maandag 31 december 2012

resuminderen


Het jaar 2013 is al twee uren oud als ik dit bericht schrijf. Het móest immers nog gebeuren. Met dit laatste bericht van 2012 erbij betekent dat dat ik het tweede achtereenvolgende jaar gemiddeld eenmaal per dag een bericht heb gepubliceerd en ik ben best een beetje trots op die discipline. Het jaar 2012 werd een jaar geleden aangekondigd als het jaar van de 'verandering'. Ik heb er zelfs de allereerste Schijf van 5 van dat jaar eraan gewijd. Bijgaande foto kwam ik iets meer dan een week geleden tegen op Facebook en die moest ik wel delen. De Grote Verandering laat op zich wachten, of toch niet helemaal? Als je het mij vraagt, wordt het vanaf nu alleen maar minder. Een vrolijk nieuwjaar!

Ik heb in de spontane Schijf van 5 alsook in mijn terugblik op één jaar Nijeveen de conclusie al gemaakt: Nijeveen doet me goed en is daarmee meteen de grootste verandering die tijdens 2012 in mijn leven is opgetreden. Het stoppen met roken is nooit een voornemen geweest, dus dat is geen verlies. Verder was ongeveer het enige voornemen dat ik had die van me meer verdiepen in de Northern Soul en daarin ben ik aardig geslaagd, om bescheiden te blijven. Het jaar 2013 is helemaal een blanco vel papier voor mij. Ik heb wederom geen voornemens, we zien wel hoe het gaat en wat er op mijn pad komt. Niet vergeten om zo nu en dan in en uit te ademen en je komt een heel eind! Tja, meer verheffende taal kan ik op dit moment ook niet leveren en dus wens ik jullia allen een zeer gelukkig en gezond nieuwjaar toe. Soul-xotica is klaar voor een nieuwe jaargang!

Schijf van 5: momenten in 2012


Voordat ik vanavond ga resuminderen, ofwel filosofisch mijmeren over appelbakstenen en oliesponzen (in het minste geval, ik heb ze in het verleden wel gehad op oudejaarsavond), heb ik gemeend een Schijf van 5 te moeten samenstellen over het afgelopen jaar. Toen ik een twee jaar geleden via Dimence een onderzoek deed naar mijn ‘probleem’ (bleek geen probleem te zijn…), bleek al dat mijn leven en beleving louter uit pieken en dalen bestaat. Dit is vrij uniek ten opzichte van een ‘normaal’ mens, zo moest ik geloven. Over het algemeen kan ik best tevreden zijn over het afgelopen jaar, er waren een paar strijdjes die ik moest voeren, maar dat houdt het leven interessant. Facebook biedt momenteel een ‘app’ aan die je hoogtepunten van het jaar uitzoekt. Dat heb ik niet nodig, dat kan ik zelf wel! Hierbij: Mijn Schijf van 5 over 2012.

Op vijf staat een vrij recente gebeurtenis. Het is zondagmiddag 18 november als ik plots zin heb om op de fiets naar Zwolle te gaan. De dag ervoor heb ik één van de allerbeste uitzendingen gemaakt voor Wolfman Radio en die mag mee op de mp3-stick. Heenweg volg ik de NAP, maar moet bij Haerst wel even gaan improviseren, want het veerpontje is natuurlijk al lang uit de vaart. Ik tref het niet! Als ik om half zeven arriveer bij De Singel blijkt die pas om acht uur open te gaan. Ik ga even naar Grizzly’s, maar wil ook echt nog even naar De Singel. Daar tref ik Dirk, maar die is niet in een vreugdevolle stemming. Logisch, want zijn vader ligt op het sterfbed. Toch drukt dit een hele aparte stempel op de avond. Ik vind nog steeds de plek om Do The 45 een beetje te promoten, dus dat doel is bereikt. Hopelijk volgt volgend jaar dan de ‘comeback’ in Zwolle?

Op vier zet ik de eerste dagen in Nijeveen. De vaste volgers van Soul-xotica weten dat het lang heeft geduurd. Ik kreeg op 30 december de sleutels en tot maart was er weinig tot geen ontwikkeling in het verhuizen. Ik vertrok nog vrij hals over de kop op vrijdag 18 maart. De zaterdagavond ga ik met Willemijn naar ‘The Sound Of Motown’, een cadeautje van de Gemeente Meppel. Zondagmiddag stiefel ik Bovenboer om en de maandags verken ik Havelte en omgeving per fiets, voor zover ik dat nog niet kende. Het voelt enerzijds een beetje onwennig aan, maar al met al geeft het een ‘herboren’ gevoel nu mijn bedje in Nijeveen staat. Dat gevoel van die eerste dagen wil ik graag inlijsten.

Op drie zet ik vervolgens het weekend van Kopje Cultuur in Steenwijk. Op vrijdagavond draai ik in De Buze en zaterdag ben ik heerlijk vrij. Terwijl ik platen klaar zoek voor de zondag, geniet ik thuis en ga pas ’s avonds naar buiten. Het is schitterend weer! Ik loop naar Meppel voor mijn boodschapjes en zie op de terugweg twee egels. De volgende ochtend ben ik bijtijds wakker en om elf uur staat de boel ingepakt. Met het oog erop dat ik het mooie weer moet missen, loop ik dan eerst Bovenboer rond en wacht thuis met koffie op Klaas. Die komt te laat, maar daarna kan het feest beginnen! Ik mag legaal honderd procent onbekende en obscure Northern Soul draaien. Dat het avontuur gevolgd wordt door een gevalletje ‘spit’, mag de pret niet drukken. Een legendarisch weekend!

Op donderdag 26 juli reis ik met de bus vanaf Kolderveen via Zwartsluis naar Emmeloord en zo naar Jutrijp. Niet de kortste weg, maar ik heb de tijd! Ik ga niet alleen naar Jutrijp om de verjaardag van mem te vieren, maar ook om Jelte en zijn vriendin Ilze te ontmoeten. Ik heb al enige malen contact met haar gehad over Facebook en ben reuze benieuwd! De ontmoeting is magisch en hij bijeen zijn als familie (inclusief zus en zwager) bijzonder aangenaam. Ik ben nog twee dagen ‘high’ van deze dag. Het zindert ook nog door mijn lichaam als ik op 28 juli een podcast opneem voor Golden Beat Years, één van de best geslaagde pogingen die ik heb gedaan! Eigenlijk kan ik het nog breder trekken, want de dag eraan vooraf was eveneens magisch: In alle vroegte in de tuin bezig en ’s avonds Bovenboer omgelopen. De zaterdagmiddag loop ik naar Meppel en terug. Het is fan-tas-tisch weer en ik geniet met volle teugen!

Op vrijdag 27 april ben ik al vroeg in Steenwijk. Eerst tevergeefs kijken of de single van Betty Everett al is gearriveerd op de Rembrandtstraat. Helaas… ik moet nog een week geduld hebben. Daarna ga ik de verjaardag vieren met Marianne op het terras van Zus En Zo. ’s Avonds ga ik even naar De Buze waar Dirk zal draaien met de Vinyl-o-theek, maar die is de apparatuur vergeten en dus rijden we naar Nijeveen om platenspeler en mijn platen op te halen. Nouk krijgt lucht van mijn komende verjaardag en organiseert een surprise-party. Intussen beraam ik nog steeds een ritje naar Keulen voor het Soul City-feest, maar laat dat toch aan me voorbij gaan. Zaterdagmiddag leer ik Ann D’Andrea beter kennen en fiets naar Meppel voor boodschappen, dvd’s met lekkere cult- en muziekfilms en schuif daarna aan bij de chinees voor kikkerbillen. Als toetje op het weekend is er nog die heerlijke Koninginnedag. Ik maak er kennis met de band The Information. Dit weekend is niet onder woorden te brengen. Ik voel me echt zó lekker in mijn vel en Nijeveen doet me goed!

zondag 30 december 2012

Blauwe Bak Top 100 van 2012: Top 10


10. Don’t Bring Me Down-Rita Dacosta (Mohawk 45-703, 1969, re: 1974)
En zo stuiteren we de top tien binnen van deze Blauwe Bak Top 100. De tien meest-Northern Soul-zijnde aankopen van het afgelopen jaar. ‘Don’t Bring Me Down’ van Rita Dacosta is ook al zo’n plaat die ik een jaar geleden nog niet kende, maar waar ik me nu al niet meer een leven zónder kan voorstellen. Een plaat met de nodige ‘distortion’ zoals het een echte allnighter-klassieker betaamt. Deze plaat spreekt boekdelen voor wat betreft de energie, de energie die me de moeiteloos tot de eindstreep van dit jaar heeft gebracht. Probeer maar eens stil te zitten bij dit plaatje. Of de overige negen in deze top tien.

9. Stronger Than Her Love-The Flirtations (Festival F-705, 1967, re: 1974)
Ooit was er een tijd dat ik mezelf Northern Soul-dj noemde en dat dit uitsluitend tot uitdrukking kwam in The Flirtations. En dan ook nog ‘Someone Out There’ en ‘Nothing But A Heartache’. Gedurende het laatste jaar heb ik ontdekt dat er nog veel meer én beter te koop is! ‘Stronger Than Her Love’ ken ik echter al sinds 2008 en ik weet dan ook al dat-ie moeilijk verkrijgbaar is. Het origineel, uiterst schaars, kan dan ook met gemak 800 euro opbrengen. Of meer. Dat de markt overspoeld is met de ‘witte’ Festival-demo’s weet ik dan nog niet. Dit is er eentje van, gewoon in Engeland geperst in de vroege jaren zeventig en in dezelfde tijd de enige mogelijkheid voor de dansers en dj’s om deze plaat betaalbaar te bezitten. Dat de platen van nature al erg stoffig klinken, leer ik pas later, dit exemplaar is dan nog zeer behoorlijk!

8. Please Forgive Me-The Du-ettes (One-Derful! 3085, 1966)
Eerste kerstdag 2011. Met de trein naar IJlst om daar kerst te vieren met de familie. Onderweg maak ik gebruik van de mp3-stick en een selectie van de ‘Northern Soul Jukebox’. Bij snel overstappen in Leeuwarden hoor ik een aantrekkelijk nummer, maar de tijd ontbreekt me om op het scherm te kijken. In de trein van Leeuwarden naar IJlst concludeer ik tevreden dat de speellijst overnieuw begint en dus kan ik dát nummer ook weer verwachten. Het komt voorbij als ik in het ‘Stedeke’ ben. ’s Avonds zoek ik op Ebay en vind dit exemplaar. Ik haal hem op mijn sokken binnen. Daarna zal de ‘Northern Soul Jukebox’ me nog menigmaal inspireren tot aankopen, maar The Du-ettes zijn eerlijk de eerste!

7. I Got What You Need-Kim Weston (MGM K 13720, 1968)
Het grootste succes van Kim Weston bij Motown was het duet met Marvin Gaye: ‘It Takes Two’. De plaat had miljoenen verkocht en dus wachtte ze geduldig op haar royalties-cheque. Toen die kwam, week die nergens af op haar vorige, dezelfde kleine fooi. Berry Gordy zag zijn artiesten net als Johnny Hoes: Als personeel in een fabriek. Zonder het werk van zijn artiesten zou Motown of Telstar nooit groot zijn geworden, maar zij kregen hun uurloon ervoor, net als bij de Ford-fabriek in Detroit of de mijnen in Limburg. Toen Weston erover klaagde, kreeg ze ruzie met Gordy. Na haar vertrek zou ze flink dwars worden gezeten door haar voormalige werkgever, want zeg nou zelf: Had dit niet een hele grote hit moeten zijn?

6. Gone With The Wind Is My Love-Rita & The Tiaras (Kent Select CITY 009, 1967, re: 2009)
De macht van Tamla-Motown in de jaren zestig in de Amerikaanse radiowereld is groter dan menigeen denkt. Er zijn een paar voorbeelden bekend van ex-Motown-artiesten die geen poot aan de grond kregen, alleen maar omdat Motown flink geld bood als de dj’s de plaat negeerden. Zal zoiets ook van toepassing zijn geweest bij een aantal soul-labels. Neem nou Dore, een indrukwekkende catalogus met liedjes die allemaal klinken als een hit, maar het nooit zijn geweest. Zoals ‘Gone With The Wind Is My Love’ van Rita & The Tiaras, die plaat heeft pas in 1979 in Engeland enige waardering gekregen. Sommige platen grenzen aan een absolute perfectie en dit is een mooi voorbeeld!

5. It’s A Woman’s World-The Gypsies (Old Town OT 1184, 1966, re: 1976)
En daar zijn The Flirtations opnieuw in het verhaal! Voordat ze een naamsverandering ondergingen, heette de groep The Gypsies. Toen, en ook op ‘Stronger’, hadden ze nog een andere leadzangeres, deze bleef bij haar gezin toen de andere leden hun geluk beproefden in Londen. De rest is geschiedenis. De platen van The Gypsies worden evenwel in de midden jaren zeventig herontdekt in Engeland en zo verschijnt deze bootleg. Hij is te herkennen aan de afwijkende kleuren in het label, maar verder is het precies zo’n styreen ding uit Amerika. En, het goede nieuws, hij is een stuk beter te behappen qua prijs dan het origineel.

4. You’re Gonna Make Me Love You-Sandi Sheldon (Okeh OSV 031, 1967, re: 2011)
Ik noemde de plaat eerder dit jaar ‘gereedschap’, maar dat is niet denigrerend bedoeld. In tegendeel zelfs! Er zijn maar weinig platen met zo’n ‘power’ als deze van Sandi Sheldon. De bassende piano, de scherpe blazers en dan de drummer die de boel afmaakt. Zo hoort Northern Soul te klinken!

