Lies'-shirt van The Jayhawks. Het shirt is ondanks de leeftijd nog in een puike conditie als er iets gebeurt waardoor mijn kleren meteen van het lijf moeten. Medische hulpverleners kijken dan niet of je een Action-shirt aan hebt of een oud bandshirt uit 1997 en de schaar gaat erin. Niet alleen wordt het katoen verknipt maar ook mijn band met The Jayhawks. Het schijnt dat de band nog altijd actief is, 32 jaar na het debuutalbum, en het zou me niets verbazen dat het nog altijd hetzelfde deuntje in het kwadraat is. Ik heb totaal geen aanstalten om nieuwe albums te zoeken op het internet en te beluisteren. Ik geloof het wel!

vrijdag 25 oktober 2019

Eretitel: 'Waiting For The Sun'



Vanavond steekt de wind weer op maar voor de rest...? Wat moet dit een voortreffelijke herfstvakantie zijn geweest voor de jeugd. Met name gisteren is het werkelijk prachtig geweest. Ik heb een drukke dag die later op gang komt dan dat ik had gewenst. Eerst naar Steenwijk om post te bezorgen en daarna met dezelfde vaart door naar Meppel. Mijn 'liefste' collega in de postsortering neemt afscheid. Ik mis haar nu al maar begrijp helemaal waarom ze deze stap heeft gezet. Op de terugweg voel ik me dan ook enigszins melancholiek en dat kleurt mooi bij het weer. Het zonnetje werpt de juiste gloed op de herfstbladeren en het vergankelijke in de natuur. Ik durf te zeggen dat ik zo'n dag bijna even mooi vind als een tropische dag, maar dan opnieuw: Ik hou van Nederland met zijn vier seizoenen. Als het een beetje in balans blijft, is me dat al goed. We hoeven momenteel niet op de zon te wachten want ook morgen (zaterdag) wordt die weer verwacht in het land. Ook al blijft de straffe wind aan houden. Ik heb sinds woensdag weer even een e-bike te leen van de zaak en... de Pioneer gaat binnenkort in de revisie! Voor wat betreft het laatste gaat de zon wellicht toch nog schijnen voor mijn 2019 want wat ik heb ik dat rode ligcomfort gemist in de laatste zes maanden! Laten we nu dan toch maar driemaal wachten op de zon want de 'Eretitel' is 'Waiting For The Sun'.

3. The Angels (2012)
Ik ga toch nog even op Youtube kijken voordat ik The Angels op drie zet en dat is eigenlijk nergens voor nodig. Het is het derde wiel aan de wagen in deze 'Eretitel', een mogelijkheid om deze aflevering te doen met 'Waiting For The Sun'. Ik heb echter het meeste met de nummers 1 en 2 en gebruik dus deze titel van de doorsnee-rockband The Angels als de hekkensluiter in deze 'Eretitel'.

2. The Doors (1970)
De concurrentie is zwaar voor The Angels. Twee nummers die elk een deel van mijn leven vertegenwoordigen en die daardoor hoog zullen eindigen in een eventuele top duizend of iets dergelijks. The Doors maakt reeds een elpee in 1968 met de titel 'Waiting For The Sun' maar het nummer met de titel komt pas op 'Morrison Hotel' in 1970. De single wordt in ons land nog een postume hit nadat Jim Morrison het tijdelijke heeft verruild voor het eeuwige. 'Waiting For The Sun' speelt voor mij vooral in de eerste jaren in de omgeving van Steenwijk. Lopend in hippie-tenue naar Steenwijkerwold, de hele nacht doorhalen in een café en de volgende middag wakker worden in de caravan op het oude Woodstock-terrein. Dan de wandeling naar huis weer voorbereiden en steevast dat 'Waiting For The Sun' ergens op het cassettebandje in de walkman voorbij komt. Het zijn nogal onbezonnen en aanvankelijk ook zorgeloze tijden. Hoewel ik een behoorlijke subtropische karper ben, voel ik me wel als een vis in dit water van het boerenvolk dat niet vies is van een feestje en een flesje bier. Er is veel materiaal van The Doors dat ik té vaak heb gehoord en daarom niet zo nodig opnieuw hoeft te draaien, maar 'Waiting For The Sun' blijft dan wel één van mijn favorieten van de band.

1. The Jayhawks (1992)
December 1992. Ik kom er steeds meer achter dat ik een studierichting heb gekozen die me totaal niet bevalt. Ik heb mijn derde (korte) praktijkstage van dat jaar en ik loop flink te 'kloten' daar. Bovendien ligt een avond in het verschiet dat ik met mijn ouders op school wordt verwacht. Mijn resultaten zullen daar worden besproken en, in tegenstelling tot mijn ouders, weet ik al wel wat daar wordt verkondigd. Het maakt dat het een 'spannende' periode is. Radio 3 lijkt ook al niet erg te willen meewerken qua nieuwe popmuziek totdat ik opeens steeds vaker een melodieus rocknummer hoor met een heeriijke fuzz-gitaar. Het is 'Take Me With You (When You Go)' van The Jayhawks en het bereikt een bescheiden plek in de Top 40. In de daaropvolgende jaren zal ik veel rondhangen in een kroeg in Sneek waar ze deze cd, 'Hollywood Town Hall', als vaste gast hebben. Hierdoor zal ik op een zeker moment even een enorme Jayhawks-fan worden. Wellicht nog eens iets voor een apart verhaaltje? 'Een leven met The Jayhawks'? Klinkt als een idee. 'Hollywood Town Hall' trapt af met dit 'Waiting For The Sun' dat eventueel in 1993 nog op single zal verschijnen. Dit nummer doet ook anno 2019 nog steeds de zon voor mij schijnen. Binnenkort meer over The Jayhawks! 'Waiting For The Sun' mag in ieder geval op nummer 1.

woensdag 23 oktober 2019

Het zilveren goud: september deel IV en oktober 1994 deel I



Een rond getal moet zoveel mogelijk een 'bijzondere' plaat zijn. Dat is iets dat ik meteen bij de start van de papier kaartenbak nastreef. De kaartenbak moet echter ook een specifiek beeld geven van de platen die ik heb gekocht en in welke volgorde. Ik probeer me thuis dan nog eenmaal de bewuste middag op de vlooienmarkt te herinneren om te bepalen welke platen ik als eerste heb gekocht. Als we dan in de buurt zijn van een honderd- of duizendtal dan is het maar te hopen dat nét die ene plaat op het juiste moment gaat opduiken. Toch kan ik het niet over mijn hart halen om titels om te ruilen. Zo wil ik in 1991 graag 'Pictures Of Matchstick Men' van Status Quo als de nummer 500 hebben. Toch is dat plaatje de nummer 492 of daaromtrent en koop ik dezelfde dag (later op de ochtend) 'Goodbye' van Mary Hopkin dat 'dan maar' als 500 door het leven moet gaan. Dan heb ik nog niet eens genoemd dat ik beslist per honderdtal een single van The Hollies wil hebben en dat ik op het laatst creatief moet boekhouden met een solo-single van Allan Clarke om niet maandenlang zonder verse singles te verkrijgen. Tijdens de Solextocht naar Heerenveen en Gorredijk waarbij mijn jerrycan benzine heeft gelekt in de fietstas bedenk ik me op de terugweg dat de, zojuist aangeschafte, 'Go Back' van Crabby Appleton de nummer 2000 moet worden. Nu missen er wel platen in 'Het zilveren goud' maar vast geen honderd! Volgens de singles die ik nu nog in de bakken heb staan, passeren we vanavond de 2000. En ik had niet een meer treffend plaatje kunnen uitzoeken voor dit magische getal.

