dinsdag 31 oktober 2017

Eindstreep: oktober 2017



Het eenendertigste bericht. Zo kan ik tevreden de maand afsluiten. Kan oktober 2017 de boeken in gaan als de 'wedergeboorte' van Soul-xotica? Ik kan het nauwelijks geloven, maar de bezoekersaantallen zijn niet een beetje gestegen ten opzichte van een paar weken geleden! Ik weet niet wie het woord heeft verkondigd want zelf ben ik dat niet geweest. Soul-xotica is gegroeid door 'mond-tot-mond'-reclame. Op de laatste dag van de maand maak ik, zo mogelijk, een balans op van de vinyl-aanwinsten van de afgelopen maand en daar besluit ik ook vandaag mee. Eerst een paar feitjes voor de statistieken en dan een top tien, samengesteld uit de nieuwe aanwinsten.

In dit overzicht 'ontbreekt' één single: 'I Need You' van Diane Jenkins. Omdat ik deze reeds in juni heb betaald, is deze mee gegaan in de 'Eindstreep' van de betreffende maand en staat daar zelfs op 1. Dan tel ik vervolgens vierentwintig singles. Daarvan zijn er zeventien voor de Blauwe Bak en daarbij reken ik ook de Pink Elephant-uitvoering van Mardi Gras' 'Too Busy Thinking 'Bout My Baby'. Deze vervangt de latere heruitgave in de reserve-Blauwe Bak. Vier singles heb ik dubbel. Daarbij is 'Eloise' van Barry Ryan 'op verzoek' gegaan om mijn oude exemplaar te vervangen. Ik heb 'The Smile' van Brainbox al wel in de Nederlandse uitvoering, maar de Duitse Columbia-persing voelt aan als een aanvulling en bovendien speelt het nummer de hele dag in mijn hoofd. Deze heb ik dus eveneens de top tien binnen gelaten. Deze zou er dan als volgt uit moeten zien:

1. That's What I Get-J, J & G

2. It Don't Take Much-Rare Gems Odyssey

3. This World Of Mine-Jay & The Techniques

4. The Smile-Brainbox

5. If You Can Feel-The Metros

6. Can't Help But Love You-The Whispers

7. Love Me-Ad Libs

8. Make Me Yours-Bettye Swann

9. When It's Love-Direct Current

10. True Love Travels On A Gravel Road-Percy Sledge

Week Spot: Rare Gems Odyssey



Over een maand zet ik mezelf schrap voor de samenstelling van de Blauwe Bak Top 100. Er mogen dan niet genoeg singles zijn voor een 'eerlijke' Top 100, maar daarentegen zijn er een aantal platen die ik in 2016 heb gekocht en niet in de Top 100 van vorig jaar hebben gestaan. Enkele van deze titels hebben vooral in 2017 'gespeeld' voor mij en dus laat ik deze titels toe in de komende Top 100. Bij voorgaande jaren kon ik in november al de nummer 1 voorstellen, maar dat ligt op dit moment nog helemaal open. Dit jaar is 'rustig' geweest ten opzichte van de vorige jaren, het zijn wel 'knallers' en platen die lang op mijn verlanglijst hebben gestaan. Neem nu de kersverse Week Spot. Drie weken geleden had ik niet durven dromen dat ik deze kon voorstellen als de Week Spot maar nu ik hem in de koffers heb, kan het geen twee weken meer duren. De Week Spot van volgende week is een brok nostalgie, die van deze week is de 'droomplaat': 'It Don't Take Much' van Rare Gems Odyssey (1975).

In de begin jaren negentig werkt het internet nog niet zo als op het moment. Om je radio-droom te verwezenlijken, moet je aankloppen bij de lokale of regionale radio. Alleen het meest opvallende talent uit deze sectoren maakt kans op een baan bij de vaderlandse radio. Toch heeft niet iedere radiomaker op lokaal niveau de ambitie om door te stoten naar de top. Lokale radio stelt je immers eveneens in staat om je liefhebberij uit te dragen, net zoals dat tegenwoordig bij internetradio gebeurt. Er is begin jaren negentig een gerespecteerd Northern Soul-dj die op zaterdagavond ergens de dansvloer in vuur en vlam zet, maar op vrijdagavond in de lokale radiostudio zijn kunsten vertoont. Hij krijgt in 1992 groen licht van het bestuur van het station om de eerste 'Allnighter' op de radio te doen. Gedurende de jaren 1992, 1993 en 1994 wordt het een maandelijks terugkerend evenement. Hij weet zijn vrienden uit de 'scene' te motiveren mee te doen en deze reizen massaal af naar de radiostudio om hun 'show' te doen. Wat precies de reden is geweest, zal ik wellicht nooit weten. Toch komt na 1994 het klad in 'Radio's First All Nighter'. Het zijn dan alleen de luisteraars van het lokale station die hebben kunnen genieten van de shows, hoewel de individuele dj's ook nog goed de uitzendingen weten te herinneren.

In 2013 komt Rarenorthernsoul, de grote Engelse dealer, bij een hoeveelheid vinyl een paar cassettebandjes tegen. Op deze cassettes blijken een paar van deze 'All Nighters' te staan. Omdat de cassettes geen verzamelwaarde hebben, besluit het een soort van 'best of...' te maken in podcast-vorm. Deze worden gratis aangeboden op de website van de dealer. Begin 2014 heb ik ze allemaal al eens gedraaid, maar plaats ze zorgvuldig op mijn mp3-stick voor de vakantie van 2014. Een jaar ervoor, de dagen in De Steeg, staan muzikaal in het teken van de 'Northern Soul Jukebox' en enkele nummers uit de eerste 'Floorfillers'-shows. In 2014 draait het om de Blauwe Bak Top 100 van 2013 plus deze opnames uit de jaren negentig. Tegen de heuvelachtige achtergrond van Zuid-Limburg leer ik nieuwe dingen kennen en al snel verrijkt dit mijn Blauwe Bakken. 'It's More Than I Deserve' van Joey Gee is de eerste die voortkomt uit deze podcasts. Een andere podcast wordt een échte favoriet: Hierin draait de dj eerst latere (omstreeks 1979) opnames van 'grote namen' uit de jaren zestig en doet daarna een 'special' over een paar favoriete labels. Hier hoor ik de eerste opnames op het Perception-label, raak verslingerd aan 'Hey Girl' van The Caprells (sinds 2015 in de koffers) en vergaap me aan de Renfro-platen. Eén van de parels uit deze podcast is 'It Don't Take Much' van Rare Gems Odyssey.

De schrijver op Allmusic windt er geen doekjes om. De beoordeelt alleen het debuutalbum van Rare Gems Odyssey en, als we hem moeten geloven, is de plaat buiten 'What Is Funk' ondermaats. Daar staat dan weer tegenover dat onze Week Spot niet op dat album staat, maar of dat zijn mening had kunnen veranderen? De groep ontstaat in 1969 als Black Gems Rare (volgens de officiéle website) en wordt gevormd door Charles Givings, Charles Jones en Johnny Ross. In de vroege jaren zeventig wordt de groep verder uitgebreid met Debra Givings Lee en Johnny Ross en ontstaat Rare Gems Odyssey. De groep is lokaal erg succesvol en wekt de interesse bij James C. Renfro van het gelijknamige Renfro-label. Renfro heeft een wat gekke geschiedenis. De meest bekende plaat van het label is de Northern Soul-klapper 'He's A Flirt' van The Sequins en veel van het werk verschijnt rond 1970. Zodoende wordt op enkele pagina's op het web ook 1970 of 1971 gegeven aan de single, maar 45cat baseert zich op de betrouwbare release-info van Billboard. Dat stelt dat de plaat in december 1975 op de markt is gebracht. 'Touchdown' is een speels nummer dat rondom een wedstrijd is gebouwd, maar mijn duidelijke voorkeur gaat uit naar het sobere 'It Don't Take Much'.

De single doet niets, maar Rare Gems Odyssey blijft goed in de optredens zitten. Dan krijgt het een contract bij Casablanca waar de groep meteen een langspeler mag opnemen. Het is vooral 'What Is Funk' dat veel aandacht krijgt op de radio. Gebouwd op een James Brown-riff, is dit niet meer dan zes minuten 'geouwehoer' met als centrale vraag 'What is funk'. Rare Gems Odyssey meent zélf dat het bij 57 radiostations op 1 heeft gestaan en een paar keer een plekje onder 'Brick House' van The Commodores. Toch weerspiegelt dit niet de verkoop en hitparade-succes want de elpee flopt genadeloos. In 1978 maakt de groep voor een nieuw label een tweede elpee, maar ook deze wordt snel vergeten. Het brengt de leden echter niet van de wijs en dat blijft onverminderd optreden. In 1993 doet een cd-single de ronde bij lokale zaaleigenaren en zelfs als Magere Hein toeslaat, haalt dat de groep nóg niet van het podium. Overigens heet de groep sinds 1978 wel Rare Gems om verwarring met het meer succesvolle Odyssey te voorkomen.

In de jaren 2005 en 2013 verliest de groep Charles en Debra Givings en oudgediende Johnny Ross. De resterende drie zijn dan Jimmy Gough en Tony en Darren Coleman. Eerst wordt zangeres Sheree Dunn aangenomen, gevolgd door de muzikanten Mykale Thomas en Carl Johnson. Dat treedt op tot de dag van vandaag.

maandag 30 oktober 2017

Raddraaien: Blondie



Vanmiddag meldt mijn collega dat ze haar contract is verlengd. Zelf heeft ze daar zorgen over gemaakt terwijl wij haar hebben geprobeerd te overtuigen dat dit nergens goed voor zou zijn. Bij goed functioneren wordt dat altijd verlengd en zeker nu we tekort aan personeel hebben! Waarom zou ik het over werk hebben op Soul-xotica? Welnu, ze is in maart bij ons aan het werk gegaan. Dezelfde week als van de verkiezingen en dus ook de week dat ik met deze serie 'Raddraaien' ben begonnen. Haar contract duurt nu tot begin mei, maar ik weet niet of ik dan al klaar ben met de volgende serie. Ik ga na publicatie van deze 'Raddraaien' de lijst opnieuw samenstellen en dan kunnen we weer een paar maanden vooruit. De laatste 'Raddraaier' van deze serie komt uit de tweede jaren zeventig-bak en is van een groep waar ik gerust 'Een leven met...' over zou kunnen schrijven, maar ik hou het in dit geval erg kort. De 'Raddraaier' is 'Dreaming' van Blondie uit 1979.

Waar en wanneer? Dat moet, denk ik, bijna twintig jaar geleden zijn. Het is één van de spaarzame weekeinden in november 1997 dat ik niet op de ADM ben. Ik ga 's middags 'ouderwets' naar de vlooienmarkt in de Veemarkthal in Sneek. Nu ik erover nadenk, is dit mijn laatste vlooienmarkt in de Veemarkthal geweest. Ik ben in 2001 nog eenmaal op de 'fancy fair', maar dit zal de laatste vlooienmarkt zijn. Qua platenhandel is het dan al flink achteruit gehobbeld. Menig handelaar weet dan dat oude platen méér waard zijn dan het eerdere kwartje of twee. Ik koop deze middag een paar singles van Blondie voor een vijftig cent of een gulden. Het kan nog wel, hoewel de jaren zestig-platen al snel twee gulden of meer moeten kosten. Een paar weken later zal Blondie een rol spelen in een legendarisch weekend. Ik ga in de volgende maand vast nog een bericht terug naar de ADM en wellicht dat dit weekend dan eveneens voorbij komt. Wordt vervolgd!

Ik verwacht Blondie vroeg of laat nog wel eens in 'Raddraaien' of op een andere manier en dus ga ik deze kort houden. De groep is alom aanwezig op de radio omstreeks 1980, maar toch zal de liefde voor de groep pas veel later ontstaan. Het is begin 1999 als ik in Mossley de 'sensationele' nieuwe single van Blondie hoor en mee maak hoe de plaat een prestatie levert die maar weinig artiesten hebben nagedaan: 'Maria' bereikt de eerste plek in Engeland en dan heeft Blondie in drie decennia steeds een nummer 1-hit gescoord. Het vierde decennium laat lang op zich wachten. Dit jaar is een nieuw album verschenen van Blondie, maar dat doet minder stof opwaaien dan 'Maria'. Het leuke aan het nieuwe album is dat het heel eigentijds klinkt. Of... het klinkt als de bands van tegenwoordig die zwaar zijn beïnvloed door het oude werk van Blondie. Er wordt schaamteloos zelf-plagiaat toegepast en dat staat haaks op het verfrissende 'Maria' uit 1999, ook al komen de kerstbellen drie maanden te laat. En, o ja, hetero als we zijn: Debbie Harry is nog steeds een prachtige vrouw. Niet meer de Marilyn Monroe van 1979, maar we worden allemaal een dagje ouder! Morgen presenteer ik jullie de nieuwe Week Spot en de 'Eindstreep' en dan kan ik in november 'los' met een nieuwe serie 'Raddraaien'!

