zondag 31 maart 2019

Blauwe Bak Top 40 2019/1: Top 10



Dag 2 van de korte vakantie en naar verwachting heb ik weinig tot niets gedaan vandaag. Jawel, ik ben even buiten geweest voor een eerste rokertje en als ik al ambitieuze plannen had gehad, dan waren die meteen verdwenen. Ondanks het fraaie zonnetje is de wind vrij koud. Om te vieren dat het weer langer licht blijft, loop ik vroeg op de avond even een stukje om. Niets bijzonders, gewoon het 'ommetje' dat menigeen doet op zondagmiddag. Vanavond heb ik de Engelse Top 40 van veertig jaar geleden gedaan en nu heb ik dan ook vakantie van de radio. Mijn collega neemt 'Tuesday Night Music Club' waar en ik ben helemaal vrij tot donderdag. Ik moet nodig in de tuin aan de gang en wellicht is morgen daar een geschikte dag voor? Nu dan de top tien van de Blauwe Bak Top 40. De 'Eindstreep' zit al verwerkt in deze lijst en wellicht dat ik volgende week nog ergens een optelsom ga doen over het eerste kwartaal. 'Het zilveren goud' is in de komende twee maanden op zowel woensdag als zaterdag en dat 'vult' Soul-xotica met de bestaande rubrieken. Hierbij de top tien en ik zie jullie morgen voor een vroege 'Classic Week Spot'!

10. I Come A Long Ways-Jerry Washington (US, Excello EX 2333, 1973)

9. He’s My Man-The Supremes (NL, Tamla Motown 5C 006-96777, 1975)

8. If You Love Me Like I Love You-Betty Wright (US, Alston A-4589, 1971)

7. I Don’t Want To Hear It Anymore-P.J. Proby (UK, Liberty LIB 10206, 1965)

6. Baby You Sure Know How To Get To Me-Bessie Banks (UK, Contempo CS.2070, 1975)

5. You’ll Never Know-Hi Gloss (NL, Ramshorn RAMS 1026, 1981)

4. Never Leave Me Lonely-Combo Juveniles (Suriname, Uncle US 741004, 1974)

3. I Can’t Help It-The Moments (US, Stang ST-5020, 1971)

2. I’ll Always Have You There-Doug Gibbs (US, Oak OR-108, 1972)

1. Sweetheart Things-Ruby Winters (US, Diamond D-269, 1969)

zaterdag 30 maart 2019

Blauwe Bak Top 40 2019/1: 11-20



Voor de allerlaatste keer? Ik geloof er niets van en bovendien heeft het wel vaker gedreigd. Ik ben vanmiddag naar De Buze in Steenwijk geweest waar 'voor de allerlaatste keer' een feest met live-muziek werd gehouden. In 2009 en 2013 heeft het op een zelfde manier gedreigd en toen zijn al plannen gemaakt om de podiumfunctie te behouden. Ik neem aan dat dit anno 2019 in werking wordt gesteld. Hoe dan ook: Het feestje. Mijn vroegere prulnoise-compaan Chemoboi laat weten dat hij twee sets doet waarvan de eerste om vier uur. Ik kom net binnen als hij bezig is aan zijn eerste set. De entree is drie euro en een gratis consumptie. Er wordt me meteen een halve liter bier voor gehouden en ik deins terug. Gelukkig mag ik een extra muntje om mijn cola te bemachtigen. De coverbands regeren op de vroege avond en om zeven uur zijn mijn muntjes op. Ik wil eigenlijk wel naar huis en dat heeft ook met het weer te maken. Ik heb niets anders dan een t-shirt en een dun zomerjasje en het wordt naar mijn gevoel steeds kouder. Ik moet ook vaststellen dat ik het definitief helemaal heb gehad met 'bandjes kijken'. Ik reageer niet lekker op cola of andere prik en heb teveel bands in mijn leven gezien om snel verrast te zijn, zeker op een festival. Het wc-optreden van Tumblers Edge reken ik dan tot de beste band die ik heb gezien. En morgen? Ik ga morgen helemaal niks doen! Dinsdag blijkt gunstiger uit te pakken dan dat ik had verwacht: Vijftien graden met weinig zon en pas op de avond een regenkans. Zwakke zuidoostelijke wind en dat komt overeen met de eerste plannen die ik heb. Het lijkt erop alsof we dinsdag flink kunnen fietsen! Nu eerst het volgende deel uit de Blauwe Bak Top 40.

20. Cry To Me-Loleatta Holloway (US, Aware AW-047, 1974)

19. Got To Get You Back-Sons Of Robin Stone (UK, Atlantic K 10441, 1974)

18. I Need You-Otis Leavill (US, Dakar 45-614, 1969)

17. Oh Baby-Wayne Miran & Rush Release (Frankrijk, Roulette R.12.179, 1975)

16. I Finally Found You-Rufus (US, ABC 11376, 1973)

15. Crying Won’t Help You Now-Clyde McPhatter (US, Mercury 72407, 1965, re: 1979)

14. Hung Up On You-Billy Butler & Infinity (US, Pride PR 1026, 1973)

13. Memory Lane-Minnie Riperton (US, Capitol 4706, 1979)

12. And Black Is Beautiful-Nickie Lee (US, Mala M-12.025, 1968)

11. Christine-Executive Suite (US, Jubilee 45-5705, 1970)

vrijdag 29 maart 2019

Blauwe Bak Top 40 2019/1: 21-30



Een bijzondere dag! Niet alleen qua weer een fraai contrast met gisteren, maar ook met de goede luim. Tot mijn grote verrassing eerst een telefoontje van mijn broer, vervolgens door het prachtige weer naar Meppel fietsen en op het werk 'prettige vakantie' van iedereen te horen. Ik heb de weersvooruitzichten nog niet nader bekeken maar... zaterdagmiddag regen? Dat hadden zie niet voorspeld en dus is hopelijk ook het beeld van dinsdag bijgesteld. Dat is een zorg van later. Eerst ga ik vanavond bezig met de 'Fools' Day Spirit Of 1979', de show die ik zondagavond vanaf elf uur ga doen: De volledige Engelse Top 40 van 1 april 1979. Morgenavond zend ik overigens de gehele Blauwe Bak Top 40 uit in 'Do The 45' en daarmee start ik eveneens om elf uur. Van de komende tien singles vinden jullie morgen het fotohoesje ter illustratie. Even kopiëren en plakken en ik kan weer verder met het 'vakantie vieren'. Tot morgen!

30. Don’t Give Up-Tony Comer & Crosswinds (US, Vidcom VSS-844, 1984)

29. Don’t Take Your Love From Me-The Perfections (US, Drumhead 100, 1974)

28. Give Love A Try-The Equals (NL, President PTF 158, 1967)

27. Don’t Let It Go To Your Head-Jean Carn (US, Philadelphia ZS8 3654, 1978)

26. Striving-The Soul Stirrers (US, Checker CK 1241, 1969)

25. I Only Feel This Way When I’m With You-Jimmy Briscoe & The Little Beavers (US, Pi Kappa PK 604, 1973)

24. Stranded In The Middle Of No Place-The Righteous Brothers (US, Verve VK 10551, 1967)

23. L-O-V-E Spells Hurt-Jr. Jackson (US, Raintree RT 2203, 1975)

22. Hey Foxy Lady-A.M.J. (US, Doré 909, 1975)

21. Sunday-Sylvia (US, Vibration VI-525, 1973)

donderdag 28 maart 2019

Blauwe Bak Top 40 2019/1: 31-40



,,Je klinkt niet zo enthousiast als anders". Dat verwijt krijg ik als ik vanmiddag mijn postronde doe. ,,Of was je in gedachten?". Ja, dat ook en dan neemt mijn gezicht een ernstige blik aan. Verder moet ik toegeven dat het niet mee valt om te 'stralen' vandaag. Het weer is daar debet aan. Ik ben toe aan een paar vrije dagen en na de paar uurtjes van morgenmiddag is het dan eindelijk zo ver! Ik heb vanmiddag 'bij toeval' ontdekt dat Doris Duke vorige week is overleden. Toch geeft dat nog geen aanleiding tot 'Een leven met' of de 'Dodenrit'. Ik heb Doris reeds te gast gehad als Week Spot (tot tweemaal toe zelfs!) en heb toen alle summiere informatie gebruikt, hoewel we nu pas erachter komen dat ze in 1941 is geboren in plaats van 1945. Met de Blauwe Bak Top 40 hou ik het eenvoudig. Gewoon de titels met de catalogusnummers. Ik heb in deze Top 40 vier singles met fotohoesjes zitten welke ik nog niet heb gebruikt (als bijvoorbeeld Week Spot) en deze hoesjes gaan de berichten illustreren. Vandaag het eerste deel van de veertig meest favoriete soul-singles van de afgelopen vier maanden.

40. She Calls Me Baby-J. Kelly & The Premiers (UK, People PEO 113, 1974)

39. Do It With Love -Gene Redding (US, Haven HS 803, 1976)

38. Struggling Man -Skip McHoney & The Casuals (US, DC International DCI-5003, 1973)

37. I Want To Thank You Baby-Jay Dee Bryant (UK, Island USA 004, 1974)

36. I Don’t Care-Ray (The Rev.) Pettis (US, Dee Dee 3903, 1970)

35. Just Don’t Want To Be Lonely-The Main Ingredient (Duitsland, RCA Victor APBO-0205, 1974)

34. Grandfather Clock-Bo Kirkland (US, Claridge 409, 1975)

33. You Don’t Love Me-Z.Z. Hill (US, Kent KS 4550, 1964, re: 1971)

32. Tell It Like It Is-Aaron Neville (Frankrijk, Columbia CP 109 LUXE, 1967)

31. Girl You Turned Your Back On My Love-Lee Charles (US, Bamboo BMB-117, 1970)

woensdag 27 maart 2019

Het zilveren goud: maart 1994 deel II



Ik kan de 'vakantie' ruiken! In overleg met mijn chef hoefde ik vandaag al niet naar Meppel en vanaf zaterdag heb ik een paar dagen vrij. Ik begin dan pas volgende week donderdag weer. De plannen voor dinsdag zijn nog altijd ambitieus en ik hoop niet dat de Buienradar gelijk gaat krijgen. Het wordt de natste dag van de week. Maandag gaat de temperatuur iets omlaag maar is het nog steeds wel aangenaam. Het kamperen heb ik al lang uit mijn hoofd gezet want het zal een nacht rond het vriespunt zijn. Een nacht weg is een grote wens maar ik vrees het ergste. Ach, ik ga dinsdag hoe dan ook vieren en heb zelfs een 'Classic Week Spot' achter de hand. Vanavond ga ik echter op visite bij iemand. Nee, niet in het echt want dat kan ook niet meer. Als de man zou leven en hij was nog wakker? Dan zou de deur zeker open zijn gegaan. Ik ga voor de laatste singles van maart 1994 op de Solex naar Molkwerum, het adres waar ik in 1997 de scooter zal kopen. Nu ik toch in de buurt ben, kan ik evengoed kijken of er iemand thuis is op de Molenbuurt in Koudum. Dat is het geval en zo zit ik even later aan een lekker bakje koffie.

Het is een markante man in het dorp. Iedereen kent hem en hij heeft een bijnaam die ik pas jaren later ontdek als ik Koudumer vrienden ontmoet. Hij dankt de naam 'hum' aan zijn sterke verhalen en, ja, daar zijn wij als familie van op de hoogte. Een verstokte vrijgezel waarmee ik meer dan één overeenkomst heb. Het ouderlijk huis is zijn paleisje geworden en heb heeft toonbaar moeite met onverwacht bezoek. Het is iets dat ik inmiddels goed herken. Buren en familie houden een oogje in het zeil dat het niet té gek wordt en op zichzelf is het huis eigenlijk best schoon. Het is iets minder georganiseerd dan dat we thuis zijn gewend en ik ben de laatste die daarover klaagt. Het begint eerst met heel veel drukte tegenover 'de herten' (zo noemt hij zijn katten) en kalmeert vanzelf na tien minuten. Dan komt hij weer op stoom en volgen een paar sterke verhalen. De dorpsgenoten kennen hem als 'hum' maar zijn geboorteakte toont de naam Gerrit Louwsma. Het is de oudere broer van mijn vader en ik ben naar hem vernoemd.