Als ik Mo erbij zoek, zie ik een single van Thijs Van Der Molen uit de jaren tachtig. Volgens mij heb ik gelezen dat deze man onlangs is overleden, maar dat is een ander verhaal. Op deze single steekt Van Der Molen de draak met de nieuwe reclamewet van Elco Brinkman. Dan hebben we het uiteraard over de midden jaren tachtig als sluikreclame moet verdwijnen uit de televisieseries. Toch zou ik zweren dat ik deze single ook in 1994 heb gekocht in Nijezijl. Toch heeft het niet de 'virtuele kaartenbak' gehaald. De 'virtuele kaartenbak' wijst nog twee singles aan voor september 1994 en dan de rest uit oktober. In oktober breng ik op een zaterdagmiddag een bezoekje aan Leeuwarden en ga ik een week of twee later nog eens naar de vlooienmarkt in de Veemarkthal. Ik acht de kans groot dat het bezoek aan Leeuwarden 'verplicht' is vanwege ECI. Ik kan me echter niet herinneren welke cd ik heb gekocht. Wellicht 'Het Beste Uit Het Oog Op Morgen'? Die schiet momenteel wel even door mijn hoofd dus dat zou zomaar kunnen. In november koop ik een 'greatest hits' van Aerosmith om het 'kroonboek' te ontlopen. Ik ben steeds te laat met het opzeggen waardoor ik nog een flinke tijd aan ECI vast blijf zitten. Ik denk dat ik het in de loop van 1995 ben kwijtgeraakt.

De cd kan ik me niet echt meer herinneren want ik twijfel nog steeds of ik hem toen heb gekocht en niet later in 1995. Er is echter iets anders 'nieuws' dat maakt dat ik deze dag nog wel naar boven weet te halen. Sinds mijn oudste broer in 1986 naar Denemarken is vertrokken om een nieuw bestaan op te bouwen, is Denemarken voor ons gezin de vakantiebestemming geworden. Henk werkt op een grote boerderij, waar hij verantwoordelijk is voor de koeien, dat tevens een aantal gastenverblijven heeft. Dat wordt voornamelijk benut door stagiaires en hun familie en het biedt ons ook jaren onderdak tijdens vakanties. Moeder neemt de keuken over voor een week en broer moet vaak ook gewoon aan het werk. Wij maken dan dagtripjes en eten 's avonds verse Deense kost, soms met een Hollands tintje. Het mes snijdt aan twee kanten. Enerzijds heb je de mogelijkheid om Henk weer te treffen en bovendien is het een redelijk voordelige manier van vakantie vieren. Mijn andere broer gaat in de zomer van 1994 een week naar Denemarken met een voetbalmaat. Tijdens deze vakantie ontmoet mijn broer de, op dat moment, liefde van zijn leven. De liefde maakt dat hij dat hij een week na thuiskomst opnieuw naar Denemarken rijdt. In oktober 1994 is het dan zover: We gaan kennismaken met zijn nieuwe vlam. Het is deze bewuste zaterdag dat ik 's middags naar Leeuwarden ga om platen te scoren. Ze komt immers toch niet eerder dan 's avonds. Als ik me niet vergis is ze pas om tien uur met de bus in Groningen.

Broers-met-vriendinnen is iets dat thuis niet iedere dag gebeurt. Deze broer heeft al een relatie gehad van twee jaar maar in het geval van mijn oudste broer duurt het nog een paar jaar voordat die 'aan de vrouw gaat'. Ik heb nooit vriendinnen mee naar huis genomen. Daarvoor waren de vriendinnen vaak té tijdelijk en eentje weigerde omdat ze wel wist dat ik thuis de kachel even wilde aan maken. Zeg dus nooit dat ik geen verstandige vriendinnen heb gehad... Mijn broer is in de zomer van 1995 helemaal zeker van zijn zaak en verruilt het Nederlandse voor Denemarken. Inmiddels weten we dat hij nog bijna twintig jaar moest wachten op de échte liefde van zijn leven. De mensen in het dorp torpederen mij met steeds dezelfde vfaag: ,,En wanneer ga jij naar Denemarken?". Mijn antwoord is steevast hetzelfde: ,,Ik verhuis niet naar Denemarken maar... als ik verhuis dan ga ik naar Engeland". Profetische woorden of zeker van de zaak? Laten we het bij het eerste houden. Ik heb wel iets van een Engelse 'droom' in de midden jaren negentig maar dat ik uiteindelijk toch in Engeland terecht zal komen, durf ik nog niet te bevroeden. Een aardig contrast: Broer ging naar Denemarken voor de liefde, ik ging naar Engeland om bij de liefde vandaan te komen.

1995 Cheese-Mo (NL, Back Door, 1982)
1996 Dream Day-Johnny Sylvain (België, W.B. Sound, 1974?)
1997 The More You Live, The More You Love-A Flock Of Seagulls (NL, Jive, 1984)

De eerste twee zijn de restanten van september. Johnny Sylvain is de reden waarom ik de single van de Boerekapel D'Ossekoppe heb meegenomen. Op 45cat valt een gat in de discografie van W.B. Sound waar Johnny Sylvain niet op het wereldwijde web is te vinden. Jammer want ik had Johnny Harting zo graag willen vertellen dat ik 'Dream Day' al een kwart eeuw met veel plezier heb gedraaid. De foto toont onze Johnny met een akoestische gitaar en er wordt geen melding gemaakt van een groep. Het is een gegeven dat hij een eenvoudige begeleiding heeft. De single is in ieder geval tussen 1971 en 1977 uitgegeven en 1974 blijkt een aardig gemiddelde, ook als je kijkt naar het aantal releases per jaar van W.B. Sound en de catalogusnummers. A Flock Of Seagulls is de eerste single uit Leeuwarden. Een aantal singles komen van het Leger Des Heils, als ik me niet vergis, en de rest van King Kong.

1998 Silver Machine-Hawkwind (Duitsland, United Artists, 1972)
1999 No Matter How I Try-Gilbert O'Sullivan (NL, MAM, 1972)
2000 Surfin' Bird-The Trashmen (Duitsland, Stateside, 1963, re: 1974)

Ik 'speel' nog met een verzamelelpee die ik bij King Kong heb gekocht vanwege 'Surfin' Bird'. Dat zal ongetwijfeld een paar maanden eerder zijn geweest. Het is een plaat op Era met allemaal novelty-hits uit de jaren vijftig en zestig en is onlangs nog ter sprake gekomen bij 'Mr. Custer' van Larry Verne. Toch doen elpees niet mee in de collectie en moet ik zoiets op single hebben. Ik hoor 'Surfin' Bird' voor het eerst in 1993 bij een bezoek aan Happy Days, een café in Leeuwarden in rockabilly-stijl. Het is tevens de uithangplek van Ubangi 4, de hoofdstedelijke rockabilly-band waarvan ik nog een EP heb. 'Surfin' Bird' zit in de jukebox en maakt overuren. Ik ben erg in mijn nopjes met deze Duitse heruitgave uit 1974 en dit is de meest ultieme 2000 die ik me kan wensen naast Hawkwind. Gilbert O'Sullivan en A Flock Of Seagulls zijn niet afkomstig van King Kong.

2001 Muny, Muny, Muny-Daisy Clan (Duitsland, Golden 12, 1968)
2002 A Matter Of Facts-Dizzy Man's Band (NL, Injection, 1972)
2003 Sound Of The Screaming Day-The Golden Earrings (NL, Polydor, 1967)

Het hoesje van 'Love Needs Love' van Daisy Clan (een single uit 1970) heb ik eens gevonden in Heerenveen en biedt onderdak aan 'Muny Muny Muny'. Het is een nummer waarvan ik me kan herinneren dat het in de vroege jaren negentig nog steeds niet op cd is verschenen en daarom wil ik het plaatje 'conserveren' in de verzameling voor het nageslacht. Natuurlijk is de plaat zélf niet zoveel soeps. Golden Earrings heeft oorspronkelijk geen fotohoes, het hierboven afgebeelde exemplaar koop ik in december 2007 in Zwolle. Dit zijn de eerste drie van de vlooienmarkt waar ik volgende week zal terugkeren voor de laatste singles uit oktober 1994.