3. Don’t Stop Lookin’-Ann D’Andrea (Jamie J-ADA 4, 1967)
Facebook biedt momenteel een ‘app’ aan die bepaald wat je favoriete momenten van 2012 zijn. Ik heb een paar momenten van 2012 die bovenaan staan, hoewel Facebook daar weinig van heeft gemerkt. Eén van de fijnste weekeinden is die van mijn verjaardag. Vrijdagavond mijn verjaardag inluiden in De Buze, zaterdagavond naar de chinees en een paar mooie muziekfilms bekijken, die zondag die ik maar weiger te herinneren en Koninginnedag als toetje! Vrijdagavond maak ik dan definitief kennis met een plaatje dat ik in een opwelling heb gekocht, het is deze van Ann D’Andrea. Deze plaat brengt meteen het gevoel terug, de zaterdagmiddag na de aangename ‘surprise-party’ die Nouk spontaan voor me heeft georganiseerd. De zin om mijn verjaardag te gaan vieren bij chinees en video’s en dan dit heerlijke plaatje als toetje. Een weekend om in te lijsten! Overigens leer ik later die dag zowel ‘Love Is The Only Solution’ van Martha Star als ‘Never Love A Robin’ van Barbara & Brenda waarderen.

2. Stop & Get A Hold Of Myself-Gladys Knight & The Pips (Tamla Motown TMG 500, 1965, re: 2011)
Aanvankelijk leek het alsof deze plaat me heel wat kopzorgen zou geven, maar dat viel reuze mee! Eerst begreep ik dat het enkel een album-track was, maar de kans om zo’n originele Amerikaanse single op Maxx te bemachtigen, lijkt ook geen makkie. Dan ontwaar ik de single op Ebay, een splinternieuwe bootleg op het groene Tamla Motown-label. Het moet een Engelse demo lijken. Bij aankomst in Steenwijk blijkt dat het ‘uitbreekhartje’ gewoon is voorgedrukt op het label en verder ademt de plaat alle nepperigheid die je maar kan wensen. Maar de opname klopt en is ook na driehonderd keer draaien nog even aanstekelijk als altijd. Probeer dat ‘Ooh Ooh Ah Ah’ maar eens uit je hoofd te krijgen!

1,. I Don’t Want To Talk About It-Nancy Ames (Epic 5-10056, 1966, re: 1979)
De beste plaat van 2012? Ik kan volmondig ‘ja’ antwoorden. Ook één van de meest bizarre veilingen waarin ik verstrikt raakte. Er zaten veilingen bij, waaronder Diane Lewis, waarbij het tot de laatste tien seconden spannend bleef. Bij Nancy Ames waren de eerste 9 dagen, 23 uren, 59 minuten en 40 seconden totaal niet spannend. Ik was de enige bieder tot dan toe. ‘Sniping software’ noemen ze het. Een vies trucje dat je in de laatste twee secondes van een veiling kan overmeesteren. Het gebeurde bij deze van Nancy Ames. Tegelijk had ik al een ‘buy-it-now’ gezien, een lelijke heruitgave uit 1979, maar voor een prima prijs. Hoe die originele heeft geklonken, zal ik nooit weten, maar zo minimaal als deze zal het vast niet. Desondanks ben ik erg gelukkig met dit exemplaar. Ik kan hem wel tien keer achter elkaar horen, alles klopt aan deze plaat!

De link naar de podcast staat weer onder ‘opmerkingen’.

Volgende week is er weer gewoon een Schijf van 5. Ik had aangekondigd dat het een Schijf van 5 intro’s zou worden, maar heb besloten dat het eentje wordt over ‘beginnen’ en ‘starten’ in de titel. Suggesties zijn welkom!

Blauwe Bak Top 100 van 2012: 20-11


Allereerst mijn excuses voor het niet publiceren van gisteren. Ik voelde me gisteravond erg beroerd en het voelt nu, zondagmiddag, nog steeds alsof ik er tegenaan hang, maar er is veel werk aan de winkel! De bijbehorende podcast moet nog steeds worden opgenomen en ik loop nog een bericht achter…

20. I Don’t Like To Lose-The Group featuring Cecil Washington (Soul Sounds SS-02, 1966, re: 198?)
Kikker in je bil! Nee hoor, het is geen grapje, toch hoort dit ‘mopje’ helemaal bij 1 april 2012. Na een korte nacht ontwaak ik vroeg en besluit de zondag te gaan fietsen. Ik begin vanuit Gramsbergen en volg daarna de Vechtetal-route tot Schüttorf. Het is even na Neuenhaus dat de zachte xylofoonklanken mijn oren binnen dringen. Ik moet even stoppen om op het display te kijken en het blijkt dus deze van The Group featuring Cecil Washington te zijn. Had ik al verteld dat dit de allerlaatste mannelijke leadzanger van deze Top 100 is? Dat ik meer met de souldames heb, wordt in deze lijst wel duidelijk!

19. I Thank You Kindly-Diane Lewis (Wand WND 1183, 1968)
Terwijl de halve Northern Soul-wereld zoekt naar ‘Without Your Love’ en ‘Keep A Hold On Me’ besluit ik een gokje te wagen met ‘I Thank You Kindly’. Waarschijnlijk is dit één van de zeldzame keren dat ik even met de ‘grote jongens’ mee doe, want de single is bijna dertig pond en niet bepaald in nieuwstaat. Een Diane Lewis-single is een prestige-object en ik kan daaraan mee doen. Hoewel het plaatje een half jaar lang verstopt zat in mijn bakken, kan ik hem sinds een paar weken weer goed waarderen!

18. Don’t Go Home-The Shirelles (Vogue DV 14610, 1967)
The Shirelles is iets uit de oude doos. De oervorm van de ‘girlgroups’, waar ik anno 2012 zoveel van houd! Na de monstersuccessen in de late jaren vijftig en begin jaren zestig wordt ook dit genre even overspoeld door de Beatle-mania en de Britse Invasie. Ze blijven echter niets minder actief, alleen valt het niet zo op. Nummers als ‘March (You’ll Be Sorry’ en ‘Last Minute Miracle’ zullen pas tien jaar later waardering krijgen in The Casino in Wigan. ‘Don’t Go Home’ is uit dezelfde tijd, maar is nog lekker onontdekt gebleken. En dus mag ik nu pronken met deze nonchalante swinger!

17. Just Ain’t No Love-Barbara Acklin (Brunswick 55388, 1969)
Zullen we toch nog even stuivertjes wisselen? Nee! De lijst die ik op zaterdagavond 24 november heb gemaakt, blijft intact. Lijstjes maken is sowieso een ‘crime’ voor iemand wiens lijst binnen een minuut kan veranderen en een definitieve lijst heeft bij mij altijd een zeer korte houdbaarheidsdatum. Kijk nou hier… Barbara Acklin op 17! Dé plaat die mijn zomer van 2012 heeft bepaald, waarvoor je me wakker kunt maken… Die hóórt in de top tien. Toch even stuivertje wisselen met Rita & The Tiaras? Nee, we doen het niet. Deze lijst samenstellen is het meest verschrikkelijke wat ik heb gedaan dit jaar, 175 platen waar ik allemaal van hou, inkorten tot 100. En waar is Ecstasy Passion & Pain en het onverwoestbare ‘Ask Me’? De lijst blijft hetzelfde, maar de ‘lage’ notering van mevrouw Acklin kan ik niet verklaren!

16. I’ve Found Love-Sharon Tandy (ABC-Paramount 45-10742, 1965)
In dezelfde periode als Diane Lewis, opnieuw een single die bijna dertig pond moest kosten! Opnieuw een prestige-object, ook al vindt nu het gevecht met enkele Mods plaats. Sharon Tandy is meer Mod dan Northern Soul, maar ik ben alras verslaafd aan ‘I’ve Found Love’ en zal hem moeten hebben! Dat denken een paar Mods eveneens en het levert een spannend gevecht op! Samen met The Maisonettes is dit één van de plaatjes die de eerste week in Nijeveen ademt.

15. All Of A Sudden-Jeanette Williams (Back Beat 568, 1967, re: 197?)
Het is eng hoe je van bepaalde platen weet wanneer je ze voor het eerst hoorde. Ik heb op de dinsdag dat Piet Römer is overleden een koelkast gekocht bij de kringloopwinkel. Ze zullen deze laat op donderdagmorgen bezorgen. Ik heb dan ook een afspraak met de man van de vloerbedekking. Als ik in Nijeveen kom, blijkt de kringloop al te zijn geweest en dus moet ik op vrijdagmiddag opnieuw naar Nijeveen. Ik ga ditmaal met de regiotaxi en neem mijn laptop mee, want ik kan wel eens de halve middag moeten wachten. Dat valt mee! Ze zijn er klokslag één uur en ik loop even naar de winkel voor een lunch. Onderweg van winkel naar Julianastraat hoor ik Jeanette Williams en tot mijn grote vreugde vind ik een paar weken later een exemplaar. Het blijkt echter niet hét origineel, maar een bootleg, en dus is die 22 pond eigenlijk ietsje te veel!

14. I Need You Like A Baby-Andrea Henry (Groovesville OSV-002, 1968, re: 2010)
Ik heb nog niet eens een stoel staan in Nijeveen als ik er toch eens naar toe moet om de post in de gaten te houden. Op de fiets naar het dorp hoor ik voor het eerst ‘Time Fades Away’ van Andrea Henry. Helaas is die plaat in 1968 nooit officieel verschenen en sindsdien alleen nog op een enkele cd. Wél heeft Outta Sight ‘I Need You Like A Baby’ in de aanbieding, maar daar moet ik letterlijk zeven maanden aan wennen. Als ik hem dan toch koop, in september, is de liefde al heel snel een feit.

13. I’ll Be There-The Gems (Tru-Glo-Town TGT-7005, 1965, re: 1974)
Het woord Nijeveen valt heel vaak in deze Top 20. Nu is het een zondag, ik ben nog steeds van het roken af, en wandel door de kou vanaf Steenwijk naar Nijeveen. Aanvankelijk is het plan om dan door te gaan naar Meppel en met de trein terug, maar dat loopt anders. De heenweg ga ik over de Gasthuisdijk en Kolderveen naar het immer koude hok aan de Julianastraat. Ik drink er koffie (het koffiezetapparaat is het eerste wat wordt geïnstalleerd) en loop terug naar Steenwijk. Een memorabele middag. Tussen De Klosse en Roekebosch (of: tussen Bovenboer en Kolderveen, maar dan iets westelijker…) word ik verrast door een mal nummer van de mp3-stick. Het is deze van The Gems. Dezelfde avond win ik een exemplaar op Ebay, een hopeloze bootleg, maar dat geeft niet.

12. If I’m Hurt You’ll Feel The Pain-Barbara & Brenda (Dynamo D-103, 1967)
‘Het jaar 2012 heeft erg in het teken gestaan van Barbara & Brenda, waarschijnlijk dat hetzelfde in 2013 gaat gebeuren met The Debonaires’. Dat schreef ik vorige week in de Facebook-groep. De eerste Debonaires-single is binnen: Ondanks kerstdrukte BINNEN zes dagen van Dayton, Ohio naar Nijeveen! Ik sta perplex… De ultieme Barbara & Brenda kiezen is niet heel erg moeilijk. Als ik ‘Never Love A Robin’ had gehad, was dat hem geweest. Bij gebrek aan beter is dan deze ‘kraker’ de ultieme favoriet. Dat ze de top tien niet gehaald hebben? Reken dat maar tot de felle concurrentie!

11. Jumpin’ At The Go Go-The Detroit Sound featuring Charlena Cooper (Wyncote W-2611, 1967, re: 1977)
Nu eens niet Nijeveen, maar gewoon Steenwijk. Een zondagavond met ijzel en spiegelgladde klinkers in de binnenstad. Daar hoor ik The Detroit Sound door mijn oordopjes. Eenmaal thuis blijkt dat nog een hele zoektocht te gaan worden. Het is oorspronkelijk een album-track dat niet op single is verschenen, buiten een Engelse bootleg in 1977. En die vind ik in april. Hoewel de ‘boot’ stevig is gedraaid, komt het meeste lawaai nog uit de opname!

vrijdag 28 december 2012

gemengd dubbel


Ik sta niet snel met de mond vol tanden en al helemaal niet op Soul-xotica. Tóch zijn er van die dagen. Vandaag moet ik iemand in het zonnetje zetten die ons heeft verlaten. Ik heb zojuist het archief van Soul-xotica doorgespit, maar ik wist het al, ze had op 12 april een bericht met uitvoerige biografie. In de oertijd van Soul-xotica was ze één van de allereerste 'hoesbuien', de 'goedmakertjes' als ik eens geen tijd of inspiratie had. Ten tweede is er vandaag een single binnen gekomen die binnenkort nog wel Week Spot gaat worden, maar waar ik in oktober nog uitgebreid over heb geschreven. Een oud bericht opwarmen, doe ik niet aan en dezelfde biografie herkauwen is evenmin een optie. Dus worden het vandaag 'kliekjes'. En heb ik nog twee korte dingetjes die ik wel met jullie wil delen. Zet de magnetron maar aan!