Raddraaien: Stray Cats



Morgen is de laatste dag van de maand en ik heb nog vier berichten te gaan om oktober tot een goed einde te brengen. Wat gaan we daar aan doen? Welnu, ik heb nog twee platen in de oude serie 'Raddraaien' welke ik vanavond tot een besluit ga brengen. Ik kan dan in november van start gaan met een schone lei. Dat betekent dat ik jullie eerst een jaren tachtig-plaat ga voorschotelen en straks nog eentje uit de jaren zeventig. Aansluitend kan ik dan bezig met het opstellen van de nieuwe lijst, want de rubriek blijft 'geven' en dus ga ik stug door met 'Raddraaien'. Nu zet ik eerst de huidige veertigste single uit de tiende jaren tachtig-bak centraal: 'Rock This Town' van Stray Cats (1981).

Waar en wanneer? Gedurende de jaren negentig zijn mijn gevoelens tegenover de jaren tachtig erg gecompliceerd. Naarmate het decennium verstrijkt, laat ik langzaam wat jaren tachtig binnen in de verzameling maar het moeten dan échte favorieten zijn. Vanaf 2003 krijg ik méér nostalgische gevoelens bij de muziek uit de jaren tachtig en kan ik het scheiden van de persoonlijke gevoelens over deze tijd. In sommige gevallen is de herinnering niet erg pijnlijk en daar is deze van Stray Cats een fraai voorbeeld. Ik ben zes jaar oud als dit plaatje hoog op de vaderlandse hitparade staat en dan neemt mijn educatie net de eerste vormen aan. Ik voel me minder 'eenzaam' bij Stray Cats dan bij menig plaat uit 1984 of 1988. Het is pas in 2003 dat ik weer vrijuit kan luisteren naar jaren tachtig-platen. Ik twijfel of ik de single op de 'Pikkepoelie', de overdekte vlooienmarkt in Steenwijk, of bij 'De Gouden Kikker' heb gekocht. Zeker is wel dat dit in februari 2005 is geweest. In geval van de 'Pikkepoelie' ga ik die middag naar Zwolle, waar het carnaval aan de gang is, om enkele nieuwe elpees te kopen. Na afloop drink ik biertjes in de kroeg die ik een jaar ervoor een paar keer heb leeg gedraaid met mijn oorverdovende rock'n'roll. De klandizie kwam voor Elvis en niet voor The Dirtbombs!

Dat ik een plaat uit 1981 pas in 2003 leer waarderen, is op zichzelf geen vreemd gegeven. Het lijkt sinds een paar jaar te zijn gestopt of ik moet een huidige 'revival' van gabberhouse of Britpop over het hoofd zien. Een 'revival' vindt doorgaans twintig jaar later plaats. In 1976 barst de rock'n'roll-revival los met verzamelalbums op K-Tel en lieden als Hank Mizell op de hitparade. In de jaren tachtig staan compilaties van Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick & Tich en Petula Clark tussen elpees van de Dire Straits en Tina Turner in de albumlijsten. In de jaren negentig is het de jaren zeventig-disco en in de nieuwe eeuw de jaren tachtig. Engeland kent daarentegen een paar eigen 'revivals' omstreeks 1979. Tussen de punk enerzijds en de stadionrock anderzijds is opeens plaats voor Northern Soul, Mod en ook rockabilly. In 1979 zijn bepaalde jongeren voortdurend aan het sneupen tussen vodden voor hun 'look', die van de 'teddy boys' uit de jaren vijftig. Klassieke pakken met een zwart leren jack als rebelse ondertoon. Het haar wordt lang genoeg behandeld zodat er een krul op het voorhoofd verschijnt. De 'teddy boys' inspireren uiterlijk weer de Mods en dus is het niet gek dat in 1979 wordt terug gegrepen naar deze kledingstijl. Op Long Island in New York speelt in 1979 een trio dat zich direct laat beinvloeden door de archieven van Sun Records uit de jaren vijftig. Het bouwt wel snel aan een schare fans op lokaal niveau, maar de heren spitsen de oren als ze horen wat daar in Engeland gaande is. Dat klinkt als 'brood op de plank' voor de band en het trio besluit de oversteek te wagen.

Stray Cats wordt in 1979 opgericht door zanger-gitarist Brian Setzer, contrabassist Lee Rocker en drummer Slim Jim Phantom. De naam is eerder gebruikt in de films 'That'll Be The Day' (1973) en 'Stardust' (1974) en, alvorens het trio besluit om deze naam te nemen, speelt de groep als The Teds, The Tomcats en Brian Setzer & The Tom Cats. De groep ontketent niet alleen een rockabilly-revival als het in Engeland arriveert, maar het trekt ook de aandacht van vele muzikanten en platenmaatschappijen. Virgin, Stiff en Arista vechten om de groep binnen te halen en de laatste wint de rechten voor Engeland. Robert Plant, Keith Richards en Dave Edmunds zijn enkele beroemde namen die vanaf het eerste moment 'fan' zijn van de groep en optredens bijwonen. Edmunds heeft in het bijzonder erg veel interesse om te werken met de groep en hij produceert de eerste langspeler van Stray Cats. Het album slaat in als een bom en levert met 'Runaway Boys' en 'Rock This Town' een paar gigantische hits af. Stray Cats zal dan nog twee albums maken die kwalitatief niet onder doen voor het debuut en die beide goede recensies krijgen, maar het levert niet de gewenste verkoopresultaten op. In 1984 is de groep feitelijk nog altijd op een hoogtepunt als er meningsverschillen ontstaan. De groep gaat tijdelijk uiteen, maar zal in de daaropvolgende vijfentwintig jaar vele reünie-optredens doen en ook verschijnt er nieuw werk. EMI-America heeft de Amerikaanse rechten van Stray Cats en brengt in 1983 een album uit dat het beste van de eerste twee Engelse elpees bevat. Ook daar heeft de groep alsnog veel succes.

Brian Setzer is de eerste die de stekker uit Stray Cats trekt. Hij zal kort daarop tijdelijk afscheid nemen van de rockabilly en zich meer toeleggen op 'rootsy' Americana. Phantom en Rocker staan op het podium en in de studio met uiteenlopende muzikanten als Bob Dylan, Keith Richards en The Honeydrippers van Robert Plant. De rock'n'roll en rockabilly van vóór Stray Cats is in Engeland een beetje knullig geweest door toedoen van groepen als Showaddywaddy en The Darts. Stray Cats combineert in kledingstijl de 'teddy boy'-look met punk-elementen en bovendien is het spel van Lee Rocker onnavolgbaar voor menig Engelse bassist. De invloed reikt verder, want nog immer zijn er psychobilly-groepen die Stray Cats als inspiratiebron rekenen.

Voor mij is Stray Cats vooral de band in Toppop met die vreemde 'staande gitaar'. Ik ben zes jaar oud en heb dan nog niet eerder een contrabas gezien. Behalve Frank Noya in 'De Film Van Ome Willem', want die bespeelt eveneens het instrument. Ik zie trouwens net dat hij precies een jaar geleden op 82-jarige leeftijd is overleden. Ik denk dat de grote staande gitaar eerder opvalt tussen de synthesizers en Penny De Jager-dansers in Toppop en dat het daarom extra indruk heeft gemaakt. Ik heb in de jaren 2005 en daarna veelvuldig gebruik gemaakt van de single want het is geheid feest als je deze los laat op het uitgaanspubliek. Ook bij de radio gaat het er altijd in als Friese kruidkoek!

zaterdag 28 oktober 2017

Singles round-up: oktober 4



Over bijna een maand stel ik de Blauwe Bak Top 100 samen. Deze zal, zoals verwacht, niet uitsluitend uit platen van 2017 bestaan, maar ook enkele uit de 'bubbling under' van vorig jaar. Daar zitten immers een paar singles bij die meer in dit jaar hebben 'gespeeld' dan in 2016. November is dan de laatste maand om nog het meest essentiële binnen te halen. Een jaar geleden heb ik de singles afgerekend bij Mark zodat die nog mee konden voor de Top 100. Ook heb ik in november 2016 'Do It Again' van Lady Wray toegevoegd. Ik heb momenteel drie singles in mijn winkelmandje op Discogs. Eentje daarvan moet zeker mee voor de Top 100. Van de tweede dacht ik dat mijn oude exemplaar bleef hangen, maar die heb ik vanmorgen probleemloos gedraaid. Nog eens poetsen en dan weer bekijken! De derde is een alleraardigst leuk plaatje dat ik woensdag in de 'Divine Chord Gospel Show' heb gehoord. Die twee of drie gaan nog volgen in november. Nu sluit ik dan de singles-aankopen van deze maand af. De vier die ik vandaag presenteer, komen van 'good old' Marktplaats. Het is meestal voor de gein dat ik even op 'Northern' ga zoeken op Marktplaats. Even kijken wat voor aftandse country in demo-vorm worden aangeboden als zijnde 'Rare Northern Soul'. Dan kom ik bij een rits advertenties van een, in Limburg woonachtige, Engelsman. Ik kan mijn ogen niet geloven want dit is 'mean business'. Geen prijzen, maar bieden. Dat levert soms tenenkrommende situaties op. Ik bied op deze vier naar waarde en krijg een mailtje van hem over Rare Gem Odyssey. Voor vijf euro méér mag ik hem hebben en met de rest gaat hij akkoord. Dat levert dit kwartet op.

* The Delfonics- Loving Him (US, Philly Groove, 1969)
Mark heeft de dag ervoor deze geadverteerd en daardoor ben ik bekend met zowel a- als b-kant. De laatste geniet mijn voorkeur en net als ik deze wil reserveren, reageert iemand anders. Mark kennende vermoed ik dat dit de vinyl-uitvoering met de rode labels moet zijn geweest. Nu heb ik het ding voor ietsje minder in absolute nieuwstaat. Alleen... voor hoe lang? Het is van dat styreen dat je niet durft vast te pakken. Het voelt aan als zeer dun glas. Tien keer draaien en de eerste 'distortion' begint zich aan te dienen. Zover is het nu nog niet, ik heb de plaat slechts eenmaal gedraaid en doe het morgenmiddag om 15.00 uur weer op Wolfman Radio. 'Hun beste', heb ik iemand horen zeggen, maar daar ben ik niet zo zeker van. Er is nóg een meer upbeat nummer van The Delfonics waar ik al eens bij heb lopen twijfelen. Verder is er ook helemaal niets mis met 'Ready Or Not' of 'La La La Means I Love You'. The Delfonics heeft volgens mij geen slechte plaat opgenomen. Ik beschouw deze niet als essentieel, maar wel mooi om in de bakken te hebben.

* Lorraine Ellison- Stay With Me Baby (UK, Warner Bros., 1966, re: 1975)
Het is een erg leuke en vrij diverse handel die hij aanbiedt, maar alles valt onder te brengen in de Northern Soul. Enkele klassiekers, een paar heruitgaven, een paar echte bootlegs, maar ook minder voor de hand liggende platen. Het lijkt op het eerste gezicht de verzameling van een dj, maar aan de staat van de platen denk ik weer aan een verzamelaar of wellicht een danser die erg zuinig is geweest op zijn platen. Hij blijkt bovendien een gedegen kennis te hebben van de waarde bij John Manship, maar stelt zich uiterst schappelijk op! Ik denk dat ik Lorraine Ellison als eerste aan het 'winkelmandje' heb toegevoegd. Ik kan het me niet zo goed herinneren als ik ga betalen, maar vooruit... hij is goedkoop geweest. Deze opname van Lorraine Ellison is zo'n grote 'hit' in de Engelse Northern Soul dat Warner Bros. in 1971 een heruitgave op de markt wil brengen. Het lijkt alsof het label het niet aandurft en pas in 1973 verschijnt deze heruitgave met '1971' op de labels. De oplage van 1973 is in een vloek en een zucht uitverkocht en dus perst het de single in 1975 opnieuw. Dan wordt het zelfs een bescheiden Engelse hit! Ik heb het nummer ooit wel erg goed gevonden, maar nu? Lorraine zingt niet een beetje 'over the top' en het heeft voor meer met Janis Joplin te maken dan met 'soul'. Gelukkig staat de b-kant eveneens hoog aangeschreven en dat kan ik wel waarderen. Helaas... de plaat komt niet in de koffers en staat nu in de reserve-Blauwe Bak. Kan ik daarbij aanvullen dat hetzelfde is gebeurd met Bette Williams en Nancy Wilson uit de vorige 'Round-ups'.