Week Spot: Smokey Robinson



Voordat ik verder ga met de Week Spot... 'If it ain't broke, don't fix it', is een Engels spreekwoord dat ik op vele manieren toepas. Nu is me opgevallen dat Blogger me weer iets probeert aan te smeren. 'Ontdek het nieuwe Blogger'. Het soort van bericht dat ik altijd negeer omdat er, mijns inziens, niets mis is met het oude format. Toch heb ik gisteren even verder geklikt en, okay, het gaat om de opzet voor mobiele telefoons. Zoals jullie zullen weten heb ik een Samsung uit 2011 met een agenda en een wekker en ik doe al mijn internet op een niet bepaald bescheiden beeldscherm. Ik ben dus niet heel enthousiast om aan de nieuwe reis naar de toekomst te beginnen met Blogger en de kans dat iets verandert aan Soul-xotica is zeer klein. Ik hou van dit 'template' ook al heb ik eens iemand horen klagen over de gekleurde letters op de donkere achtergrond. Als jullie tóch veelal de mobiele telefoon hanteren om Soul-xotica te bezoeken en je ondervindt hinder van een of ander, laat het me dan alstjeblieft weten. Dan ga ik nu verder met de aankondiging van de nieuwe Week Spot. Ik heb eentje op het oog en hoewel er summiere informatie bestaat over de zangeres, kies ik uiteindelijk toch voor een plaatje dat heeft moeten 'groeien' bij mij. De vonk is reeds een paar maanden geleden over geslagen maar dat is nog niet vertaald in een Week Spot. Bij deze: 'Who's Sad' van Smokey Robinson is de kersverse Week Spot.

De 'Saturday Soul Packs' zijn alweer van de baan bij Mark. Slotconclusie: Een aantal zijn verkocht binnen tien seconden na publicatie. Moelijke 'soul packs' blijven dagen lang staan zonder dat iemand interesse toont. Het wordt al gauw 'lastig' als een 'soul pack' jaren tachtig of later bevat of bijna alleen maar ballads. Ook Mark's publiek lijkt een voorkeur te geven aan de meer upbeat soul. In juni biedt hij een pakketje aan met 'legendarische namen' maar dan beduidend minder opvallend werk. Het is nog altijd één van de leukste 'packs' die ik heb gekocht en onze Week Spot maakt eveneens deel uit van het pakket. 'Food For Thought' is in 1981 een opvolger van Smokey's grote solo-hit 'Being With You' en dat is een beetje een halfslachtige reggae-affaire. De keerzijde toont Smokey op zijn allerbest: Een mooie overtuigende ballade. De Week Spot is inmiddels ruim 7,5 jaar oud en het is bijna niet voor te stellen dat er nog steeds hele grote namen zijn die nog geen Week Spot hebben gehad. Smokey is daar eentje van en ik durf zelf te betwijfelen of hij ooit een eigen bericht heeft gehad op Soul-xotica. En deze praatpaal bestaat al bijna tien jaar.

Het is nu dan het juiste moment om hem deze eer te gunnen. William Robinson Jr. is zeventig jaar ouder dan Soul-xotica. Hij wordt geboren op 19 februari 1940 in Detroit in Michigan. Frankrijk zit ergens in de voorgeschiedenis van zijn familie en dit zou de opvallende goudgroene ogen verklaren bij William. Zijn favoriete oom heet Claude en dat is op zichzelf ook al erg Frans. Met oom Claude kijkt William als kind naar cowboyfilms en het is deze oom die voorstelt om hem een cowboynaam te geven. Het wordt Smokey Joe. Als William de volgende tien jaar van zijn jeugd naar zijn naam wordt gevraagd, antwoordt deze steevast met Smokey Joe. Als hij ouder wordt, laat hij 'Joe' varen en blijft tot op de dag van vandaag zichzelf Smokey noemen. Als kind is Smokey praktisch buren met het domineesgezin Franklin en kent Aretha vanaf het moment dat ze drie jaar oud zijn. Smokey blinkt uit op de 'high school'. Naast academische kennis is hij bovendien een getalenteerd atleet. Hij formeert zijn eerste doowop-groep The Five Chimes. Dat is in 1956 en een jaar later verandert de groep de naam in The Matadors om nog een jaar later door te gaan als The Miracles. Robinson is lange tijd getrouwd met Claudette Rogers van The Miracles en Rogers is 'the first lady' bij Motown. In de midden jaren vijftig heeft Robinson al een bewondering voor zanger Barrett Strong en dit kan een reden zijn geweest dat Robinson met zijn Miracles al heel vroeg betrokken raakt bij het nieuwe Tamla-label van Berry Gordy. Als Esther Gordy Edwards in 1965 haar werk neer legt bij Motown wordt Smokey aangesteld als vice-president. Hij weet dit in eerste instantie nog goed te combineren met The Miracles en pas in de jaren zeventig wordt zijn functie bij Motown belangrijker dan het maken van succesvol repertoire.

Het is al in 1969 als Robinson het eigenlijk rustig aan wil gaan doen. The Miracles heeft gedurende de jaren zestig een lange stoet hits afgeleverd en even lijkt een kentering in het succes te komen. Robinson wil meer op de achtergrond werken voor Motown en tegelijk aanwezig zijn voor zijn kindereb Berry (naar Berry Gordy) en dochter Tamla (Grappig detail: Berry Gordy wil zijn label Tammy noemen naar de gelijknamige grote hit uit 1957 maar ontdekt dan dat er reeds een label bestaat met die naam. Hij besluit dan een combinatie te gebruiken die niemand ooit zal gebruiken? Dan noemt de vice-president van Motown zijn dochter Tamla). Het is 'Tears Of A Clown' dat roet in het eten gooit en Robinson is weer twee jaar van huis. In 1972 hakt hij de knoop door en verlaat hij The Miracles. Dat zal zelfstandig doorgaan en in eerste instantie ook nog bij Motown. Billy Griffin zal in 1976 het stokje overnemen van Smokey en even later komt The Miracles uit voor Columbia.

Robinson maakt desondanks enkele solo-albums in de jaren zeventig en met name de elpee 'A Quiet Storm' kan nog rekenen op een redelijke verkoop. Toch valt het in het niets bij Marvin Gaye, Stevie Wonder en Eddie Kendricks. Allemaal mensen die veel te danken hebben aan Robinson. Smokey blijft tot het eerste einde in 1988 verbonden aan Motown. Dat is het moment dat de maatschappij voor de eerste maal van eigenaar verwisselt en dat zal later nog een paar maal gebeuren. Feitelijk bestaat Motown nog steeds maar Detroit heeft totaal geen invloed meer op wat er op het label verschijnt. In 1981 zal hij nog eenmaal een grote hit hebben met 'Being With You' en 'Food For Thought' is één van de opvolgers van deze ballade. 'Who's Sad' is een flink eindje verwijderd van de jaren zestig-sound van Motown en toch kan ik me het nummer voorstellen met een dergelijk arrangement. Het is Smokey op zijn meest markante wijze. Ik kan me een kleine wandeling door Uffelte herinneren terwijl dit nummer voorbij komt op de mp3-speler. Het is zojuist gaan regenen en het draagt bij aan de sombere sfeer van het nummer. Ik krijg bijna een brok in de keel maar weet me te beheersen. Als een plaat zoiets met me kan doen dan moet het gewoon de Week Spot worden en dat is wat er deze week aan de hand is.

dinsdag 22 oktober 2019

Singles round-up: oktober 3



Ik moet bekennen dat ik nog niet serieus heb nagedacht over een Week Spot voor de nieuwe week en waarschijnlijk dat ik dit ga bedenken gedurende de werkdag van morgen. Of... moet ik zeggen de halve werkdag? Ik heb geen telefoon gekregen van de zaak en ga er vanuit dat ik morgenmiddag PostNL moet lopen in Meppel. Er bestaat echter een kans dat ik donderdag wel de hele dag aan het werk kan en dat is op zichzelf ook best welkom. Vandaag dus alleen het derde deel van de 'Singles round-up' en het laatste deel van de singles van afgelopen zaterdag. De foto heb ik zondag al gemaakt en buiten The O'Jays en Wilson Pickett om heb ik de platen nog niet eens beluisterd. Ik heb daarentegen bij één single alvast wat huiswerk gedaan. Hierbij de laatste zeven singles van deze maand. Met nog maar een weekje voor de boeg durf ik het wel aan om dat laatste vast te stellen.