Oh, hij scheelde dus maar twee jaar met vader? Zelfs als overledene heb je nog geen rust want een simpele Google-opdracht brengt je meteen naar verschillende websites waarop geboorte en overlijdensdatum staan vermeld. Oom Gerrit heeft al vroeg een motorfiets en heeft nog een hobby: muziek. Eens in de zoveel tijd gaat hij op de motor naar Stavoren en met veer naar Enkhuizen. Vanuit daar naar Amsterdam om 78-toerenplaten te kopen en dan weer terug. Ik had hem graag nog eens gevraagd hoe hij de breekbare schijven als een geheel thuis bracht. De liefhebberij voor platen is het enige wat ons verbindt want muzikaal ligt er een wereld van verschil tussen. Oom Gerrit koopt in Amsterdam voornamelijk smartlappen en polka's die niet of nauwelijks bij radiowinkels in Friesland zijn te vinden. In de jaren tachtig ben ik eens met mijn ouders bij oom Gerrit en ik maak een solistisch wandelingetje door Koudum. Ik kom langs de elektronicazaak in het dorp en zie de rekken met platen staan. ,,Oh, die heeft alleen maar Beatles-rommel", meent oom Gerrit en ik ben meteen geïnteresseerd. Ik zal in 1989 en 1990 een aantal keren leuke singles halen bij de winkel. Hij overlijdt in januari 2002 en dan moet het huis leeg. De 78-toeren-platen en cd's worden 'verdeeld'. Ongezien worden pakketjes spullen gemaakt waar de zussen en broer om loten. 'Heit' heeft een cd met de grootste hits van Rein De Vries in zijn pakket. Meer 'beat' dan dat wordt het niet bij oom Gerrit. Ik heb dan nog even de wens om de collectie bakelieten platen compleet te houden, maar ach... bij mij liggen ze ook te verstoffen en ik heb evenmin apparatuur om het af te spelen.

1701 Vlooiencircus-Cocktail Trio (NL, Imperial, 1965)
1702 I Saw Her Standing There-The Beatles (NL, Parlophone, 1964)
1703 I Can't Help Myself-The Four Tops (US, Motown Yesteryears, 1965, re: 1972)
1704 Welcome Back-John Sebastian (NL, Reprise, 1976)
1705 Action-Sweet (US, Capitol, 1975)
1706 Appleknockers Flophouse-Cuby + Blizzards (NL, Philips, 1969)
1707 Just Fancy-Rodys (NL, Philips, 1967)

De laatste vijf komen uit Molkwerum en denk dat ik ze angstvallig verborgen heb gehouden voor het keiharde oordeel van oom Gerrit. Geen van de singles heeft een fotohoes in 1994. Cocktail Trio krijgt in 2000 een 'upgrade' evenals John Sebastian. Cuby heb ik drie jaar geleden in een betere staat gekocht bij De Tafel. De foto toont de Nederlandse persing van 'Action' van Sweet want de Amerikaanse is spoorloos. De Nederlandse heb ik in 2002 gekocht. The Four Tops heeft op de foto helemaal geen hoesje. Deze staat inmiddels al jaren in de reserve-Blauwe Bak (meest vanwege 'Ask The Lonely' op de keerzijde) en heeft al sinds de midden jaren negentig een reserve-fotohoes van 'Walk Away Renee' als onderdak.

In april krijg ik maar liefst 78 singles in de bakken. Er zijn slechts een aantal die ik koop en de rest krijg ik echt of vind ik tussen de rommel op het stort. Mei 1994 is daarentegen weer een rustige maand en het lijkt erop alsof we de woensdag en zaterdag weer gaan vullen met 'Het zilveren goud'. Volgende week in ieder geval een fraaie parade van fotohoesjes!

dinsdag 26 maart 2019

Week Spot: Sons Of Robin Stone



De Blauwe Bak Top 40 heb ik afgelopen nacht samengesteld en tijdens de uitval van het internet heb ik de berichten van donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag voorbereid. Ofwel: De 'uitgebreide' titels met catalogusnummers en dergelijke. Verder weet ik op dit moment nog niet zo goed wat ik precies wil gaan doen in deze dagen en moet ook nog foto's nemen. Ik mag vanavond één nummer verklappen: Sons Of Robin Stone staat op 19 in de Blauwe Bak Top 40. De plaat heeft reeds eerder op de nominatie gestaan om Week Spot te worden. Toen had ik alleen gedacht dat het eenvoudig zou zijn om een bericht te schrijven. Tot mijn grote verbazing heeft Sons Of Robin Stone geen Wikipedia en lijken ook Allmusic en dergelijke niet over te lopen van de informatie. Ik ga me vanavond echter toch wagen aan een verhaaltje en moet het daarbij onder andere hebben van een overlijdensbericht op een forum. De kersverse Week Spot is 'Got To Get You Back' van Sons Of Robin Stone uit 1974.

Ik heb zojuist opnieuw gecontroleerd en ja... ik heb het origineel. De single is namelijk tweemaal uitgebracht in Engeland met afwijkende catalogusnummers. Dit is het origineel uit 1974 en in 1976 komt het opnieuw uit omdat er vraag zou zijn naar het plaatje? Dat zal wel niet door de recensie in 'Blues & Soul' zijn gekomen? Dat is namelijk maar matig enthousiast over de plaat. Een geheide hit voor Phillysound-liefhebbers en in hetzelfde straatje als The Spinners en Blue Magic. En dan wordt de jaren zeventig-Blue Magic bedoeld en niet de obscure Blue Magic waarvan ik 'Can I Say I Love You' als trofee in de koffers heb. Hoewel het langzaam openen en sluiten van de hi-hat nog ver weg is, wordt omstreeks 1973 in Philadelphia de fundering gelegd voor de latere disco. De groove wordt hoekiger zonder dat het heel erg funky wordt. Een solide basis onder melodieën die weigeren om te vergaan. The Spinners en The Persuaders danken een deel van hun geluid aan Thom Bell, maar ook Bobby Eli heeft de boodschap begrepen als hij met Sons Of Robin Stone de studio in gaat.

Buiten het catalogusnummer van de fysieke plaat is er nóg een productiecode te vinden op een platenlabel. Als niet wordt aangegeven wat de a- of b-kant is, geldt dat de kant met het laagste catalogusnummer de a-kant is. 'Blues & Soul' refereert eraan en nu zie ik het dan ook: 'Got To Get You Back' is in Amerika oorspronkelijk de b-kant van 'Love Is Just Around The Corner'. Dat is reeds hersteld als de plaat in Engeland wordt uitgebracht. Met de hits lijkt het opeens mee te vallen: De groep heeft slechts één single gemaakt die in Engeland tweemaal is uitgebracht. In Amerika wordt 'Love Is Just Around The Corner' de a-kant maar heeft een stereo/mono-promo 'Got To Get You Back' op beide kanten. Op 4 februari 2013 is James C. Farrow overleden en hij is één van de zangers van Sons Of Robin Stone. Omdat hij een groot filmliefhebber is, noemen zijn vrienden hem 'Flick'. Hij werkt enige tijd in een ziekenhuis maar zijn echte passie ligt in het zingen. Hij raakt betrokken bij de oprichting van Sons Of Robin Stone en maakt dus de single die nu Week Spot is. Op Facebook blijkt dat een reünie op handen is als het trieste nieuws van James C. Farrow openbaar wordt. De pagina wordt dan nog uitsluitend gebruikt om fans op de hoogte te stellen van de begrafenis.

Discogs vermeldt nog vier singles. 'Let's Do It Now' verschijnt in 1976 op het Epic-label en is opnieuw een productie van Eli. In 1982 verschijnt de 12"-single 'I Need It Bad' op het Pezza-label en daar luister ik op dit moment naar. Het intro klinkt veelbelovend maar is qua disco een heel eind verder dan 'Got To Get You Back'. In 2009 verschijnt op Goniff de single 'I'm Ready To Give Up My Love' dat oorspronkelijk in 1976 is opgenomen. Ook vermeldt het een heruitgave van 'Got To Give You Back' met een nummer van The Futures op de andere zijde. Tot zover ik kan nagaan is het nooit tot een album of verzamelaar gekomen. Wel vraagt iemand op Discogs wanneer het volgende optreden is. Er zou dus in 2011 toch sprake zijn geweest van optredens? Het volgende optreden is komende zaterdag in 'Do The 45' als onderdeel van de Blauwe Bak Top 40.

Eretitel: 'Don't Let Me Down'



Ik heb wel een email ontvangen van Ziggo over de vervanging van een kast maar dat de werkzaamheden overdag zouden plaatsvinden. Zojuist ben ik dan toch een uur verstoken van internet geweest. Het komt me niet onbekend voor doordat ze dit soort van werk midden in de nacht doen, maar het staat haaks op de email. Maar goed... ik kan weer schrijven en publiceren! Ik ga donderdag beginnen met de Blauwe Bak Top 40 en integreer de 'Eindstreep' in de laatste aflevering. Ik heb vanavond net de uitzending van 'Tuesday Night Music Club' afgesloten als ons het bericht bereikt dat Ranking Roger is overleden. Hij is frontman van één van de twee groepen die zich The Beat noemen zonder dat er een vete is als bijvoorbeeld UB40. The Beat van Ranking Roger maakte ook nog steeds nieuwe albums waar de andere The Beat meer toegespitst is op het jaren tachtig-werk. Ik wil hem vanavond even noemen. Roger is erg betrokken geweest bij Specialized en dus ook 'familie' van Wolfman Radio. Zijn impact is té klein voor 'Een leven met' maar desondanks een droevig bericht. Vanavond ga ik beginnen met de 'Eretitel' die ik donderdag zou moeten doen. Dat is driemaal 'Don't Let Me Down' hoewel er één valsspeler is. Ofwel: Een mp3 uit de database met een foutieve tag.

3. The Beatles (1969)
Hoewel de nummer 1 vast staat, zijn de nummers 2 en 3 inwisselbaar. In 1969 speelt The Beatles haar allerlaatste concert op het dak van het kantoor van Apple. Het kwartet is al ruim twee jaar daarvoor gestopt met touren en speelt voor het oog van de camera in promotieclips. Het concert op het dak is wat dat betreft het laatste optreden, gade geslagen door pers en toevallige voorbijgangers. The Beatles promoot onder andere de nieuwste single: 'Get Back'. Het speelt daarnaast ook de b-kant en dat is 'Don't Let Me Down'. Op de plaat doet Billy Preston mee maar ik weet nu niet of die eveneens aanwezig was bij het concert op het dak. 'Don't Let Me Down' staat in 2000 op een zelfgebrand cd-tje in de jukebox van De Karre en zo leer ik dit nummer waarderen. Qua singles vind ik 'Come Together' en 'Something' de beste combinatie die in 1969 is verschenen maar liever 'Don't Let Me Down' dan 'Old Brown Shoe' op de flip van 'Ballad Of John And Yoko'. The Fab Four (of Five met Billy Preston) staat vandaag op drie.

2. David Bowie (1993)
Ik moet bekennen dat ik niet zo thuis ben in het latere werk van Bowie. Zelfs binnen de jaren zeventig is nog genoeg te ontdekken. Ik weet wel van 'Never Let Me Down' uit 1987 en vermoed eerst dat 'Don't Let Me Down' een foutieve tag is op 'Never Let Me Down'. Nee, het blijkt dus toch te bestaan, alleen... is de titel officieel 'Don't Let Me Down & Down'. Dat staat op Bowie's album 'Black Tie White Noise' uit 1993 en zou dus eigenlijk niet mogen mee doen in de 'Eretitel'. Achteraf gezien had ik voor de Northern Soul-'hit' van Fred Hughes kunnen kiezen maar ik hou de trio's aan zoals ik deze jaren geleden heb voorgesteld in 'Tuesday Night Music Club'. Het is nog best een aardig nummer ook! Vandaar dat Bowie op twee mag.

1. The Chainsmokers ft. Daya (2016)
Vanavond heb ik 'Listen Carefully' gedaan met 'Control' van Matrix & Futurebound. Met James Brown en Janet Jackson als concurrenten. 'Control' brengt me meteen in de stemming van 'Floorfillers' en daar heb ik ook The Chainsmokers aan te danken. Het begint met '#Selfie'. Aanvankelijk denk ik nog dat het een novelty-act is totdat de opvolgers binnenstromen. Ja gelukkig, de mannen van The Chainsmokers nemen zichzelf niet heel erg serieus en dat is iets dat hen prijst! Dance hoort voor plezier op de dansvloer te zorgen en mag best uit de vezels van het lichaam komen. Deze passie voel ik duidelijk bij The Chainsmokers en dat levert fraaie nummers op. Neem bijvoorbeeld deze grote hit uit de zomer van 2016. Het introduceert de zangeres Daya die later nog een erg fraai solo-album heeft gemaakt. Het herinnert aan de laatste weken van 'Floorfillers' en eveneens aan de eerste maanden in Uffelte. Het is bijna niet te geloven dat ik hier alweer drie jaar woon. The Chainsmokers staat dus bovenaan in deze 'Eretitel'.