* Rare Gem Odyssey- Touchdown (US, Renfro, 1975)
En dan val ik van mijn stoel. Ik wrijf mezelf nog eens door de ogen en, ja, ik zie het goed! Iemand biedt de zéér zeldzame single van Rare Gem Odyssey aan op Marktplaats! Iemand heeft een bod van zes euro geplaatst. Slaap rustig verder, vriend! Praktisch onvindbaar in Engeland. John Manship heeft een exemplaar (gehad?) voor honderd pond. Ik 'gebruik' het eerste bod om 'serieus' over te komen, maar het is nog steeds dromen. Vijfentwintig euro voor een plaat die honderd pond doet bij Manship? Een halve dag later krijg ik een mailtje van hem, hij wil er minimaal dertig voor hebben. Geen probleem natuurlijk! En zo sluit ik de deal over het koopje-van-het-jaar. De plaat is in een absolute nieuwstaat! Ik heb het gekocht voor de b-kant, 'It Don't Take Much For Me', dat ik ken uit één van de podcasts waar ik in 2014 veel naar heb geluisterd. Dezelfde podcast als waar ik 'Hey Girl' van The Caprells leer kennen alsook mijn 'top want' sinds Blue Magic: 'Can't Get Over Losing You' van The Summitts. Toch kan ik inmiddels 'Touchdown' ook goed waarderen. Een fraaie 'double-sider' waarvan ik nog steeds niet kan bevatten dat ik het in de koffers heb staan...

* Bettye Swann- Make Me Yours (US, Abet, 1967, re: 1972)
Dave Godin heeft hier nog eens een standbeeld gekregen (3 december 2014). Dat hij betrokken is geweest bij de oprichting van The Rolling Stones is iets waar hij zijn leven lang berouw van heeft gehad. Engeland heeft Motown aan hem te danken en hij bedenkt de namen 'Northern Soul' en 'Deep Soul'. In 1972 wordt hem gevraagd naar zijn favoriete plaat. Hij antwoordt met 'Make Me Yours' van Bettye Swann. De naam Bettye Swann is niet onbekend in 1972, maar de single is gruwelijk over het hoofd gezien. Tot 1972. Plots wil iedereen de plaat in de koffers hebben. Er verschijnen nieuwe persingen in 1972, hoewel de originele Money uit 1967 ook nog steeds voor stuivers en kwartjes gaat. Als je luistert naar 'Make Me Yours' kun je je meteen helemaal voorstellen waarom het juist deze plaat is die Godin zo aanspreekt. Het tempo is beduidend hoger dan bij veel van de 'mainstream soul' uit de jaren zestig. Alles wat bij Bettye uit de mond komt, komt rechtstreeks vanuit haar tenen. Ze zingt geen liedjes, ze beleeft ze. Ik heb het niet zo op styreen zoals jullie zullen begrijpen en dat weerhoudt me lange tijd om de Money uit Amerika te halen. Nu heb ik hem dan op Abet-styreen en deze vertoont alleen maar sporen van liefde. Ook leuk is dat de plaat 'origineel Nederlands' is getuige de sticker op het label van een buurthuis(?) in Amsterdam. Veel essentiëler dan dit wordt het dit jaar niet meer!

vrijdag 27 oktober 2017

Eretitel: 'Somebody To Love'



Het was gisteravond bijna twintig voor drie toen ik klaar was met 'Afterglow' en niet meer de moed om te beginnen aan een 'Eretitel'. Ook omdat er een nummer tussen staat dat ik nog moet beluisteren omdat ik het ben 'vergeten'. Nu kom ik er bovendien achter dat deze 'Eretitel' niet helemaal telt, maar dat komt voort uit mijn drang om 'weer eens iets anders' te doen. Ik ga vandaag desondanks driemaal spelen met de titel 'Somebody To Love', hoewel deze titel pas bij Jefferson Airplane is ontstaan. Bij onze nummer 1 is de titel officiëel 'Someone To Love'. Het moet maar weer zo? Vandaag is 'Somebody To Love' de 'Eretitel'.

3. Queen (1976)
Mijn collega met de 'love songs' die voor 'Afterglow' zit, draait geregeld dit nummer van Queen. Zelf zou ik het nimmer voor mijn lol draaien en ik geloof dat deze 'Listen Carefully' het enige moment is geweest. Toch betrap ik me er iedere keer weer op. 'Find-me-somebody-to-looove-find-me etc.'. Het wordt plichtsgetrouw meegezongen alsof het een kerklied is. Blijkbaar doet het nummer toch méér met me dan dat ik wil toegeven? Ik ga in 1996 even door een Queen-fase zoals ik een dergelijke Queen-fase ook bij andere vrienden (m/v) heb gezien. In mijn geval is het een cassettebandje met de eerste 'Greatest Hits'. Het zit vastgeroest in mijn walkman en ik fiets dagelijks naar de redactie van het Sneeker Nieuwsblad op de tonen van 'Bohemian Rhapsody', 'Killer Queen' en 'Somebody To Love'. Een half jaar later heb ik het wel weer gehad met Queen en dat blijft zo voor de volgende twintig jaar. Als ik het zo schrijf, zou ik bijna de 'Eretitel' willen om gooien en het alsnog op nummer 1 zetten, maar nee... ik kan het gewoon niet als 'favoriet' beschouwen. Lang leve de koningin, maar wel op de onderste trede graag!

2. Darien Brockington (2015)
Hier had ook Justin Bieber kunnen staan want die heeft al eerder een 'Somebody To Love'. Ik denk dat er zelfs wel meer kandidaten zijn te vinden, maar in 2016 kom ik uit bij Darien Brockington. Bekende achternaam, maar verder ken ik deze gast niet. Hij heeft dan een album gemaakt met deze titel en het intro draagt de titel. Het klokt in onder de twee minuten en dat is net genoeg. De rest van het album is niet echt mijn kopje thee, maar ik heb mindere intro's gehoord voor een r&b-album en dus gun ik meneer Brockington vandaag de tweede plek.

1. Great Society (1966)
Waarom nou weer zo eigenwijs? Wat is er mis met de uitvoering van Jefferson Airplane? Helemaal niets zelfs! Als ik doorgaans een keuze moet maken tussen 'White Rabbit' of 'Somebody To Love', dan is het vaak de laatste. Toch wil ik in 'Tuesday Night Music Club' weer een beetje de 'snob' uit hangen en met een vroege versie van Great Society komen. Dat is niet eenvoudig te vinden en nu ontdek ik wederom waar dit aan gelegen heeft. Ik draai in de show een live-versie welke naar alle waarschijnlijkheid pas later de titel 'Somebody To Love' heeft meegekregen toen Slick furore had gemaakt met de Airplane. Oorspronkelijk heet het dus 'Someone To Love'. Daarbij kan ik meteen stellen dat Jefferson Airplane's uitvoering beter is dan het origineel. Waarom staat Great Society dan toch op 1? Kijk naar de concurrentie: Een intro van een r&b-album en een platgedraaid nummer van een band waar ik slechts een half jaar 'fan' van ben geweest.

Helaas, dit is niet de sterkste 'Eretitel' die ik heb gedaan. Laten we het volgende week opnieuw proberen. Dan ook weer een beetje een 'verknipte' titel. Het gaat drie keer per titel over mezelf en dat driemaal en met enkele kleine variaties in de titel. Benieuwd? Volgende week geef ik jullie het antwoord. Het bericht van vandaag 'mors' ik zodat ik dinsdag de Week Spot en de 'Eindstreep' kan doen. Morgen ga ik jullie voorstellen aan de vier meest recente aanwinsten in de Blauwe Bak.

woensdag 25 oktober 2017

Het zilveren goud: oktober 1992 deel IV



De eerder aangekondigde show met de singles uit deze afleveringen 'Het zilveren goud' gaat er zeker nog eens komen! Ook wil ik nog eens een 'algemene' show doen met de singles uit 1992, maar de tijd begint wel te dringen. Komende zaterdag heb ik bijvoorbeeld geen uitzending en over drie weken is The Big One. Deze valt dus ook af. Het hangt ervan af wat mijn radio-collega gaat doen met zijn zaterdagavond en op welke termijn want de Blauwe Bak Top 100 hoort eveneens op de radio. Als hij nog een tijdje vrijaf neemt kan ik het in twee shows van ongeveer drie uur elk houden. Als ik terug ga naar de twee uren, heb ik misschien wel vier shows nodig. Enfin, nog genoeg radio-ambities! Vandaag dan het derde deel van de singles uit De Koopermolen. Ons fotomodel is in de kaartenbak een 'dubbel' nummer (998, als ik me niet vergis), maar ik ontdek eveneens dat ik 957 per ongeluk niet heb gebruikt. Zie hier de oplossing van het probleem. Meteen door naar de 22 singles uit deze vangst.

955 Wunderbar-Tenpole Tudor (NL, Stiff, 1981)
956 Thru' These Walls-Phil Collins (NL, WEA, 1982)
957 Oliver's Army-Elvis Costello & The Attractions (NL, Radar, 1979)
958 One Step Beyond-Madness (NL, Stiff, 1979)
959 That's Just The Way It Is-Phil Collins (Duitsland, Warner Bros., 1990)
960 Jack & Diane-John Cougar Mellencamp (Duitsland, WEA, 1982)

Zesmaal de fotohoes aanwezig. De eerste van Phil Collins heeft in 1992 nogal een 'novelty'-waarde doordat de b-kant 'Do You Know, Do You Care' op dat moment te horen is in een SIRE-reclame om alcoholmisbruik tegen te gaan. Madness is stuk en dat terwijl ik hier niet een hap uit heb genomen zoals bij 'Absolutely' voor de Specialized-kalender. Deze is een keer bij een optreden van de tafel gevallen en mist daardoor een hoek. Die moet dus altijd nog eens worden vervangen. De tweede Phil Collins is nog helemaal nieuw en dat is-ie, geloof ik, nog steeds...

961 Frozen Years-The Rumour (NL, Stiff, 1979)
962 Blaze Of Glory-Jon Bon Jovi (Duitsland, Vertigo, 1990)
963 Easy Livin'-Uriah Heep (NL, Island, 1973)
964 Return To Fantasy-Uriah Heep (Duitsland, Bronze, 1975)
965 Wanted Dead Or Alive-Bon Jovi (NL, Mercury, 1987)
966 Under The Boardwalk-Bruce Willis (Duitsland, Motown, 1987)

Vijfmaal de fotohoes. Alleen 'Easy Livin' heeft niet dat extraatje en die heb ik ook nog steeds niet gevonden. Toch moet ik dan snel aanvullen dat ik niet heel fanatiek ben in het zoeken naar dergelijke singles en met de verzendkosten vanaf Marktplaats word het me al snel te gek. Gewoon blijven zoeken in kringloopwinkels totdat je zoiets tegenkomt voor een euro. Verder geen bijzonderheden over bovenstaande singles en dus ga ik snel verder met de volgende vijf.

967 Play It Cool-Freiheit (NL, CBS, 1987)
968 Rich Girl-Daryl Hall & John Oates (NL, RCA Victor, 1977)
969 A Forest-The Cure (NL, Polydor, 1980)
970 Too Much Too Young-The Specials (Duitsland, Chrysalis, 1980)
971 Come Back My Love-The Darts (NL, Magnet, 1978)

Vijfmaal de fotohoes. 'Too Much Too Young' is de eerste track van een live-EP van The Specials waarop verder onder andere een prachtige versie van 'Guns Of Navarone'. The Darts is al kapot als ik het in 1992 krijg, maar vervang deze ongeveer vijftien jaar later door een exemplaar in nieuwstaat.

972 Rawhide-The Chaps (NL, Stiff, 1982)
973 What I Like About You-The Romantics (NL, Epic, 1980)
974 It Must Have Been Love-Roxette (EEG, Parlophone, 1990)
975 Wishful Thinking-China Crisis (Duitsland, Chrysalis, 1984)
976 A Walk In The Park-Nick Straker Band (NL, Philips, 1979)

Ook weer vijfmaal met fotohoes. De eerste persing van Nick Straker, de tweede verschijnt in 1980 op RCA en heeft een 'levend' model als standbeeld. Als ik zou weten in welk park deze foto is genomen? The Romantics is zo'n voorbeeld van een single waarbij ik de krasjes kan dromen. Als ik het op de radio hoor, kan ik precies de tikjes aangeven op mijn eigen vinyl. Hoewel het niet lastig is om zo'n plaat te vervangen, is het daar vooral weerzin. Het hóórt voor mij bij zo'n plaat. Volgende week is het de eerste woensdag van november, maar nog steeds ga ik dan het vijfde deel doen van 'Het zilveren goud'. Tot maart is 'Het zilveren goud' dan weer eens per maand.

Tot slot: Vandaag is het bericht gekomen dat Fats Domino ons is ontvallen op 89-jarige leeftijd. Ik heb Fats in 2014 gebruikt in de 'Dagplate' over 'Blue Monday'. Dat bericht kunnen jullie vinden bij 24 februari 2014. Ik ben daar diep in gegaan op het leven van de man en kan daar niks op aanvullen. Hij heeft niet een hele speciale impact op mijn leven gehad voor 'Een leven met...' en dus zal ik de man, ondanks het diepe respect dat ik heb voor de artiest, hier niet verder in het zonnetje zetten. Morgen ben ik terug met de 'Eretitel' met driemaal een 'Somebody To Love'.

Week Spot: J., J. & G.