* The O'Jays- Livin' For The Weekend (NL, Philadelphia, 1976)
In de zomer van 2014 zeg ik heel voorzichtig dat ik 'klaar ben met The O'Jays'. Ik heb op dat moment alle hit- en tipnoteringen verzameld en, ja, ik heb nog wel een paar jaren zestig-singles van de groep op de verlanglijst staan. Toch ben ik nog altijd niet klaar met de Nederlandse Philadelphia-persingen. Later vind ik 'Now That We Found Love', 'Sing A Happy Song' en deze 'Livin' For The Weekend'. Stuk voor stuk geweldige singles die zonder meer in de Blauwe Bak thuis horen. 'Livin' For The Weekend' doet vreemd genoeg niets bij ons op de hitparade terwijl het alles in zich heeft om een grote hit te zijn. Op de b-kant staat 'Stairway To Heaven' dat uiteraard niets met Neil Sedaka of Led Zeppelin van doen heeft en dus... vandaag te gast is geweest in 'Listen Carefully'. Dat is dus weer een toekomstige 'Eretitel' op de groeiende lijst.

* Wilson Pickett- Funky Broadway (Duitsland, Atlantic, 1967)
Van dezelfde stapel singles als The Four Tops. Deze single klinkt echter té beroerd voor woorden en kan dus niet anders dienst doen dan als opvulling voor de jaren zestig-bak. Jammer voor de Blauwe Bak? Welnee, alle Atlantic-singles van Pickett staan inmiddels gewoon in de jaren zestig en zeventig en alleen 'Mr. Magic Man' op RCA maakt thans deel uit van de koffers. Een 'upgrade' is derhalve altijd welkom!

* Sounds Orchestral- Cast Your Fate To The Wind (NL, Pye, 1964)
Eind 1990 koop ik bij Sunrise in Sneek 'Have Faith In Your Love' van Sounds Orchestral, de Nederlandse Pye wel te verstaan. Het nummer heeft meteen een bepaalde 'magie' voor mij en natuurlijk moet 'Cast Your Fate To The Wind' ook in de verzameling. In januari 1991 tik ik deze op de kop: De Engelse Piccadilly in een gescheurd hoesje. Het fotohoesje kom ik later nog eens tegen en ook de Engelse Piccadilly-demo van 'Have Faith In Your Love'. Nu heb ik te maken met de Nederlandse persing van 'Cast Your Fate To The Wind' mét fotohoesje en in een prachtige staat. Ik hoef de plaat niet eens te draaien want zo'n Nederlandse Pye kun je optisch vaak al erg goed in schatten. Sounds Orchestral is overigens een samenwerkingsverband tussen twee Pye-arrangeurs uit verschillende hoeken van de muziek. Pearson is van oudsher een jazz-man die voor Pye romantische sfeermelodieën maakt. John Schroeder is de man die popsongs van violen voorziet en zijn arrangementen maken gebruik van popdrummers. Sounds Orchestral is jaren lang een 'merk' van Pye voor de easy listening-markt.

* Wishful Thinking- Hiroshima (Duitsland, Atlantic, 1971, re: 1975)
De single maakt me nieuwsgierig en ik durf een gokje te wagen voor een euro. Ik ken Wishful Thinking van een Engelse single op Decca: 'Turn Around' uit 1965. Het zal vast een andere groep zijn? Of is het een verhaal dat gelijk is aan bijvoorbeeld Graham Bonney: Een Engelsman die meer platen verkoopt in Duitsland dan in Engeland? Om meteen uitsluitsel te geven: Ja, het is dezelfde Wishful Thinking maar dan wel in een latere bezetting. De single verschijnt eerst in Duitsland in 1971 en wordt verschillende keren opnieuw uitgebracht. Mijn single is de eerste heruitgave uit 1975. Pas in 1978 zal het een grote hit worden. God mag weten waarom Atlantic zoveel moeite erin heeft gestopt om dit te doen slagen. Het is grotendeels een onopvallend nummer in de stijl van The Cats met een erg vreemde brug en uiteraard een sentimentele tekst. Begrijp me niet verkeerd: Ik vind het best een aardige single maar begrijp de moeite uit de jaren zeventig niet. Daarvoor is het me té kleurloos.

* Wizzard- Ball Park Incident (UK, Harvest, 1972)
* Wizzard- Angel Fingers (UK, Harvest, 1973)
Ik ben de bakken bijna allemaal door als ik links van me een stapeltje singles zie zonder hoes. Ik vind daar The Merrymen en ook deze van Wizzard. In tegenstelling tot The Four Tops en Wilson Pickett zijn deze platen in een beduidend betere staat. En het zijn twee titels van Wizzard die ik nog niet heb. Als Roy Wood het stokje heeft overgedragen aan Jeff Lynne en Electric Light Orchestra verder mag ontwikkelen als de 'Birmingham Beatles' gaat Wood verder terug in de tijd en getuigt van zijn bewondering voor Phil Spector en de popmuziek uit de jaren vijftig. Zijn barokke arrangementen werken immers ook prima bij Spector's 'Wall Of Sound'. 'Ball Park Incident' is een lekkere uptempo stamper dat prima mee kan in de glamrock en dus een grote hit is in Engeland. 'Angel Fingers' begint zelfs met de begeleiding van 'Be My Baby' van The Ronettes alleen klinkt het nu beter dan ooit tevoren dankzij het stereogeluid. Twee toppertjes van Roy Wood en zijn kameraden waar ik erg blij mee ben!

* Karen Young- Allentown Jail (NL, Major Minor, 1969)
Het is omstreeks 2006 als ik meen dat ik op de radio 'Allentown Jail' van Bojoura heb gehoord. In mijn herinnering is dat een erg fragiele folksong. Een paar jaar later hoor ik een opname van het nummer en moet ik mijn mening bijstellen. Nee, het is niet zoals ik het me herinner. Nu heb ik dan de versie van Karen Young in mijn handen en ik verwacht niet veel meer van deze uitvoering. Dit is natuurlijk de Engelse Karen Young die in 1970 een minuscuul hitje heeft met 'Nobody's Child' en niet te verwarren met Karen Young van de disco-hit 'Hot Shot'. Ik geef de voorkeur aan Young's uitvoering hoewel het glazuur van de tanden springt. Nog wel bijzonder om te melden dat op 45cat de Nederlandse single met een andere hoes staat. Mijn hoesje gebruikt dezelfde foto als de Duitse fotohoes maar is wel specifiek voor deze Nederlandse persing. Als ik kon scannen, stond deze morgen dus nog op 45cat.

maandag 21 oktober 2019

Blauwe Bak Veteranen deel 11



In de lijst voor vanavond staat ook nog 'Hold Back The Night' van The Trammps maar dat is een plaatje dat ik alweer jaren geleden heb terug gezet in de jaren zeventig-bak. Hierdoor blijven we niet in 1997 zoals verwacht maar maken we meerdere uitstapjes naar het buitenland in deze elfde aflevering van de 'Blauwe Bak Veteranen'. Zoals jullie kunnen merken heb ik lol in deze rubriek en moet ik me beheersen of ik doe het zelfs tweemaal per week. Het lijkt erop alsof de maandag de meest uitgelezen avond is voor een aflevering en dus houden we dat er voorlopig in! Vandaag wederom zes singles uit de Blauwe Bak op chronologische volgorde van aanschaf. Het betekent dat we vandaag een reis van bijna twee jaar in de tijd gaan maken: Van juli 1997 naar mei 1999. Wat zijn twee jaar op een mensenleven? De twee jaar tussen juli 1997 en mei 1999 hebben duidelijk een verschil gemaakt! Over naar de boosdoeners van vanavond.

61. Grazing In The Grass-Hugh Masekela (NL, Philips, 1968)
We zijn nog steeds bij de jukebox-boerderij in Molkwerum. Ik ben hier een paar weken geleden geweest en ben toen smoorverliefd geworden op een witte schoonheid. Ja, het heeft her en der bruine plekjes maar dat is voor mij geoorloofd. De dame is immers al veertien jaar oud. Nee, ik ga vanavond niet getuigen van pedofiele uitspattingen, de dame is een Vespa PK 50 S bromscooter uit 1983. Ik heb totaal(...) geen verstand van de techniek van brommers en scooters en geloof het meteen als me wordt verteld dat er iets is met de accu. Ze zullen het verhelpen wanneer ze tijd hebben en zo ga ik op een zondagmiddag op de Vespa Si-brommer naar Molkwerum om te zien of de 'wesp' al loopt. Nee, nog steeds niet. Dan komt een gigantische partij singles ter sprake welke ik voor een klein bedrag mag overnemen. De deal is snel gesloten en het kost een paar transporten om de partij in Jutrijp te krijgen. Veel jaren zestig dat niet bepaald interessant is voor de jukebox-handel en daar zit ook veel soul tussen. Waaronder deze klassieker van Hugh Masekela. Ik ben nog altijd op zoek naar de gezongen versie van The Friends Of Distinction en zo lang hou ik deze in de reserve-Blauwe Bak.