Vanmiddag had ik tweemaal bezoek van de post. De eerste zending is een pakketje uit Texas, dat ondanks de kerstperiode maar mooi even binnen 9 dagen is overgekomen! Later krijg ik een mysterieuze envelop. 'Aan de directie van Soul-xotica'. Gezien die directeur al zeven jaar met vakantie is en zijn bakje van ingekomen post uitpuilt, ben ik zo brutaal geweest om erin te kijken. En jawel! Kerst en nieuwjaarsgroeten van de directie van Singlehoesjes.nl en voltallig personeel. Via deze weg neem ik een diepe buiging naar de hofleverancier van Soul-xotica en beantwoord het maar meteen met een sigaar uit eigen doos. 'Safe And Sound' is één van de drie hoesjes van Fontella Bass die Peter in de aanbieding heeft. Fontella Bass is namelijk tweede kerstdag overleden. De zangeres werd vooral bekend door 'Rescue Me', volgens sommigen het beste Aretha Franklin-nummer dat niet werd uitgevoerd door Aretha Franklin. 'Rescue Me' is al jaren een favoriet en nadat ik een wat krakkemikkige Old Gold op de kop had getikt, vond ik in april een fraaie uitvoering van de originele Chess voor weinig. Vanuit Engeland en dus géén fotohoes, maar dat mag de pret niet drukken!

Het pakketje uit Texas bevat een single van Joyce Kennedy. Nadat ik bericht had ontvangen van de waterleiding dat ik nog geld terug kreeg (de vorige bewoners van mijn huis waren met z'n tweeën, dus vandaar dat ik té hoog werd ingeschat), besloot ik mezelf te 'trakteren'. Nee, er is geen tientallen euro's in verdwenen, de felbegeerde heruitgaven van The Tan Geers en Yvonne Baker laten nog even op zich wachten, ditmaal ben ik 'boodschappen' gaan doen op de Amerikaanse Ebay. 'I'm A Good Girl' blijkt inderdaad een brug te ver, John Manship heeft een exemplaar in de aanbieding voor 150 pond. Maar ook de overige Blue Rock-singles van Kennedy zijn aan de prijs. Mijn exemplaar van 'Does Anybody Love Me' wordt omschreven als een 'filler'. De handelaar doet niet aan VG- mits het een bijzondere plaat is en na beluisteren van de soundfile ben ik vlug bereid. Tot zover ik kon oordelen een 'schoon' geluid, maar wel heel veel krasjes. Hij is morgen in Do The 45 te horen, dus oordeel zelf, maar ik vind hem heel keurig. De eigenlijke a-kant, het atmosferische 'Hifi Albums And Me', is er duidelijk minder aan toe, maar wie net als mij getrainde oren heeft, kan het nog steeds waarderen. Nu Joyce Kennedy geen last heeft gehad van de kerstdrukte kan ook The Debonaires nog wel eens dichter bij Nijeveen zijn dan bij de afzender in Ohio. We wachten af...

Soul-xotica is jaren lang geschreven op een telefoon, een Nokia N95. Het eerste goede nieuws is dat ik gisteren eindelijk die Samsung-surfplank heb verkocht, ten tweede heb ik op Marktplaats een aantal splinternieuwe Nokia N95's zien staan. Gezien het abonnement dat ik heb verlengd ook een beetje internet in houdt, begint het toch weer te jeuken. Gaan we toch weer een N95 kopen? Voor de camera is het ideaal en ik zou in geval van nood ook weer eens een uurtje kunnen gaan zitten en zo'n kattebel schrijven. Ik ben er nog niet over uit, maar de mogelijkheid bestaat!

Morgen en zondag volgen de ontknoping van de Blauwe Bak Top 100. Ik moet de podcast nog opnemen, maar die is per zondag beschikbaar. Dat is beloofd! En vergeet niet morgenmiddag om twee uur af te stemmen op wolfmanradio voor een uurtje krassen en tikken en de lekkerste soulmuziek!

donderdag 27 december 2012

de bikkelharde symfonie


Muzikaal is het jaar 1997 onbetwist die van de Britpop. Hoewel de strijd tussen Oasis en Blur (de Beatles en de Stones van de jaren negentig) aan kracht begint in te boeten, verschijnen er her en der enkele 'revolutionaire' platen van andere 'oudgedienden'. Jawel, er ontstaan ook nog wel nieuwe popsensaties, maar qua albumwerk gaat het in 1997 al snel om 'Fat Of The Land' van The Prodigy, 'O.K. Computer' van Radiohead en 'Urban Hymns' van The Verve. De laatste breekt alle records in Engeland en staat meer dan een jaar in de album top vijftig. Het album komt uit in de zomer van 1997 en ik ben dan werkzaam in de Sneker muziekoefenruimte De Kelder. Daar hebben we een abonnement op de Muziekkrant Oor, voordat het een verkapte Popfoto wordt. Het blad heeft in die zomer maar twee namen in de mond: Radiohead en The Verve. Alles, ja, alles aan deze twee bands klopt, volgens de burelen. Het album van Radiohead heb ik net leren waarderen, maar bij The Verve ben ik aanvankelijk sceptisch. Hoewel 'Bittersweet Symphony' een héle grote hit is, glijdt deze helemaal voorbij aan mij. Het is pas met de opvolger, 'The Drugs Don't Work', dat ik iets in de poeha van Oor serieus ga nemen. Op derde kerstdag 1997 leer ik dan tenslotte toch nog 'Bittersweet Symphony' waarderen.

'The day after'. Van een relatie kan je met een krappe maand nauwelijks spreken, toch lijken het voor mij drie jaren. Wat begint als een liefde-achtig iets, bloeit tot ongekende hoogten, zakt daarna in en de laatste twee weken worden we min of meer 'soulmates' die elkaar lichamelijk niet zoveel te vertellen hebben. Eindelijk lijkt het alsof ik die ene goede vriendin heb gevonden waarmee ik veel lol kan hebben, maar meer ook niet. De omgeving begrijpt het niet goed en begint zich ermee te bemoeien. Dan gaat het snel achteruit. Toch heb ik zelf op Tweede Kerstdag, onder invloed van het nodige, aan de noodrem getrokken. Ze had het al voorspeld en ze had nog eens iets gezegd dat eveneens is uitgekomen. Het was leuk voor zolang het duurde, maar meer mocht het ook niet zijn. Ik denk dat we beide erg gelukkig deze dans zijn ontsprongen! En toch... het afscheid was nogal openbaar en niet helemaal volgens het boekje en dus kreeg ik het verlangen om oud en nieuw elders te vieren. De van Britpop doorspekte eindejaars-Moordlijst brengt me op het idee en zo vertrek ik, hals over de kop, op 30 december 1997 voor drie dagen naar York.

Waarom gaat iemand oud en nieuw vieren in York? Goede vraag! Ik heb een jaar ervoor kennis gemaakt met bluesmuzikant Gypsy Bill Williams en zijn lieftallige Del Potter. Zij hebben me uitgenodigd eens naar York te komen. Er is weinig tijd van voorbereiding, ik boek op 29 december de boot en een dag later zit ik er al op. 's Avonds in het bargedeelte draait er een deejay, die speciaal voor iemand een verzoeknummer draait. Ik hoor de aanzwellende violen en sta meteen daarna als een idioot te dansen. Het is 'Bittersweet Symphony' van The Verve, dé soundtrack van de oversteek naar Engeland. Het oud en nieuw-feest is weinig spectaculair. Na een dienst in de Clifton Methodist Church (gewoon om even uit de kou te zijn) stiefel ik terug naar de Minster waar een groep op het plein staat. Vanwege mijn aura word ik door een groepje een taxi ingeduwd en zit even later op een ingekakt feestje in Rowntrees. De volgende ochtend is het paniek, want de feestgangers herkennen mij niet als degene die ze hebben meegenomen. Ik weet ze te overtuigen van mijn goede bedoelingen en na een kop thee en een douche leveren ze me af in de Old Orleans, een peperdure pub aan de Ouse waar ik oudejaarsdag grotendeels heb doorgebracht. Dan is er het contact met Bill en Del en zo kan ik 's avonds aanschuiven. De volgende middag wil Bill me naar Hull brengen, als ik het nieuws breek: Ik blijf! Ja, natuurlijk niet bij Bill en Del, maar in een louche jeugdherberg vlakbij de Ouse.

Op de dag van de beslissing, terwijl de boot uit Hull weer naar Rotterdam vertrekt, schrijf ik de moeilijkste brief in mijn leven. Geadresseerd aan mijn ouders. Het voelt onwennig aan, één groot avontuur, maar ik weet dat ik het móet doen. Misschien kom ik later nog eens terug op die eerste maanden in York, maar misschien ook niet. Ze zijn loodzwaar geweest, maar ik heb ze doorstaan! Intussen ben ik nog wel met eenzelfde driedagen-retourtje even naar Jutrijp geweest om spullen te halen. Ik had immers maar voor drie dagen sokken en ondergoed mee...

Tijdens mijn verblijf in Engeland hoor ik nog eens 'Urban Hymns' integraal, maar kan buiten de singles om maar niets van waarde herkennen in het album. Het is tenslotte eind 2000 als ik de cd alsnog koop en leer waarderen. 'Bittersweet Symphony' zit al jaren aan mijn pijngrens, maar toch... in dagen zoals deze... dan zwalk ik nog even door Sneek met de woeste plannen in mijn hoofd. Of ik sta uit mijn dak te gaan in de pub van de veerboot. Met de genoemde zware maanden heeft The Verve niets te maken, daar horen weer andere liedjes bij: 'Frozen' van Madonna en 'Never Ever' van All Saints, om maar een paar te noemen. Dat die eerste regels van 'Bittersweet Symphony' geen dichterlijke vrijheid, maar bikkelharde werkelijkheid, wordt me in deze weken evenwel duidelijk gemaakt!

woensdag 26 december 2012

het kerstkliekje van John en Yoko


Vanzelfsprekend ben ik weer totaal uitgehongerd uit het Friese land teruggekeerd en dus schuim ik maar weer het internet af op zoek naar nog bruikbare hapjes. Zo kwam ik in mijn lijstje ook John en Yoko tegen, die vieren per slot van rekening nog ieder jaar 'hun' maand. Ik vergis me altijd weer, want in Engeland is het vandaag Boxing Day en geen kerstdag en dus moest ik het doen met de 'doggy bag(ism)' van gisteravond: Een koude kalkoen. Hoe krijg je zo'n ding in hemelsnaam warm? Moet-ie in de magnetron? Nee natuurlijk niet... we gaan morgen lekker weer eens minder eten. De kaken tussen ontbijt en lunch even laten uitrusten, want die hebben weer overuren gemaakt in deze kerstdagen. Morgenavond het restantje rollade uit de koelkast door de nasi en dan hebben we het kerstpakket helemaal op. Toch vind ik het wel passend om in deze maand nog even stil te staan bij John Lennon. Twee jaar geleden kreeg hij zijn eigen bericht op zijn sterfdag, maar verder komt de man er bekaaid af op Soul-xotica.

Vanmiddag luisterde ik even naar Omrop Fryslân, die kan ik na mijn vertrek naar Nijeveen niet meer ontvangen, en zij draaiden 'It's A Cold Cold Christmas' van Dana. Bam! Die zit de rest van de dag in je hoofd. Ik vond hem nog net op het randje, om tien voor half één op Tweede Kerstdag met een uitgekauwde kerstplaat aankomen, maar over een anderhalf uur zijn we weer definitief verlost van Mariah Carey, Slade en Wham!. En kunnen John & Yoko ook weer de koelkast in. De wens van de beste man is helemaal uitgekomen: 'Happy X-Mas' wordt nog steeds gedraaid, er hoeven geen auteursrechten te worden betaald voor de uitzending ervan, maar of-ie nou op zo'n massale aanval van dat 'ding' zou zitten te wachten? Het antwoord zal wel 'ja' zijn, zó wreed was Lennon ook wel weer!

Natuurlijk gaat 'Cold Turkey' niet over een kalkoen... De tekst en muziek laten weinig aan de fantasie over, het ging Paul McCartney zelfs té bont en weigerde het met The Beatles op te nemen. John en Paul waren toen al net kleine kinderen, John's aandeel in de pesterij was dat hij 'McCartney' liet vallen als 'auteur'. Het was nog bijna een jaar voor het uiteengaan van The Beatles, maar toen werden de scheuren al echt zichtbaar. McCartney kan alleen maar opgelucht zijn geweest, want zijn hand zou in latere Lennon-composities volledig ontbreken. De grote goedzak binnen The Beatles, Ringo Starr, was de enige die op het appél verscheen. Verder zijn Eric Clapton en Klaus Voorman van de partij. De plaat wordt op 30 september 1969 opgenomen en verschijnt op 24 oktober van dat jaar als tweede single van The Plastic Ono Band. Op 1 november komt het de Engelse hitparade binnen en bereikt 'slechts' een veertiende plaats.

De plaat wordt nauwelijks op de radio gedraaid, maar Lennon doet intussen een actie die de plaat wel doet opvallen maar ook niet meer dan dat. Uit protest tegen de Engelse inmenging in de Vietnam-oorlog stuurt Lennon zijn koninklijke onderscheidingen terug. Dit baart evenveel opzien als het ontvangen van de insignes in 1965, maar kan het tij voor 'Cold Turkey' niet meer keren. Als extra klacht vermeldt John dat hij het uit protest doet tegen het zakken van de plaat op de hitparade. In Nederland doet de single nóg veel minder. Hier staat hij alleen op 6 en 13 december 1969 op de Top 40. Nummer 39 is de hoogste plek. Een zure... euh... appel als je het vergelijkt met de moeiteloze nummer 1-positie voor 'Give Peace A Chance'.