Vandaag toch maar even de schade inhalen. Vanavond vanzelfsprekend weer een aflevering van 'Het zilveren goud' en dan zit ik weer op schema. Ik mag tot dinsdag één bericht 'morsen' zodat ik die dag de Week Spot en de 'Eindstreep' kan publiceren. Op zichzelf ga ik een 'rustig' weekend tegemoet zonder een show op zaterdag, dus zou ik die avond eigenlijk nog wel kunnen schrijven. Waarschijnlijk doe ik zondagmiddag om drie uur (onze tijd) een 'Do The 45' op Wolfman Radio, want ik wil de nieuwe dingen laten horen. Vanmiddag zijn de vier Marktplaats-singles binnen gekomen en het is niet te geloven: De platen zijn stuk voor stuk in een topstaat! Ik ga vandaag evenwel het nummer aan jullie voorstellen dat sinds ontvangst minstens één keer per dag op de draaitafel heeft gelegen. Eentje die erom smeekt om Week Spot te worden, maar ik voorzie ook een 'lastig' verhaal. Een Youtube-uploader geeft me echter een paar handvaten en daarmee kan ik aan de slag. De kersverse Week Spot is 'That's What I Get (For Loving You)' van J., J. & G. (1972).

Ik heb het altijd over de 'soul-wereld', maar weet van collega-verzamelaars en dj's dat het in de reggae, ska en rockabilly (om een paar stijlen te noemen) niet anders is. Iedere 'scene' heeft haar 'snobs'. In alle gevallen gaat het immer om het zeldzame origineel ook al klinkt deze als spekjes in de koekenpan. Voor bootlegs wordt de neus opgehaald. Let wel: Ik heb het dan over de nieuwere reproducties waarbij het duidelijk te zien is dat het niet om het origineel gaat. 'Counterfeits', vervalsingen in keurig Nederlands, is een smerige handel. Dat lokt vele euro's, ponden en dollars uit de zakken van verzamelaars om erachter te komen dat je een 'nepper' hebt gekocht met een waarde van vijf euro. Maar goed, ik ben verder niet van plan om vandaag heel diep in te gaan op de bootleg-handel. Aanleiding is wanneer ik de nieuwe aanwinsten van vandaag beluister en ik de puntgave Rare Gems Odyssey hoor voor een prijs waarvoor je in Engeland helemaal niks hebt. De eigenlijke waarde ligt vier tot vijf keer boven de betaalde prijs en, nee, dat is niet een paar euro. Menig Marktplaats-'klant' zou dat niet bieden voor een single. Meer daarover in een latere 'Singles round-up' en wellicht in de Week Spot van volgende week. J., J. & G. valt niet in bovenstaande categorieën. Mark schrijft de prijzen met potlood op de neutrale hoesjes en zo zie ik dat hij tien pond heeft gevraagd voor deze single. Veel méér klasse kun je je eigenlijk niet wensen, maar dan opnieuw... voor de Northern Soul-gasten is het veel té moeilijk!

'That's What I Get' is een 'builder' zoals 'Under The Spell' van Burke Family, 'Guessing Again' van Vicki Collins en 'I Can See The Hurt' van Gale Eason. Er komt praktisch geen einde aan! Net als bij Vicki Collins heeft het een terugkerend stukje dat je als refrein zou kunnen interpreteren, maar het klinkt iedere keer anders. Tussen die stukjes door is het ook één groot avontuur. Je weet nooit welke kant het nu gaat op draaien. Het is geen '100 miles-per-hour stomper' voor de Northern Soul en die moeten doorgaans niets hebben van wiskundige crossover en sweet soul. Maakt niet uit, ik maak radio en daar werkt het uitstekend, hoewel ik meer progressieve soul-dj's ken die zoiets durven los te laten op de dansvloer. Geen idee hoe je daar op moet dansen. Of toch wel? In 1997, binnenkort meer daarover, bezoek ik een aantal drum & bass-feesten en ook daar volg je, in principe, de vierkwartsmaat zonder je iets aan te trekken van het 'geklungel' binnen die vierkwartsmaat. Er wordt in de jaren negentig vooral geput uit jazz-platen. Wat dat eerdere betreft ben ik gelukkig met mijn radioshow. Ik hoef de mensen niet op de dansvloer te lokken, ze kunnen gewoon vanuit hun leunstoel luisteren naar de fraaie platen.

J., J. & G. heeft haar roots in Washington. In 1958 formeren John King, James 'Jimmy' Falwell, Gilbert Farrell en de gebroeders Oliver en Gerald Crosby de band The Velons. De leden zitten dan nog gewoon in de schoolbanken en dus duurt het een decennium voordat het professioneel wordt. De Crosby's hebben het schip dan al verlaten en James 'Buddy' Owens stapt over van The Versatiles naar The Velons. In 1968 is de Vietnam-oorlog de angst van menig Amerikaanse tiener. Het is ook de tijd dat de 'Vietnam-discs' op gang komen. The Velons willen de strijdmakkers een hart onder de riem steken middels de single 'Why Don't You Write?'. Dat verschijnt in 1968 op het kleine BJM-label. 'That's What Love Can Do' is de titel van de tweede single die in 1968 verschijnt en beide platen zijn enkel regionale hits. Zanger Jean Quander voegt zich in 1969 bij de groep en dat begint met de opnames van een elpee. Deze zal echter nooit het daglicht zien en in datzelfde jaar gaat The Velons uit elkaar.

Falwell, King en Farrell bereiken in 1972 wat The Velons niet is gelukt met haar twee singles. Het zijn deze John, Jimmy en Gilbert die verantwoordelijk zijn 'That's What I Get'. De plaat verschijnt aanvankelijk op het TEC-label (van de Direct Current-single uit een vorige 'Singles round-up'), maar dan verschijnt Atlantic in het verhaal. Dat wil, zoals bij veel platen uit de jaren zeventig, eerst uitproberen of de plaat genoeg wordt opgepikt door radiostations. Er verschijnt dus een promo met alleen dit nummer. Op één kant de stereo-opname zoals de klant het later zal kopen, de andere kant is mono voor de AM-stations. Blijkbaar zijn de reacties lovend want Atlantic gaat over tot een officiële uitgave. Daar strandt het project evenwel, want de hitparade is te hoog gegrepen voor deze plaat. Buddy Owens neemt in 1972 een single op voor BJM, maar deze blijft op de plank liggen. De uploader op Youtube heeft het erover dat The Velons 'tijdelijk' uit elkaar is gegaan. Toch eindigt het verhaal bij de video in 1972 en ik ben daar content mee. Hoe vaak kan ik twee alinea's vol feitelijke informatie schrijven over een Week Spot? Dat bedoel ik!

dinsdag 24 oktober 2017

Raddraaien: Cuby + Blizzards



De drie laatste 'Raddraaiers' uit deze serie: Eentje uit de jaren zestig, zeventig en tachtig. We beginnen vandaag met de oudste van het stel. Dat is een groep welke allesbehalve onderbelicht is gebleven op Soul-xotica, maar stelt me ook in staat om nog even terug te gaan naar de vakantie. Ik heb immers haastig verteld dat op de vrijdag van de vakantie in Grolloo ben geweest, maar ben niet dieper in gegaan op de tentoonstelling? Jullie zullen het al begrijpen: Ik mag het vandaag andermaal hebben over Cuby + Blizzards. Hoewel ik veel van het jaren zestig-materiaal van de groep erg kan waarderen, vind ik met name het verhaal over de Drentse jongens erg interessant. Je hoeft dus geen 'superfan' te zijn om een paar uurtjes te 'verdwalen' in het Cuby-museum. Vandaag staat de plaat 'Another Land' centraal. een uitgave van de Jeugdherbergcentrale uit 1967.

Waar en wanneer? Woensdag 6 april 2016. De dag dat ik de sleutel van mijn huidige onderkomen in ontvangst mag nemen. Ik heb het weekend ervoor héérlijk gefietst op de Pioneer en stiekem zou ik wensen dat ik hem deze middag even terug had. Het is een gure dag met redelijk wat wind en ik ben dus overgeleverd aan de 'gewone' fiets. Ik ben mooi op tijd in Uffelte. Tot mijn teleurstelling is nog niets aan het huis gedaan, dat moest immers voordat ik de sleutel in ontvangst kon nemen. Ik maak foto's en een behoorlijk jolige video. Dan op de fiets terug naar Nijeveen. Ik heb al besloten om in Havelte boodschappen te doen en ook zou ik even bij de fietsenwinkel moeten kijken voor een helm. Tussen Albert Heijn en fietsenwinkel is het kringloopwinkeltje van Havelte. Ik ben daar bijna een jaar niet binnen geweest en dus wordt het hoog tijd. Het voelt alsof ik meer heb gemist. De jaren 1969 en 1970 zijn zó goed gedocumenteerd qua singles dat het bijna onmogelijk is dat de eigenaar (m/v) in 1971 spontaan is gestopt met deze uitgebreide aankopen. Toch moet ik het doen met de honderdenvijftig (naar schatting) die er staan. Het levert een flinke tas met platen op. Toch is niet alles van 1969 en 1970, het bevat ook deze single van Cuby. Helaas zonder fotohoes en een beetje gehavend, maar het ding speelt probleemloos af. Ik ben vooral in mijn nopjes met de b-kant: Wellicht de enige manier om 'Somebody Will Know Someday' op single te hebben.

Ik heb de single in geen jaren gezien. Ja, ik kan me herinneren dat ik hem in de jaren negentig eens heb gezien en dat ik toen de prijs té hoog vond. Zal tientjes onder de huidige waarde zijn geweest? Tegelijk vraag ik me ook af of ik deze wel in het museum in Grolloo heb gezien. Ik heb er dit jaar op gelet en, nee, daar staat die niet in een vitrine. Qua platen is het daar ook niet helemaal compleet, maar dat geeft niet. De single zou evenwel helemaal passen in de huidige expositie. Het Cuby-museum heeft een jaarlijks thema en ditmaal gaat het over 'onderweg zijn'. Dat loopt uiteen van vakantieherinneringen van de neef en nicht van Harry Muskee via de tournees van Cuby + Blizzards, het níet doorgaan van bepaalde tournees tot aan de hachelijke rit naar het noorden door een ijzelbui van gitarist Erwin Java en Muskee. Er worden twee dingen erg duidelijk door deze tentoonstelling: Muskee is niet graag onderweg. Hij vindt het fantastisch om op een podium in het land te staan, maar hikt op tegen de reis er naartoe. En dan is er de koppigheid van zowel Muskee als de overige leden van de groep. In 1969 is een 'coast-to-coast'-tournee in Engeland gepland. De groep zal via Brussel reizen en besluit daar eigenhandig om niet naar Engeland te gaan. De hele tournee wordt afgelast en het zal menigeen niet verbazen dat het nimmer een tweede kans krijgt. Vervolgens kan een Amerikaanse tournee worden gerealiseerd, maar het is opnieuw de koppigheid dat het niet laat doorgaan. De onwil om een visum aan te vragen, doet het ambitieuze idee de das om.

Naarmate de jaren verstrijken, krijgt Muskee ineens meer zin om op reis te gaan. Zo gaat hij eerst naar Zuidafrika en maakt voor RTV Drenthe een aantal tochten door Amerika op zoek naar de geschiedenis van de blues. Binnen Nederland geldt echter de regel dat Muskee 's avonds in bed wil liggen in Rolde ongeacht welke halsbrekende toeren moeten worden uitgehaald. De video speelt een belangrijke rol in het museum en op de video-muur (met aangesloten hoofdtelefoons) vertellen collega-muzikanten, maar ook boekers, producenten en zaaleigenaren over hun ervaringen met Muskee. Java is vanaf de jaren tachtig een van de vaste begeleiders van Muskee en op een zeker moment zal Harry met hem terug rijden naar Drenthe. Dat gaat met een stevige snelheid over de snelweg want er lijkt geen vuiltje aan de lucht. In werkelijkheid heeft het geijzeld en als ze moeten afremmen, merkt Java dat hij totaal geen grip heeft op de weg. Het is te danken aan zijn stuurmanskunsten dat ze niet frontaal de vangrail zijn in gereden. De expositie duurt nog het hele jaar, hoewel het museum vanaf nu, geloof ik, alleen nog open is op zondag. Natuurlijk kan ik dit van harte aanbevelen! Als je alle video's rustig wilt bekijken (inclusief een live-optreden boven), moet je wel een paar uur uittrekken voor zo'n bezoek. Ik ga over twee jaar weer!