62. Ain't Nothin' But A Houseparty-Show Stoppers (NL, Park, 1968)
Over klassiekers gesproken! Ik ken de titel uit het 'Hitdossier' omdat de single in ons land in 1968 in de Tipparade heeft gestaan. Ik leer pas later dat het één van de grootste hits is geweest op het One-derful!-label uit Chicago en dat de plaat zeer gewaardeerd is in de Northern Soul. Terwijl het Havoc-label in Amerika de hulp zoekt van onder andere Motown (Honest Men), Chess (The Motions) en Paula ('Big Boss Man' van Shirley) biedt Park-Basart zichzelf aan om rhythm & blues van onafhankelijke labels in Nederland van een distributie te voorzien. De achterkant van dit fotohoesje toont onder andere 'Boogaloo Down Broadway' van The Fantastic Johnny C op het Whamm-label. Ik heb deze stamper in de lijst ingedeeld bij de Ere-Blauwe Bak maar het staat gewoon in de reserve-Blauwe Bak waar het beter tot zijn recht komt. Het is immers een klassieker die je altijd bij de hand moet houden dus wellicht ooit weer in de koffer als we een derde hebben? We verlaten hiermee Molkwerum en om een lang verhaal kort te maken: De Vespa heeft geen accu maar wel oude peut in de tank. Het kost me een aantal filters voordat het ding 'up and running' is maar beleef nog heel veel plezier aan het apparaat voor een half jaar.

63. Machine Gun-The Commodores (UK, Tamla Motown, 1974)
The Commodores heeft in de begintijd ook een nummer gemaakt met de titel 'The Zoo'. Naar het schijnt is dat de oorspronkelijke titel van 'Machine Gun' en is het iemand bij Motown die suggereert dat dit nummer klinkt als een machinegeweer. In de vorige aflevering zijn we ook in Denemarken geweest bij de boekhandelaar in Herning. Hij heeft besloten alles van Elvis te houden en de overige singles van de hand te doen. Het gaat voor prettige eenheidsprijzen en bevat de meest uiteenlopende titels en genres. Deze fraaie Engelse 'Machine Gun' maakt eveneens deel uit van het assortiment. Het is de eerste dag van de vakantie in Denemarken en ik koop hier eveneens de 1995-editie van de 'Rare Record Price Guide'van het tijdschrift Record Collector. Dat is feitelijk het punt waar het platen verzamelen haar onschuld verliest. Ik zie dat 'zeldzame' platen uit mijn verzameling plots niet zo zeldzaam blijken te zijn en ook ga ik steeds vaker speuren naar 'dure' singles aan de hand van deze 'bijbel'. Het vertelt me dat ik een keurige prijs heb betaald voor deze van The Commodores. Het staat in de Ere-Blauwe Bak.

64. Can't Satisfy-The Impressions (UK, His Master's Voice, 1966)
Ik ben al wel iets meer geïnteresseerd in soul dan vijf jaar geleden maar het is nog steeds niet zo dat ik werkelijk veel kaas heb gegeten van de muziek. Wat ik meeneem uit Herning is dus op goed geluk en daar zitten een aantal pareltjes bij. Wat te denken van deze van The Impressions. De originele Engelse persing in een puntgave conditie en ook dat is een 'hit' in de Northern Soul. Ik heb nog even moeten opzoeken hoe het precies zat met The Impressions en The Isley Brothers. Het is dus wel Curtis die leentjebuur heeft gespeeld bij The Isleys en daardoor Holland-Dozier-Holland en Sylvia Moy moet toevoegen aan de songschrijvers. Dat gebeurt overigens pas als de plaat een hit is geweest, deze single geeft nog gewoon de naam van Curtis Mayfield aan. The Impressions is een klassieker van het formaat dat altijd in de koffer mag blijven staan.

65. I Miss You Baby (How I Miss You)-Marv Johnson (UK, Tamla Motown, 1969)
Ik denk dat ik ditmaal specifiek speur naar Motown want ik ken de naam van Marv Johnson nauwelijks in 1997. Het is pas in Engeland als ik 'I'll Pick A Rose For My Rose' hoor en actief ga speuren naar deze single. Ik moet tot 2011 wachten voor dat exemplaar. Intussen staat 'I Miss You Baby' te verstoffen in de 'algemene' singles-bak. Het is pas na de verhuizing naar Nijeveen als ik de singles opnieuw door graaf op zoek naar potentiële Northern Soul dat ik dit nummer ontdek en dat het zelfs nog Week Spot mag heten in 2012. De single staat inmiddels dan wel in de reserve-Blauwe Bak.

66. Soul Serenade-The Mike Cotton Sound (UK, MGM, 1968)
Tegenover 'mijn winkeltje' in Mossley opent in 1999 een cafetaria de deuren. Het heeft voor mij de noviteit dat het Douwe Egberts-koffie schenkt maar ik kan me eigenlijk niet veroorloven om buitenshuis koffie te drinken. Het echtpaar organiseert eigenhandig een 'jumble sale' in de achtertuin op een zaterdagmiddag. Ik duik op een berg singles en zoek de meest interessante uit. Ze zijn spotgoedkoop en deze van The Mike Cotton Sound is de kers op de cake. Het voelt meteen aan alsof ik een koopje heb gedaan en ik kan een kreet niet onderdrukken als ik even later in mijn kamer in de 'Price Guide' kijk. Toch ben ik in eerste instantie het meest geïnteresseerd in de eigenlijke a-kant: 'We Got A Thing Going Baby' met ene Lucas op zang. 'Soul Serenade' ontdek ik pas in 2012 in Nijeveen en is eveneens Week Spot geweest in die tijd. De single staat inmiddels in de reserve-Blauwe Bak en nog alleen voor 'Soul Serenade'. Mijn exemplaar klinkt nog altijd erg fijn en zou tegenwoordig zo'n veertig pond kunnen opbrengen op Discogs.

zondag 20 oktober 2019

Singles round-up: oktober 2



Of ik verstandiger ben geworden door de jaren heen? Jazeker! Een tien tot twintig jaar geleden was ik in alle staten als ik langs een winkel fietste waarvan ik wist dat het platen verkocht. Ik zou en moest naar binnen en zo nodig platen kopen ook al liet het budget dit eigenlijk niet toe. Tegenwoordig kan ik me beter beheersen en kan ik moeiteloos ruim een jaar langs een kringloopwinkel fietsen zonder dat ik de neiging heb om naar binnen te gaan. Ik ben pas tweemaal naar binnen gegaan bij de winkel. In januari 2018, als het net is geopend, en een half jaar later doe ik even flink boodschappen bij de winkel aan de Paradijsweg in Meppel. Ik vind het een beetje een rommeltje dan. Teveel spul in een té kleine ruimte. Er is me de laatste tijd al vaker iets opgevallen aan de winkel. Zo merk ik dat de achterkant grenst aan de Hugo De Grootstraat en dat dit als ingang wordt gebruikt voor de nieuwe goederen. Ook is het minder druk vooraan bij de Paradijsweg. Gistermiddag was ik vroeg klaar met de PostNL en besloot even naar binnen te gaan en wat blijkt? Inmiddels maakt de kringloop gebruik van de volledige ruimte en is vooraan alleen de kledingafdeling. Ik worstel mezelf door ongeveer 1500 singles, veel piratenspul, en selecteer uiteindelijk vijftien die direct mee mogen. Wellicht dat ik nog eens een stel ga halen...? Vandaag de eerste acht.