Volgende week ga ik driemaal verstoppertje spelen in de 'Eretitel'. Als jullie me tenminste kunnen vinden...

maandag 25 maart 2019

Verticaal vijf letters: Zondag 24 maart



,,Voor jou is het waarschijnlijk een belangrijkere datum dan voor mij". Ja, die reactie had ik wel verwacht en is ook helemaal niet erg. Op 2 april vier ik dat ik tien jaar zonder de drankjes ben en wilde dit vieren met een strandwandeling op de zondag erna. Toch kan ik momenteel geen leuke aanbiedingen met treinkaartjes vinden en komt het me verder ook niet erg gelegen deze maand. We hebben in principe afgesproken dat ik zondag 7 april naar Leiden kom en bedenk donderdagmiddag dat het wellicht leuker is om drie weken later te gaan. Ik wil haar een sms sturen als ik zie dat zij een bericht heeft gestuurd. Ze heeft zich vergist in de datums en is 7 april in Steenwijk, maar deze zondag kan het wel. Ik lees het eerst verkeerd en geef het verkeerde antwoord. Prima! We kunnen het deze zondag ook vieren op de Woldberg! Naderhand blijkt dat ze zich helemaal heeft vergist. Op 7 april is ze wel in Leiden en deze zondag is ze in Steenwijk en... het lijkt haar ook een leuk idee om te gaan wandelen! Zo stap ik zondagmiddag op de fiets en ga meteen al 'toeristisch' naar Steenwijk. Ik ben al een tijd niet meer over het Holtingerveld geweest. De winter heeft het split op het fietspad goed gedaan! Langs de kazerne door de bossen naar Kallenkote en dan via mijn oude bezorg-wijk naar de Torenlanden waar haar moeder woont. De wind is een beetje fris maar met het zonnetje hoog aan de hemel hoor je ons niet klagen!

W. moet eerst langs het station om haar ov-kaart op te waarderen. Dat biedt nóg een kans: De voetgangersbrug over het spoor. Ik heb een tijdje wekelijks over de brug kunnen lopen en kunnen genieten van het uitzicht. Vervolgens hou ik me weer krampachtig vast en durf niet om me heen te kijken. Als ik mijn voeten niet op de grond heb, ben ik geen held. Deze keer merk ik dat het weer 'ouderwets' is. Ik kan weer rondkijken zonder mijn handen aan de reling te houden! Door de wijk Woldmeenthe lopen we naar het Woldmeenthepad. Dat is een redelijk 'nieuw' pad vanaf de Eesveenseweg in Steenwijk tussen de Woldmeenthe en het industrieterrein (met MacDonalds) van de Woldmeentherand. Het loopt naar de spoorlijn en volgt deze tot de overweg bij Tuk. Een mooi verhard pad waar ik graag mocht vertoeven. Ik denk dat het rond 2005 is geopend. W. begint over de uitkijktoren. Ze mag van mij, maar ik blijf op de grond! Ze ziet ervan af en we gaan het tunneltje onderdoor en het bos in. ,,Ik wil naar dat bepaalde stukje heide", zegt ze opeens. Ze vertelt dat ze daar recent met haar moeder is geweest maar kan niet meer precies ontwaren waar het is geweest. Ik ken wel een stukje heide nabij de Woldberg maar dat is een andere richting dan dat zij uit wil. Ik moet zelfs bekennen dat ik me bij vlagen weer net zo 'vreemdeling' voel in het bos als in het begin dat ik in Tuk woonde. Omstreeks 2011 kende ik ieder hoekje van het bos. 'Het huis met de toren' is eerst al een goed uitgangspunt. Op de foto naderen we het bewuste huis dat blijkbaar leeg staat. Als iemand me wat geld wil lenen, ben ik bereid om nog eenmaal te verhuizen en Uffelte te verlaten! ,,Het is bij het landgoed", herinnert ze zich opeens. Dan blijf ik even stil staan. Alles leuk, best en aardig, maar... we moeten straks ook weer terug naar Steenwijk. Een eindje lopen vind ik leuk maar ik ga geen twintig kilometer lopen voor een heideveld.

Opeens ziet ze overal het heideveld en ben ik blij dat we niet verder richting De Eese zijn gegaan. Traditiegetrouw hoort een bezoekje aan Fredehiem bij een wandeling op de Woldberg. Fredeshiem is een vakantiepark met bungalows en een restaurantje. W. gaat aan de warme chocolademelk en ik heb zin om te kauwen. Een koffie met heerlijk appelgebak voor mij. Het is omstreeks half zes als we weer in de benen gaan. Ik zou eigenlijk nog langs een winkel moeten, maar... het is zó ontspannen dat het bijna vakantie lijkt en ik ga vanavond graag aan een broodje pindakaas dn dat ik me nu moet gaan haasten. Via de Onderduikersweg lopen we terug naar Steenwijk. Om kwart over zes stap ik op de fiets en ben even voor zeven uur weer terug. Het afscheid is niet heel groots want we zien elkaar over vijf weken weer in Leiden.

Een leven met Scott Walker



Een druk weekend zonder publicaties? Ja, ik twijfel een beetje over de dagen van de Blauwe Bak Top 40 en ben er nog steeds niet over uit. De activiteiten van zondag komen aan bod in het volgende bericht en dan verneem ik vanmiddag van het overlijden van Scott Walker. Scott wie? Natuurlijk kennen veel mensen wel Scott Walker maar of hij nu echt wordt herinnerd is een tweede ding. In Engeland in ieder geval wel maar ook daar is het de popster uit de jaren zestig terwijl Scott met name vanaf de jaren zeventig hele experimentele dingen heeft gedaan. Na een tijdje min of meer ondergedoken te zijn geweest, staat hij sinds de eeuwwisseling weer geregeld in de schijnwerpers met plaatproducties en filmsoundtracks en in mindere mate met zijn solo-albums. Dat laatste heeft een reden! Noel Scott Engel is zijn officiële naam en hij is geboren op 9 januari 1943 in de Amerikaanse staat Ohio. Hij is vrijdag op 76-jarige leeftijd overleden en dit is vandaag pas bekend gemaakt door platenmaatschappij 4AD. Het moge duidelijk zijn: Scott Walker is voor mij méér dan een jaren zestig-coryfee en hoe dat komt, zal ik in dit bericht uitleggen.

Ik denk dat iedereen moeiteloos 'The Sun Ain't Gonna Shine Anymore' kan neuriën. Het zal voor mij ook het begin zijn geweest van The Walker Brothers. Omstreeks 1990 zit ik tot mijn oren in de sixties, maar de single wil maar niet op mijn weg komen (en dat is nog altijd zo!). In de zomer van 1992 koop ik een single van The Walker Brothers bij Klaas: 'Living Above Your Head'. Ik vind dat nummer meteen erg goed maar het is aanvankelijk het fotohoesje dat de doorslag geeft. Het heeft hetzelfde Phonogram-design als 'Boulevard De La Madeleine' van The Moody Blues. Oranje vlak met paarse rand en daaronder een korrelige zwart-wit foto. Ik beschouw de plaat in 2007 reeds als Northern Soul als ik een paar jaar later ontdek dat Jay & The Americans' (mindere) versie erg gewild is in de Northern. The Walker Brothers is waarschijnlijk iets té mainstream voor de 'serieuze' soul-scene. Hun uitstekende versie van 'Land Of Thousand Dances' doet eveneens niet mee in de scene. Een jaar later tik ik 'Make It Easy On Yourself' op de kop en in 1997 het latere 'No Regrets'. Het is nog altijd 'gewoon' een jaren zestig-bandje en dat verandert pas in het voorjaar van 1999. Ik ga de paasvakantie vieren in Nederland en alvorens ik met de 'National Express' van Oldham naar Hull ga, kijk ik in een boekwinkel voor wat leesvoer. Ik zie de biografie 'A Deep Shade Of Blue' van Scott Walker staan en besluit deze mee te nemen. Temeer omdat het een artiest is waar ik weinig over weet. Dat is op slag veranderd als ik het boek uit heb. Je mag me zelfs een 'fan' noemen!

Scott werkt zelf niet mee aan het boek. Hij is tot kort voor de publicatie 'onzichtbaar'. Een Engelse tabloid 'spot' hem op straat op een zekere dag en publiceert een onduidelijke zwart-wit foto van een man die ernstig lijkt op Scott Walker. Een paar maanden later vertoont een Engels merk van frisdranken een reclame waarin verschillende popsterren uit de jaren zestig opduiken. Opeens zit Scott Walker met het bewuste drankje aan de bar en dat is het eerste levensteken van hem in tien jaar. Eind 1997 heb ik overigens ook nog een cd-gids gekocht. Zo'n boekje dat een rondleiding geeft langs de 'essentiële albums' met de catalogusnummers en dergelijke. Deze staat uitgebreid stil bij 'Climate Of Hunter', Scott's solo-album uit 1983. Een gruwelijk ondergewaardeerd album dat een waar meesterwerk is als je het eenmaal op je in hebt laten werken. De biograaf is natuurlijk ook laaiend voor wat betreft 'Climate Of Hunter' en het kost me een paar jaar eer ik een exemplaar van het album kan bemachtigen. Je zou het Scott Walker niet kwalijk kunnen nemen als deze in 1983 in de voetsporen van David Bowie zou treden, maar Walker gaat juist verder waar Joy Division is opgehouden. En dat zal hij in de loop der jaren uitbouwen tot muziek dat louter pijn doet, terwijl zijn filmsoundtracks weer bloedstollend mooi zijn.

Hij begint al in de eind jaren vijftig een duo met John Maus. Ze treden een tijdje op met enkele gebroeders Walker en als één Walker niet kan meedoen aan een optreden, gaan Engel en Maus op het podium als The Walker Brothers. Zowel Maus als Engel als de oorspronkelijke Walkers hebben uiterlijke gelijkenissen en niemand klaagt over het feit dat er geen Walker op het podium staat. Ze ontmoeten Gary Leeds op een kruispunt. Terwijl de mannen ruziën over de schuld en de verzekering zien ze een drumstel op de achterbank van Leeds' cabriolet. De rest is geschiedenis. In 1965 vertrekt het trio naar Engeland. Ze zijn Californisch gekleed als ze arriveren op een koud en kil Heathrow. Ze hebben razendsnel een contract en 'My Ship Is Coming In' doet goede zaken. Met 'The Sun Ain't Gonna Shine Anymore' is het hek van de dam en The Walker Brothers zijn tieneridolen tegen wil en dank. Vooral Scott kan niet tegen massa's fans en verhuist bijna iedere maand om maar 'onvindbaar' te blijven. Op een zaterdagmiddag belt hij de manager in blinde paniek. ,,Ik kan het niet geloven", roept Scott uit. ,,Ik ben een week geleden verhuisd en nu staan er alweer honderden mensen voor mijn deur te juichen. Ik word gek!". De manager wijst hem erop dat zijn nieuwe flat pal naast het Wembley-stadion is en dat er op dat moment een voetbalwedstrijd wordt gespeeld. Er is geen 'fan' op straat te bekennen...

Als de hits opdrogen, gaan de Walkers solo. John heeft ook in Nederland een hit met 'If I Promise', Gary Walker werkt dan al met een groep genaamd Rain en Scott stort zich op de album-markt. 'Jackie', 'Joanne' en 'The Lights Of The Cincinatti' worden evenwel nog grote hits in Engeland. Hij heeft zijn eigen televisieshow en met name het album 'Scott 4' krijgt een cultstatus. In de vroege jaren zeventig zet hij de lijn voort bij een andere platenmaatschappij. In 1975 heeft John Walker een alcoholverslaving en grote schulden. De mannen besluiten een reünie te doen. GTO biedt hen de mogelijkheid en The Walker Brothers kopen alle albums die verkrijgbaar zijn op dat moment om liedjes uit te zoeken. 'No Regrets' van Tom Paxton wordt uitgezocht als single en hoewel het een hit wordt, boycotten de deejays van de BBC de plaat en gaan Paxton's (mindere) origineel draaien. Waarom een boycot? Gewoon kinderachtig. The Walker Brothers is een naam uit de sixties dat volgens de dj's geen plek heeft in de jaren zeventig. Later zal de groep 'We're All Alone' 'ontdekken' en zal Rita Coolidge de grote hit hebben met het nummer. In 1978 brengt de groep een album uit met ook origineel werk. 'The Electrician' is het meest opvallende. Het is één van Scott's eerste 'experimentele' nummers en wordt eveneens als single uitgebracht. In de jaren tachtig weet hij Virgin te interesseren voor een nieuw solo-album. 'Climate Of Hunter' is een 'donker' album met jaren tachtig-wave met veel synthesizers en... geen titels! De liedjes heten 'Track Three' enzovoorts zonder dat er een chronologische volgorde is op de plaat. Dan wordt het tien jaar héél erg stil rond de persoon van Scott Walker. Na 'The Electrician' en 'Climate Of Hunter' hoopt iedereen op méér en ondanks dat Walker in 1984 nog enkele opnames maakt voor een opvolger, zal deze er nooit komen.

Ik zit even op Wikipedia en zie dat de frisdrank-reclame in 1987 was (Britvic) en dat het pas tot 1992 duurt eer we weer iets horen van Walker. In 1995 maakt hij het album 'Tilt' dat de lijn volgt van 'Climate Of Hunter'. In 1998 draagt hij een nummer bij aan de soundtrack van de Bond-film 'The World Is Not Enough'. In 2001 produceert hij 'We Love Life' van de Britse band Pulp. In 2003 krijgt hij een speciale award van Q Magazine welke alleen aan Walker, Brian Eno en Phil Spector is uitgereikt. Platenmaatschappij 4AD laat hem eind 2004 een contract tekenen en sindsdien is Walker weer 'on the road'. In 2006 verschijnt 'The Drift' en in 2012 zijn meest recente solo-plaat 'Bish Bosch'. Die laatste ken ik trouwens helemaal niet, dus daar moest ik me nog eens aan wagen. 'The Drift' is een draak van een album. Het bevat momenten waarop je het liefste onder de tafel wilt kruipen. In 2015 en 2018 verschijnen twee soundtracks voor films van Brady Corbet. Van 'The Childhood Of A Leader' heb ik de 'teaser' gezien en die wil ik nog eens helemaal bekijken. 'Vox Lux' van vorig jaar bevat eveneens contributies van Sia.