Tenslotte de single zélf. Wat is zoiets een halve eeuw later waard? Bart, bij wie ik via De Tafel veel singles heb gekocht, heeft eveneens eentje zonder fotohoes en die is slechts zes euro. Met fotohoes begint het bij twintig tot honderd voor een Mint. Popsike vermeldt de single voor 60 dollar naar aanleiding van een veiling uit 2016. Het zou leuk zijn om het fotohoesje nog eens los te vinden of met een betere single voor weinig, maar erg waarschijnlijk is dat niet. Mijn vijftig cent is gewoon een koopje geweest!

maandag 23 oktober 2017

Raddraaien: The Epitome Of Sound



Een 'Raddraaier' uit de Blauwe Bak lijkt op het eerste gezicht leuk, maar blijkt steeds vaker een lastige opgave. Veel van de inhoud uit deze koffers en bakken is al eens aan bod gekomen en soms zelfs als Week Spot. In andere gevallen zijn de platen zó obscuur dat je niet eens wilt beginnen met spitten. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik twee platen mag overslaan en bij deze 'Raddraaier' kies ik alvast de drie mogelijke kanshebbers uit. Het zou de twaalfde van de tweede rij van de eerste koffer moeten worden en dat is nu ook het geval. Op positie 24 vinden we 'Please Don't Leave Me Now' van Fifth Amendment en dat is een vrij obscuur ding. Op 36 staat Damon Fox die evenals de nummer twaalf al eens Week Spot is geweest en dus kies ik dan maar voor de eerste. Dankzij het foto-archief zie ik dan ook nog eens dat het zes jaar is sinds 'die avond' in Keulen en dan weet ik het zeker: Het wordt een klein eerbetoon aan mijn liefde voor de Northern Soul. De 'Raddraaier' is 'You Don't Love Me' van The Epitome Of Sound uit 1967.

Waar en wanneer? In februari 2013 meen ik het koopje van het jaar binnen te halen als ik 'You Don't Love Me' zie bij een grote Engelse dealer. Omdat het label gedeeltelijk is verwijderd (een 'cover-up'), denk ik heel even met het origineel te maken te hebben. Ja... mooi hè? Zo naief ben ik nog in 2013! Niks geen origineel, maar de Engelse bootleg uit de jaren zeventig. Niet alleen het label is vernietigd, maar de plaat ook. Een zware 'distortion' en een slecht mono-geluid verpesten de klassieker. Gelukkig is de b-kant nét zo goed en speelt deze ietsje beter af. Ik heb acht pond betaald voor dit kreng en kan de haren uit mijn hoofd trekken als ik een week later zie dat Go Ahead de plaat heeft heruitgebracht. Voor tien pond heb je dan een mooie vinyl-persing in stereo en mét fotohoes. Ruim een jaar later koop ik deze alsnog en de bootleg verdwijnt in de jaren zestig. Mijn eerdere voornemen voor een 'extra Blauwe Bak' staat alweer op het punt van verdwijnen. Wellicht dat ik een lijstje maak in de computer van voormalige Blauwe Bak-residenten, maar laat de singles in de desbetreffende bakken staan.

Komende woensdag ga ik weer vijfentwintig jaar terug in de tijd en verder bevinden we ons geregeld in 1997 in deze weken. 2012 zal volgende maand nog eens aan bod komen omdat ik vijf jaar bij Wolfman Radio zit. De laatste maanden van 2002 en 2007 zijn niet echt memorabel, hoewel ik dat eerste jaar nog wel eens kan doen in november. Eind 2007 staat vooral in het teken van werken in de kunststof-fabriek en teveel drinken in de weekeinden. Een jaar geleden ga ik wel vijf jaar terug in de tijd. De derde zaterdag van oktober in 2011 is het 'Soul City'-feest in Keulen waar ik die avond helemaal wordt gegrepen door de Northern Soul. Dat zijn aanvankelijk de stampers maar naarmate de tijd verstrijkt, overwint de 'klasse' in mijn verzamelen. De volgende maand krijg ik ruzie met de singer-songwriter die ik dan een paar jaar heb 'gevolgd' en ben ik klaar voor iets héél anders. Een Northern Soul-collectie verzamelen? In december 2011 blaas ik het stof van mijn laatste Ebay-account, eentje met negen positieve beoordelingen en geen enkele negatief. Eén van de eerste dingen die ik daar koop is de 'Northern Soul Jukebox'. Ik meen aanvankelijk dat het de 'eigen collectie' van een dj is, maar er blijkt steeds meer van Youtube te komen. Toch is het voor mij een essentiële aankoop geweest. Het heeft me goed op weg geholpen in de onbekende wereld van de Northern Soul.

Het optreden in Watford is mijn laatste als Northern Soul-dj. Bovendien is het helemaal mijn laatste optreden buiten de thuisstudio, maar dat is wat anders. Ik trek er niet meer zo hard aan om optredens te krijgen. Er staat nog eentje op mijn wenslijst, maar dan houdt het ook op. Ik zie het totaal niet meer zitten om mijn draaitafels te moeten afkoppelen, naar een kroeg of club te moeten reizen met apparatuur en platen, me 'zorgen moeten maken' over of het spul weer mee naar huis gaat, et cetera. Ik heb nog één op mijn verlanglijst en dat is een café mét apparatuur en dus hoef ik dan alleen mijn platen mee te brengen. Ik wil een publiek hebben dat 'iets anders' wil en niet meteen na de derde plaat al om The Supremes of Tina Turner staat te mekkeren. De café-optredens zijn van de baan. Het akkefietje voor mijn apparatuur in 'T Pandje in 2013 heeft me doen ontwaken. Hiervoor is mijn verzameling té kostbaar geworden!

Zo blijft 'Do The 45' voorlopig de enige manier om mijn muziek te 'delen'. Volgende maand viert de show haar vijfjarig jubileum, hoewel het een beetje 'thuisloos' is op het moment. Het is jarenlang te beluisteren op de zaterdagmiddag, maar sinds enige maanden werk ik op zaterdag en kan ik niet meer aan deze verplichting voldoen. De show is nu verhuisd naar de zaterdagavond, maar wil dat niet té permanent maken. Komend weekend ben ik bijvoorbeeld van plan om 'Do The 45' op zondagmiddag te doen (15-17 uur, als het weer niet beter wordt...), een ander 'slot' is momenteel niet voor handen en kan ik er ook niet meer bij hebben!

Waarom niks over The Epitome Of Sound? Hiervoor verwijs ik jullie graag naar het bericht van 4 maart 2014 als de plaat de Week Spot is. Daar kunnen jullie eveneens de connectie vinden tussen deze Northern Soul-klassieker en Jon Bon Jovi.

zondag 22 oktober 2017

Singles round-up: oktober 3



Veertig minuten na afloop van de 52 uurs-marathon op Wolfman Radio. Dankzij radio-collega Lee ben ik aan mijn slaap toe gekomen. Gisteravond heb ik eerst van negen tot elf een show gedaan en vervolgens moet ik om zeven uur 's ochtends aantreden. Ik durf het niet aan om naar bed te gaan en blijf dus wakker bij potten koffie en blikjes Albert Heijn-huismerk-Red Bull. Ik drink dat laatste nooit, maar voor dit soort weekeinden is het ideaal! Als ik om tien uur klaar ben met de tweede 'show' ben ik gaar. Ik heb met Lee afgesproken dat hij me om half twee zal bellen. Ik heb beloofd de telefoon niet te beantwoorden zodat het hem geen geld kost. De wekkerradio staat dan al een kwartier te knallen, maar het is de telefoon die me uit de slaap haalt. Van drie tot vijf opnieuw een show en dan slaap ik van half zes tot negen uur. Straks ook niet te laat gaan slapen want nu mag ik écht 'uitslapen'. Een memorabel weekend, ook al valt de opbrengst voor het goede doel zwaar tegen in vergelijking met eerdere marathons. Naar verluid hebben we de duizend pond niet gehaald. Twee jaar geleden was het volgens mij nog tweeduizend pond. Er zijn theorieën, maar feit is dat we het volgend jaar weer anders gaan doen. Nu heb ik dan nog wel even tijd voor het tweede deel van de singles van Mark. Dinsdag verwacht ik vier nieuwe aanwinsten en wellicht dat ik die dag ook even bij de kringloop in Meppel kijk, zodat dit weer één of twee 'Round-ups' gaat opleveren.

* Little Milton- You Ought To Be Here With Me (US, Golden Ear, 1980)
Ik heb de single 'I Know What I Want' al tijden in de koffers staan als Mark 'Baby I Love You' aanbiedt van Little Milton. Het is me opgevallen dat hij een zwak heeft voor Little Milton, net zoals hij me eerder heeft overtuigd met Latimore. Waar ik me niet echt van bewust ben, is dat Little Milton ook later in zijn loopbaan nog erg fijne nummers heeft gemaakt. Veel van deze oudgedienden vervallen eind jaren zeventig in 'foute' disco of gaan verder de blues in. Bij Little Milton blijft het overal dezelfde klasse. In 1980 is Little Milton al lang niet meer verbonden aan Chess en staan de grote platenmaatschappijen niet meer in de rij voor hem. Hij komt dan terecht bij dit kleine Golden Earr-label waar hij met 'You Ought To Be Here With Me' laat horen hoe Southern Soul hoort te klinken in het nieuwe decennium. Het doet nergens onder voor zijn oude werk en desondanks zijn deze platen nog altijd zonnig geprijsd. Hoe veel meer klasse kun je verwachten voor zes pond?

* The Metros- If You Can Feel (US, 1 2 3, 1969)
Op veel plekken wordt 'The Dampness From Your Kiss' als a-kant genoemd, maar een blik op de catalogusnummers vertelt dat 'If You Can Feel' het laagste nummer is en dus waarschijnlijk de top-kant mag heten. Deze kant heeft me een paar maanden geleden tot aankoop overgehaald, dus voor mij is 'If You Can Feel' de a-kant. Bekende naam, The Metros. Er is rond 1967 een groep met die naam actief op RCA en ik heb een bootleg van hun 'Since I Found My Baby' in de koffers. Er blijken meerdere bands te zijn met deze naam en naar verluid komt 'onze' Metros uit Chicago. 1 2 3 lijkt een obscuur label, maar is gewoon een divisie van Capitol. Ik luister nu voor de aardigheid eerst naar 'Dampness'. Iets meer upbeat dan 'If You Can Feel' en dezelfde sfeer. Hoewel ik vermoed dat de heren geen blauwe ogen hebben, heeft het toch een beetje een 'blue-eyed soul'-slag. 'Dampness' is geen onaardig nummer maar het mist het refrein van 'If You Can Feel'. Opvallend is de hoofdrol van twee leadzangers die elkaar complimenteren als een soort Sam & Dave-duo. Het refrein zing je al na de eerste keer mee. Een prachtige soulvolle performance en een refrein dat de rest van de dag in je hoofd zit... Zo hoort kwaliteits-soul te klinken voor mij!

* The Temprees- Chalk It Up To Experience (US, We Produce, 1973)
Dat met die lagere catalogusnummers hoeft niet altijd te kloppen. The Temprees is daarvan een goed voorbeeld want hier heeft 'A Thousand Miles Away' het laagste nummer en toch wordt 'Chalk' aangemerkt als de a-kant. Om erg kort door de bocht te gaan: 'A Thousand Miles Away' is een ballade zoals die ook vijftien jaar eerder in de doowop gemaakt had kunnen worden. Mooi, maar niet erg bruikbaar voor mij. Snel over naar 'Chalk It Up To Experience'. Dit is upbeat en heeft meer het jaren zeventig-gevoel. Ook hier weer een schitterend 'catchy' refrein. Dit is pas de eerste single van The Temprees voor mij hoewel ik weet dat de groep erg fijne kanten heeft gemaakt die stuk voor stuk vrij goedkoop zijn te bemachtigen. Met 'Chalk' kan ik voorlopig even vooruit maar sluit niet uit dat er meer titels gaan volgen van deze uitstekende groep.

* The Whispers- Can't Help But Love You (US, Janus, 1973)
Hoewel dit mijlenver af staat van 'It's A Love Thing' en 'And The Beat Goes On' durf ik zonder schaamte te zeggen dat ik eigenlijk alles wel lust van The Whispers. Met name hun spul uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig zijn zeer fraaie vocale hoogstandjes. Denk bijvoorbeeld aan de Blauwe Bak-favoriet 'Needle In A Haystack' (niet te verwarren met het nummer van The Marvelettes). 'Can't Help But Love You' begint met een piano-etude en je weet niet wat je ervan moet verwachten. Het zou een oeverloze ballade kunnen worden, maar plots is het midtempo een zeer lief'lijke 'sweet soul' met opnieuw de wonderschone zang van The Whispers. Ook nu weer aangevuld met een xylofoon dat als het ware nog een extra stem toe voegt. Hier lust ik op zichzelf wel pap van, hoewel ik bij deze toch stevig heb zitten twijfelen voordat ik het reserveer bij Mark.

* Bette Williams- A Feeling For Someone Else Has Grown (US, Gregar, 1971)
Jerry Williams Jr. of, wellicht beter bekend, Swamp Dogg is één van mijn muzikale helden. De kracht van Williams zit hem in de observatie. Neem gewoon je huidige gedachte. Zou je dat kunnen bedenken als een liedje of ben je dan al geneigd om het iets poëtischer te vertalen? Swamp Dogg weet alledaagse dingen maar ook vooral taboes heel direct over te brengen in zijn nummers. De taboes liggen dan vooral in de sfeer van een ongelukkig huwelijk of overspel. Andere tekstschrijvers dompelen zichzelf onder in zelfmedelijden of bijten naar de partner als die iemand anders heeft gevonden. Daar doet Williams niet aan mee. 'A Feeling For Someone Else Has Grown' is zo'n taboe. Het verhaal van een stoere vrouw die haar ongelukkige relatie achter zich laat en trots vertelt dat ze een nieuwe heeft gevonden. Muzikaal is het lastig te beschrijven. Het nummer leunt op een gitaar welke het meest klinkt als een sneltrein. Funky soul of funky blues, het zou beide kunnen. Op de keerzijde is het meer 'deep' en dat laat niks aan de verbeelding over: 'Another Man Took My Husband's Place'. Ook weer een gevalletje overspel zonder maar een greintje schaamte. Niet de meest opzienbare productie van Jerry Williams, maar ik kan dit soort dingen gewoon niet laten liggen.