* The Bad Examples- Not Dead Yet (NL, Jaws, 1991)
Tegenwoordig heeft ieder gehucht haar eigen festival. In veel gevallen met steeds dezelfde (Nederlandse) namen op de poster. In de vroege jaren negentig is het nogal wat als een organisatie een 'underground'-festival uit de grond stampt met meteen een arsenaal aan buitenlandse acts op de poster. Ik heb de flyer van het festival in Leeuwarden jaren lang aan de muur gehad. Een festival in een recreatiegebied bij Leeuwarden in de zomer van 1992. The Bad Examples treedt daar eveneens op. Ik ken 'Not Dead Yet' vooral vanwege de Vara-dinsdag. De rest van de stations 'lust' het niet echt en ik vind het meteen een leuk nummer. Toch moet ik erkennen dat ik het nummer in 27 jaar niet heb gehoord en ben benieuwd of de liefde is gebleven. Ja, het is precies de zompige jaren zeventig-rock zoals ik het herinner. Een iets luchtiger versie van The Black Crowes zou ik bijna willen zeggen. Een band welke ongetwijfeld meer sfeer brengt op een festival dan Lil Kleine of Maan.

* J.J. Barrie- Till You Love Me Again (Duitsland, Power Exchange, 1976)
De Blauwe Bak heeft me geleerd dat Pickwick niet alleen maar budget-compilaties heeft uitgebracht maar ook een 'nieuwe' catalogus had. Gisteren heb ik geleerd dat Music For Pleasure eveneens een eigen catalogus heeft in 1976. Het is dan voornamelijk country zover het oog kan zien. Merkwaardig dat 'Till You Love Me Again' in Duitsland als a-kant is uitgebracht, de reden van aanschaf is de b-kant: 'No Charge'. Dat is inderdaad het deuntje dat wijlen Bob Bouber tot een Nederlandse hit heeft gemaakt als 'Voor Niets'. Ik heb nog wel een latere Power Exchange-single van The Imperials, een Engelse persing, en daar wordt met geen woord over MFP gesproken. In Duitsland is ook de elpee van Bill Amesbury in de MFP-serie uitgebracht. Natuurlijk lusten de honden geen brood van deze dweil maar ik herinner van 'The Summer Spirit Of...' dat het nummer lastig in de originele versie is te bemachtigen in de digitale wereld en dus waag ik mijn euro eraan.

* Bee Gees- Someone Belonging To Someone (NL, RSO, 1983)
De groep is nog ter sprake gekomen in de 'Eretitel'. The Bee Gees is feitelijk de start van mijn verzameling geweest en vooral in de eerste jaren leg ik een flinke verzameling aan. Toch ontbreken anno 2019 een aantal singles en eentje daarvan is dit 'Someone Belonging To Someone' van de 'Stayin' Alive'-soundtrack. Het geldt overigens ook voor 'The Woman In You' en deze verwacht ik eerdaags ook nog wel eens voor een euro te vinden. 'Someone' is best een aardig nummer hoewel ik het helemaal niet ken, maar het is vooral om de collectie weer een stukje meer compleet te maken.

* The Four Tops- You Keep Running Away (NL, Tamla Motown, 1967)
De tranen schieten me in de ogen. Deze van The Four Tops zit zonder hoes tussen een aantal andere singles zonder hoes geperst en is niet ongeschonden uit de strijd gekomen. Ik heb het gisteren 'proef gedraaid' in 'Do The 45' en moet concluderen dat de plaat redelijk klinkt dankzij de harde opname maar dat een 'upgrade' met eventuele fotohoes nog altijd welkom blijft. Hoewel de Motown-hits bijna geen rol spelen in de Blauwe Bak heb ik deze al wel een tijdje op mijn verlanglijst gehad tot zover ik een dergelijke lijst heb. Wellicht toch nog reserve-Blauwe Bak voor deze.

* Honey Cone- Stick-Up (NL, Hot Wax, 1971)
Deze single heb ik al maar dit exemplaar oogt helemaal nieuw en mag de oude vervangen. Hij heeft ooit in de reserve-Blauwe Bak gestaan maar uiteindelijk blijkt deze niet té interessant voor deze bak. Sindsdien staat het bij 'Want Ads' in de jaren zeventig.

* Kenny- Fancy Pants (Duitsland, Rak, 1975)
Voor de liefhebbers: Vanavond draai ik vanaf elf uur de volledige Engelse top 50 van deze dag in 1968 waaronder dertig rechtstreeks van vinyl. Het is dankzij dit soort shows dat ik ben gaan zoeken naar singles welke grote hits zijn geweest in Engeland en lastig zijn te vinden in de digitale wereld. 'Fancy Pants' van Kenny kom je nog wel eens tegen op een verzamel-cd maar meestal in een matige kwaliteit. Kenny is een band uit dezelfde stal als Mud en is meer van hetzelfde. Best wel een leuke single en weer eens wat anders dan 'Dynamite' van Mud.

* Kokomo- A Little Bit Further Away (NL, CBS, 1982)
Ik heb aanvankelijk ook 'Will You' van Hazel O'Connor uitgezocht maar volgens mij moet ik die nog ergens hebben liggen. Toch heb ik opeens veel zin in 'Will You' en dat geldt ook voor deze van Kokomo. Bovendien is de plaat in nieuwstaat en dat is mooi meegenomen. Hoewel het zwijmelsoul van de bovenste plank is, gaat deze gewoon in de jaren tachtig-bak.

* The Merrymen- Soul Calypso (NL, Mata Hari, 1970)
Blijkt beduidend minder 'soulful' te zijn en gaat dus ook ongezien de jaren zeventig-bak in. Leuk voor nog eens op een zondagavond.

vrijdag 18 oktober 2019

Hier en nu: The Cinematic Orchestra



Ze zijn niet op een punt in het verleden gestopt met het maken van goede muziek en commerciële reut is van alle tijden. Het is pas sinds een paar jaar dat autotune wordt erkend in de producties maar feitelijk is het al jaren 'gereedschap' en krijgen officiële live-albums een post-productie in de studio. Zolang de muziek bestaat zal de radio je blijven teisteren met oorwurmen en loont het eveneens de moeite om op zoek te gaan naar mooie nieuwe muziek. Er is genoeg te koop en ik vul mijn radioshows graag met voorbeelden van nieuwe muziek uit alle windstreken en in alle genres. Toch is het maar zelden dat ik een plaat hoor waarbij ik alles laat vallen dat ik in de handen heb en waarbij ik de volledige speelduur van het nummer gekluisterd zit aan de luidsprekers. Freya Ridings heeft dit ooit voor elkaar gekregen met 'Lost Without You' maar het gaat op voor meerdere artiesten en groepen die voorbij zijn gekomen in 'Hier en nu' of 'Van hit naar her'. Dinsdag had ik weer zo'n moment toen ik een beetje sceptisch zou gaan luisteren naar de nieuwste EP van The Cinematic Orchestra en, ja, dit is weer zo'n moment dat ik met wijd opengevallen mond zit te luisteren. Ik snak bijna naar adem. Ik kan zó intens genieten van dingen dat ik bijkans vergeet om te ademen. De boosdoener is 'Wait For Now' van The Cinematic Orchestra.

Waarom zou ik sceptisch moeten luisteren naar The Cinematic Orchestra. Welnu, het is niet een compleet nieuwe naam. De band heeft twintig jaar geleden al haar debuut gemaakt en tussen het vorige studio-album en de nieuwste plaat zit ruim tien jaar. Het riekt naar een comeback zoals zoveel bands uit de jaren tachtig en negentig momenteel een comeback proberen te maken. Ik hoorde een week geleden bijvoorbeeld het nieuwe album van Red Box. U weet wel, dat bandje van 'For America'. De nieuwste plaat klinkt precies alsof het in 1985 zou zijn opgenomen en hoewel de band nog een hele leuke Engelse hit heeft gehad, is de versheidsdatum inmiddels decennia verstreken. In eerste instantie krijg ik hetzelfde gevoel bij het lezen van de naam van The Cinematic Orchestra, alleen moet ik nu vaststellen dat hun album een nieuw hoofdstuk is in het verhaal van de groep.