Vanavond (dinsdag) breng ik een muzikaal eerbetoon aan Scott Walker in 'Tuesday Night Music Club'. Dat is om zeven uur op Wolfman Radio en daarin zullen een aantal van de bovengenoemde nummers voor komen.

vrijdag 22 maart 2019

Hier en nu: Yola



Ooit heette deze rubriek 'Van hit naar her'. Omdat Nederland ten opzichte van Engeland iets vooruit loopt op het gebied van de dance was het de moeite waard om de Nederlandse Tipparade binnenstebuiten te keren voor potentiële toekomstige Engelse hits. De platen in 'Van hit naar her' staan dan al vaak in de Tipparade of Top 40. Sinds een jaar ben ik daarvan afgestapt. Sinds de start van 'Afterglow' ben ik minder gefixeerd op de hitparade en al helemaal niet de Nederlandse. Ik word dinsdag wakker met een liedje dat ik al heel vaak op de radio heb gehoord maar dat me desondanks nog niet echt was opgevallen. Opeens ben ik benieuwd naar wat het is en, jawel, het is de héle grote hit van Nielson die Nederland al een half jaar in de greep houdt. Zo ben ik even op de site van de Top 40 en kijk ik ook even in de Tipparade. Daar zie ik de nieuwe nummer 28 en als een magneetje trekt de 'soundfile'. Ik klik het aan en ben binnen de kortste keren in de database. Het liedje zit in 'Tuesday Night Music Club' en ik heb het gisteren zelfs tweemaal in een uur gedraaid ('doing a John Peel', zoals de Engelsen dat zeggen). Ik publiceer deze aflevering van 'Hier en nu' bewust na middernacht zodat ik de actuele stand van het nummer kan geven. Het stijgt in de tweede week Tipparade van 28 naar 14 en dus kan die wel eens héél groot worden? Mijn plaat van het moment heet 'Faraway Look' en is van de Engelse zangeres Yola.

Wat maakt iets nou tot een 'tune'? Volgens mij is het iets heel persoonlijks maar vaak een combinatie van een aantal noten of akkoorden die de hersenen als 'prettig' ervaren. Dat klinkt zweverig en kan op allerhande muziek worden toegepast. Toch kan ik enkele dingen duiden die het voor mij tot een 'tune' maken. Eentje daarvan is dat een liedje niet vaker dan twee keer een refrein bevat. Als couplet 'A' is, refrein 'B' en brug 'C' dan zijn de meeste liedjes A-B-A-B-C-B. Het laatste refrein wordt vaak herhaald en soms nog met een verhoging van de toonsleutel. Ik vind de liedjes met twee refreintjes veel krachtiger en zetten me eerder toe om het opnieuw te draaien. 'Faraway Look' heeft tweemaal een refrein en binnen drie minuten is het hele verhaal verteld.

Yolanda Quartey is de naam van dit 35-jarige meiske. Nou ja... meiske? Ze is met alle respect het beste te beschrijven als 'groot' en daarin moeten we die malle Mika toch gelijk geven: De grote dames mogen er zijn! Ze groeit op in een omgeving van jazz en als tiener komt ze terecht in de breakbeat-scene. Dat is een vrij logisch gevolg want Yola komt uit Bristol en dat biedt onderdak aan de meest invloedrijke breakbeat- en triphop-acts uit Engeland. Ze is leadzangeres van Phantom Limb en heeft tot dusver een EP uitgebracht. Precies een maand geleden is haar eerste langspeler uitgekomen: 'Walk Through Fire'. Het titelnummer heeft twee weken geleden slechts één week op 83 in de Engelse hitparade gestaan. Nederland lijkt nu het voortouw te nemen met 'Faraway Look'.

Als ik in 2005 of 2006 kennis maak met Sharon Jones & The Dap Kings ben ik blij verrast. Ik wist niet dat het mogelijk was om anno nu met een rauw soul-geluid uit de jaren zestig te komen. Sindsdien is het een 'toontje' geworden, zeker na de release van 'Back To Black' van Amy Winehouse, dat me nog maar zelden uit mijn stoel laat springen. Yola geeft met 'Faraway Look' eveneens een knipoog naar de jaren zestig en toch klinkt dit in mijn oren zó anders dan bijvoorbeeld Paloma Faith (die ik toch wel een beetje 'plastic' vond klinken) dat ik graag mijn best wil doen om deze plaat omhoog te duwen. Ze zal de komende weken vaste gast zijn in mijn 'digitale' radioshows en misschien ga ik ook wel even kijken of het als vinylsingle beschikbaar is. Als 'beat ballad' past het in de Blauwe Bak!

Eretitel: 'Don't Look Back'



,,Niet omkijken naar het verleden". Dat is één van de 'visioenen' die ik krijg als ik in 1999 en 2000 een tijd lang rechtop slaap. Iets dat ik sinds een paar jaar helemaal overboord heb gegooid en zeker in de laatste negen jaar. Hoewel ik in het hier en nu leef, is niets leuker om op Soul-xotica terug te blikken op voorbije jaren. Soms aan de hand van een plaatje dat is gemaakt voordat ik ben geboren en andere keren een terugblik op het leven tot dusver. Ik vier over ongeveer een maand mijn 44e verjaardag en vind 'ouder worden' alleen maar leuk. De 'afstand' die ik voel tussen mezelf en de berichten over 1994 of 1999 en zelfs 2009. Hoewel het me wordt afgeraden door de 'Eretitel' ga ik eerst toch weer over mijn schouder kijken naar drie liedjes. Verder ben ik van plan om straks nog iets uit het heden tegen het licht te houden. Het beste uit twee werelden op één vrijdagavond op Soul-xotica. Was de 'Eretitel' niet verhuisd naar zaterdag? Op zichzelf wel maar ik ga morgen of zondag de laatste aflevering van 'Het zilveren goud' doen zodat ik woensdag met de Blauwe Bak Top 40 kan beginnen. Dat is weer vooruitkijken en nu driemaal tegen beter weten in terugblikken.

3. The Temptations (1965)
Het jaar 2006 is bijna letterlijk een roes. De alcoholconsumptie ligt dermate hoog dat ik het eigenlijk als één groot zuipavontuur herinner. Ik drink immers niet tot nauwelijks thuis en dus zijn alle buitenactiviteiten al gauw alcohol-gerelateerd. Deze ene woensdag staat me nog helder voor de geest: Het is een kwart eeuw nadat de wereld afscheid heeft genomen van Bob Marley. Dat zie ik terwijl ik in Zwolle loop. Het is nog de tijd van vóór Paypal voor mij en ik heb een single via de Engelse Ebay gekocht (de heruitgave van 'Rainbow Chaser' van Nirvana welke alweer jaren onvindbaar is). Geen Paypal betekent dat ik cash in een envelop naar de verkoper moet sturen. Geld wisselen doe je op het station van Zwolle en natuurlijk duik ik even de kringloopwinkels in nu ik er toch ben. Bij één zaak vind ik een verzamelelpee van Motown-nummers uit de midden jaren zestig. Thuis hoor ik voor het eerst 'Don't Look Back' van The Temptations. Ik heb me nooit gerealiseerd dat de nummer 1-hit van Peter Tosh & Mick Jagger een cover was! Hoewel dat laatste nummer is plat gedraaid door de mp3-jukebox van Wolfman Radio, moet ik bekennen dat ik hem nog steeds erg leuk vind. En dat heeft waarschijnlijk te maken met de knullige rol die Jagger speelt. Toch kies ik in 2017 voor het origineel van The Temptations voor 'Listen Carefully'. Het moet het vandaag doen met een derde plek.

2. Matrix & Futurebound ft. Tanya Lacey (2014)
Dat nummer heb ik zojuist nog even beluisterd op Youtube, maar het is niet goed genoeg voor een eerste plek. Dit plaatje neemt me mee terug naar de tijd dat het leuk was om 'Floorfillers' te doen. Het is de tijd van vóór de database waar ik tegenwoordig mijn muziek haal. Het 'werk' begint op woensdagavond. Ik ga dan door de diverse release-lijsten en ook onze vaderlandse Tipparade. Als iets potentieel leuk klinkt, ga ik vervolgens zoeken op Youtube naar een bruikbare remix. Ik besteed soms wel vier tot vijf uren aan een show van net twee uren, maar het is bovenal erg leuk! Ik denk dat ik Matrix & Futurebound gewoon van de Engelse hitparade heb getrokken. Dit drum'n'bass-gezelschap is dan, in 2014, erg populair in Engeland en ik word zojuist ook herinnerd aan 'Control'. Die kunnen we wellicht in 2019 nog eens als 'Listen Carefully' doen. Die 'Eretitel' zien we op zijn vroegst over anderhalf jaar hier terug. 'Don't Look Back', met zang van Tanya Lacey, staat vandaag op een tweede plek.

1. Boston (1978)
Ik heb over mijn schouder gekeken naar 2006 en 2014, maar voor de nummer 1 moet ik in de tijdmachine. Het is plotsklaps weer de zomer van 1992. Hangen in 'T Hokje', recensies schrijven voor de Sneeker en, o ja, nog een beetje (en steeds minder) aanwezig zijn op school. In 'T Hokje' hebben we een radio met cassettedeck staan en soms brengt iemand van ons een bandje mee. Er liggen ook een paar standaard-bandjes. Eentje daarvan is aangeleverd door Willem, de drummer van Horrible Dying (dat dan nog in de planning ligt). Als ik één mixtape mag uitroepen tot de beste? Het loopt uiteen van de folkpunk van Pigmeat via tijdloze rockliedjes (tweemaal 'Your Love' van The Outfield) tot 'Angel Of Death' van Slayer en Helloween. Boston staat ook een beetje verdwaald tussen de heavy gitaren en hoewel ik meteen méér heb met 'More Than A Feeling'(ook al stuk gedraaid maar nog steeds kippenvel als de drums invallen voor het refrein...) is 'Don't Look Back' het soort liedje dat je in 1992 nauwelijks meer op de radio hoort. 'Don't Look Back' neemt me meteen terug naar de warme zomer van 1992. Op de fiets met mijn trouwe reisgezelschap: De rode Realistic-walkman met plakband en elastiek om het klepje vast te houden.

Volgende week komt er niets van een 'Eretitel' door de Blauwe Bak Top 40. Een week later is deze rubriek weer terug als jullie me niet in de steek laten. Natúúrlijk laten jullie me niet in de steek, maar ik moest toch even de titel verwerken in de laatste zin. Over twee weken driemaal 'Don't Let Me Down'.

woensdag 20 maart 2019

Het zilveen goud: maart 1994 deel I



Soul-xotica is weer terug op schema en dat is goed nieuws! Toch gaat het ene ten koste van het andere en stokt de voortgang van de virtuele kaartenbak even. Toch werk ik daar nog geregeld aan zodat ik nog een tijdje voort kan met 'Het zilveren goud', hoewel her en der wel gegokt moet worden. 'Het zilveren goud' van februari 1994 is nu definitief afgesloten en vandaag het eerste van twee delen uit maart 1994. Dat zijn slechts veertien singles maar dat haal ik de komende twee maanden dubbel en dwars in. De eerste single van maart 1994 sluit mooi aan bij het verhaaltje van twee weken geleden en dus ga ik het vandaag hebben over 'hoarden' op het afvalbrengstation. Hoe ik kennis maak met de wegwerpmaatschappij en dit werk zelfs nog goed is voor de uitbreiding van mijn platencollectie! Riempje van de pothelm vast en zo snorren we op de Solex terug naar maart 1994.

De spellingscontrole keurt het werkwoord 'hoarden' af en dat begrijp ik wel. Het is eigenlijk Engels: 'hoarding', maar ook dat wordt afgekeurd. 'Hoarden' is het dwangmatig verzamelen van allerhande zaken waardoor je leefomgeving helemaal verstopt raakt door dingen die je totaal niet nodig bent maar waarvan je het zonde vindt om ze weg te gooien. Ik ben een natuurtalent voor 'hoarden', hoewel ik het binnen de perken weet te houden. Op het afvalbrengstation mag ik met toestemming van Cnossen best eens iets meenemen dat anders wordt weggegooid, maar het is geen kringloopwinkel en dat wordt me meteen duidelijk gemaakt. Toch zal ik mijn loopbaan op 'de vuilstort' ambitieus beginnen. Een van mijn eerste 'klanten' brengt een oude lampenradio. Natuurlijk doet het ding het niet meer, maar man... ik heb altijd gedroomd om een lampenradio te hebben. Het is een Loewe-Opta uit de jaren vijftig en dus veel te groot voor op de fiets of Solex. Mijn broer haalt hem eens voor me op en jaren later zal de radio net zo hard weer met het grofvuil mee gaan. Hij heeft nooit gespeeld en ik heb ook geen moeite gedaan om hem spelende te krijgen. Enige tijd later zie ik een Telefunken Gavotte bij de kringloopwinkel en deze is optisch ook in een veel betere staat. Het 'oogje' werkt nog. Deze zal enkele jaren staan te pronken op mijn slaapkamer en ook deze gaat op een bepaald ogenblik weer met het grofvuil mee. Van dat laatste heb ik dan wel weer spijt.