* Nancy Wilson- Are We Losing Touch (US, Capitol, 1973)
Met Nancy Wilson ben ik voorzichtiger geworden. Het is een 'allround' zangeres met uitstapjes in zowel de soul alsook jazz en country. Normaal gesproken kijk ik eigenlijk nooit meer Nancy Wilson-singles. Dan biedt Mark deze aan en dan ben ik wel nieuwsgierig. Ik ben vlug tot aankoop bereid, maar nu...? Ja, dezelfde twijfel slaat toe als bij een paar andere titels van Wilson. 'Are We Losing Touch' is in één woord prachtig, maar... is het gewoon mooie popmuziek of kan ik het tot de soul rekenen? De a-kant is geschreven door Mark James, de man die ons eveneens 'Hooked On A Feeling' en 'Suspicious Minds' heeft gebracht. Een liedjesschrijver die geen moeite heeft met het bedenken van een 'catchy' melodielijn. Hoewel de plaat door toedoen van Mark in de koffer komt te staan, moet ik toegeven dat ik hem op het randje vind. Wederom: Een prachtige plaat, maar een meer soulvolle finale van deze 'Singles round-up' was op zichzelf mooi geweest.

vrijdag 20 oktober 2017

Singles round-up: oktober 2



De 52 uurs-marathon is om negen uur van start en gegaan en ik heb zojuist even geluisterd. Wellicht dat ik na publicatie nog even ga luisteren, maar zal tegelijk de klok in de gaten moeten houden. Ik word namelijk om half tien morgenochtend in Steenwijk verwacht. Ik heb voor de zekerheid wekdienst door een collega geregeld, want het wil wel eens hopeloos zijn op zaterdagmorgen. Eindelijk kan ik nu de laatste Blauwe Bak-aanwinsten presenteren. Ze staan nóg niet in de koffers, want daarvoor moet ik eerst 'iets' doen. Het gaat me al een tijdje aan het hart dat ik 'oude Northern Soul-favorieten' uit de Blauwe Bak moet verwijderen om plaats te maken voor crossover-dingen en deze dan gewoon in de jaren zestig of zeventig te gooien. Daar staat het dan ook maar een beetje oneerbiedig te verstoffen. Ik denk dat ik de Blauwe Bak 'met pensioen' ga sturen. Het is nu nog de eerste van de reserve-Blauwe Bakken, maar zal nu het onderkomen worden voor deze Northern Soul-stampers. Een extraatje naast de bestaande Blauwe Bak-koffers en -bakken en wederom een nieuwe bak voor 'Raddraaien'. Nu dan het eerste deel van de elf singles die ik de laatste maanden bij Mark heb gekocht plus een Ebay-aankoop die via Mark is gegaan. Die vinden we meteen in dit eerste deel.

* Ad Libs- Love Me (US, Capitol, 1970)
Voor de massa is The Ad-Libs een soort van eendagsvlieg. De groep heeft in 1965 een monsterhit met 'The Boy From New York City' dat in de jaren zeventig is gerecycled door The Darts en dat op veel jaren zestig-verzamelalbums staat. Toch is dit weer zo'n voorbeeld van een groep welke jaren actief blijft zonder dat veel mensen het in de gaten hebben. De platen worden evenwel omarmd door dj's en verzamelaars van Northern Soul en verwante stromingen. Dat begint in 1968 met 'New York In The Dark', vervolgens met het klassieke 'Nothing Is Worse Than Being Alone' en er is zelfs een nummer uit de vroege jaren tachtig dat erg in trek is: 'I Don't Need No Fortune'. 'Love Me' is me tot een paar maanden geleden totaal onbekend. Ik 'durf' het in eerste instantie niet omdat ik teveel van 'Nothing Worse Than Being Alone' hou, maar laat me op een bepaald moment 'meevoeren'. Hoewel de groep ongetwijfeld variaties op 'The Boy From New York City' heeft gemaakt, klinkt het in 1969 onder de leiding van Van McCoy opeens erg soulvol en ook 'Love Me' is een plaatje dat helemaal past in het landschap van 1970. De a-kant is crossover-perfectie. Een heel druk arrangement en met een melodie om bij te watertanden. De flip heet 'Know All About You' en laat de groep op zijn meest funky horen, maar toch blijf ik terugkeren bij 'Love Me'. Een mooier begin van deze 'Singles round-up' is niet denkbaar. Dit is het geluid waar ik momenteel wel pap van lust.

* Direct Current- When It's Love (US, TEC, 1979)
Eén van de meer recente 'reserveringen'. Een plaatje dat ik bij de eerste beluistering graag wil laten 'groeien' bij mij. We maken vanaf The Ad-Libs ineens een sprong in de tijd en dat hoor je enerzijds aan de productie van deze Direct Current-single, maar qua concept zou dit een ouder nummer kunen zijn. Het is het crossover-sweet soul-geluid dat we straks gaan tegenkomen bij onder andere J. J. & G. Ik ontdek nu iets dat me niet eerder is opgevallen. Ik kijk eerder vluchtig op de keerzijde en als ik de titel 'When It's Love' zie, denk ik meteen dat dit de instrumentale kant is. Niets is minder waar: Het is de album-versie van vijf-en-een-halve minuut dat op de keerzijde staat. Ook fijn omdat de single-kant een beetje 'distortion' vertoont en de album-versie 'schoon' klinkt. Twee minuten extra ten opzichte van de single. Ook als het een kwartier was geweest, ben ik de laatste die je hoort klagen. Het groeien is reeds begonnen en dit kan nog wel eens een hele grote favoriet worden!

* R.B. Hudmon- If You Don't Cheat On Me (US, Atlantic, 1974)
Nee hoor, we zweven niet alleen maar in een crossover- en sweet soul-hemel. Zo nu en dan komen de voeten aan de grond voor een stevige portie Southern Soul zoals van deze R.B. Hudmon. ,,Als je mij niet bedonderd, zal ik jou niet bedonderen". R.B. zou qua directheid ook gewoon uit Nederland kunnen komen, maar zijn muzikale begeleiders laten er geen gras over groeien. Het geluid van de blazers is typisch 'Memphis'. Verder klinkt Hudmon als iemand die in 1974 een nieuwe draai aan de blues wil geven. We weten van andere voorbeelden dat deze platen tegenwoordig meer geliefd zijn in de blues. Het zou me trouwens ook niets verbazen dat het uit de Hi-studio van Willie Mitchell komt, maar er zijn geen credits op het label die naar zoiets verwijzen. Op de b-kant doe Hudmon iets soortgelijks, maar het is vooral 'If You Don't Cheat On Me' dat me over de streep trekt. Potentiële Week Spot want ik wil graag nog eens iets meer opzoeken over deze R.B. Hudmon!

* Jay & The Techniques- This World Of Mine (US, Silver Blue, 1974)
Zowaar een klein eerbetoon aan de onlangs overleden Jerry Ross. In 1974 produceert hij bijvoorbeeld deze single voor Jay & The Techniques. Deze groep is dan reeds een schreeuw uit het verleden: Zeven jaar sinds 'Apples, Peaches, Pumpkin Pie', 'Strawberry Shortcake' en Blauwe Bak-favoriet 'Baby Make Your Own Sweet Music' (de laatste is tevens de eerste plaat die ik in 2012 in 'Do The 45' draai). Mark adverteert de single met de b-kant en ik kan mijn oren niet geloven. De a-kant heb ik nog niet gedraaid, buiten een klein stukje op Youtube, en dat is anders een oude Blauwe Bak-favoriet. Jay doet een 'update' van 'I Feel Love Coming On'. Geschreven door Barry White, anno 1974 een superster, en uitgevoerd door Felice Taylor. Jay, The Techniques en Jerry Ross brengen het nummer in 1974 met een vroeg disco-geluid, maar het wordt nergens leuk of interessant. Dan de b-kant. Een héél ingetogen en minimaal geluid dat me als eerste doet denken aan een paar platen uit Barbados die ik in mijn collectie heb. Jay zingt hier suikerzoet en vol emotie hoe zijn ideale wereld eruit ziet en dat met een prachtig refrein. Ik kan het bijna niet onder woorden brengen, zó mooi is dit! Volgens mij ook nog een kleine verwijzing naar het meningsverschil in Vietnam wat het tot een 'Vietnam-disc' zou maken. Laten we hopen dat mijn oren me niet teleurstellen want deze 'past' helemaal in het straatje van onder andere 'My Baby's Gone Away' van The Chymes.

* Diane Jenkins- I Need You (US, Creative Funk, 1975)
Ik zal voor de aardigheid eens terug bladeren want dat heb ik nog steeds niet gedaan. Ik meen me iets te herinneren dat er iets 'mis' was met deze plaat waardoor het een hele lage conditiebepaling heeft gekregen. Niks over te vinden op Soul-xotica. Ik meen iets van een 'light warp' te herinneren? Nou, beste mensen... de plaat is zo vlak als ik hem had kunnen wensen en bovendien in een staat om van te dromen. Het is een gek plaatje met een erg rommelig geluid en dat maakt dat het niet al te best klinkt, maar aan het vinyl ligt het hem niet. Op de keerzijde staat de instrumentale versie en ook deze draai ik nog eens. Het klinkt op de a-kant alsof de drummer met zo'n hoofd in een ander liedje zit, maar dan blijkt dat Diane de tempo-wisseling in het slot niet heeft meegekregen en dat deze twee 'vloeken'. Ja, in het laatst loopt alles in het honderd en tot die tijd is het een feestje. Wat een ge-wel-di-ge plaat! Hij heeft al op 1 gestaan in de 'Eindstreep' van juni en dus moet ik hem over twee weken overslaan. Het gaat vast nog wel Week Spot worden, hoewel ik 'het verhaal' reeds een paar jaar geleden heb gedaan.

* J. J. & G.- That's What I Get (US, Atlantic, 1972)
Je kan ook overdrijven! In de crossover en sweet soul zijn de kleine tempowisselingen gemeengoed. Kleine stukjes met een tegendraads rond het refrein en vaak eveneens een majestueus intro. Ik meen lange tijd dat ik met 'The Magic Of Your Love' van The Majestic Arrows wel het hoogtepunt heb bereikt, maar dan hoor ik dit 'That's What I Get' van J. J. & G. en dit slaat werkelijk alles! In het begin roept dit weerzin op bij mij, maar met iedere luisterbeurt op Youtube raak ik meer verslingerd en ik heb nog geen seconde spijt gehad. Dit, lieve mensen, heet een 'builder'. Denk eens voor de aardigheid aan 'Bohemian Rhapsody', een uitgesponnen nummer zonder een gebruikelijk refrein. Waar dit echter meer een 'suite' is en na het 'heavy' gedeelte terugkeert naar de rust van het intro, daar gaat een 'builder' door zonder dat het een slotnoot krijgt. Ik moet denken aan het vak 'Muziek' in de brugklas van de LEAO. De docent laat ons daar de variaties binnen een liedjesstructuur herkennen. A is couplet, B is refrein, C is brug en D is het coda. Veel liedjes zijn dan 'A-B-A-C-A-B-D'. Ik zou hem graag nu dit 'That's When I Get' willen voorschotelen om te zien wat hij hier van zou gaan maken? Overigens heb ik deze als radio-promo met stereo en mono aan elke kant, maar kon hiervan geen afbeelding vinden. Ik weet niet of ik morgen tot publiceren kom, maar zondag moest het na de marathon wel moeten lukken. Ik ben vanavond van negen tot elf in de lucht en heb nog geen flauw idee wat ik ga doen.

donderdag 19 oktober 2017

Eretitel: 'Hold On'



Hoewel het bed begint te roepen, wil ik jullie niet langer 'in spanning houden' en nog even een korte 'Eretitel' doen. Spanning? Tja, ik moest vorige week toch iets verzinnen met 'Hold On' en schreef ik dat jullie nog even moesten volhouden. 'Hold On' is een titel die vaker is gebruikt dan drie keer, maar desondanks hou ik me aan het trio dat ik in januari 2016 in 'Listen Carefully' heb gehad in 'Tuesday Night Music Club'. Als ik deze drie moet omzetten in een top drie-lijstje dan zou dat op dit moment als volgt eruit zien.