Maar de échte parel van de single staat op de b-kant. Althans, dat vindt John Lennon. Hij noemt 'Don't Worry Kyoko, Mammy Is Only Looking For A Hand In The Snow' de grootste rock'n'roll-song die ooit geschreven is. En daarover is hij écht heel serieus geweest. Ik heb tot op heden nog niet gedurfd om verder dan de eerste tien seconden te luisteren, maar moest het hoognodig nog eens doen. Ik draai immers eenmaal per jaar 'Yoko Ono/ Plastic Ono Band' van begin tot einde. Meestal gevolgd door 'Metal Machine Music Part 3' van Lou Reed. En als 'Hoog In De Zwitserse Alpen' van Olga Lowina in de buurt ligt, vormt dat een fraai trio!

Lennon is kwaad op de wereld en laat dat in 'Cold Turkey' goed uit de verf komen. Een plaat die 43 jaar later nog steeds even rauw en compromisloos klinkt. Twee jaar ervoor zong hij nog 'A jolly time is guaranteed for all'. Maar dat ging over Mr. Kite en niet over deze dreun in je gezicht.

maandag 24 december 2012

Week Spot: P.P. Arnold


De laatste week van 2012 is in gegaan. Overal in de media wordt er deze week terug gekeken op het voorbije jaar. Hoe vaak zullen we komende week zien dat Wilders zijn beste zet ooit heeft gedaan, namelijk: de stekker trekken uit het kabinet Rutte 1? Hoe vaak zullen we met de neus op de blamage tijdens het EK worden gedrukt? Wees gerust: Dit soort onderwerpen zullen op Soul-xotica nog niet eens aan het einde van een eeuw de revue passeren, ik hou me liever bezig met wat terug kijken op plaatjes. Zie hier de keuze voor de Week Spot van deze week. Vaak is de Week Spot een plaat die ik recent heb gekocht en er zijn ook een paar die deze titel nog niet hebben ontvangen. In oktober heb ik vijf 'classic' Week Spot's gedaan. De laatste Week Spot van 2012 is eveneens 'classic', een plaat die sinds januari in mijn verzameling vertoefd, maar toen was ik nog niet begonnen met de 'tune of the week' of de latere Week Spot. De Week Spot van deze week is een plaat die 2012 ademt en dus ook de laatste adem van dit jaar mag uitblazen. Een goede bekende met een nummer dat ik kan dromen en ik geloof dat jullie dat inmiddels ook wel kunnen...

Het begint allemaal een jaartje geleden. Ik heb mijn Ebay-account weer nieuw leven ingeblazen en heb besloten me nu helemaal op de singles te richten. Omdat Northern Soul het toverwoord is, vertoef ik bijna dagelijks op de Engelse Ebay, maar de eerste vangsten zijn niet bepaald Northern Soul. Neem nou P.P. Arnold. Haar enige 'claim-to-fame' in de Northern is 'Everything's Gonna Be Alright', waarvan het Engelse origineel pittig geprijsd is. Later in het jaar ontdek ik 'Speak To Me', het b-kantje van 'First Cut Is The Deepest', en die kan ook nog wel mee in het idioom. Voor de rest is P.P. Arnold een heldin in de Mod-beweging. Natuurlijk weten de Northern Soul-fans best waar de mosterd vandaan komt, maar toch is er een behoorlijk verschil tussen beide culturen en hun muziekbeleving. Bij de Mods moet het snel en uptempo zijn en wordt niet erg gelet op 'soul'. Veel Mod-klassiekers kunnen als lomp stampwerk worden weggezet. P.P. Arnold wordt na haar komst in Engeland meegezogen in dat idioom, maar haar 'roots' liggen toch echt in de soul. Haar eerste plaatje in Engeland is 'Everything's Gonna Be Alright', het wordt geen hit, maar zal in 1978 definitief doorbreken in de Northern Soul-beweging. De overige singles worden wel hits en zijn daardoor onbruikbaar in de Northern, waar gewalgd wordt van hits.

De vraag naar de schaarse plaat stijgt tot ongekende hoogten. Opeens verschijnen er allemaal Amerikaanse singles op de markt: Styreen met Immediate-labels die voorzien zijn van Amerikaanse catalogus-nummers. Toch blijkt al snel dat dit bootlegs zijn, want Immediate heeft nimmer de intentie gehad om de plaat in Amerika uit te brengen. Er zijn in het begin nogal wat verzamelaars, dj's en dansers die ongekend (voor die tijd) veel geld hebben betaald voor zo'n bootleg, maar bij zorgvuldig gebruik kan je daar anno 2012 je voordeel mee doen. Een Amerikaanse 'look-a-like' doet vijfendertig pond, mits in nieuwstaat. Helaas zijn er maar weinig overlevenden die voor zo'n kwalificatie in aanmerking komen. Mijn eerste schot is een misser. Via een grote Engelse dealer met duizenden positieve kritieken, die echter alleen visueel platen inspecteert. Hij heeft gelijk: Mijn exemplaar heeft een prachtige diepe glans, maar... klinkt voor geen meter! Weg vijftien pond! Ik sla nog vijftien aanbiedingen voor dergelijke 'look-a-likes' af en ga uiteindelijk voor de Vifgin-dubbel-single uit 1980, welke gisteren nog prijkte bij het verhaal van de Blauwe Bak Top 100.

Toeval bestaat niet, dat heb ik al vaker geroepen. P.P. Arnold is één van de ruim 1400 tracks op mijn mp3-spelertje. Iedere keer als ik een steuntje in de rug nodig had, klonk P.P. Arnold vanaf de mp3-stick. En was het de eerste plaat die ik in het verse jaar 2012 hoorde. De plaat heeft welhaast een religieuze betekenis gekregen voor mij. Het zit even tegen, P.P. Arnold erop en met een grote glimlach worstel ik me door de tegenslag. Alles kan alleen nog maar goed komen... Zo'n motto mag deze laatste week van 2012 de Week Spot heten. We zien wel wat 2013 ons gaat brengen. 'Everything's Gonna Be Alright'!

zondag 23 december 2012

een jaar in Nei-je-ve-ne


Bij het plaatsen van de foto van Jackie Day viel me opeens iets op. De foto van exact een jaar geleden heet 'homesweethome' en... warempel: Het is vandaag een jaar geleden dat ik mijn huisje in Nijeveen heb geaccepteerd. Omdat jullie ook nog een bericht te goed hebben, heb ik besloten vandaag toch nog even stil te staan bij dit heuglijke feit. Ik heb het vandaag best wel gevierd, ben niet deze verzameling bakstenen uit geweest. Ook al is mijn shag schoon op en moet ik dus nog wel even naar café 't Schippertje (de enige schipper die in Nijeveen komt is Sinterklaas...). Ook zou ik Bovenboer nog even rondslenteren, maar dat laat ik toch maar voor wat het is. Morgen weer een drukke dag! Nu ga ik toch maar eens proberen een eerbetoon te schrijven aan een jaar in Nijeveen, maar ik lig continu dubbel van het lachen, dus ik vrees het ergste...

De eerste indruk op 23 december 2011: He-le-maal niks! Het kale en zeer vochtige huis. Een blaadje dat een dag op het aanrecht had gelegen, was klam nat. De straat was uitgestorven, de rijtjeswoningen met hun ronduit saaie voortuinen. Jakkes! Gaan we nu echt op de kleinburgerlijke toer? Het weer werkte evenmin mee. Het regende niet alleen, het was ook vies koud. Eenmaal binnen niks geen warmte. De ruimte spreekt me wel aan, maar daar houdt het ook mee op. Dan die verschrikkelijke busrit naar Ruinen, waar ik het huurcontract moet ondertekenen. Ik heb al drie keer getwijfeld om niet te gaan, want ik wil dit krot immers helemaal niet! Het enige wat me aanspreekt, is dat woning in de nabije toekomst gesloopt kan worden en dat ik dan opnieuw een verhuispremie krijg. Nee, ik had ook niet kunnen bevroeden dat ik een 'slooppremietoerist' zou worden. In de Rembrandtstraat waren ook al mensen verhuisd naar de Aastraat, omdat die in 2015 wordt gesloopt...

Eenmaal in Ruinen blijkt toch dat ik helemaal niks te verliezen heb. Of de boel wordt zo grondig verbouwd dat het een aangename woning wordt, of het wordt zo gezegd gesloopt. Het wordt, hoe dan ook, alleen maar beter. En zo teken ik het contract. Een week later, op 29 december, krijg ik de sleutels. Het is pas in het nieuwe jaar dat ik bezig ga in Nijeveen. Of, beter gezegd, bezig ga mét Nijeveen. Er zal een fijn stukje vinyl in moeten, maar er zijn nogal wat prijsverschillen en dat neemt enorm veel tijd in beslag. Bovendien breekt in januari een winterse periode aan en ik heb maar één kachel. Dus of mijn spul in Nijeveen staat te verpieteren of in Steenwijk. En dus laat ik mijn spullen op de Rembrandtstraat en wacht eerst de ergste winter af. De dubbele huur en andere kosten laat ik van de verhuispremie af gaan. Eind februari komt er dan toch schot in de zaak en op vrijdagavond 18 maart overnacht ik voor de eerste keer op de Julianastraat. Dat is meteen een koude nacht, maar daarna breekt het voorjaar aan. Ik had geen mooier moment kunnen uitzoeken!

Tja, Nijeveen? Lachbui. Er zijn in Steenwijk verschillende mensen die me voor gek hebben verklaard. Wie haalt het in zijn hoofd om in Nijeveen te gaan wonen? Ik verdedig mezelf dan door te zeggen dat ik eigenlijk iets in Meppel zocht, maar na een jaar heb ik steeds minder verdediging nodig. Want... zegt-ie met een stalen gezicht... Nijeveen heeft me goed gedaan! Lachsalvo. De rust, de stilte die er 's nachts heerst (als de koeien zich enigzins gedragen), dat knauwende Drentse accent, de warme bakker die me iedere keer weer een 'noot'n'brood' voor een euro probeert aan te smeren en de boerse lompheid die in de lucht hangt: Nijeveen doet me goed! Ik voel me als een rolmops in de Nijeveense Grifte. Er is hier zelfs een bejaardenhuis, dus kan iemand mij een reden geven waarom ik uit Nijeveen weg zou gaan? Kijk, dat bedoel ik!

Gelukkig heeft Koning Winter weer even de benen genomen, want het afsluiten van waterleidingen is wel iets nieuws voor mij. Verder snort het kacheltje tevreden, scheelt het op de slaapkamer twee graden met buiten, maar dat was ik al van Steenwijk gewend. Met het inrichten, of het volstouwen, van het huis is het niet veel gevorderd, na jarenlang in een kippenhok te hebben verbleven, geniet ik van de ruimte. Ik ben geen vrienden met de overburen, maar dat is niemand in de straat, met mijn naaste buren kan ik uitstekend opschieten. En van de woningbouwstichting kreeg ik in juli een kaartje dat ik een 'voorbeeld voor de straat' was, maar dat had betrekking tot het tuinonderhoud.

Blauwe Bak Top 100 van 2012: 30-21


30. Show Me The Way-Martha Reeves & The Vandellas (Tamla Motown GO 25.693, 1967)
We zijn zo gezegd aanbeland in de definitieve top dertig, de plaatjes die allemaal potentiële nummer 1-favorieten zijn. Toch was de absolute top drie al een tijdje bekend. Deze van Martha Reeves & The Vandellas is nog vrij recent. In oktober had ik de langverwachte ontmoeting met mijn singlehoesjes-leverancier en volger-van-het-eerste-uur Peter. Hij bracht een stapel singles mee en verliet Nijeveen ook weer met een handje vol. Uitgezwaaid door nieuwsgierige buren… Peter maakte me in augustus lekker met een partij oude Motown-singles die hij op Marktplaats kon overnemen, echter: een dag later bleek dat er 70 euro op de resterende platen was geboden. Eerlijkheidshalve moest ik toegeven dat ze dat dubbel en dwars waard waren. Toen bleek een maand later die transactie niet te zijn door gegaan en dus kon ik ze nog steeds via Peter voor twee euro per stuk bemachtigen. Daaronder bevindt zich ook ‘Honey Chile’, maar de b-kant wint al snel aan populariteit bij mij.

29. Getting Mighty Crowded-Betty Everett (Fontana TF 520, 1964)
Als één plaat een drama was, dan is het wel deze van Betty Everett. Het is rond Pasen als ik vastberaden ben dat deze single in mijn collectie moet. Op dat moment wordt tweemaal de Engelse Fontana aangeboden. De eerste lijkt niet in een bijster goede staat en is wellicht voor een paar stuivers te bemachtigen? Dat liep anders. Dat de plaat gewild is, wist ik, maar ik heb hem bij zestien pond maar laten gaan. Die heeft uiteindelijk 22 pond opgebracht. En dan is er nog deze, compleet in nieuwstaat en een startbedrag van 8 pond. Tja, die gaat natuurlijk ver over de 30. Niet dus… Ik blijf de enige bieder. Na de betaling begint het wachten. Omdat Paypal abusievelijk nog de Rembrandtstraat in Steenwijk als verzendadres hanteert, betekent het menigmaal naar Steenwijk fietsen, sleutel halen bij Woonconcept (ik ben dan al verhuisd) en de lege deurmat bewonderen. Het begint de handelaar te irriteren, want ik moest hem al lang hebben. Om een lang verhaal kort te maken: De plaat is drie weken onderweg geweest! ‘All good things come to those that wait’ en dat geldt ook zeker voor dit prachtexemplaar van ‘Getting Mighty Crowded’.