Begin 1994 ben ik ook via Het Bolwerk in Sneek aan een cursus fotografie begonnen. Het is nog de tijd van voor de digitale camera en dus heeft Het Bolwerk een eigen doka. Ik mag de luxe Minolta met alles erop en eraan lenen en op een bepaald moment ga ik met een koffer singles naar het stort. Ik fotografeer de collector's items tussen het grofvuil in de containers en stiekem is het 'wishful thinking' om interessante singles tegen te komen op deze plek. Nog eventjes geduld: Volgende maand gaat dat helemaal goed komen. Het is mijn tweede of derde week op het stort als iemand onder andere een kastje langs brengt. Ik mag graag de kastjes compact maken zodat ze eventueel met hout of bouw- of sloopafval mee kunnen en tot mijn grote verrassing rollen drie singles uit het kastje. 'Ivanhoe' van Co Hagendoorn en 'K Heb De Balen Van Hilversum III' van Richard Rijk & 'T Benelux Team halen de kaartenbak niet, hoewel de eerste al wel in de jaren zestig-bak staat. De tweede ben ik (helaas?) kwijt geraakt, want op zichzelf is het best een geinig nummer. Gerard Cox heeft last gehad van een natte zomer en dat heeft zijn sporen nagelaten op het hoesje. Volgende maand dus meer vinyl-vondsten op het afvalbrengstation. Het 'hoarden' beperkt zich in eerste instantie tot een lege keet achter het stort. Dat neem ik in in bezit en wordt al snel een opslag voor alles dat ik niet weg kan gooien, maar wat ik ook niet mee naar huis kan (of mag) nemen.

Voor deze eerste aflevering van maart 1994 start ik de Solex om een bezoekje te brengen aan Heerenveen. Het is een adres waar ik tal van keren ben geweest een dat eerder een fikse fietstocht was: De overdekte rommelmarkt aan de Gedempte Molenwijk. Het overlapt zelfs nog een beetje met de singles van volgende week. Het is voor het eerst dat ik niet op mijn portemonnee hoef te letten. Ik kan me herinneren dat ik in 1990 eens een hele middag daar ben geweest, vijftien platen had uitgezocht en slechts twee kon permitteren. Dit is een deel van de vangst uit Heerenveen.

1694 'T Is Weer Voorbij Die Mooie Zomer-Gerard Cox (NL, CBS, 1973)
1695 The Train-The Nits (NL, CBS, 1988)
1696 Girl Don't Make Me Wait-Timebox (NL, Deram, 1968)
1697 All Kinds Of Everything-Dana (UK, Decca, 1970)
1698 Osaka-The Shoes (NL, Polydor, 1970)
1699 Hey Big Brother-Rare Earth (NL, Rare Earth, 1971)
1700 Words-The Bee Gees (NL, Polydor, 1968)

Bij Dana is iets vreemds aan de hand. Ik heb voor de foto de Nederlandse persing gepakt maar kan me goed herinneren dat het de Engelse (export-)versie was die ik in 1994 heb gekocht. Zonder fotohoes. Daar zit nu de Deense fotohoes omheen met een nummer dat correspondeert met een aankoop in de vakantie van 1993. Ik denk dat tijdelijk een andere single in dat hoesje heeft gezeten. De Nederlandse persing koop ik pas in 1995. Timebox is sinds het begin van de Blauwe Bak een resident en heeft tot een paar weken geleden steevast in de koffer gestaan. Hij is nu echter verhuisd naar de reserve-Blauwe Bak omdat er ruimte moest komen. Ik zit soms te denken aan een derde koffer nu de seventies' soul steeds meer gaat uitbreiden. Aan de andere kant is het wel fijn om strikt te zijn en zo nu en dan te bekijken welke platen nog relevant zijn voor de Blauwe Bak-koffers. The Shoes koop ik oorspronkelijk zonder fotohoes en deze krijgt over een paar maanden al een 'upgrade' als ik singles overneem van de buren in Jutrijp. Ik kan me niet herinneren dat Rare Earth oorspronkelijk een fotohoes heeft gehad en ik denk dat deze ooit een 'upgrade' heeft gehad. 'Words' van The Bee Gees smeekt al jaren om een 'upgrade' van zowel hoes als plaat en dus hou ik me aanbevolen!

dinsdag 19 maart 2019

Week Spot: Wayne Miran & Rush Release



De eerste maanden van het nieuwe jaar zijn vaak niet mijn allerbeste en ik kom pas in april en mei op stoom. Dan kan ik soms dan ook weer terug kijken op 'gelukkige' eerste maanden. Ik zal niet zeggen dat ik geen gelukkige maanden heb gehad, maar ik verlang nu wel heel erg naar rustig voorjaarsweer. De komende dagen kunnen we daarvan genieten en ik hoop stiekem op soortgelijk weer in de eerste dagen van april. Ik zou graag even weg willen op de fiets in deze dagen en hoop zelfs dat ik even een nachtje of twee ergens kan 'logeren'. Dat wordt dat mijn persoonlijke manier om de tien jaar zonder de drank te 'vieren'. Ik heb in ieder geval vrij genomen en wellicht zit daar op 30 maart nog het eerste 'buitenoptreden' bij in sinds januari 2014. Het heeft al meerdere malen gedreigd waardoor tien jaar geleden al een 'noodplan' is gemaakt, maar het lijkt erop alsof de live-muziek moet wijken in De Buze in Steenwijk. Dat wordt op 30 maart nog eenmaal gevierd met een twintigtal bands en ik ben gevraagd als dj. De details moeten we echter nog uitwerken. Dan ga ik vandaag de nieuwe Week Spot aan jullie voorstellen. De laatste vangst bij Mark bevat meerdere potentiële kandidaten en toch is het meteen één single die eruit springt voor mij: 'Oh Baby' van Wayne Miran & Rush Release uit mijn geboortejaar 1975.

Engeland hangt aan elkaar vast van de meest absurde regelgevingen en soms zijn die wetten decennia of eeuwen oud en totaal niet meer relevant. Zo heeft het land geen vertrouwen in het gegeven dat een consument van grammofoonplaten kan beoordelen of iets een album, EP of single is. Iedere categorie heeft een vaste prijs en je moet aan de buitenkant kunnen zien welke prijs je moet betalen. 79-toerenplaten zijn van origine 12". Als de langspeelplaat in Engeland op de markt komt, moet deze 10" zijn om voldoende af te wijken van de 78-toerenplaat. Omdat 12" in Amerika de standaard is voor een elpee worden de formaten in 1956 omgewisseld: 78-toerenplaten worden 10" en elpees 12". Een 7"-plaatje met een fotohoesje en meerdere titels heet een EP. Er verschijnen echter ook EP's met jazz, klassiek en hoorspelen waarbij de speelduur langer is. Om de Britse consument te behoeden van de verwachting van een EP als deze een single koopt, voorziet de wet. Singles mogen geen fotohoes hebben, dat is voorbehouden aan (duurdere) EP's. Hoewel de EP in de jaren zestig in populariteit afneemt, is het pas in 1982 dat platenmaatschappijen singles van fotohoesjes mogen voorzien. Vooral in Europa mag je vanaf 1965 verwachten dat een single in een fotohoesje komt. Het maakt dat heel veel soul-platen uit Engeland geen fotohoesje hebben en enkele verzamelaars en dj's kijken vol jaloezie naar onze hoesjes. Mark heeft genoeg liefhebbers voor 'Eupics' verzameld om een handeltje te hebben.

Zelf heb ik al eens een exemplaar van 'I've Got The Need' van Spooky & Sue naar Engeland gestuurd in ruil voor twintig pond. Ik had gerust meer kunnen vragen? Mark biedt ze desondanks voor meer zonnige prijzen aan hoewel ik her en der de winstmarge kan zien. Hij verkoopt vrij eenvoudig 'Who's Gonna Love You' van The Imperials voor een tientje, om maar iets te noemen. Toch moet ik bekennen dat Wayne Miran nooit op mijn pad is gekomen. Of... wellicht dat ik hem eens heb gezien, maar het heb uitgescholden voor de Franse Jackpot of Ferrari. De lange haren en druipsnorren zien er niet erg soulvol uit. Het is het aanstekelijke dat maakt dat ik het 'interessante' plaatje overneem van Mark. Het wordt eigenlijk steeds interessanter. Over Wayne Miran & Rush Release is ontzettend weinig bekend en er zijn uiteindelijk een paar aanwijzingen op Youtube.

,,Is dit Rush Release van Long Island? Wayne en Wes Miranda?", vraagt iemand onder een 'videoclip' van 'Oh Baby'. Bewegende beelden van Wayne Miran en Rush Release zijn er niet, het zijn dj's en verzamelaars die de audio hebben geüpload met een afbeelding van het hoesje of het label. Iemand anders bevestigt niet de bovenstaande vraag maar weet wel te melden dat een familielid van hem de toetsenist is van Rush Release. Dus... geen Europese band! Wel blijkt dat de groep meerdere platen heeft gemaakt en met name in Frankrijk nog een zekere cultstatus heeft gehad. Mijn 'Oh Baby' met het bovenstaande fotohoesje is een Franse uitgave. Ik heb zojuist met stijgende verbazing geluisterd naar de tweede single van Miran: 'I Can't Get It On' is erg stijlvolle funky disco. Vervolgens zie ik een scan van een Franse 12"-single op het Pyramid-label. De titel herken ik en heb ik eveneens als een Roulette: 'Helplessly' is eveneens gedaan door The Moment Of Truth. Roulette 'leent' intern vaker van elkaar, zo heb ik een vocale 'Ask Me' van Ecstasy, Passion & Pain plus een andere instrumentale opname dan de backing van Ecstasy, Passion & Pain van Love Child's Afro Cuban Blues Band. Nu lijkt het erop dat Wayne Miran eveneens een cover heeft opgenomen van 'Helplessly' van The Moment Of Truth, maar dit verschijnt in Frankrijk pas in 1979 als 12"-single. De Amerikaanse discografie toont alleen 'Oh Baby' en 'I Can't Get It On'. Er is ook nog een disco-mix op het Strawberry-label maar die staat weer niet op 45cat en ik weet niet of het 'scratch'-effect uit de video werkelijk op het vinyl staat. De Strawberry vermeldt '1977' als jaar van uitgifte. 'Oh Baby' bereikt in de zomer van 1975 een 104e plek in de Billboard en het is meteen ook het laatste dat we van Miran op de hitparade horen.

Zijn de trompetten 'vals' of vallen ze op het verkeerde moment in? Ik betwijfel het allemaal. Het is een 'gimmick' die ik maar te goed ken uit de Carib-soul en welke ook niet vreemd is op oudere Miami Soul-platen. Middels 'I Can't Get It On' kunnen we horen dat het niet de ondermaatse middle-of-the-road-band is die je zou verwachten bij de hoesfoto. Die single klinkt een stuk hechter. Ook 'Helplessly' doet nergens onder voor het origineel. 'I Can't Get It On' staat met stip op mijn zoeklijst en ik verwacht niet dat ik daar arm van ga worden. 'Oh Baby' kan niet langer wachten als Week Spot en moet meteen deze week!

maandag 18 maart 2019

Singles round-up: maart 4



Tot slot vanavond het laatste deel van de 'Singles round-up'. Over twee weken kunnen we niet alleen zien hoe deze twintig singles er voor staan in de 'Eindstreep' maar eveneens in de Blauwe Bak Top 40. Laat me maar meteen vervolgen met de laatste vijf singles van deze maand.

* Gene Redding- Do It With Love (US, Haven, 1976)
Mark adverteert zijn singles met Youtube-clips. Hierdoor kun je niet dekwaliteit beoordelen maar aan de andere kant verkoopt Mark ook geen ‘rotzooi’. Vaste klanten weten wat ze kunnen verwachten. Soms is een plaatje niet verkrijgbaar op Youtube en dat is wanneer hij zijn Numark PT01USB pakt en een korte video maakt met de eigenlijke single. Dat gebeurt zonder vermelding van artiest of titel en het label is vaak te vaag om de plaat te herkennen. Je koopt dus ‘blind’ en dat werkt in sommige gevallen goed. Dit is de laatste plaat die ik reserveer en hoor dan van Mark dat het Gene Redding is. Van hem heb ik ‘This Heart’ in de Blauwe Bak en dat plaatje is sinds de zomervakantie gaan ‘spelen’ voor mij. ‘This Heart’ is een compositie van Dennis Lambert en Brian Potter, de mannen die veel smakelijke ‘blue eyed soul’ hebben geschreven. Op dit plaatje is het duo actief als producenten, het liedje zélf is geschreven door Redding met Willie Harry Wilson. Het begint als ‘Drift Away’ van Dobie Gray. Het mondt uit op een midtempo-deuntje met een refrein dat ‘catchy’ genoeg is, maar zeker niet van de hand van Lambert en Potter. Die mannen moet ik hoognodig nog eens een standbeeld aanbieden!