3. En Vogue (1990)
Zoals ik al schreef, zijn er heel veel platen met 'Hold On' als titel en dus is het gemakkelijk om drie favorieten uit te kiezen. Niet wetende dat ik een anderhalf jaar later een soort van top drie moet samenstellen uit deze titels. Om maar kort door de bocht te zijn: Alledrie platen zijn evenveel favoriet en zo'n top drie zou er morgen weer heel anders kunnen uitzien. Met moderne R&B heb ik eigenlijk nooit iets gehad, hoewel ik vanavond wel weer ben gegrepen door een nieuw R&B-album. Het kán dus wel. En Vogue is zo'n groepje dat me keer op keer, in de jaren negentig, weer weet te verrassen en dat levert een kwart eeuw later nota bene twee singles op in de collectie: Deze 'Hold On' en 'Free Your Mind' van twee jaar later. Het is een momentopname, maar vanavond zal het toch genoegen moeten nemen met een derde plek.

2. The Radiants (1968)
Ik leer 'Hold On' als eerste kennen middels een fantastische dubbel-cd: 'The Mod Collection'. Daar staat The Radiants niet op, maar wel een zeldzame opname van de Engelse band The Montanas. Dat steelt in eerste instantie mijn hart maar dat verandert op slag als ik het origineel van The Radiants hoor. In tegenstelling tot veel andere 'Eretitels' waar de meest recente plaat de aanleiding is geweest, heeft de oudste me hier geinspireerd. Ik heb dan juist een paar weken deze single in huis. De versie van The Radiants blijft een feestje, hoe vaak ik hem ook heb gedraaid! Hij mag vandaag op de tweede plaats.

1. Wilson Phillips (1990)
Misschien heeft het iets te maken met het 'project' waarmee ik me momenteel bezig hou: Het in kaart brengen van de zomer-top 100-lijsten in Engeland. 'Hold On' is namelijk jaren na de oorspronkelijke release in Engeland nogmaals een grote hit geweest, volgens mij in 2012. Daardoor speelt het nummer geregeld in mijn hoofd tijdens dit werk (waarbij sommige platen ieder jaar even terugkeren en 'Mr. Brightside' van The Killers nog het vaakst én met het meeste succes). Die Top 100-lijsten wil ik volgend jaar gaan gebruiken voor een show, maar verder is het ook leuk om jaren later nog eens wat 'nieuwe' hits te leren kennen, want veel van de Engelse hitparade heeft nimmer ons kikkerlandje bereikt. Hoewel ik in 1990 tot mijn oren in de jaren zestig-muziek zit, kan dit natuurlijk mijn waardering weg dragen. Dat heeft van alles met de beroemde ouders te maken. Hoewel het een erg gelikte jaren tachtig-productie is, ademt dit de 'love and peace'-gedachte van twintig jaar eerder. Het is vooral een popklassieker van de bovenste plank en dat wordt vandaag beloond met een eerste plek in de 'Eretitel'.

Voor de komende twee dagen heb ik eigenlijk 'Singles round-up'-afleveringen in gedachten, maar moet even bekijken hoe dat uitkomt met werk en de radiomarathon. Ik ben zaterdagavond van negen tot elf in de lucht en vervolgens op zondagochtend (zeven tot tien) en zondagmiddag (waarvan ik de exacte tijd even ben vergeten).

woensdag 18 oktober 2017

Het zilveren goud: oktober 1992 deel III



Wat een verwennerij! Dan doel ik natuurlijk op het weer en niet het tweede bericht voor deze dag. Als ik geweten had dat het vandaag zó mooi zou worden? De laatste keer dat ik de weersvooruitzichten had gezien, was maandagmorgen en toen werd koeler weer verwacht voor deze dagen. Toch moet ik mijn neus even buiten de deur steken, ook omdat ik hoognodig boodschappen moet doen. Zo ben ik vanavond, voor de tweede maal in een week, eens met de benenwagen naar Havelte geweest. Muziekje op de koptelefoon, sigaartje erbij en lekker de stap erin... Deze combinatie werkt bij mij even goed als een stuk fietsen. Nu dan verder met het derde deel van 'Het zilveren goud' met de singles die ik in oktober 1992 heb overgenomen van het Sneker café De Koopermolen. Veiligheidsriemen vast en daar gaan we!

933 Good Lookin'-Vitesse (NL, Philips, 1982)
934 Je Loog Tegen Mij-Drukwerk (EEG, EMI, 1981)
935 Maakt Van Uw Scheet Een Donderslag-De Breedbekkikkers (NL, Bubble, 1979)
936 Hijo De La Luna-Mecano (België, Ariola, 1989)

Omdat ik ditmaal geen lange inleiding heb, doe ik de singles in kleinere porties. Viermaal de fotohoes aanwezig. De Breedbekkikkers is natuurlijk Herman Brood's aanval op de carnavalskrakers. 'Hijo De La Luna' verschijnt voor het eerst in 1988, maar is pas in de zomer van 1990 een hit in ons land. Ik zie trouwens net dat het een Belgische persing is, het 'SABAM' is me nooit eerder opgevallen en de Duitse persing heeft een compleet andere fotohoes. Ik had namelijk het vermoeden dat dit een Duitse persing was en misschien is dat het ook nog steeds wel. Ariola's worden geperst bij de Bertelmann Group in Duitsland tot zover ik weet. Misschien in Duitsland geperst voor de Benelux?

937 Loop Di Love-J. Bastós (NL, Dureco Golden Hit-Parade, 1971, re: 1980/81)
938 I've Been Thinking About You-Londonbeat (Duitsland, Anxious, 1990)
939 A Face In The Crowd-Tom Petty (Duitsland, MCA, 1989)
940 Rock The Casbah-The Clash (NL, CBS, 1982)

Weer viermaal in fotohoes. Het plaatje van J. Bastós (die volgens mij toch als Juan Bastos in de hitparade heeft gestaan?) is vermoedelijk uit 1980 of 1981. Er zijn slechts weinig singles inde Golden Hit-Parade-catalogus waarvan de release-datum bekend is en het eerstvolgende nummer na 'Loop Di Love' staat als 1981 genoteerd. En daar hebben we Tom Petty! Deze single heb ik genoemd in 'Een leven met Tom'. Ik weet in 1992 nog niet dat ik twintig jaar later voor een Engels radiostation zal draaien en van Specialized heeft niemand gehoord. Toch mag de Koopermolen-collectie best wel een beetje 'Specialized' heten. Er zit namelijk The Specials, Madness, The Clash en The Jam tussen. Alleen The Beat en Bob Marley ontbreken in het rijtje.

941 Back On The Chain Gang-The Pretenders (NL, WEA, 1982)
942 Thank God I'm A Country Boy-John Denver (NL, RCA Victor, 1975)
943 Buzz Buzz A Diddle It-Matchbox (NL, Magnet, 1980)
944 Buona Sera-Louis Prima (NL, EMI, 1957, re: 1981)

Ik zal wel zeggen wanneer er geen single met fotohoes tussen zit, anders moet ik wéér beginnen met dezelfde zin. The Pretenders is een mispersing waarbij het nét goed is gegaan. Het label blijft buiten bereik van de uitloopgroef. 'Buona Sera' komt uit de 'Do You Remember' en 'Herinnert U Zich Deze Nog'-serie van EMI en heeft het even leuke 'Oh Marie' op de keerzijde.

945 Magic Man-Heart (NL, Arista, 1976)
946 Whisky In The Jar-Thin Lizzy (NL, Decca, 1973)
947 Don't Kill It Carol-Manfred Mann's Earth Band (Duitsland, Bronze, 1979)
948 Can't Stop Running-Space Monkey (UK, Inner Vision, 1983)
949 Babe-Styx (NL, A&M, 1980)

Over twee maanden zal ik de elpee 'Dreamboat Annie' van een andere kroegbaas krijgen en daarmee zal ik een innige liefdesband opbouwen. De single 'Magic Man' is evenwel een mooi opstapje naar de wereld van Heart. Thin Lizzy heeft een ongelukje gehad en heeft een scheur overdwars. De plaat draait nog altijd zonder problemen, ook al moet ik erg goed kijken of de plaat wel vlak ligt. Ik kan ermee leven! Manfred Mann's Earth Band heeft geen fotohoes en zit in een transparant plastic hoesje. Toch heb ik die afgelopen zomer vervangen door eentje met fotohoes. Space Monkey is de Engelse persing met het 'solid' label. Of het in Engeland is gebeurd, weet ik niet, maar deze single heeft een 'dinked centre', ofwel: er is een groot middengat in geslagen dat een deel van het label heeft 'opgegeten'.

950 Still Believe-Herman Brood & His Wild Romance (NL, Bubble, 1978)
951 World At War-Dr. Pop (NL, CNR, 1980)
952 Omdat-Bloem (NL, CNR, 1982)
953 Het Kleine Café Aan De Haven-Meadow (NL, Polydor, 1984)
954 Can Can-Bad Manners (NL, Magnet, 1981)

Hier wel weer alle keren een fotohoes en verder valt er niks aan te vullen op deze singles. Volgende week weer 22 singles uit deze gigantische partij.

Week Spot: The Ivories



Ik zit dinsdagavond in een lastig parket. Om nog iets zinnigs te kunnen schrijven, moet ik mezelf even ontspannen. Tegelijk weet ik ook dat ik wel heel erg moe ben en waarschijnlijk meteen een nacht ga doorhalen. Voor de zekerheid sluit ik de computer af, maar laat de lampen in de woonkamer branden. Die heb ik vanmiddag uit gezet. Nu dan toch eerst maar even de Week Spot, want dat is sowieso een 'lastig' bericht. De plaat zélf is een 'evergreen' in de Northern Soul-beweging, maar er is schrikbarend weinig bekend over de groep. Ik ga mijn best doen en vul het grootste gedeelte waarschijnlijk met 'shapes of things to come'. Het móet echter de Week Spot worden want ik ben erg gelukkig dat ik het plaatje na jaren eens op vinyl heb: 'Please Stay' van The Ivories uit 1967.

Eeeuh... The IvorIEs? We lezen anders toch 'Ivorys' op het label. Ja, het zou prachtig zijn als ooit nog iemand de geschiedenis van deze band kan ophalen en dan ook ontdekken of ze zichzelf nu Ivorys of Ivories hebben genoemd. Het eerste lijkt het meest waarschijnlijke. In de late jaren vijftig is namelijk al een groep actief als The Ivories, maar dat heeft niets van doen met dit groepje. Bij zo'n 'vage' Week Spot mag ik graag even dik doen en heb als illustratie gekozen voor de eerste persing op Despenza. Deze vermeldt, zoals jullie zien, Ivorys. 'Major' Wand ziet het vervolgens zitten om de plat in alle uithoeken van Amerika te bezorgen en dan heet de groep opeens The Ivories. Het lange verhaal is wederom goed in te korten: In 1967 heeft niemand aandacht voor dit plaatje. Het is overigens, geloof ik, pas in de jaren tachtig of negentig dat de plaat wordt ontdekt in de Engelse Northern Soul. Plotseling wil iedereen een exemplaar hebben van deze zéér moeilijke plaat. De Wand-persingen zijn bijna net zo onmogelijk als de Despenza. The Ivories is een trofee in de platenkoffers van toonaangevende Northern Soul-dj's. Het Engelse Soul City-label voorziet in de jaren negentig (of begin nieuwe eeuw) van een betaalbare heruitgave. Dan als b-kant van 'Carlena' van Just Brothers (best bekend van 'Sliced Tomatoes', ofwel de basis voor 'The Rockafeller Skank' van Fatboy Slim). Later verschijnt het ook bij Soul 7, maar 'betaalbaar' blijven ze niet lang. Een Soul 7 doet inmiddels ook als snel vijftig pond, want de vraag blijft bestaan. Tenslotte is het de Engelse bootleg-boer die me vaker voorziet van plaatjes, die dit kleinood opnieuw laat verschijnen. Nu als b-kant van een gewilde single van The Masqueraders op het Wand-label.

De eigenaren (vooral m, weinig v) trekken meteen ten strijde tegen deze bootlegger. Het gevolg is dat zijn website nagenoeg leeg is, hij zijn oude Discogs en Ebay-accounts heeft moeten opzeggen en nu onder nieuwe namen probeert om het evangelie te verkondigen. Want, ja, je kan er veel van zeggen: De plaat oogt in de verste verten niet als het origineel, het is gewoon een cd-rip op vinyl zoals ze dat in 1967 niet konden persen bij Wand en voor minder een tientje het origineel van The Ivories? Dit plaatje is bestemd voor radiomakers zoals mij en andere hobbyisten die niet zo nodig bij de 'top league' van de Northern-dj's hoeven te horen. Als we het op een verzamel-cd kopen, hoor je niemand klagen. Nu is de cd op vinyl in de vorm van een single en nu is het een bedreiging voor het origineel? Dacht het niet! Originelen blijven zwaar in trek en ik kan alleen maar dromen van zo'n Despenza. Wand-styreen is doorgaans een nachtmerrie en dus betaal ik niet honderden euro's voor iets dat mijn koekenpan met gebakken ei overstemt.