28. I’ll Do Anything-Doris Troy (Mojo 2092-011, 1965, re: 1971)
En deze plaat heb ik waarschijnlijk te danken aan de finale van het EK voetbal. Nederland is al lang uitgeschakeld en alleen de échte voetballiefhebbers in Nederland lijken op de hoogte van het verloop van het toernooi. Ik ga de zondag even naar De Buze om een staartje Poison Idea mee te krijgen, de plaat die vanavond afloopt, zal ik toch wel niet voor die prijs (8 pond) binnen halen. Daarvoor is deze van Doris Troy teveel ‘in demand’ en de plaat in een té fraaie staat. Ik ken de handelaar en die is immer precies in zijn beschrijving. Tijdens de EK-finale loopt de veiling af en ik denk dat menig Engelsman op dat moment voor de tv heeft gezeten. Ik heb de Mojo-heruitgave in een zeer fraaie staat voor het startbedrag gewonnen! Mazzeltje….

27. Spilt Milk-Alfreda Brockington (Goldmine Soul Supply P4081, 1967, re: 2010)
De top 20 zal het andermaal duidelijk maken: Het zijn de dames die het hem doen in mijn verzameling. Middels de ‘Northern Soul Jukebox’-dvd leer ik in de eerste maanden van 2012 menig onbekende zangeres of ‘girl group’ kennen. Zo staat het zeer obscure ‘Chained And Bound’ van Alfreda Brockington daar ook tussen. Alfreda klinkt als een aangename kruising tussen Aretha Franklin en Laura Lee en als ik deze ‘heruitgave’ tegenkom, heb ik hem al gauw gekocht. Waarom staat heruitgave tussen aanhalingstekens? Toen de plaat in 1967 werd opgenomen, bleef het op de plank liggen. Tegelijk was er ook een groepje uit Philadelphia, waarvan zelfs de geschiedschrijvers de naam zijn vergeten, die het eveneens opnam en ook daar bleef het onuitgebracht. In 2010 wordt de acetaat gevonden door Goldmine Soul Supply die de acetaat zonder restauratie dupliceren op vinyl. Dit is de officiële a-kant van The Assassins, die we in de laatste podcast hoorden.

26. Crying Days Are Over-The Illusions (HIB 700, 2011)
Precies een jaar geleden vindt er in Londen een haastklus plaats. Een onbekende producer (of meerdere) en een eveneens naamloos studiogroepje nemen een ‘new vocal’ op van ‘Exus Trek’, de méér legendarische instrumentale versie van Luther Ingram’s ‘If It’s All The Same To You Babe’. ‘New vocals’ beterkent dat een bestaande backing track voor een geheel nieuw nummer wordt gebruikt, iets dat in de jaren zestig al gemeengoed was. Op Eerste Kerstdag 2011 krijgt de plaat, vers van de pers, zijn vuurdoop bij de BBC. Kort daarop verschijnt deze vinylsingle. Een promo, want in de loop van het jaar krijgt het een officiële release. Het is koffiedik kijken, maar de nieuwe film ‘Northern Soul’ gebruikt ‘Exus Trek’ in een teaser. Eigenlijk zou de film nu in premiére moeten gaan, maar dat is voorlopig uitgesteld tot de zomer. Mijn vermoeden is dat The Illusions verband houdt met die film, dus duurt het nog een paar maanden voordat we weten wie achter deze plaat zit.

25. Come Go With Me-Gloria Jones (white label, 1965, re: 2012)
Hoewel ‘Tainted Love’ hoger op mijn verlanglijstje staat, leer ik in maart ‘Come Go With Me’ waarderen. Dat komt omdat Rarenorthernsoul.com een origineel exemplaar heeft gevonden. Een plaat met de juiste millimeters ‘dead wax’ tussen uitloopgroef en label. Daardoor wordt die opgenomen in de ‘Sales Show’-podcast van februari en leer ik het nummer gaanderweg waarderen. Als ik een maand later deze bootleg tegen kom met beide prijsnummers op duimendik vinyl, dan maak ik een sprongetje in de lucht!

24. Love Is The Only Solution-Martha Starr (Thelma OSV-009, 1967, re: 2010)
We zitten goed in de heruitgaven, dat heb ik gisteren al geschreven. Bij deze van Thelma Houston was het op een bepaald moment erg grappig, want in het overzicht bij Rarenorthernsoul.com stond het origineel vlak boven de heruitgave. Het verschil? De komma twee naar achteren. De heruitgave met authentiek Thelma-label kostte een tientje, de originele zonder het minimale Outta Sight-logo moest duizend opbrengen. En jawel, drie uren later was die verkocht! Iedereen zeurt over de crisis, maar als je een kijkje neemt in de Northern Soul en je ziet wat mensen bereid zijn te betalen voor twee-en-een-halve minuut knisperend styreen…

23. Don’t Pretend-The Belles (Goldmine GS 2010, 1966, re: 1998)
Een donderdag. Gesprek bij de Sociale Dienst in Meppel en dus in alle vroegte (voor mijn doen, althans) op de fiets vanuit Steenwijk. Even voor de kruising met de Bramenweg gebeurt het. Een lekker tempo en een zangeres bij wie het uit het diepste van haar tenen komt. Vooral die overslaande stem in ‘no no no’… Fantastisch! Later die middag, op de terugweg, gebeurt het opnieuw en fiets bijna een moddersloot in. Wat een nummer!!! ’s Avonds Ebay op met ‘Don’t Pretend’ van The Belles en jawel! Een zeer fraaie ‘double-sider’ met Betty Boo op d flip voor een tientje bij een bevriende handelaar. Ik weet pas sinds twee weken dat we niemand minder dan Brenda Holloway horen, haar zus Patrice en nog een derde sessiezangeres van Motown.

22. You Babe-Dana Valery (Go Ahead TICK 010, 1972, re: 2012)
Hierbij was ik tot in de opname van de podcast aan het twijfelen. Eigenlijk is ‘This Love Is For Real’ de uiteindelijke favoriet, maar ja, ze zijn beide steengoed. Omdat ‘You Babe’ een beetje onderbelicht is in mijn set en ik bij de samenstelling van deze Top 100 ontzettend veel trek had in dit nummer, mag deze nu op 22.

21. Naughty Boy-Jackie Day (Kent TOWN 145, 1967, re: 2009)
Het weekend van Kopje Cultuur is legendarisch. Naar het werk toe hoor ik de eerste keer ‘Naughty Boy’ en ben in alle staten, ’s avonds draai ik in De Buze. De zaterdag neem ik een Soul-x-rated op en loop ’s avonds naar de supermarkt in Meppel en terug. De volgende ochtend loop ik Bovenboer om en maak me dan op om in Het Pandje te gaan draaien. Daarvan ben ik pas om één uur ’s nachts van terug en dan ga ik tevreden op de drempel van de keuken zitten en paf een paar sjekkies. Dan wil ik overeind komen, maar dat gaat niet… De dokter noemt het ‘spit’. Deze 72 uur is zondermeer legendarisch voor mij en Jackie Day is één van de liedjes op de bijbehorende soundtrack!

Link naar de podcast staat weer onder opmerkingen.

zaterdag 22 december 2012

Blauwe Bak Top 100 van 2012: 40-31


40. Learning How To Fly-The Exciters (Today T-1002, 1971)
We komen nu zo langzamerhand in de buurt van de top tien, dat bewijzen de afleveringen van de Blauwe Bak Top 100 van dit weekend. Het samenstellen van de lijst was een heidens karwei en ik zou wensen dat ik nu nog stuivertjes kon wisselen, maar dat sta ik mezelf niet toe! We beginnen deze aflevering met één van de liedjes die mijn 2012 luister heeft bij gezet. Ik was eigenlijk op zoek naar ‘Blowing Up My Mind’, maar daarin ben ik niet de enige. Ik ben tot nu toe alleen een 1972-heruitgave tegen gekomen, die niet in een bijster fraaie staat was en desondanks nog steeds veertig euro opbracht! We blijven zoeken. Toch staat dit jaar vooral in het teken van de stem van Brenda Rooney, de zangeres van The Exciters. Ze kan werkelijk alles aan en uit elk nummer spreekt de geestdrift boekdelen. Zoals hier in ‘Learning How To Fly’, niet één van de meest memorabele soul-stampers van The Exciters, maar hun interpretatie van de ‘flower power’. Ik lust er wel pap van. Intussen heb ik een single ‘ontdekt’ die voor weinig op de Amerikaanse Ebay wordt aangeboden, dus die ga ik binnenkort ophalen.

39. Look Around-Two Plus Two (Velgo OSV 003, 1967, re: 2010)
,,Ik wil niet te snobistisch overkomen, maar ik heb al genoeg heruitgaven in mijn koffer staan. Nothing beats an original”, schreef een bevriende dj me recent. Onderwerp van dat bericht was de nieuwe heruitgave van The Tan Geers, welke ook hoog op mijn verlanglijst staat. Als je die beide kanten origineel wilt hebben, betaal je al snel duizend euro voor beide singles. Wat ben ik dan gelukkig met heruitgaves, want de ‘double-sider’ kost slechts tien pond! En sommige heruitgaves móet je gewoon kopen, omdat het origineel een illusie is. Dat geldt ook voor deze fijne Detroit-stamper van Two Plus Two. Het origineel is een paar jaar geleden geveild voor vierduizend dollar en deze klinkt even beroerd als de heruitgave. Velgo was niet gelukkig met het persen van platen, meer daarover bij de nummer 35.

38. Too Late To Turn Back Now-Cornelius Brothers & Sister Rose (United Artists 50910, 1972)
Van sommige platen kan ik nog erg goed herinneren wanneer ik ze voor het eerst hoorde. Neem nu deze zaterdag in het voorjaar, ondanks de warme zon een krachtige zuidenwind. Ik weet de reden niet precies, maar ik wil even naar Meppel en fiets het stukje NAP-route over Kolderveen. Het is even voor Meppel als dit nummer als een deken om me heen valt. Ik zet de fiets stil en kijk even op de display. ,,Later”, zo neem ik me voor. ,,Als ik alle Northern Soul-stampers heb verzameld, ga ik over op dit soort Modern Soul-dingen”. Bij herhaald beluisteren van dit uitstekende nummer neem ik de beslissing: Wacht niet langer en koop de eerste die binnen het budget ligt. Dat is deze dus, niet héél erg fraai, maar desondanks beneden de twintig euro. De ‘distortion’ daar gelaten… Wat een schitterend nummer is dit! Hij is echter niet Northern Soul genoeg voor in de top tien, maar je zou er een speciale hitparade voor inlijsten.

37. Panic-Reparata & The Delrons (Eric 5010, 1967, re: 198?)
De volgende twee platen vertellen het verhaal van mijn Northern Soul-verzameling van 2012 als geen ander. Een jaar geleden ontdekte ik ‘Panic’. Ik kende het nummer al even daarvoor, maar had het nooit echt met Northern Soul geassocieerd. Even vloeken in de kerk: Het is typisch zo’n pop-ding dat in 1970 nóóit The Twisted Wheel of The Catacombs was binnen gekomen, maar in The Casino wordt omstreeks 1977 de nadruk gelegd op de dansers en wordt de soul vergeten. Toch ben ik een jaar geleden vooral op zoek naar dit soort van stampers. Dat gaat in een paar maanden weldra veranderen?

36. You’re The Cause Of It-The Lovables (Toot 45-605, 1968)
En zo komen we uit bij een ‘moody mid-tempo’-track als deze van The Lovables. Het hoeft anno december 2012 niet meer snel en hard te zijn, als het melodieus en soulvol is, mag het van mij al snel. Het heeft de snelheid uit mijn set gehaald, hoewel ik nog steeds een anderhalf uur of langer kan ‘kneiteren’. Toch doe ik mezelf het grootste plezier met een nummer als deze van The Lovables. De plaat wordt schoorvoetend ontdekt in Engeland, dus wie weet: Misschien is ‘Do The 45’ wel de vuurdoop geweest voor een toekomstige klassieker!

35. I Lost A Good Thing-Gwen Owens (Velgo OSV-033, 1968, re: 2011)
Hierbij het vervolg op het verhaal bij Two Plus Two. Velgo was indertijd niet erg gelukkig met het persen van platen. Neem nou ‘Just Say You’re Wanted’ van Gwen Owens, tweederde van de oplage bleek nauwelijks te draaien. De bassen zijn té hard opgenomen waardoor de plaat, behalve het gerommel onderin, de neiging heeft over te slaan. Het magazijnpersoneel van Velgo heeft echter de grootste lol en gebruikt de plaat als frisbee. Hoeveel ‘overlevenden’ er zijn, is niet exact bekend, maar als-ie opduikt is deze vierduizend dollar waard! Gelukkig heeft Outta Sight de plaat opnieuw geperst, maar ook die klinkt niet koosjer. En zo kies ik steeds vaker voor de b-kant van de heruitgave, in werkelijkheid een latere single van Owens. Voor deze Top 100 heb ik besloten dát nummer op te nemen in de lijst.

34. Girls Are Out To Get You-The Fascinations (Mayfield OSV-024, 1967, re: 2011)
Het origineel is nauwelijks te vinden, maar deze plaat heeft al heel wat heruitgaven op de naam staan. Het meest succesvol was de eerste heruitgave in 1971, de single bereikte toen nog een plek in de Britse Top 50. Ik heb hem wat te vaak gehoord in het afgelopen jaar en daardoor staat-ie niet heel erg hoog in deze lijst.