* Rufus- I Finally Found You (US, ABC, 1973)
P.J. Proby is de voornaamste reden van aanschaf, gevolgd door Bo Kirkland en Ruth Davis. En, ach, Rufus…? Totdat ik besluit de video te beluisteren. Ja, het is niet zonder reden dat het op de pagina van Mark wordt aangeboden. Het is niet de ‘filler’ die ik had verwacht maar een bloedstollend mooi nummer met een zeer overtuigende Chaka Khan. De a-kant is, ‘Whoever Is Thrilling You’, meer het traditionele vroege Rufus –werk, ietwat aan de funky kant maar prettig genoeg.

* Simtec Simmons- Some Other Time (US, Innovation 2, 1975)
Met The Shirelles en Shirley & The Shirelles heb ik het geluk dat ze vlak bij elkaar staan in de koffers. Alleen Joe Simon vult nog flink wat ruimte tussen Simmons en Simtec & Wylie. Inderdaad, het is Simtec van Simtec & Wylie. In 1975 is het vooral een ‘business’ van de familie Simmons. ‘Some Other Time’ heeft een magische stereo-productie! De stemmen lijken uit alle hoeken te komen. Het is een fraai midtempo-geval waar ik niet genoeg van kan krijgen. ‘Classified Crazy Man’ op de andere zijde neigt meer naar disco en moet ik nog even op me in laten werken. Vooralsnog hou ik het bij ‘Some Other Time’.

* Smoke City- Love Affair (US, AMPI, 1988?)
Na een paar singles op Epic in 1985 en 1986 lijkt Smoke City veroordeeld tot een opname in eigen beheer. Het is de enige release op AMPI en 45cat geeft geen duidelijkheid over het jaartal. De gele labels en de rode lettering doet denken aan het jaren zeventig-label Tri-us, maar ook aan het private God’s City Sounds waar ik een gospel-plaat van heb. ‘Love Affair’ is een ‘slick ballad’ uit de late jaren tachtig, laat daar geen misverstand over bestaan. Als het een hit zou zijn geweest, had je dit in ‘Candlelight’ kunnen horen omlijst met een gedicht. Het past echter helemaal bij een recente trend van Barbara Carr en Hi-Gloss. Hoewel het natuurlijk niet gaat om grof geld verdienen, heb ik een gevoel dat deze eigen beheer-soulplaatjes binnen onafzienbare tijd flink in prijs gaan stijgen. Het is dus nu of later veel meer betalen…

* Sylvia- Sunday (US, Vibration, 1973)
Ach vooruit! We gaan het eerst even over de a-kant hebben. Een heuse novelty! Sylvia heeft ‘Je T’Aime Moi Non Plus’ van een nieuwe tekst voorzien en krijgt Serge Gainsbourg de credits voor de muziek. Zijn rol wordt gespeeld door Ralfi Pagan. Ik moet dan meteen aan hekserij denken. ‘Soul Je T’Aime’ is het grapje van Gainsbourg en Jane Birkin maar dan op zijn Amerikaans. Sylvia heeft een talenknobbel want ik meen ook Italiaans te horen. Snel over naar de b-kant. Ik keek laatst op de website van de SGP en dat wil terug naar een zondagse rust. Een rust zoals dit kantje van Sylvia? Een hartverwarmende finale van de ‘Singles round-up’ van maart. Later deze maand ga ik bepalen hoe de Blauwe Bak Top 40 over de maanden december tot en met maart eruit moet zien.

Ben je bezopen?



Gisteravond was zelfs het schrijven voor een inleiding voor de vierde 'Singles round-up' van deze maand een te groot karwei. Nu heb ik dan de kans om de serie even te onderbreken voor een 'gezellig' verhaaltje, want zoiets probeer ik ieder weekend te doen. Daarmee schuift de 'Eretitel' gewoon een week door. Waar was je op 18 maart 2019? Ik hoor 'iets' op het nieuws rond een uurtje of twaalf. Een schietincident? Mijn alarmbellen gaan niet meteen rinkelen. Ik ben nog niet echt wakker en het zou zomaar een afrekening in het criminele milieu kunnen zijn? Het is pas rond een uurtje of zes dat ik ontdek wat er zich werkelijk heeft afgespeeld in Utrecht. Tragisch omdat er, hoe dan ook, onschuldige mensen bij om het leven zijn gekomen, maar het is nog te vroeg voor conclusies. Waar was ik op 18 maart 2009? Dat weet ik niet precies. Als ik gedronken heb dan moet het op de pof zijn gebeurd en er zijn niet veel kroegen meer waar ik dat kan uithalen. Verder werk ik in ploegendiensten bij de Dyka en heb ergens nog steeds het geloof dat ik gelukkig kan worden met een fabrieksbaan. Over een paar weken zal dat alles veranderen, maar vanavond wil ik kijken naar de invloed van alcohol op mijn jonge leven.

'Alles op zijn tijd'. Dat is het credo dat heerst in ons gezin en dat geldt ook voor de consumptie van alcohol. De televisie komt bijvoorbeeld overdag niet aan buiten heel soms bij slecht weer op woensdagmiddag. We kunnen dan kijken naar 'De Film Van Ome Willem' en volgens mij heeft de AVRO op die dag 'De Kinderbios'. Bij schaatswedstrijden staat de televisie ook op zaterdag aan. Zo kent ons gezin twee 'alcoholmomenten' per week: Zaterdag- en woensdagavond. Vader drinkt soms op donderdag ook nog een beerenburg als hij gaat dammen. Moeder heeft nooit goed tegen alcohol gekund. Ze klaagt al snel over slapeloosheid en het is slechts zelden als ik haar een pikeurtje zie drinken. Bij verjaardagen en bezoek van oudere dames schenkt ze een advocaatje voor de visite. Als moeder het bezoek uitlaat, haast ik me naar de tafel om de restjes advocaat uit de glaasjes te likken. Dat levert een 'deal' op. Op nieuwjaarsochtend krijg ik altijd een glaasje advocaat. De broers zijn ouder en drinken wel eens een biertje. Ik kan me nog herinneren dat mijn oudste broer eens luid zingend is terug gekomen van een fuif. Dat is nooit tot herhaling gekomen. Als het warm weer is, wil vader ook nog wel eens een biertje drinken uit het werk maar dat is geen regel! Als ik een jaar of tien ben, wil ik net zo stoer zijn als mijn broers en kan ik plots niet meer aankomen met advocaat. Ik verbeeld me dat shandy gewoon als bier is. Moeder kijkt er streng op toe dat het bij één flesje blijft, net zo goed als dat de broers thuis niet een krat mogen leeg drinken.

Ik ben een jaar of veertien als ik me wil 'afzetten' en dat doe door mezelf als geheelonthouder te bestempelen. Geen shandy meer op zaterdagavond. Ook vervelend doen bij kersenbonbons, soep met meegekookte wijn en protest wanneer een ingegroeide teennagel met alcohol moet worden verdoofd. Gedurende de jaren 1990 en 1991 weiger ik iedere druppel drank en zonder mezelf af op de slaapkamer met plaatjes of met lange fietstochten op zondagmiddag. Ik ben bijna zeventien als dat gaat vervelen. De 'plaaggeesten' van de lagere school worden opeens weer mijn vrienden als ik ieder weekend in 'T Hokje' ga hangen, onze 'zuipkeet'. Natuurlijk rep ik met geen woord over geheelonthouding en doe vrolijk mee met de pijpjes Amstel. Ook begin ik met het werk bij het Sneeker Nieuwsblad en ontdek al snel het nachtleven en... vooral de drank! Het blijft eerst nog beperkt tot bier en een enkele keer een glaasje Southern Comfort (vooral vanwege de 'legende' van Janis Joplin). Ik weet niet precies wanneer ik mijn eerste glaasje Jägermeister nuttig, maar wel dat ik dit spul meteen ontzettend lekker vind. Sonnema is de meest gangbare beerenburg in de horeca en dat heb ik nooit lekker gevonden. Pas vele jaren later zal ik de Sneker beerenburg van Weduwe Joustra ontdekken en dat zal mij de Jägermeister doen vergeten. Zal ik jullie iets vertellen? Als het vriest, heb ik nog altijd héél even zin in een Jägermeister. Ik weet de gedachte echter snel te verzetten naar iets anders en kom dus niet in de verleiding!

Laten we het eens over pils hebben? Ik lieg niet als ik zeg dat ik nooit iets aan pils heb gevonden. Het is een feit dat ik wil 'nachtbraken' en als je dan begint met speciaal bier of sterke drank gaat dat niet lukken. Op pils hou je het het langst uit en dat is de reden dat ik het goedje bestel. In 1993-94 leer ik de speciaalbieren waarderen middels mijn talrijke bezoeken (en soms bijna dagelijks) aan café De Draai in Sneek. Hoe donkerder het bier, hoe beter. Guinness drink ik alleen bij folkavonden en in Engeland ben ik opeens klaar met de 'stout'. Ik zou nog steeds kunnen genieten van een goed bokbiertje, niet de Amstel en Heineken. Bij Palm ligt de grens naar de pils. Om de hoeveelheid alcohol gaat het niet. Ik moet niets hebben van 'powerbier' als Duvel of Verboden Vrucht. Liever een subtiele smaak met een iets hoger alcoholpercentage. Geen pilsliefhebber en toch drink ik het vocht als water.

In 1995 onderneem ik voor het eerst een alcoholvrije maand en dat wordt een 'traditie'. Meestal doe ik het in november: Ik ga dan een maand uitsluitend aan de frisdrank en stap op zondagochtend fluitend uit mijn nest. Omdat alcohol 'erbij hoort', begin ik toch weer na een maand. Na de zonsverduistering in 1999 ben ik even goed zat van de drank en zal de laatste weken in Engeland geen bier aanraken! In 2006 ben ik zelfs even van plan om een half jaar niet te drinken en hou dit een maand vol. Dan komt er een 'gelegenheid' om te drinken en gaat het hek van de dam. Een week later word ik 'getrakteerd' op een halve liter Goldstrike. Dat is de heftigste kater die ik me kan herinneren. Een week voor mijn dertigste verjaardag, april 2005, gaat het al mis. Ik ben erg sentimenteel over mijn periode als twintiger en neem mezelf voor om zeven dagen op rij dronken te worden. Dat lukt! Dan zet ik het voort en in 2006 voel ik me even héél gelukkig als ik merk dat ik een stamkroeg met 'vrienden' heb gevonden. Soms kan ik me het niet permitteren en vier dan de avonden thuis met frisdrank. Ik ben een gezelligheidsdrinker. Alleen een biertje drinken wil niet. Vaak leeg ik na drie uren een half blik verschaald bier. Omdat ik thuis de gezelligheid niet kan creëren of vinden, ga ik steeds vaker op stap. Ik laat opschrijven en maak me niet druk om dit ooit af te betalen. Ik leef wat dat betreft van dag tot dag.

Tijdens de depressie van 2008-2009 ga ik uiteindelijk weer aan het werk om niet in de kroeg te kunnen zitten. Ik ga echter vanuit het werk wel meteen weer aan de rol. Het begint ook mijn voorman op te vallen dat ik steeds vaker op het werk kom met een kegel. In de eerste maanden van 2009 verdwijnt mijn geld als sneeuw voor de zon. Als ik in één kroeg mijn rekening heb betaald, blijft vaak nog maar de helft over. Daarvan betaal ik in de eerste week mijn drankjes en kan dan vervolgens weer op de lat en bedelen bij kennissen om een pakje shag te kopen. Ik kan me één ding heel goed herinneren uit maart 2009. Het rookverbod in de horeca maakt dat we in één café naar buiten moeten voor onze nicotinebehoefte. Ik sta bij iemand te praten als een andere kroegtijger het etablissement verlaat. Het is vier uur op zaterdagmiddag en de man zwalkt van links naar rechts over de winkelstraat. Een zielige vertoning!
,,Je zal maar zo eindigen", hoor ik mijn buurman zeggen. Ik kijk de man na en realiseer me dan opeens dat ik ook onderweg ben naar deze goot. Ik ga niet uit de doeken doen hoe ik uiteindelijk ben gestopt, maar deze zaterdagmiddag heeft eraan bijgedragen!

zaterdag 16 maart 2019

Singles round-up: maart 3



Goed bekeken! Ik heb een half uur geleden de laatste plaat gedraaid in 'Do The 45' en ben helemaal 'op'. Nog even een paar Youtube-video's bekijken ter ontspanning en dan maar eens lekker gaan slapen. Gelukkig heb ik gisteravond alle singles beluisterd en meteen verhaaltjes geschreven en dus hoef ik vandaag alleen maar te kopiëren en plakken. Hierbij de volgende vijf singles uit de partij van Mark.