Jason Swinscoe is de leider van het project. In 1990 maakt hij reeds een single met zijn band Crabladder welke hij in eigen beheer uitbrengt. In 1994 wordt hij dj bij de Zuid-Londense divisie van Heart FM. Vijf jaar later brengt hij met The Cinematic Orchestra het debuutalbum 'Motion' uit. Het 'orkest' is in werkelijkheid een live-band met 'turntablists' en veel synthesizers. In 2001 wordt The Cinematic Orchestra gevraagd om de soundtrack te componeren voor een stomme film uit 1929: 'Man With A Movie Camera'. Het is in eerste instantie een eenmalig project maar in 2002 rolt het album met dezelfde titel van de band. Het gebruik van de elektronische samples is vernuftig maar is nooit echt aan mij besteed. Bovendien zit de groep nogal in de jazzy hoek van de elektronica en dat maakt dat ik anno 2019 niet een hoge pet op heb van The Cinematic Orchestra. Dat de band in maart na twaalf jaar een nieuw album heeft uitgebracht, is me niet helemaal ontgaan maar ik heb weinig aandacht besteed. Er zijn tussen oktober 2016 en de release van het album drie singles uitgebracht en 'A Caged Bird/Imitations Of Live' met Roots Manuva heeft het zelfs tot een 12"-formaat geschopt.

Voordat het Radio 5 Nostalgia wordt, kun je luisteren naar 747AM. Het trekt een cult-publiek en ik ben met name het laatste jaar een trouwe luisteraar. Vooral de VPRO maakt er 's avonds en 's nachts de dienst uit en daarmee hoef je geen mainstream-pop te verwachten? Op een zeker ogenblik doet de VPRO een nachtuitzending waar de radiomakers op zoek gaan naar 'stilstaande muziek'. Ik heb genoten van deze nacht! Dan komt een suggestie van een luisteraar en de VPRO willigt het verzoek in: De eerste twee of drie delen van 'Shine On You Crazy Diamond' van Pink Floyd. 'Expect the unexpected'. Sindsdien ben ik eveneens op zoek naar 'stilstaande' of 'trage' muziek en 'Wait For Now' past in dat straatje. Vergeet de jazz en de elektronica: Dit is een zeer fraai strijkersarrangement met her en der een paar gekke elektronische verbuigingen. De betoverende zang komt van Beverley Akua Mansa Tawiah, beter bekend als Tawiah. Ze wordt geboren in een Ghanees gezin Londen en werkt sinds 2006 als alt-soul, neo-soul en jazz zangeres en singer-songwriter. Uitgerekend vandaag heeft ze haar debuutalbum uitgebracht: 'Starts Again'. Wellicht dat we meer gaan horen van deze Tawiah? Voorlopig laat ik nog geregeld even de tijd stil staan met het adembenemende 'Wait For Now'.

Eretitel: 'How Deep Is Your Love'



Het voortbewegen op een ligfiets is iets heel anders dan op een normale fiets. Mijn wiskundig vermogen is te beperkt om de vergelijking op te gooien van het aantal omwentelingen. Gegeven is dat de ligfiets 24 inch wielen heeft en de postfiets wellicht 26 inch. Nee, het verschil is natuurlijk de houding en de manier waarop je de wind vangt. Op de ligfiets maakt voor of tegen de wind niet zoveel verschil, een stevige zijwind is verraderlijk met de tas achterop. Bij het gewone fietsen kan ik met wind in de rug nog wel een redelijke snelheid halen. Goed beschouwd is het stuk tussen Havelte en Meppel moordend als je tegenwind hebt en bovendien wordt er van je verwacht dat je vrijwel meteen aan de slag kan. Op de ligfiets is het juist van belang dat ik bezig blijf of anders kak ik in. De PostNL kent om en om piek- en daldagen. Woensdag is een piekdag geweest en donderdag zou een daldag zijn. Met een stevige tegenwind in het vooruitzicht zakt me de moed in de schoenen, zeker als je langer bezig bent met het vervoer op en neer tussen Meppel en Uffelte als met het bezorgen van de post. Zo heb ik gisteren geregeld dat ik thuis mocht blijven en in plaats daarvan vandaag zou helpen in de post. Met 'Afterglow' als bagage levert dat een korte nacht op maar op zijn minst is er een hoeveelheid post waarvoor ik graag naar Meppel kom fietsen. Hierdoor is het een iets andere vrijdag geworden dan normaal. Zal ik weer terug keren naar de muziek? Ja vooruit, vanavond hebben we 'How Deep Is Your Love' als de 'Eretitel'.

3. Sean Paul Featuring Kelly Rowland (2012)
Ik ben niet zomaar een beetje trots op 'Listen Carefully' en dus ook de 'Eretitel'. De rubriek is begonnen op een moment dat zelfs 'Tuesday Night Music Club' een 'tijdelijke' show is en dit programma bestaat in maart reeds vijf jaar. Gedurende deze vijf jaar heb ik bijna wekelijks een 'Listen Carefully'. Eigenlijk alleen niet in de laatste zes weken van het jaar als ik terugkijk op het voorbije muzikale jaar. Natuurlijk heb je titels als 'Freedom' of 'I Need You' waarvan je zelfs meer dan één 'Eretitel' zou kunnen maken en ik ben dan in het bijzonder trots op volzinnen. 'How Deep Is Your Love' is daar een treffend voorbeeld van. Calvin Harris is slechts een paar jaar oud en voordien kende ik de titel alleen van de Bee Gees. Voor 'Listen Carefully' heb ik een derde kandidaat nodig en dat vind ik op een album van Sean Paul. Een artiest en muziek waar ik helemaal niets mee heb en het is dus niet meer dan logisch dan dat we dit op nummer drie vinden in de 'Eretitel'.

2. Bee Gees (1977)
Een paar weken geleden ben ik blij verrast in 'The Vinyl Countdown'. Ik maak verontschuldigingen naar mijn radio-collega in de chatroom als ik me beklaag dat de jaren zeventig-bak vanavond erg eenkennig is. Het de eerste bak met de letter B en dat bevat veel van de gebroeders Gibb. Een overblijfsel uit de vroegste jaren van het platen verzamelen. Ik verwacht dat hij felle kritiek zal uiten maar dat valt reuze mee. ,,Een plaat van de Bee Gees valt zelden tegen", is zijn oordeel. Ik leg uit dat mijn platenverzameling voor een deel is te danken aan de Bee Gees. Ik lees in 1989 een biografie van de Bee Gees voor een spreekbeurt op school. Omdat je vaker singles vindt van de Bee Gees dan van The Moody Blues, begin ik vrijwel meteen na de modelauto's aan een Bee Gees-collectie. 'How Deep Is Your Love' neem ik op van de radio en heb ik zo jaren op cassettebandjes staan. Ik weet niet precies te herinneren wanneer ik de single op de kop heb getikt maar dat is vele jaren later! 'How Deep Is Your Love' is natuurlijk een bak stroop van de Gibbs en het is niet mijn favoriet. Ik ben toch eerder geneigd om 'Tragedy' of, het minder bekende, 'Love You Inside Out' uit deze periode te draaien. In de 'Eretitel' zal het genoegen moeten nemen met een tweede plek.

1. Calvin Harris & Disciples (2015)
Dezelfde radio-collega als van de Bee Gees heeft altijd hetzelfde mopje in de chatroom als Bee Gees of deze van Calvin Harris wordt gedraaid: 'How Deep Is Yours, Love?'. Calvin Harris heeft zijn rondjes gedraaid op Wolfman Radio dankzij de vrouw van de radiobaas en ondergetekende. Ik ken de naam van Calvin Harris uit de periode van 'Floorfillers'. De man is dan al een begrip in de Engelse muziekscene maar vrijwel onbekend in Nederland. Hoewel de achtergrond en intenties van beide heren totaal verschillend is, vergelijk ik Harris vaak met Mark Ronson. Ze zijn het dj-zijn al lang voorbij en zijn gewoon producenten in de stijl van een Phil Spector die gewoon alle 'credit' verdienen voor een plaat. Toch klinkt iedere Calvin Harris- of Mark Ronson-productie anders dan de voorganger en dat is iets waar bijvoorbeeld een Kygo van zou kunnen leren. Okay, soms zijn de platen niet zo sterk, maar je kan hem eigenlijk nooit beu worden omdat de volgende plaat weer een knaller kan zijn. 'How Deep Is Your Love' is een plaat die al gauw van 'Floorfilelrs' door sijpelt naar 'Tuesday Night Music Club' en ook lange tijd een resident op mijn mp3-speler. Het doet me denken aan de eerste weken met de 'Tuesday Night Music Club' en kan me nauwelijks voorstellen dat dit bijna vijf jaar is geleden.