Popsike helpt me uit de brand! Ik meende al dat hij ook nog anders was verschenen en, inderdaad, het is ook een Kent geweest in de nieuwe eeuw. Originele Despenza's zijn, Wand-bootleg of niet, nog altijd duizend pond waard. De Wand-persing bracht een paar jaar geleden nog 3000 dollar op, maar daar zijn geen recente voorbeelden van beschikbaar. Tweede Wand-uitgaven (en dat is niet de huidige bootleg) doen ook nog altijd twintig pond. Tja, misschien had ik even moeten doorgaan voor een Kent, maar ik voel me allerminst schuldig! 'Please Stay' mag blijven en is de kersverse Week Spot!

De singles van Mark zijn gisteren gearriveerd en het pakketje bevat ook de Diane Jenkins. Was de plaat geadverteerd met 'slight edge wear'? Nou, in dat geval is die bij Mark weer recht getrokken, want de plaat is zo Mint als dat het kan zijn. Het nummer is té hard opgenomen en er is meer mis met de opname, maar daarover later meer in de 'Singles round-up'. Ook heb ik gisteren een single betaald bij een Engelsman in Limburg. Daarmee gaat een andere 'big want' van de lijst af. Hij verblijft op dit moment in Engeland en gaat de platen (vier stuks) zaterdag verzenden. Volgende week dus ook nog een 'Singles round-up'. De Blauwe Bak Top 100 gaat eentje worden om van te watertanden!

maandag 16 oktober 2017

It was 20 years ago today: Ruigoord/ADM deel 2



Vol spanning hou ik de site van de NOS in de gaten. Natuurlijk zijn het drukke tijden in de media met een regeerakkoord en oplopende spanningen in de rest van de wereld, maar toch verwacht ik dat het nog wel 'nieuws' gaat worden. Anderzijds hoop ik ook dat het niet zal gebeuren, ook al is het vijf-voor-twaalf geworden voor de ADM. Ik heb het dan over de op handen zijnde ontruiming van het oudste, nog bestaande, kraakpand van Amsterdam. Maar dan opnieuw: Het heeft voor heel wat stormen gestaan in de afgelopen twintig jaar en heeft dat ook steeds overleefd. Toen nog wél met steun van de gemeente Amsterdam en dat lijkt het te zijn kwijt geraakt. Ruim twee weken geleden zijn we de eerste keer twintig jaar terug in de tijd gegaan, toen over de kennismaking en het eerste bezoek aan Ruigoord. Vandaag ga ik terug naar zaterdag 11 oktober 1997. Een zwarte dag in de muziek want we verliezen deze dag John Denver. Ik stap die middag na het warm eten op de scooter voor een grote onderneming: Ik ga de herfstvakantie 'vieren' in het actiekamp van Groenoord. Het wordt een barre tocht en met name dankzij een ondergelopen fietstunnel bij Den Oever. Mijn broekspijpen zijn tot aan mijn knieën kletsnat en daar mag een vieze koude wind over heen blazen voor de volgende honderd kilometer. Een totaal onbekende omgeving, geen oriëntatie vooraf en geen kaartjes. Dan maakt het nogal uit hoe je Amsterdam benadert en hier faalt mijn aardrijkskundige kennis. In Hoorn probeer ik op te warmen in de kroeg en dat gaat gepaard met enige alcoholische drankjes. In het donker is het nóg lastiger oriënteren, maar weet dat ik vlak langs Volendam en Edam ben gekomen. Ik kom de hoofdstad binnen middels Amsterdam-Noord. Er zit niks anders op om maar met de pont over het IJ te gaan en dan richting Halfweg te gaan. Daarbij rij ik abusievelijk het centrum in, maar weet me uit de voeten te maken. Het is rond middernacht dat ik vanuit een café in Halfweg het thuisfront bel: Ik ben gearriveerd in Ruigoord!

Het is niet het eerste leugentje om bestwil. Ik zal logeren bij een vriend van C. Ofwel: Hoe meer naïef kun je zijn. Er wordt me in de kerk van Ruigoord verteld dat hij op een zakenreis is, maar dat betwijfel ik. Ik word naar de hoek van de Groenoorders gestuurd en die hebben nog wel plek voor mij in een legertent. Ik kan wel slapen naar zo'n rit en bovendien heeft de brandewijn in de kerk ook haar invloed. Ik word die ochtend in paniek wakker. Een windstoot blaast ineens het tentzeil weg en daar liggen we onder de blote hemel. Er zijn verschillende dingen gaande op deze 12e oktober. Het is zes dagen na de ontruiming van Groenoord en daarom is een protestmars georganiseerd door Amsterdam. De Silo gaat morgenochtend ontruimd worden, zoals het lijkt, en dus is daar vanavond een feest om zoveel mogelijk mensen te lokaliseren voor het verzet tegen de ontruiming. Elders zal een nieuw pand gekraakt worden. Ruigoord houdt een 'begrafenis' vanuit de kerk waarbij de meeste media is uitgenodigd. De groep valt voor mijn ogen uit elkaar. De meeste gaan naar Amsterdam voor de mars en voor de ontruiming van De Silo. Ik blijf achter met een klein groepje activisten. Onder hen is Luc. Een naam? Nee, het is niet zijn echte naam, maar doe dit liever dan een voorletter of iets dergelijks. Volgens mij is er geen Luc betrokken bij Groenoord of de ADM en als dat het geval is, bied ik mijn excuses aan. Het is gewoon een naam die in me op komt. Met Luc en nog een stel gaan we die middag naar het voormalige kamp. Ze zijn er niet geweest sinds de ontruiming en dus is dit een emotioneel moment. De prachtige ongerepte natuur van weleer en het tunnelstelsel... Alles is geplaveid door de bulldozer. In de struikjes vindt Luc enkele knuffels uit zijn hut. Ook zien we een moedwillig neergeschoten blauwe kiekendief, nota bene een beschermde vogelsoort! We vinden er verder helemaal niks en lopen terug naar het 'nieuwe' tentenkamp. Ik ga als enige een kijkje nemen naar hoe Ruigoord 'afscheid' neemt van Groenoord. Er volgt een mars naar de bouwput van de toekomstige Afrikahaven en ik loop pal achter twee opzichtige relnichten. Dat trekt de aandacht van de ANP-fotograaf en als hij de foto neemt, loop ik juist voorbij. 'Heit' herkent me de volgende dag op de foto in de Leeuwarder Courant. Er is nog geen man overboord want voor de familie verblijf ik immers een week in Ruigoord en slaap bij een vriend van C.

Rond een uurtje of zes raak ik in gesprek met Luc. We hebben een 'klik'. ,,Er is vanavond een feestje in De Silo. Heb je zin om mee te gaan?". Ik heb dan begrepen dat De Silo een kraakpand is en dat dit de volgende dag ontruimd gaat worden. ,,Ja, ik wil bij de ontruiming zijn", laat Luc weten. ,,Als jij het niet wilt, kun je altijd terug rijden naar Ruigoord en in mijn tipie slapen". Dat stelt me iets meer gerust. Even later wijzigen de plannen verder. Eerst gaan we kijken op een feestje in het nieuwe kraakpand en daarna zal ik Luc afzetten bij De Silo. Ik rij dan terug naar Ruigoord. Het nieuwe pand is 'ergens' op in het Westelijk Havengebied. We zien alle hoeken en gaten van de havens en op een zeker moment is mijn oriëntatie zoek. Dan ontdekken we dit pand. Het staat midden op een imeens omheind terrein en we proberen uit alle macht om een gat in het hek te vinden. Dat is er niet. We spanen ruim een half uur rond in de omgeving als we zien dat een vrachtwagen de oprit neemt naar het hek, Wij scheuren er naartoe en komen op deze manier binnen. Ja, het is 1997, en alleen yuppie's hebben mobiele telefoons. Ik kan de scooter parkeren in een enorme loods vol auto's. Boven is het 'feestje'. We horen als eerste dat de ontruiming van De Silo is afgeblazen. Luc vertelt me dat we evenwel een kijkje kunnen nemen. ,,Ze hebben een heel leuk cafeetje, dat ga jij zeker waarderen!". We zitten met ongeveer vijftien man in een kantoortje. De radio zeurt op de achtergrond, er zijn slechts een paar blikjes bier en er heefst vooral spanning. We staan op het punt om weg te gaan als de grote vraag wordt gesteld. Er bestaat een kans dat de eigenaar morgenochtend langs komt met een knokploeg. We hoeven niet bang te zijn voor een pak rammel, maar we moeten dan wel met zoveel mogelijk mensen aanwezig zijn. Ik zie het natuurlijk niet zitten, maar Luc is meteen enthousiast. ,,Je weet het, Bungel. Je kan altijd terug rijden naar Ruigoord en in mijn tent slapen, maar als je blijft... er komt niemand met zijn vingers aan jou!". Dan realiseer ik me ook dat ik mijn gevoel van richting kwijt ben en dus zie ik af van de rit naar Ruigoord en blijf op de ADM. Als ik het besluit heb genomen, wordt de geschiedenis van de eigenaar doorgenomen. Bertus Lüske, handelaar in onroerend goed met ruime ervaringen met krakers. Dat blijkt ook uit de ADM. Meteen na aankoop is hij met sloophamers door het pand geweest. Ramen hebben het moeten ontgelden, maar ook het sanitair en de elektra is finaal aan gort geslagen. Dit alles om het 'onbruikbaar' te maken voor krakers. Maar ja, krakers zijn creatief ingesteld en zolang de glashandelaren blij zijn dat ze hun gebroken ramen gratis en voor niets bij ons kunnen dumpen? Lüske is overigens in 2002 geliquideerd. Sindsdien zijn het de nabestaanden die in gevecht zijn met de krakers.

Ik slaap nauwelijks en word ruw wakker gemaakt. Er staat een busje bij het hek. Dat kan Lüske en zijn gevolg zijn en dus heb ik twee minuten om mezelf in gereedheid te brengen. Een minuut later het verlossende bericht: Het is 'Hart Van Nederland'. Er wordt vooraf gevraagd wie niet voor de camera wil. Ik steek mijn vinger op en verdwijn uit beeld. Ook heb ik gezien dat de cameraman heeft ingezoomd op de voertuigen in de loods. Mijn Vespa is goed herkenbaar met de grote zwarte koffer achterop en ik vraag hen of ze dat er ook uit willen knippen. Daat doet die moeilijk over, maar volgens mij heeft het niet de uitzending gehaald. Het is in huize Louwsma dan reeds een paar jaar een gewoonte om half elf naar 'Hart Van Nederland' te kijken. Ze krijgen een hartverzakking als ze mijn scooter in een kraakpand zien staan, dus dat wil ik voorkomen. 's Middags ga ik met Luc op de scooter naar Halfweg voor wat boodschapjes en intussen zijn de eerste krakers bezig in het kantoorgebouw om ruiten te plakken. Werkzaamheden die ik de volgende weken eveneens zal uitvoeren. Dinsdag overdag krijg ik een rondleiding in De Silo welke weer een paar weken tot een paar maanden vooruit kan. Ik 'leen' hier het trommeltje dat tot 2002 bij me zal blijven. De oorspronkelijke eigenaar heeft het nooit terug gekregen. Er gaat iemand uit De Silo mee naar de ADM. Door een gekke beweging trapt hij een gat in mijn uitlaat en op de ADM wordt hij net zo hard er weer uit getrapt. Die avond hebben we een vergadering in een kamer in het kantoorgebouw dat helemaal winddicht is gemaakt. Halverwege is paniek als een busje aan het hek staat. Nog één keer bonst het hart in mijn keel. Het blijken 'meer zielen' te zijn en vanaf dat moment zal ik niet meer bang zijn op de ADM. Ik durf er zelfs aan te denken om hier te gaan wonen!

Ik help Luc, financieel, een bar op te zetten en dat is een doorslaand succes. Toch moest ik beter weten. Na een avond met een geweldige omzet gaat hij naar Amsterdam om LSD te halen, terwijl hij me had gezworen dat hij 'clean' was. ,,Gewoon één tripje voor de gezelligheid", had hij het genoemd en opnieuw investeer ik een paar tientjes in drank voor zijn handel. Op donderdag verblijf ik nog een tijd op Ruigoord dat die avond een vollemaansviering heeft. Toch is me duidelijk dat mijn prioriteiten inmiddels meer bij de ADM liggen. Zaterdagmiddag neem ik afscheid maar beloof zéér binnenkort weer terug te keren op de ADM. De tocht naar huis is ook niet vlekkeloos. Ik hou teveel Den Helder aan en rij Den Oever pardoes voorbij. De avond is gevallen als ik over de Afsluitdijk ga. Thuis zijn de rapen gaar, maar ik praat met geen woord over de ADM en mijn kersverse krakers-avonturen. Dat is een 'geheimpje' waarvan ik een paar dagen ontzettend opgewonden raak. Als mijn vrienden dan in eerste instantie de schouders ophalen, ervaar ik dat wel als een kleine teleurstelling. Ik had verwacht dat ik het ei van Columbus had gevonden.

In een derde deel van deze mini-serie ga ik in op de daaropvolgende twee maanden in de ADM.