* Nickie Lee- And Black Is Beautiful (US, Mala, 1968)
De term ‘deep soul’ is niet alleen een hersenspinsel van Dave Godin, de man die eveneens verantwoordelijk is voor de term ‘Northern Soul’. Hij begint in 1969 eveneens een platenlabel met die naam waarop hij onafhankelijke Amerikaanse producties naar Engeland brengt. De originele Deep Soul-singles zijn duur betaalde collector’s items en het label heeft een paar jaar geleden een ‘revival’ gekregen van Ace Records. ‘And Black Is Beautiful’ is de derde single op Deep Soul en uitgebracht in 1969. Het origineel verschijnt echter al in de zomer van 1968 op het Mala-label. Ik heb hier het origineel op de draaitafel inclusief een ‘moeilijke’ passage halverwege ‘And Black Is Beautiful’. Dat is echter voor mij wel de favoriete kant. Nickie Lee is overigens deejay bij een radiostation in Miami, Florida, en heeft dan reeds een plaat gemaakt als Leroy. Ik hou het verder kort want deze single smeekt erom de Week Spot te worden. Later dus meer over dit plaatje!

* Barbara Mason- I Am Your Woman, She Is Your Wife (US, Prelude, 1978)
Ze blijven leuk! De plaatjes over mannen en vrouwen die in het verkeerde bed slapen en de romance angstvallig geheim houden voor de partner. Ik denk dat ik wel twee uren kan vullen met overspelige mannen en vrouwen. Barb is het echter helemaal zat om alleen maar lustobject te zijn en stelt hem voor de keuze. De hufter komt zelf ook nog even voorbij in de brug en, ja, dat klinkt als een glad ventje met zijn sensuele donkere stem. Doorgaans zijn ‘meesteressen’ niet jaloers op ‘moeder de vrouw’, maar Mason laat de andere kant horen. Ze zingt het nog nét niet maar als het aan haar ligt, zou ze meteen zijn vuile onderbroeken en sokken willen wassen. ‘Take Me Tonight’ is de officiële a-kant en dat is iets té gelikte disco.

* Clyde McPhatter- Crying Won’t Help You Now (US, Mercury, 1965, re: 1979?)
Een rechtstreekse kopie van de single uit 1965 maar dan op een Mercury-label dat niet is terug te vinden. Het is het Amerikaanse label met de wolkenkrabbers dat omstreeks 1978-79 werd gebruikt. ‘Crying’ is een single die zeer in trek is op dit moment en deze aparte label-variatie maakt het alleen maar spannender. De single is overigens afkomstig van ene ‘Boston’ uit Rotterdam en hij is zuinig geweest op het plaatje. Dit styreen lijkt me een stuk beter te conserveren dan de jaren zestig-Mercury. ‘Crying’ is een grootse beat-ballad met een zogenaamde ‘big city sound’. ‘I Found Love’ is eenzelfde laken een pak, maar ‘Crying’ heeft mijn voorkeur en is ook de reden van aanschaf geweest.

* Wayne Miran & Rush Release- Oh Baby (Frankrijk, Roulette, 1975)
Op het hoesje ogen Wayne en zijn mannen als een Limburgs dansorkest uit de vroege jaren zeventig. Lang haar, druipsnorren en een ‘lullige’ uitstraling. De plaat klinkt ook als het disco-probeersel van een stel allround musici. Het buit de ‘hi-hat’-techniek flink uit en het klinkt als een ‘lo-fi’ Miami-productie. Er zit iets aanstekelijks in het nummer en je zou zelfs kunnen voorstellen dat de mannen hebben geprobeerd een nieuw disco-geluid in de markt te zetten. Het klinkt bij vlagen als de drumcomputer op Carrie Cleveland’s ‘Love Will Set You Free’ en grenst voor mij aan ‘Face Of Love’ van DC LaRue en ‘Precious Memories’ van The Other Brothers. Op de b-kant staat het tweede deel en dat klinkt mij als het bekende Roulette-mopje: Single-versie op de a-kant en iets uitgebreide versie als ‘part 2’. De single is met drie minuten echter lang genoeg!

* P.J. Proby- I Don’t Want To Hear It Anymore (UK, Liberty, 1965)
Sinds oud en nieuw biedt Mark op zaterdag de ‘Saturday Soul Pack’ aan. Vaak één pakket van tien singles voor dertig pond inclusief verzending in Engeland en rond een bepaald genre of thema. Omdat ik zaterdag moet werken, mis ik de ‘soul packs’ en zijn ze verkocht en betaald als ik thuis kom. Een paar weken geleden had hij echter iets ‘nieuws’: Pakketjes van drie singles voor tien pond. Er zijn al een aantal verkocht als ik de computer inschakel en deze met P.J. Proby is nog beschikbaar. Het is de b-kant van ‘Let The Water Run Down’ en is door niemand minder dan Randy Newman geschreven. Nog vóór Alan Price de liedjes van Newman aan de man brengt! Het maakt me nieuwsgierig naar Randy’s origineel want P.J. maakt er zijn eigen ‘feestje’van. Dezelfe ‘big city sound’ als Clyde McPhatter met een heerlijk aanstellerige Proby. Het maakt het Randy Newman-nummer tot een prachtige ballade dat met overtuiging wordt gebracht. Singles van P.J. Proby hebben altijd al mijn interesse gehad maar nooit gedacht dat ik eentje in de Blauwe Bak zou zetten. Op de a-kant is het een Bo Diddley-ritme en niet echt interessant.

vrijdag 15 maart 2019

Singles round-up: maart 2



Er is nog iets dat ik probeer te voorkomen in de 'Singles round-up': Teveel singles van dezelfde artiest of groep. Natuurlijk is het leuk in een kringloopwinkel om de collectie van één naam even flink uit te breiden! In de soul-hobby probeer ik het echter zoveel mogelijk te mijden. Uit het verleden is gebleken dat sommige plaat zeer ondergewaardeerd worden in mijn collectie en eigenlijk is dat al het geval met een Betty Wright-single. De afgelopen maanden heb ik tweemaal een concessie moeten doen. Ik heb al de solo-single van Bo Kirkland in het winkelmandje als ik een 'Saturday Soul Pack' koop inclusief het 'zoekplaatje' van Kirkland en Ruth Davis. Van Otis Leavill kan ik eerst voordelig aan de Engelse Atlantic komen en vervolgens biedt Mark de Dakar-single aan voor zeer weinig. Dat maakt dat deze aflevering van de 'Singles round-up' feitelijk over drie artiesten gaat. Het heeft niet mijn voorkeur maar soms loopt alles even anders...

* Genty- Baby Goodnight (US, Venture, 1979)
Ik laat Mark vanmiddag kort weten dat de singles zijn gearriveerd en noem deze van Genty. ,,Ik weet niet wat ik erin heb gehoord toen ik deze reserveerde". Mark's antwoord is eerlijk. ,,I like (don't love) the record". Hij beschrijft vervolgens wat hij in de plaat 'hoort'. Het is een perfecte plaat voor op de koptelefoon als je een kater hebt. Tja, daar heb ik bijna tien jaar geen last meer van en dus zal ik het nuchter op me in moeten laten werken. Allereerst het label. Niet te verwarren met de westkust-divisie van Motown uit de late jaren zestig. Het Venture-label van de Genty-single is in 1979 pas een tijdje actief. Niemand minder dan Isaac Hayes tekent voor de productie. De officiële a-kant is 'You Don't Know Like I Know' maar dat is een disco-nummer van dertien in een dozijn. Het is uiteraard een nieuwe uitvoering van de kraker van Sam & Dave uit 1966. 'Baby Goodnight' is geschreven door Fred Fersh en Mignon Hayes. De laatste is de toenmalige echtgenote van Isaac. Het is een 'slow jam'. Nu luister ik het wel over de hoofdtelefoon maar de enige 'kater' die ik heb is een rumoerig achterwerk door een portie boerenpatat. Het plaatje moet nog groeien maar ik geef het met alle plezier een kans. Een tientje is immers ook teveel voor vulling van de jaren zeventig-bak en iets dat ik niet snel in 'The Vinyl Countdown' zal draaien.

* Bo Kirkland- Grandfather Clock (US, Claridge, 1975)
Ik leer op tweede kerstdag 2017 'Stay By My Side' van Bo Kirkland & Ruth Davis kennen. Dan hoor ik ook al snel van de grote Engelse hit en moet ik eveneens concluderen dat het allemaal naar meer smaakt. Zo komt eerst deze solo-single van Bo Kirkland voorbij op Mark's pagina. Spotgoedkoop omdat niemand is geïnteresseerd buiten mezelf. Het gaat uiteindelijk over grootvaders klok, maar ik heb de titel letterlijk overgenomen van het label. Hoewel het apparaat op de meest gekke momenten slaat, is zo'n klok een prachtige vergelijking voor iemand die hondstrouw is aan zijn lief. Dat Bo in de coupletjes dan ook nog stevig los kan met de woordspelingen is mooi meegenomen. Het klinkt even 'catchy' als 'Stay By My Side' dat ook na vanmiddag nog altijd een grote favoriet is van mij.

* Bo Kirkland & Ruth Davis- You're Gonna Get Next To Me (UK, EMI International, 1976)
Het jaartal komt van het label en is het jaar waarin de single oorspronkelijk is uitgebracht op het Claridge-label. Als een exemplaar in een Engelse discotheek terecht komt, ontaardt dit in een parallelle import van de plaat. Omdat EMI wel een centje wil bij verdienen, brengt dit in 1977 de single uit via EMI International. Het wordt een vrij grote Engelse hit in de zomer van 1977. Het refreintje lijkt later inspiratie te zijn geweest voor 'Oops Upside Ya Head' van Gap Band? Het is beduidend meer funky dan 'Stay By My Side' en klinkt inderdaad wel als een plaat die een volle dansvloer oplevert in de discotheek. Toch zal het Engelse succes beperkt blijven tot deze single en neemt EMI niet de moeite om het betere 'Stay By My Side' te slijten aan de Engelse disco-liefhebbers.

* Otis Leavill- I Need You (US, Dakar, 1969)
Twee korte boodschappen van Leavill op deze single. De eigenlijke a-kant is 'I Love You', maar het is 'I Need You' op de keerzijde die voor mij de doorslag heeft gegeven. In 2014 heb ik even het plan om het Blue Rock-label compleet te willen maken. Nee, het lijkt nog niet eens op een begin maar ik koop wel 'A Reason To Be Lonely' voor niet bepaald een paar stuivers of dubbeltjes. Het label van de Dakar-single geeft goede hoop. Beide nummers zijn geschreven door Eugene Record en Carl Davis en Willie Henderson tekent voor de productie. 'I Love You' is lekkere upbeat Chicago, maar de voorkeur gaat uit naar het gedragen 'I Need You'. Een prachtig arrangement en een productie zoals we dat gewend zijn van Carl Davis en zijn medewerkers.

* Otis Leaville- Glad I Met You (UK, Atlantic, 1970)
Opnieuw twee Dakar-opnames hoewel het label enkel spreekt van Atlantic. Eugene Record schrijft solistisch 'Love Uprising', de officiële a-kant. Willie Henderson is wederom de producent en Tom Washington de arrangeur. De originele Engelse persing maakt het tot een fraaie bonus. 'Glad I Met You' is beduidend meer uptempo dan de beide Dakar-kanten maar heeft weer een 'hook' die me een prettig gevoel bezorgt. 'Love Uprising' begint als een ballad maar krijgt dan opeens dezelfde 'fingersnap' als 'I Love You'. Leavill klinkt hier alsof hij Curtis Mayfield naar de kroon wil steken, maar dat is vooral de schuld van Eugene Record die het later nog een paar maal heeft geprobeerd met The Chi-Lites. Op het label van de Engelse persing krijgt Leavill opeens een extra 'e' aan het einde van de naam. Dat deden de eigenwijze Engelsen ook steevast bij Dionne Warwick. 'Glad I Met You' is de winnaar van deze single, van de vier kanten kies ik momenteel 'I Need You' als mijn ultieme favoriet.

Singles round-up: maart 1



Hoewel er geen 'redactie' meer aan te pas komt (zoals in de begintijd van Soul-xotica), wordt er nog geregeld stevig vergaderd als het aankomt op de planning. De singles van Mark zijn vanmiddag in goede gezondheid gearriveerd. In totaal twintig singles die ik het liefst meteen allemaal wil leren kennen. We kunnen het op twee manieren doen: Twee van zeven singles en eentje van zes. Of viermaal vijf. Toch wil ik de singles vanavond nog allemaal beluisteren en dus kan ik ook net zo goed 'in het voor' gaan schrijven en de concepten morgen en maandag naar de praatpaal kopiëren? Er is nog een punt waarover moet worden besloten. Ik probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat afleveringen van de 'Singles round-up' gaan ophopen. Twee afleveringen op een dag is uit den boze, behalve vandaag. Ik ga jullie vanavond de eerste twee afleveringen brengen, morgen de derde en maandag de laatste. Ik hou zondag in dat geval voor de 'Eretitel' en zit dan weer helemaal op schema. Nu dus de eerste vijf singles uit de platen die ik sinds januari bij Mark heb gereserveerd.