We moeten accepteren dat de herfst is begonnen en alle zonneschijn die we in de komende weken krijgen is 'luxe'. Toch wil ik gerust zeven dagen wachten op de zon zodat ik volgende week driemaal 'Waiting For The Sun' kan behandelen.

woensdag 16 oktober 2019

Het zilveren goud: september 1994 deel III



Van mijn kindertijd naar oktober 2019 en dan weer een kwart eeuw terug in de tijd. Dat is Soul-xotica in een notendop. Dit is het derde bericht van vandaag en daarmee zitten we weer op schema. Hoewel? Pas het derde deel van september 1994 in oktober? Het goede nieuws is dat we volgende week oktober binnenstappen en dat dit slechts twee afleveringen is. In november en december moet ik het weer opnieuw bekijken en zal bovendien aan de slag moeten om 1995 naar inzicht vast te stellen. Mijn herinnering zegt nu dat dit een jaar is geweest met héél veel platen. Ik kan me echter ook een kringloopwinkelbezoek herinneren in 1995 waarbij ik me niet kan heugen wanneer ik voor het laatst singles heb gekocht. Hoe dan ook: De herinnering van 2019 moet uitsluitsel brengen en dat lijkt op voorhand al tweemaal per week te worden. Vandaag het tweede deel van de 'gewone' singles die ik in september 1994 haal bij 'het goede doel' in Nijezijl, een buurtschap buiten IJlst. Ik weet niet meer te herinneren of deze singles per gewicht werden verkocht. Ik heb ik in september 1992 de singles wel laten wegen en de kiloprijs betaald. Ik denk het van wel als ik naar de singles kijk. Eentje meer of minder doet er niet toe en dat levert enkele gekke plaatjes op.

Ik ben in deze tijd lid van de SOlex-club in Joure en dat is één van de oudste en grootste clubs op dat gebied. Het organiseert iedere eerste zaterdag van september het wereldkampioenschap Solexrace in Joure. De dochter van de voorzitter heeft een Afrikaan in haar kennissenkring en hij laat zich overhalen om mee te doen aan een Solexrace. Hierdoor kan de organisatie dit het wereldkampioenschap noemen. De deelnemer komen van heinde en verre want het is altijd gezellig met het wereldkampioenschap. Net zoals bij het 'banger racen' dat ik eerder heb genoemd, heb je bij een Solexrace twee soorten van deelnemers. Bij de 'bangers' heb je de 'broodrijders' die zo ongeschonden mogelijk uit de race willen komen en gaat voor het maximale aantal rondjes dat gereden moet worden. Andere deelnemers zijn er meer voor het publiek en gaan alleen maar voor de meest spectaculaire klap, ook al is hun auto daarmee meteen helemaal total loss. Anderen proberen om met de meest exclusieve wagen op het terrein te komen en malen ook niet om het snel rondjes rijden. Zo is het ook bij de Solexen. Een deel gaat plat op het stuur door de bochten om maar zo snel mogelijk bij de finish te komen. Het publiek komt echter om te lachen om die malle fietsen met motor en hebben meer aan 'ons' die het niet zo serieus nemen en bij de jurywagen stoppen om te vragen hoeveel rondjes ze nog moeten. Hoewel ik in deze periode toch nog eens derde word bij een race in Echtenerbrug ben ik in Joure voor het vertier. 's Avonds rij ik meteen door naar Het Bolwerk. Dat heeft een hardcore-festival met de gerenommeerde bands Slapshot en Ignite. Het heeft echter een extra band meegenomen dat ervoor zorgt dat er drie bussen uit Rotterdam zijn gekomen. De band heet The Offspring en 'Come Out On Play' is dan net een paar maal op de radio gedraaid.

De programmeurs in Het Bolwerk zijn dol op de hardcore uit New York en het trekt doorgaans aardig wat publiek. Ik heb dankzij de krant een paar legendarische namen gezien maar heel eerlijk... is het voor mij steeds 'meer van hetzelfde'. Na een indrukwekkende set van Ignite wordt het opeens veel melodieuzer op het podium. Dat moest ik eigenlijk toejuichen maar ik vind de sfeer ook té melig voor hardcore. Ik loop naar de bar en uit mijn frustratie bij mijn buurman. ,,Wat een baggerband", oordeelt hij. We gaan zitten met een biertje en al gauw blijk ik van hem te hebben gehoord. Ik weet dat hij gitaar speelt en zo komt Horrible Dying ter sprake en neem ik hem ter plekke aan als de nieuwe gitarist. De oorspronkelijke gitarist heeft dan net besloten dat het welletjes is geweest. Een schoolvriend van de zanger wordt de tweede gitarist en zo is Horrible Dying dan weer compleet. Ik ben voornamelijk de 'manager' en moet 'optredens regelen' zoals de drummer het zegt. Dat is snel gepiept!

,,Okay jongens, we hebben een optreden". De band is 'not amused'. ,,Ja, ik moest toch optredens regelen", verdedig ik. Het is dan half oktober en over drie maanden hebben we het eerste optreden in het dorpscafé van Hommerts. We kunnen dan net drie liedjes spelen en dus is er werk aan de winkel. Zonder deze afspraak denk ik dat de band nooit op het podium was gekomen en dat het tot het einde der tijden in de oefenruimte was blijven hangen om nummers te perfectioneren. Misschien heb ik met mijn aanpak de 'credibility' van Horrible Dying om zeep geholpen, maar het is wel rock'n'roll!

1986 Round The Bay Of Mexico-Belafonte (UK, RCA, 1959)
1987 Ostrechs Karnavalslied-Boerekapel D'Ossekoppe (België, W.B. Sound, 1974)
1988 Two Fools In Love-Lori Spee & Gary Brooker (NL, Philips, 1986)

Om onduidelijke redenen worden de platen van Harry Belafonte in Engeland een tijdje uitgebracht onder de naam Belafonte en 'ROund The Bay Of Mexico' is de laatste in dat rijtje. De Boerekapel heeft in 1994 een 'foldaround' fotohoesje dat twintig jaar later half is vergaan en ik derhalve maar weg gooi. De reden waarom ik de plaat meeneem is vanwege een andere single op W.B. Sound die we volgende week gaan tegenkomen. Ostrecht is tijdens carnaval de naam voor Ossendrecht bij het Brabantse Woensdrecht. De carnavalsvereniging bestaat bijna zestig jaar en heeft dus in 1974 deze single gemaakt. 'Two Fools In Love' staat bij mij in de jaren tachtig-bak bij Gary Brooker maar eigenlijk is het een plaat van Lori Spee waarop Brooker de gastvocalen doet. Brooker heeft het nummer geschreven met ex-Procol Harum-collega Matthew Fisher en heeft het in 1985 zelf als single uitgebracht.

1989 Walking Into Sunshine-Central Line (NL, Mercury, 1981)
1990 Funk It Up-Monica Chen (NL, 41 Records, 1981)
1991 Church Of The Poisoned Minds-Culture Club (Duitsland, Virgin, 1983)

Geen bijzonderheden wat betreft de bovenstaande drie. Ze hebben allemaal de fotohoes intact bij aanschaf.

1992 Uit, Goede Gewoonte-Henk Elsink (NL, Philips, 1971)
1993 The Windmills Of Your Mind-José Feliciano (NL, RCA Victor, 1969)
1994 Dansa-Massada (NL, Kendari, 1978)

Henk Elsink staat in de jaren zestig-bak vanwege 'Snor' op de b-kant. Dat is oorspronkelijk uitgebracht voor het carnaval in 1968 maar heeft het moeten afleggen tegen de feestneus van Toon Hermans. Ik heh zojuist het clipje gedraaid van 'Snor' en tevergeefs gewacht op iets grappigs. Als er een Nederlandse komiek al decennia lang gedateerd is, is het wel Henk Elsink. Feliciano bevat maar liefst twee singles en tweemaal dezelfde. Met Massada is het balletje rond. De groepsleden reden in de late jaren zeventig rond in een Citroën SM dat weer aansluit bij het eerste bericht.

Volgende week de laatste singles van september 1994 en de eerste van oktober en bovendien gaan we voorbij de nummer 2000.