33. If This Ain’t Love-Nicole Willis & The Soul Investigators (Timmion #011, 2005)
Ja, ik moet het in de podcast hebben over het lid van onze Facebook-groep, want op persoonlijke titel had ik haar net ontvriend. Carol is verliefd en de hele wereld mag dat weten, maar ik begon de rozengeur en manenschijn een beetje zat te worden. Toch heb ik sinds augustus altijd fijn contact met haar gehad en heb ik nog een plaat aan haar te danken. Op haar persoonlijke ‘timeline’ zette ze in augustus deze van Nicole Willis. Nee, ik was het niet vergeten, maar toch… Er was een tijd dat dit plaatje bijna dagelijks vanuit mijn Nokia schalde, maar sinds het overlijden van het mobieltje had ik hem niet meer gehoord. En natuurlijk, die móest ik ook op vinyl hebben. Een Duitse handelaar biedt ze nog nieuw aan. Ik heb het helaas moeten missen, maar vorige maand trad Willis nog op tijdens het Soul City-festijn in Keulen. Dat was een hele leuke combi geweest…

32. You’re The Fool-The Three Degrees (Roulette R-7088, 1971)
En dan komen we op een breekpunt in deze Top 100. Hoe stel je zoiets samen? Ik heb eerst 175 liedjes geselecteerd en toen vier velletjes papier gemaakt. De échte Northern Soul-favorieten op lijst nummer 1, de quasi-Northern Soul en iets mindere favorieten op 2, teveel gedraaide klassiekers en nog minder Northern op lijst 3 en tenslotte de rest op lijst 4. Die laatste is niet aan bod gekomen en vormt de bubbling under. Wellicht dat ik die platen nog eens in een podcast ga stoppen. Nummer drie had een paar afvallers en verder is het de volledige 1 en 2. Three Degrees stond bovenaan 2 en zo komen we nu bij allemaal potentiële nummer 1-kandidaten…

31. Everything’s Gonna Be Alright-P.P. Arnold (Virgin SV 103, 1967, re: 1980)
Oudejaarsavond 2011. Ik ben van plan om het weer thuis te vieren, maar eindig bij Marianne op de bank. Ed is er ook. Ik heb net als ‘northernsoulx’ een videokanaal geopend op Youtube en we beluisteren eentje. Dan is het opeens twaalf uur en knalt het vuurwerk los. Welke plaat er draait, ben ik even vergeten, maar een minuut later vezekert P.P. Arnold ons dat alles goed gaat komen. P.P. staat eveneens tussen de 1400 tracks op mijn mp3-speler en in dit jaar is het geregeld gebeurd dat ik even een aanmoediging nodig had. Noem het maar toeval, maar steeds op dat moment selecteerde de mp3-speler dít nummer van P.P. Arnold. De plaat stond een jaar geleden hoog op mijn verlanglijst en was zeer op mijn nopjes toen ik een VG+-exemplaar had gescoord voor vijftien pond. Echter, de handelaar in kwestie draait de platen niet, maar beoordeelt de platen visueel. Bij vinyl weet je vrij snel wat voor vlees je in de kuip hebt, maar bij styreen is dat anders. P.P. heeft een prachtige glans, maar… klinkt voor geen meter. Ik besluit niet meer te gokken met styreen-bootlegs van deze plaat en kies dan maar voor de ‘double-single’ uit 1980. In één keer klaar? Dat dacht ik wel, totdat ik ‘Speak To Me’ ontdekte en dus toch nog een exemplaar van ‘First Cut Is The Deepest’ moest aanschaffen…

vrijdag 21 december 2012

novelty of nihilisme?


Kom ik uit een muzikaal gezin? Niet in de zin van actieve muzikanten. Daarbij vergeet ik dan gemakshalve even die ellendige melodica van mijn zus. Qua muziekconsumptie zat het wel goed bij de Louwsma's. Heit had een collectie gewijde muziek en toen ik leerde lopen, begon mijn oudste broer te puberen en stond Hilversum 3 vijf dagen in de week aan. De dag dat de EO uitzond, stond de radio op 2. We mochten dan wel kerkgangers zijn, maar de EO werd een tikkeltje extreem bevonden. En op zondag? Ik kan me alleen de zondagen van de KRO herinneren, maar wat er voor die tijd uitzond op zondag? Als iemand me dat antwoord kan geven... Met de puberteit begon Henk ook plaatjes het huis binnen te slepen en zo begint mijn muzikale opvoeding in 1978 met het alom gewaardeerde (...) 'Mull Of Kintyre' van Wings. Zus is twee jaar jonger en houdt van afkortingen: Abba en ELO. Van de eerste moet ik daarna niks meer hebben, maar ik heb de liefde voor Electric Light Orchestra wel van haar overgenomen. En dan komen we bij onze jarige van vandaag, mijn trouwe volger Jelte. Hij heeft altijd al iets met Duits gehad, want zijn eerste plaatje was het tenenkrommende 'Vrijheid En Vrede' van Dennie Christian, maar een paar jaar later zal hij ons gezin 'verblijden' met zeer eigenzinnige muziek. Ofwel het is hoog tijd voor Trio. Met natuurlijk ook via deze weg nog de hartelijke gelukwensen!

Toch is Trio weer even heel erg actueel. Citroën heeft een nogal merkwaardige reclame waarin 'Da Da Da' van Trio ietwat versneld wordt afgespeeld en dan de mededeling dat de Franse automobiel 'streaming' aanbiedt in plaats van de cassetterecorder. Hoezo merkwaardig? Mijn cassette-periode ligt, ondanks een kleine 'revival' in 2010, alweer een tijdje achter me, maar als je het geluid van een vastlopende of versleten cassette wilt laten horen, waarom versnel je het dan? Oude cassettes gingen juist jengelen en smerige koppen van een cassettedeck maakten het geluid dof en eerder trager. Of laat mijn geheugen me hier ook weer in de steek? Hoe dan ook: 'Da Da Da' is met de regelmaat van de klok weer te horen op de radio, het zij in een reclameblok. En ook dat zal niet voor de laatste keer zijn, want onder andere Volkswagen heeft het in 1997 al eens gebruikt. Pepsi deed hetzelfde, maar dan werd het nummer gezongen door Christina Aguilera. Voor wie niet mee wil doen aan luchtverontreiniging en waarvoor Pepsi net wat te veel calorieën heeft: Sakata rijstwafels maakt eveneens gebruik van het nummer. Er wordt dan wel 'Sa-Ka-Ta' gezongen in plaats van 'Da Da Da'.

Trio ontstaat in 1980 aan de vooravond van de Neue Deutsche Welle in het speldenkopstadje Groosenkneten. Je zou hun muziek gemakkelijk kunnen weg zetten als 'novelty' en het verder niet serieus nemen, maar toch heeft Trio wel een achterliggende gedachte. In zowel bandnaam als muziek worden alle versiersels weggehaald totdat de rauwe kern overblijft. Dit resulteert in ogenschijnlijk simpele liedjes gespeeld met gitaar, eenvoudig drumstel en het meest aftandse keyboard dat je kan voorstellen. Pas later in hun loopbaan maakt Trio gebruik van een bassist. Stephan Remmler maakt bij concerten gebruik van voorgeprogrammeerde drumbeats. Drummer Peter Behrens begeleidt het dan met één drumstok terwijl hij met zijn andere hand een appel eet. Het concept van Trio slaat aardig snel aan, hun tweede single is 'Da Da Da' en het bereikt in dertig landen de hitlijsten. Er zijn indertijd wel meer bands die zich van een minimaal geluid bedienen, maar zo kaal en uitgekleed als bij Trio wordt het nergens. Zelfs de teksten gaan helemaal nergens over. Helaas is het mopje aardig snel uitgewerkt, buiten Nederland en Duitsland krijgt 'Da Da Da' geen succesvolle opvolger.

Ze blijven het desondanks proberen. Iedere single heeft twee versies: Een Duitstalige en een Engelse. In Nederland worden ook alleen de Engelse versies nog hits, maar in Duitsland is de lijst van succesnummers een stuk langer. In 1985 begint Trio scheuren te vertonen. Behrens is de eerste die opstapt, de reden ligt hem in de financiële afwikkeling, en kort daarop ligt Trio uit elkaar. Remmler, Behrens en gitarist Gert Krawinkel (alias Kralle) gaan alle drie solo, maar alleen die van Remmler mag naam hebben. 'Keine Sterne In Athen' wordt bijna een hit en ademt de nihilistische sfeer van zijn vroegere band. In 1985 verschijnt ook nog 'Drei Gegen Drei', een speelfilm die aanvankelijk flopt en daarna uitgroeit tot een cultfilm. De liefhebbers kunnen sinds een maand de film bekijken vanaf DVD en Bluray. Eerder dit jaar is de dertigste verjaardag van 'Da Da Da' gevierd. De groep kent een fanclub die nog immer actief is.

Bij The Shaggs heeft het ook ruim dertig jaar geduurd voordat de mensen de betekenis van het systematische 'gerommel' in zagen. Als je het mij vraagt, moest Trio ooit ook nog eens zo'n herwaardering krijgen. Trio is géén novelty, het is dadaïstisch nihilisme. Weet waar je dit het eerste hebt gelezen...

donderdag 20 december 2012

het gelijk van Barry McGuire


,,Ik heb toch wel medelijden met de Maya's", hoor ik Jan-Willem Roodbeen roepen op Radio 2. Ik moet gniffelen. Jan-Willem deed eerder een programma voor de EO en dan is enige scepsis ten opzichte van de Maya-kalender natuurlijk geheel van toepassing. Later is er een chef die het nóg bonter maakt. Volgens hem hebben de Inca's wel een kern van de waarheid bij het juiste eind. Jaja, iemand die de klepel heeft horen slaan, maar niet weet waar de klok hangt. Zelf heb ik 20 december 2012 uitgebreid gevierd. Op de klantenlijsten die we moeten invullen heb ik demonstratief steeds 20-12-2012 ingevuld, waar ik anders 2012 nog wel eens tot 12 wil afkorten. Helaas hebben we ons werk niet op tijd kunnen af krijgen, de 24-uurs-post wordt dus even 48-uurs post. Maar wat als de Maya's nu echt gelijk hebben? Dan hadden we de post ook net zo goed ongeteld en ongewogen de Drentse Hoofdvaart kunnen in kieperen. Toch verwacht ik dat we morgen gewoon een dubbele partij kunnen aanbieden bij PostNL. Zoals een tekst op Facebook die ik móest delen: 'Ik ben niet bang dat de wereld in 2012 vergaat, ik ben eerder bang dat het zal doorgaan zonder iets te verbeteren'.

Toch vraag ik me stiekem af wat Barry McGuire op dit moment uitspookt. Zal hij ergens een optreden hebben, voor de hoogste bieder? Of heeft hij de schuilkelder opgezocht? Hoe dan ook: Als de Maya's gelijk krijgen, dan moest Barry McGuire ook maar een eigen kalender beginnen. Hij voorspelde reeds in 1965 het noodlot. In 2008 heeft hij zelfs nog een gedeelte van de tekst herschreven, omdat je intussen wel dagen lang in de ruimte kan zweven en dat de problemen met de republiek China eveneens de geschiedenisboeken zijn in gegaan. Maar hiep hiep hoera, we hebben er wel een gat in de ozonlaag bij gekregen en dus kan Barry McGuire nog volop uit de voeten met zijn hit. Er schijnt zelfs een 'Eve 2012' te bestaan en die moest helemaal up-to-date zijn. Ik heb hem nog niet beluisterd. Dan mag ik wel opschieten, want als die Maya's nou toch gelijk krijgen...?

Na een korte maar krachtige loopbaan bij The New Christy Minstrels probeert McGuire het in 1965 maar solo. Met The Minstrels heeft hij een wereldhit gehad met 'Green Green', maar vent anno 1965 liever zijn doemdenkerij uit. Dat begint meteen goed met 'Eve Of Destruction', een product van de hippe songschrijver P.F. Sloan. Want ja, hoewel 'Eve' voor altijd aan hem verbonden zal blijven, er moest toch iemand het zingen, is de tekst helemaal niet van McGuire afkomstig. Ik meen me te herinneren dat het nummer aanvankelijk door The Byrds is afgeschoten en dat McGuire een flinke tweede keus is. Hij bereikt er echter overal ter wereld de toppen van de hitparade mee en hij moet ontzettend van dat succes hebben genoten, want iedere opvolger vliegt ongemerkt de uitverkoopbak in. En McGuire weet er reeds 47 jaar een carriére mee in stand te houden. Daar kunnen wellicht nog wat jaren bij komen, maar dan is niet te hopen dat de voorspelling van de Maya's gaat uitkomen, want...

En toch is het gebruik van Roodbeen in de introductie niet geheel ongepast, want ook McGuire heeft na zijn noodroep het vertrouwen en de bescherming gevonden in onze Lieve Heer en schijnt flink baanbrekend werk te verrichten in de gospelrock. Ik heb in 1996-97 enige tijd in dat genre mogen vertoeven en iets opzienbarends veroorzaken in de gospelrock... dan doe je iets wat in de 'seculiere' popmuziek tien jaar geleden hip was. En dus kan ik me voorstellen dat het 'Eve'-grapje ook binnen de gospel nog heel lang mee kan. In 2008 onderneemt McGuire een tournee met John York, die door Wikipedia als lid van The Byrds wordt aangeduid, maar die ik even in het tumult van die groep heb gemist. Zoals McGuire zegt: ,,Geen cover-tribute, maar een verzameling liedjes die we hebben gezongen met mensen die niet meer onder ons zijn". Ik noem dat gewoon een sentimentele dweil die oude liedjes afjammert...