* Billy Butler & Infinity- Hung Up On You (US, Pride, 1973)
Billy Butler is een klinkende naam in de Northern Soul-scene. Zijn single 'The Right Track' op het Okeh-label is al jaren een onverwoestbare klassieker waar liefhebbers, achtendertig jaar na sluiting van The Casino in Wigan, nog steeds geen genoeg van krijgen. Zoals vaker is het één specifieke single waar de meute op jaagt en hebben de mensen achter de plaatjes veel meer noten op hun zang. Neem deze goede opname van Billy Butler uit 1973. De luisteraar wordt in het intro verwelkomd door hartverwarmende strijkers waarna Billy met een kopstem in valt. Nee, hier kunnen de Northern Soul-piepeltjes niets mee. Dit is suikerzoete 'sweet soul' met een stevig crossover-randje. En dan het refrein: Ik zit van voet tot kruin onder het kippenvel. Perfectie hoeft niet duur te zijn!

* Jean Carn- Don't Let It Go To Your Head (US, Philadelphia, 1978)
Ik had stiekem gehoopt dat dit een Engelse persing zou zijn, maar helaas... het beruchte styreen van Philadelphia. Deze single is 'new old stock' en klinkt op dit moment nog goed. Het is de vraag hoe lang dit zo blijft? Het nummer is zeker de moeite waard om grijs te worden gedraaid. Soms heb ik een 'down' moment en denk ik wel eens: 'Waarom doe ik dit alles?'. Als je dan deze plaat van Jean Carn op zet, geeft het meteen antwoord. Het is de 'hook' van een refrein dat me zo aangenaam 'verrast' dat ik er hebberig van word. Als de rest van de plaat dan ook nog eens helemaal klopt, ben ik vlug bereid. Jean Carn is gemaakt voor de dansvloer zonder dat het oubollige disco wordt. Het blijft overal 'sophisticated' en beduidend minder Philadelphia dan dat je zou verwachten van een compositie en productie van de heren Gamble en Huff.

* Otis Clay- It's Easier Said Than Done (US, One-derful!, 1966)
Ik hoop dat de klap niet té hard aankomt voor de liefhebbers, maar... er zit geen Betty Wirght in deze bestelling. Wel eentje van Otis Clay. Een zanger die sinds zijn overlijden plots een eigen koffer gaat opeisen. Ik heb in deze drie jaar vier singles van de man in de Blauwe Bak en daar komt vandaag eentje bij. Ik kan het nauwelijks geloven: Een originele jaren zestig-single van Otis Clay voor zo weinig! Blijkbaar is iedereen alleen maar op zoek naar 'The Only Way Is Up' en zijn deze bereid idiote prijzen te betalen voor een stuk gedraaide schijf styreen. De prijs en de groeiende Otis Clay-verzameling zijn de voornaamste redenen van aanschaf. De plaat zélf? 'It's Easier Said Than Done' is Southern Soul als een klap in je gezicht. Misschien een beetje té funky voor de Northern Soul-liefhebbers en de reden waarom deze single nog relatief goedkoop op de kop valt te tikken. Hij doet mij erg denken aan de single van Willie Parker op President: 'You Got Your Finger In My Eye'. Niet toevallig omdat ook die oorspronkelijk op One-derful! is uitgebracht. De b-kant is langzamer maar wil niet de snaar raken als bijvoorbeeld 'Do Right Woman, Do Right Man'.

* The Delfonics- He Don't Really Love You (UK, Mojo, 1966, re: 1971)
Het speuren naar onvindbare platen uit vervlogen tijden is niet iets van de laatste paar jaar. Na enkele grote hits te hebben gescoord willen de fans opeens allemaal een exemplaar van de eerste single van The Delfonics. Dat is in augustus 1966 volgens een bron op 45cat voor het eerst uitgebracht op het Moon Shot-label. Opvallend is dat het catalogusnummer '6703' is waardoor het lijkt dat de plaat in 1967 is uitgebracht. Het legendarische Engelse tijdschrift Blues & Soul denkt in 1971 zelfs dat 'He Don't Really Love You' kort voor 'La-La Means I Love You' is opgenomen, maar dat is niet helemaal waar. Er zit zestien maanden en een tweede single tussen beiden. In 1971 is de vraag groot genoeg om een officiële Engelse release te krijgen bij Mojo. Het is een rechtstreekse kopie van de single buiten de spelling om: Op Moon Shot heet de band The Del Fonics. Tommy Bell is de producent en arrangeur en hem kennen we beter als Thom Bell. Beide kanten zijn zeer fraaie ballades waarop The Delfonics hun magische harmonieën voor het eerst tentoonspreiden zonder dat het 'ingewikkeld' wordt zoals op 'Didn't I Blow Your Mind This Time'. 'He Didn't Really Love You' is mijn favoriet van de twee. Nog eens draaien!

* Free Spirit- Love You Just As Long As I Can (US, Chess, 1974)
Een promo met de instrumentale kant op de keerzijde. Waar Jean Carn en The Delfonics weinig last hebben van Philadelphia, daar ademt het meteen al in het intro van Free Spirit. Het is dan ook opgenomen in de Sigma Studio in Philadelphia maar op de markt gebracht door GRT met een landelijke distributie door Chess. Het klinkt alsof het een hele grote hit is geweest en dat is in ons land allerminst het geval geweest. Onbekend maakt niet onbemind en ik kan me niet voorstellen dat er mensen zijn die dit nummer na één keer luisteren niet kunnen fluiten. Snel door naar deel twee!

woensdag 13 maart 2019

Het zilveren goud: februari 1994 deel VI



Vandaag nemen we met de laatste zes singles afscheid van februari 1994. In het verhaal is het echter reeds maart en, zoals ik eerder schreef, is er genoeg te vertellen over deze maand van vijfentwintig jaar geleden. In de aflevering van volgende week zit een vondst op het vuilstort en dus stel ik dat verhaal een week uit. Laat me het dan vervolgens hebben over dat 'andere grote nieuws' van maart 1994. Ik ben anno 2019 benaderd om over een paar weken weer eens in De Buze in Steenwijk te draaien en moet dus opnieuw wennen aan de mailtjes: 'Hay Solex!'. Ik heb sinds mijn start bij Wolfman Radio de naam 'Solex' helemaal verbannen buiten deze praatpaal om. Omdat je een bijnaam in Steenwijk niet zomaar kwijt raakt, kun je er het beste iets creatiefs mee doen en zo kom ik uit op de dj-naam Soul-X. Ook een naam van een Franse deathmetalband, maar dat is iets anders. Mijn vorige blog heette SoulteXt, de podcasts in 2012 de Soul-x-rated' en het huidige blog heeft dus de naam Soul-xotica meegekregen. De hersenschudding van 2009 heeft veel dingen stuk gemaakt in mijn hoofd maar ik ben een half jaar later nog altijd bij machte om met Soul-xotica op de proppen te komen... Vandaag gaan we terug naar de oorsprong van de naam. In maart 1994 ga ik Solex rijden.

Terwijl ik leer lopen en fietsen, jakkeren elders in het dorp jongelui oude Solexen stuk. Ze laten de dingen rijden op slaolie. Dat maakt de Solex ten eerste een stuk sneller met meer rookontwikkeling, maar na een dag zijn ze helemaal op. In de begin jaren negentig is de Solex al een stukje zeldzamer geworden, hoewel er nog velen op zolder of in de schuur staan te verstoffen. Rinke is een opvallende verschijning in ons dorp. Hij is zelfs nog een hele kop groter dan mij! Rinke gebruikt dan een Solex als vervoersmiddel compleet met pothelm en lange leren jas. ,,Een Solex is ook net iets voor jou", fluistert hij me eens toe. Op de eerste zaterdag van september 1993 vindt in Joure het wereldkampioenschap Solexrace plaats en ik zie de beelden op televisie. Dan ben ik er zeker over: Ik moet een Solex hebben! Ik koop eerst de lange leren jas en hoor dan middels een vriend over Bouwe. Hij heeft in Hommerts een werkplaats waar hij geregeld aan zijn auto sleutelt en hij zou daar ook een oude Solex hebben. Het is eind 1993 als ik voor het eerst ga kijken. Ik ben een complete leek en zie gewoon een authentieke ongerestaureerde Solex staan. Bouwe moet hem het apparaat weer even nieuw leven in blazen en als dat is gebeurd, kan ik hem voor een zacht prijsje overnemen. Ik denk dat ik het eerste jaar een dure verzekering heb gehad, want ik word pas later dat jaar lid van de Solexclub en krijg dan toegang tot een extra goedkope verzekering. Bouwe heeft het echter druk met andere zaken en zo duurt het tot maart eer de Solex rijklaar is. De jas heb ik al, de verzekering wordt snel geregeld en nu moet ik alleen nog een pothelm hebben. Het is de tijd voordat Solexen 'big business' worden en ik kan op twee adressen pothelmpjes krijgen. De ene is me te klein en de andere gaat mijn pothelm worden! Ik geloof dat die nog steeds bij mijn moeder moet liggen? Het is een witte helm met een rode streeo erover heen. Dat oogt erg sportief!

Ik zal Bouwe zeker niet aanvallen want de Solex is met de grootst mogelijke liefde samengesteld. Toch is het een allegaartje. Het frame is een zogenaamde 'zwanenhals' en stamt volgens het typeplaatje uit 1958. De reden waarom ik hem niet lang hou, ligt hem aan de bandenmaat. Achterom kun je eventueel een mountainbike-band doen maar voor moet het geschikt zijn voor het rolletje. Deze Solex-bandenmaat is al lang uit roulatie in tegenstelling tot latere bandenmaten. Ik koop op een zeker ogenblik een paar nieuwe buitenbanden bij iemand van de plank, maar die zijn in vijfendertig jaar compleet uitgedroogd. Als ik binnen een maand weer met scheuren in de banden moet rijden, besluit ik toch maar tot een latere Solex.

Desondanks heb ik vanaf dag 1 veel plezier van de Solex. Het geeft in 1994 nog een 'o ja'-reactie. Als je ergens stopt, wordt je meteen aangeklampt door mensen die vroeger ook eentje hadden. Sommige hebben de Solex voor een kratje pils aan de buurjongen gegeven. Dat stadium zijn we in 1994 voorbij. Ik geloof dat ik tweehonderd gulden heb betaald voor de Solex van Bouwe, de volgende kost me driehonderd. Tegenwoordig is de laatste de prijs voor een opknapper en doet een redelijke Solex zoals die het dubbele of misschien wel meer. Ik krijg veel bekijks en dat heb ik nooit als een bezwaar gezien. Louwsma kan erg goed tegen een beetje belangstelling. Als hij het niet krijgt, zoekt hij het wel op...

1688 Peace Planet-Ekseption (NL, Philips, 1970)
1689 Spring Summer Winter And Fall-Aphrodite's Child (Frankrijk, Mercury, 1970)
1690 I Can Help-Billy Swan (NL, Monument, 1974)
1691 Why-The Cats (NL, Imperial, 1969)
1692 Let's Dance-The Cats (NL, Imperial, 1972)
1693 Hear My Song Violetta-The Grumbleweeds (NL, Ariola, 1967)

De bovenstaande singles komen allemaal nog van dezelfde vlooienmarkt waar ik de laatste paar weken ben geweest. Het is dan inmiddels 's middags en ik ben daar voor mijn laatste bezoek. Ik moet een voordeeltje hebben gehad want anders zou ik me nooit zoveel singles kunnen permitteren in een maand? Maart is beduidend rustiger maar daar zit dan weer de aanschaf van de Solex bij in. Aphrodite's Child en Billy Swan hebben tot vanmiddag geen hoes. Bij The Grumbleweeds zie ik dat 'Mama' de officiële a-kant is, maar ik heb altijd 'Hear My Song' gedraaid. Opvallend is dat de Nederlandse persing niet op 45cat staat en dat kan ik straks eventueel nog even herstellen. 'Mama' is het lied van Bixio uit de jaren vijftig dat in 1967 nieuw leven wordt ingeblazen door Heintje. 'Hör Mein Lied, Violetta' stamt eveneens uit de jaren vijftig. The Grumbleweeds maken populaire 'beat' van de twee evergreens en krijgt van Major Minor nog een 'over-the-top'-produktie cadeau. Ik hecht in de kaartenbak erg veel waarde aan de chronologische volgorde van de aankopen, dus vandaar dat deze twee singles van The Cats los staan van 'Vaya Con Dios'. Tegenwoordig boeit alleen de datum nog voor mij.