Voor de goede orde: Ik kan 'Eve' op zichzelf best waarderen, vind de opvolger 'Upon A Painted Ocean' eigenlijk beter, maar als je je even gaat verdiepen in de persoon van Barry McGuire gaan je tenen wel heel erg krom in de sandalen staan. Morgen zullen we weten of we zowaar een moderne profeet een gastrol hebben gegeven op dit blog (alhoewel Bob Dylan al eens in de 'haatdraaier' heeft gezeten), maar dan moeten de Maya's niet gelijk krijgen, want anders...

woensdag 19 december 2012

recenzeuren: John Wright Band


'Recenzeuren' is jarig! Deze rubriek is in de huidige vorm net een jaar geworden. Het broertje/zusje 'recent gezeurd' is daarentegen een zachte dood gestorven. Op een of andere manier heb ik het weer even helemaal gehad met live-concerten, dat is wel vaker zo geweest. Het is pas sinds 2004 dat ik de draad weer had opgepikt. Doordat ik tussen 1992 en 1998 als poprecensent voor het Sneeker Nieuwsblad heb gewerkt, zag ik iedere week meerdere concerten. Daarna was ik maar moeilijk meer te verrassen en dat speelt op het moment eveneens. In 'recenzeuren' blik ik terug op de concerten van tussen 1992 en 1998 die ik zó uit mijn blote hoofd weet te herinneren, want helaas is veel de grijze middelmaat niet ontstegen. Als ik een 'claim to fame' mag hebben als ex-recensent van de Sneeker, dan heet dat waarschijnlijk John Wright. Ik zal de man niets te kort doen, hij was een opmerkelijk talent die het wellicht ook zonder mij had gered, maar toch... die recensie die volgde op zijn eerste Sneker optreden in december 1994, die maakte het gefluister in Sneek alleen maar sterker. De muziekliefhebbers (m/v) hadden wel iets héél opmerkelijks gemist! Hierbij een opsomming van mijn ervaringen met deze grote man, die helaas al een paar jaar niet meer onder ons is.

Als ik me niet vergis, stond The McCalmans op het programma. Sinds ik Richard Thompson had gezien, ontdekte ik niet alleen een voorliefde voor folk, maar ook de maandelijkse concerten van de stichting Music Inn Sneek. In het begin zat het in het bovenzaaltje van 'T Ouwe Vat, maar door strengere geluidsnormen moest het uitwijken naar de foyer van schouwburg en bioscoop Amicitia. Daarna heeft het ook nog enkele omzwervingen gemaakt en tegenwoordig zou het plaats hebben in een Ierse pub. Hoe dan ook, we gaan terug naar een gure zaterdagavond in december 1994. De groep die hoort op te treden heeft 'last minute' het aanbod gekregen om mee te doen in een kerstshow op de Amerikaanse televisie. Kaartjes blijven geldig, maar de organisatie komt eveneens met een totaal onbekende naam. John Wright heeft al een kleine naam in Alphen Aan De Rijn, maar in Sneek is het een grote onbekende. Ik kom halverwege zijn optreden binnen zeilen. Het bekende ritueel. Eerst wachten aan de deur totdat de zanger klaar is met zijn liedje, dan snel naar binnen. Eerste vrije tafeltje zoeken, lange leren jas uit, zwaaien naar deez' en geen en een knikje naar de bar, zodat even later mijn Guinness wordt geserveerd. John vond het uiterst amusant, zo vertelde hij later. Een 'heavy metal freak' in een lange leren jas tussen de keurige geitenwollensokken-hippies, die desondanks door de hele club wordt geaccepteerd. Ik neem voorzichtig mijn eerste teug van de Guinness en dan valt John in. Een donderklap bij heldere hemel? Ik zou het liever omkeren. Een felle, alles verwarmende, zonnestraal tijdens een donderbui. Een stem zo zacht als zijde, maar tegelijk met de kracht van geruwd katoen. In de pauze stevent hij meteen af op mijn tafeltje. De bewondering is wederzijds en tegen het einde van de avond zijn we dikke vrienden!

De recensie die eruit voortvloeit wordt nog jaren gebruikt voor de Nederlandse persbiografie. Het is in oktober 1995 als ik een beetje rond hang bij Amicitia, als ik opeens 'Hey Gerrit' achter mij hoor. Daar staan John Wright, Kenny Speirs (de gitarist) en Wattie Robson (de violist). Het is meteen weer dikke mik en 's avonds ga ik met hun mee naar het bluescafé in Drachten. De ruimte is beperkt en dus kan ik niet in volledige details treden, maar ik kan er een boek over schrijven! John zingt uitsluitend 'covers' en omdat hij 'The Things We've Handed Down' van Marc Cohn op zijn lijstje heeft staan, ontstaat het idee om mij op de hoes van de nieuwe cd te zetten. We doen een fotosessie met de Solex voor het Sint Antonius-ziekenhuis, dat al half in puin ligt. De fotoreportage heb ik nog wel, de foto's zullen niet gebruikt worden. Tijdens deze periode valt het op dat 'publiekslieveling' Wattie té zwaar aan de alcohol is voor een professionele band als die van John Wright, hij wordt in 1996 vervangen door Stewart Hardy. Ik zie John Wright daarna nog in 1996 en 1997, want ook hij is zo'n naam die ieder jaar opnieuw prijkt op de posters van Music Inn. Na het handjevol publiek in 1994, heeft hij in 1995 al een halve zaal en is het in 1996 uitverkocht. In 1998 doet hij zelfs twee uitverkochte concerten achtereen!

Ik vertrek op oudjaarsdag 1997 naar Engeland. John heeft me al een aantal keren uitgenodigd vooral eens langs te komen in Schotland. Tussen kerst en oud en nieuw 1998 smeed ik in Mossley de plannen. Ik arriveer oudjaarsavond 1998 in het minuscule dorpje Newcastleton. Daar moet John wonen, alleen waar...? De ingezetenen van de pub weten het antwoord evenmin en zo luid ik hier her nieuwe jaar in. Ik blijf bij ene Peter op de bank slapen en de volgende ochtend krijg ik het antwoord: John woont ruim vijftien kilometer buiten Newcastleton. Ik word er gebracht door Peter en wat ik dan nog niet zo goed begrijp, maar later des te meer: Het is erg onbeschoft om zomaar ergens 'binnen te vallen', jezelf uit te nodigen. Ik merk de strubbeling her en der tijdens mijn verblijf, maar het wordt in eerste instantie goed afgesloten op zondagmorgen. Ik heb een lift aangeboden gekregen naar Manchester, maar als deze lui niet komen opdagen, moet ik toch John weer bellen. Hij brengt me naar het station en leent me ook nog maar geld voor de trein. Ons afscheid is grimmig.

In januari 2001 speelt John met zijn band in partycentrum Van Der Wal en ik ga er met heit en mem naar toe. Met name de eerste is in de afgelopen jaren een grote John Wright-fan geworden. Moet ik erbij zeggen dat John Wright in shanty- en folk-minnend Sneek een huishoudnaam is geworden. Na afloop van het concert tref ik John nog even, betaal hem het geld terug van de trein, maar het contact gaat erg stroef. Jaren later begrijp ik het wel. Ik verlies John een beetje uit het oog, hoor heit zo nu en dan nog eens iets zeggen over een cd of een optreden. Ik 'ontdek' de folk opnieuw in 2005 en het is in januari 2008 als ik besluit naar het volgende optreden van John in Sneek te gaan. 'Never comes the day'. Op 7 februari 2008 overlijdt John Wright aan de gevolgen van een beroerte, nog maar zestig jaar oud.

dinsdag 18 december 2012

Week Spot: Major Lance


2012 zou het jaar van de verandering worden. Met dat vooruitzicht besloot ik een jaar geleden muzikaal het roer om te gooien en me alleen nog maar in de obscure soul te gaan verdiepen. Het resultaat is in de weekeinden deels zichtbaar, want de Blauwe Bak Top 100 is na een bloederige slachting tot stand gekomen. Ruim 200 singles, dat mag het resultaat heten van een jaar lang 'verversen' van de platenkoffers. Toch zijn de laatste paar maanden van het jaar moeizaam. Niet dat er geen interessant spul in omloop is, integendeel zelfs. Om mezelf te plagen heb ik zo vanmiddag nog even de catalogus van rarenorthernsoul uitgekamd en als ik op het moment even kon 'spelen' met honderd pond... Helaas, die vlieger gaat niet op en dus kan ik even geen platen kopen. Is het een héle grote ramp? Welnee, ik heb al een prachtige collectie opgebouwd in het afgelopen jaar en ik kan er nog steeds Week Spot's uitvissen. Deze week mag de Northern Soul-legende Major Lance een week in de schijnwerpers met zijn 'Follow The Leader' (1969).

Toch beginnen de 'nieuwe' platen wel wat op te raken, maar er zijn nog genoeg 'tunes' die het afgelopen jaar niet zijn geworden en het desondanks zouden verdienen, dus dat komt helemaal goed! Major Lance woont sinds eind september in Nijeveen, de single wel te verstaan. Gewoon van Marktplaats gehaald, op zichzelf best een vreemde zaak, twee originele Dakar-persingen van een adres in Bergeyk. Ik mag ze voor een zachte prijs hebben en de platen zijn alleszins in een mooie staat. Tyrone Davis is onlangs nog Week Spot geweest, deze week is het zo gezegd de beurt aan Major Lance.

De échte voornaam van meneer Lance luidt... Major! Je kan het zijn ouders niet kwalijk nemen, ze moesten immers met nog elf namen op de proppen komen om de telgen uit elkaar te houden. Volgens zijn grafsteen zou hij op 4 april 1939 zijn geboren, maar gedurende zijn carriére trekt Major daar steevast drie jaar vanaf, terwijl er ook bronnen zijn die 1941 als zijn geboortejaar registreren. Lance verhuist op jonge leeftijd met het gezin naar het woningcomplex van Cabrini-Green in het noordwesten van Chicago. De kinderen die daar opgroeien boksen in hun vrije tijd of zingen in het kerkkoor. Lance doet beide. Hij vindt in Otis Leavill een vriend voor het leven, maar ook Curtis Mayfield is altijd in de buurt als Lance hem nodig heeft. En dat gebeurt nogal eens. Zo mag hij in 1959 een single opnemen. Major mag regelmatig neuzen in de schriften van Mayfield, alles wat hij niet kan gebruiken voor The Impressions mag Lance opnemen. Lance kiest voor zijn allereerste single voor 'I Got A Girl'. Mercury brengt het uit, maar het is geen succes en de zangcarriére krijgt aanvankelijk geen vervolg. Lance doet een veelvoud aan baantjes, maar begint in 1962 rond te hangen in het kantoor van Okeh. Daar schept hij maar wat graag op over zijn eerste single. Curtis Mayfield wordt door Okeh-personeel erbij gehaald en zo wordt deze binnen gelaten. De eerste single van Lance voor het Okeh-label heet 'The Monkey Time' en is een doorslaand succes, evenals de opvolger 'Um Um Um Um Um Um'. Carl Davis en Johnny Pate zijn de architecten achter het succes van Major Lance, terwijl Curtis Mayfield voor het merendeel van de teksten zorgt. Na een aantal minder grote hits gaat de laatste zich meer toeleggen op zijn werk met The Impressions en verlaat Pate tot overmaat van ramp Okeh. Major Lance is dan opeens stuurloos en doet uit lieve leed maar een tournee door Engeland. Daarbij wordt hij begeleid door de band Bluesology. Van de pianist gaan we vast niks meer horen? Met de naam Reggie Dwight kom je immers niet ver...

Als Carl Davis in 1967 Okeh verlaat, begint deze met Dakar en Major Lance is al snel terug in de stal. Hij maakt drie singles voor het label, waarvan 'Follow The Leader' de middelste is en zowaar nog één van zijn grotere hits uit de late jaren zestig. Hoewel Major Lance als een bezetene doorgaat met het opnemen van verschillende labels breekt alles hem bij de handen af. Dan blijkt zijn ster opeens rijzende in Engeland. Daar is de Northern Soul net 'uitgevonden' en met name Okeh-singles als 'Ain't No Soul Left In These Old Shoes' worden opeens beschouwd als klassiekers. Daarop keert Major Lance voor een paar jaar terug naar Engeland en neemt in 1972 een 'live'-album op in The Golden Torch in Stoke-On-Trent. Naast deze elpee maakt Major Lance nog enkele platen voor het Contempo-label, inclusief een nieuwe opname van 'Um Um Um Um Um Um' en het recent, door mij, ontdekte 'Don't You Know I Love You'. Toch vertrekt hij omstreeks 1975 weer naar de Verenigde Staten. Ondanks dat hij aan het eind van zijn loopbaan bijna blind is, treedt hij nog geregeld op. Het is dan ook vrij onverwacht als hij op 3 september 1994 overlijdt.

In zijn persoonlijke leven werd zijn creativiteit eveneens op de proef gesteld, want Major werd maar liefst negenmaal vader. Of moeten we de tiende er ook nog bij noemen? Hij wordt in 1965 aangeklaagd door een vrouw uit Chicago die bevallen zou zijn van de zoon van Major. Tussen 1978 en 1982 woont hij enige tijd in de nor nadat hij gepakt is met cocaïne op zak.

maandag 17 december 2012

De week des oordeels


Bam! Die staat! De kop is eraf, het was toch al geen gezicht. Deze kop had ik al heel lang in gedachten voor deze maandag voorafgaande aan de 20e december in 2012. Maar ja, wat ga je daar eens bij doen? Even had ik het plan om groots en meeslepend uit te pakken, voor eenmaal politiek kleur te bekennen en op de Hilterman-wijze de toestand in de wereld te doen passeren. Maar wie zit daar nu op te wachten? Dit is per slot van rekening hét dagelijkse weblog over uit-de-mode en destructieve lifestyle, moeten we ons dan echt gaan verdiepen in zoiets nutteloos als politiek? Nee dus. En dus zoeken we maar een fotomodel die het eventuele verhaal mag sieren en, wacht eens even... Was ik al niet een hele tijd van plan om nog eens te gaan schrijven over de 'here comes the judge'-rage van 1968? Jawel en omdat zo'n week des oordeels een rechter nodig heeft, doen we het dus vandaag. Tóch wel een beetje te lang gewacht. Een jaar geleden was er nog een bereleuk weblog actief met alle informatie omtrent de funky 'judge'-platen, maar daar is inmiddels de stekker uit getrokken. Google doet zelfs niets meer in cache... Uithuilen en overnieuw beginnen dus!

Dat genoemde, niet meer bestaande, weblog had een héle lange lijst opgesteld van 'judge'-platen, allen beïnvloedt door 'Here Comes The Judge' van de zwarte Amerikaanse komiek Pigmeat Markham en vaak ook met dezelfde titel, maar verder toch geheel verschillend van elkaar. Dat geldt evenzeer voor Shorty Long's versie, hier in Nederland nog een bescheiden hit. De versie van The Magistrates is één van de leukste, maar buiten de vermelding van Archie Campbell en zijn 'country and western'-interpretatie van het grapje, komen we op dit ogenblik niet. En dat is erg jammer!

Voor de 'roots' van de 'judge' moeten we toch echt naar Pigmeat Markham. Hij wordt in 1904 geboren als Dewey Markham (wordt later ook nog wel eens David Markham genoemd)en zet als komiek in de jaren twintig zijn eerste schreden in de showbiz. Omdat Markham een 'kleurtje' heeft, om een 'understatement' te gebruiken, en de Amerikaanse showbusiness dan nog rassenscheiding kent, duurt het pas tot in de jaren zestig eer hij bekend wordt bij het blanke publiek. Voor de zwarte bevolking is hij dan al uitgegroeid tot een volksheld. De bijnaam Pigmeat heeft hijzelf verzonnen, hij heeft een typetje dat zichzelf voorstelt als 'Sweet Poppa Pigmeat'. Na de oorlog is hij een bekende verschijning in het Apollo Theatre. De vaudeville is dan al ernstig op zijn retout, maar Markham gebruikt desondanks nog steeds de 'blackface'-make up. In de jaren zestig wordt het pionierswerk verricht door Sammy Davis Jr. Opeens mogen ook zwarten deel uitmaken van de showbusiness en worden zwarte helden uit het verleden opeens gemeengoed in Amerika. Markham lift eveneens mee op dat succes. Het is omstreeks 1967 als Amerika kennis maakt met 'de rechtzaal in de huiskamer', strafzaken en andere delicten die via de televisie de woonkamer binnen komen. Markham is de eerste die daar een parodie op verzint. Zijn 'Heyeah here come da judge' wordt een slogan van formaat die daarna in iedere 'Here Comes The Judge' zal terug keren. Het is echter Shorty Long die als eerste een hit heeft met 'Here Comes The Judge', het bereikt een vierde plaats in de Billboard en nummer dertig in zowel Engeland als Nederland. Enkele weken na Shorty Long verschijnt op het Chess-label Pigmeat Markham's eigen versie van 'Here Comes The Judge'. Rond dezelfde periode komt ook die van The Magistrates uit op MGM en neemt Archie Campbell zijn versie op. Dat verloren gegaande weblog was een schatkamer van totaal vergeten uitvoeringen van 'judge'.

Waarom zou je als serieus weblogger zoveel werk maken van een novelty als deze? Welnu, Markham was een komiek en geen zanger. Doordat de tekst dus grotendeels is gesproken en er gebruik is gemaakt van een funky ondergrond hebben we hier te maken met een voorloper van de rap. Nee, serieus ditmaal! Ik heb natuurlijk Cowboy Gerard hier al menigmaal als aartsvader van de Nederhop bestempeld, maar in de Amerikaanse hiphop-scene wordt deze eer werkelijk toegedicht aan Pigmeat Markham. The Magistrates zijn opgegaan in de groep The Dovells, hun uitvoering van 'Here Comes The Judge' was slechts één van de tientallen die het niet hebben gehaald. Wat betreft Shorty Long en Pigmeat Markham: Zij zijn de rest van de loopbaan achtervolgd door 'judge'. Shorty Long zou in 1969 overlijden, maar volgens Marvin Gaye (in diens' eigen biografie) was Long toen al lang vergeten door Motown. Pigmeat Markham kan er alleen maar vrede mee hebben gehad dat zijn creatie zo vaak is gekopieerd, maar nooit is geëvenaard. Hij is in 1981 op 77-jarige leeftijd overleden.

Wat voor oordeel er donderdag ook maar geveld gaat worden, de rechters hebben we in ieder geval achter de hand. 'Heyeah!'.

zondag 16 december 2012

Blauwe Bak Top 100 van 2012: 50-41


50. Gonna Give Her All The Love I’ve Got-Jimmy Ruffin (Tamla Motown GO 25.531, 1967)
Jimmy Ruffin zal voor altijd herinnerd worden vanwege zijn monsterhit ‘What Becomes Of The Broken Hearted’. Ik denk dat de man daar al lang vrede mee heeft, maar hij heeft dus ook nog andere dingen gedaan. Voor mij is het ultieme Northern Soul-gevoel een klein xylofoontje en deze in ‘Gonna Give Her All The Love I’ve Got’ beschrijft dat gevoel als geen ander. Wat een bijzonder lekker nummer is dit! Goed genoeg om zich bij de tweede helft van deze Blauwe Bak Top 100 te mogen scharen.

49. It’s Alright-The Soulettes (Dud Sound 4719, 1966)
Een aantal maanden geleden werd ik aangenaam getroffen door ‘Bring Yourself Fine Home’ van The Soulettes, een Detroit-monster dat zeldzamer is dan een zuurstok-rose Bugatti met een caravan. Tot zover ik kan nagaan is die plaat tot op heden niet opnieuw uitgebracht en dus blijft dat voornamelijk dromen en wensen. Ik dacht dat ik met dezelfde Soulettes had te maken toen ik ‘It’s Alright’ bij een Amerikaanse dealer zag. Ik had beter moeten weten, want de man komt uit Chicago en dat blijkt ook de oorsprong van deze Soulettes te zijn. Het bekende verhaal van de hondjes die Fikkie heten. Ik ben gelukkig de enige bieder gebleven, want deze plaat is in een rampzalige staat. Sinds ik het verschil tussen de Detroit- en Chicago-uitvoering van The Soulettes weet, heeft dit plaatje aan populariteit ingeboet, vandaar dat het op 49 staat.

48. Candy-The Astors (Atlantic 584245, 1965, re: 1968)
Dat de Northern Soul een rare koehandel is, moesten jullie middels mijn berichten op Soul-xotica wel weten. Soms gebeurt het dat een niet hele zeldzame plaat opeens zo erg wordt gezocht dat de prijzen de pan uitrijzen. Zoiets kan gezegd worden over ‘Candy’ van The Astors. Niet bepaald een nieuwe plaat in de Northern-scene, want uit mijn Farmer Carl Dene-huiswerk bleek al dat hij de plaat reeds in 1968 draaide. Toch was het een jaar geleden dat de plaat opeens weer hoog op menig verlanglijst kwam. Zo’n tweede persing, het origineel is welhaast onvindbaar, kon zomaar opeens dertig pond doen. Ik had mazzel en had hem voor tien pond.

47. Bongo Rock-The Incredible Bongo Band (MGM 2006 161, 1973)
Ik beschouw mezelf in eerste plaats als een deejay. Ik wil bepaalde nummers graag op vinyl hebben en het liefste in een zó goed mogelijke staat. Ik koop dus met de regelmaat van de klok heruitgaven, maar er zijn van die platen waarbij ik erg kritisch ben. Deze van The Incredible Bongo Band is verscheidene malen opnieuw uitgebracht, maar ik wilde hem persé op de Engelse MGM uit 1973 hebben. Na lang zoeken kreeg ik mijn zin. Een fantastisch leuke collectie van een voormalige Northern-deejay bevatte ook dit puntgave exemplaar van deze fijne instrumental.

46. Baby I Need You-T.J. Williams (Soul no cat.no., 1969, re: 2011)
Het origineel is ‘holy grail’, maar gelukkig voor ons armetierige deejays wordt er een bootleg aangeboden op Ebay. Dit is na Skip Mahoney en Frank Wilson de derde single die ik samen voor vijftien pond scoorde. Deze derde plaat was eigenlijk geadverteerd met de andere kant, het totaal on-interessante ‘Funky Funky’ van Baba Brooks, maar deze kant redt de single!

45. We Got Togetherness-The Jewels (MGM K-SP-106, 1968)
Nog zo’n plaatje, niet bepaald héél zeldzaam en toch erg gezocht op dit moment! Zo’n MGM-demootje kon je een paar jaar geleden nog voor een paar stuivers tegenkomen. Tegenwoordig gaan ze niet beneden de twintig pond. Of je moet een beetje lef hebben… Iemand die pas met de handel was begonnen, adverteerde met deze plaat. Een slechte beschrijving van de staat maakte dat ik de plaat op mijn sokken binnenhaalde. De verkoper had al gemeld dat de plaat geen hoes had, maar dat is bij Northern doorgaans ook geen probleem. Replica-hoesjes koop je per tien of je stopt ze in een authentiek kartonnen hoesje. Wat ik niet had verwacht was dat de verkoper hem zonder hoes in een bubbeltjes-envelop zou stoppen en hem zo de Noordzee liet oversteken. Hoewel de plaat met verzendkosten maar zes pond was, heb ik daarmee heel veel geluk gehad! De plaat is ongeschonden aangekomen en de handelaar heeft mijn advies in dank aanvaard. Eind goed, al goed!

44. This Time I’m Loving You-Venicia Wilson (Goldmine Sevens GS056, 1999, re: 2006)
Een dubbele 1 april-grap. Eerst had Ian Levine in 1999 het Northern Soul-publiek bij de neus toen hij bekend maakte dat hij een aantal exemplaren had opgedoken van een niet eerder verschenen single. Anno 2012 is het Goldmine Soul Supply die me suf doet zoeken naar informatie over Venetia Wilson. Dankzij mijn vrienden van de Uttoxeter Soul Club leer ik dan de juiste naam, Venicia, kennen en het verhaal achter de plaat. Niks geen jaren zestig, niks geen nooit eerder verschenen, het is gewoon een zangeres uit het hier en nu van 1999 die onder leiding van Levine dit nieuwe nummer heeft opgenomen. De Northern-scene heeft het destijds uitgekotst na de bekendmaking, maar ik heb al jaren een afspraak met mezelf: Eenmaal goed blijft goed. Zie bijvoorbeeld het Christina Aguilera-verhaal. Het geldt ook voor Venicia Wilson, ook al ben ik geen ‘fan’ van de Ian Levine-producties, toch is de plaat uitstekend genoeg voor in de Top 50.

43. I’m Gonna Change-John Schroeder Orchestra (Alaska ALA 1001, 1975)
Northern Soul gaat over dansers en dansers prefereren vaak de instrumentale versies. De zang zou teveel afleiden. Nu is ‘I’m Gonna Change’ van The Velours in 1975 al uitgegroeid tot een Northern-klassieker, alleen ontbreekt daar een instrumentale versie van. En die maakt John Schroeder dus maar even. Toch wordt de plaat in dat jaar niet bepaald een kraker in de ‘scene’ en dat is best jammer. Ik zeg niet (meer) dat het beter is dan het origineel, maar het heeft iets meer ‘drive’ en ‘power’ dan de vocale uitvoering van The Velours.

42. You’re Gonna Miss A Good Thing Baby-John Bowie (Goldmine Sevens GS057, 1966, re: 2006)
Eén van de allereerste midtempo-plaatjes die me aanspreekt, later in dit jaar zal het meer mijn interesse krijgen. Toch moet ik opbiechten dat de plaat een beetje in de vergetelheid is geraakt totdat ik de eerste Do The 45 opneem. Oude liefde roest niet. Ik vind hem inmiddels weer net zo mooi als in januari en ik ben er sinds die Do The 45 ook weer meer van gaan houden. Hij had zelfs nog wel een beetje hoger gemogen, maar ja, de concurrentie in die Top 40 is moordend!

41. That Same Old Song-Sherry Grooms (ABC 45-10987, 1967)
We hebben Sherry vorig weekend al gehad met ‘The Call Of The Wild One’, dus om het verhaal nog eens opnieuw te doen? Met dit nummer herinneren we tevens Joe South, de songschrijver en producer van deze single, die in september 2012 is overleden.

De link staat weer onder ‘opmerkingen’.