maandag 30 september 2013

Raddraaien: Andre Williams



Ik hoop dat de komende nacht veel gaat goed maken, want op dit moment...? Ik fietste vanavond terug van het werk en merkte opeens dat ik niet meer genoeg aan mijn trainingsjasje had. Bovendien ontdekte ik een beetje laat dat het t-shirt uit mijn broek was gegleden. Koude wind over de rug, logisch dat ik het koud had. Als het vandaag niet de laatste van de maand was geweest, had ik 'gesnipperd' van Soul-xotica, maar ik wil de maand compleet maken en dus doe ik nog maar even aan Raddraaien. Ik heb een drukke avond gehad, Wolfman Radio vierde vanavond haar derde verjaardag en we zijn met een groep presentatoren 6 uren 'in de lucht' geweest. Voor mij waren het vijf uren, omdat ik pas om half acht thuis was en eerst wilde eten. Net als bij de 'million'-show in juli was het wederom een anarchie op de radio en een geweldige sfeer 'backstage'. We zijn allemaal zó trots dat we deel mogen uitmaken van deze dollemansrit die Wolfman Radio heet en beschouwen elkaar bijna als familie. Maar goed, nu nog maar 'even Raddraaien'? Nou, dat had nog wat voeten in de aarde. De volgende Raddraaier moest uit de Blauwe Bak komen, maar iedere plaat waar ik op uit kwam, had ik hier al eens behandeld. De keuze, met een beetje smokkelen, valt uiteindelijk op 'Rib Tips' van André Williams.

Een 'unsung hero', deze André Williams. Een man die zijn sporen heeft achtergelaten, maar die tevens in de jaren negentig en de nieuwe eeuw een heel nieuw publiek aan zich heeft gewonnen. In 2002 tourde Williams met de Groninger band Green Hornet en het is middels deze samenwerking dat ik begon te letten op de naam. Een vriend in Steenwijk was een grote Green Hornet-fan en vroeg me de laatste keer, een jaar geleden, bij een optreden of ik iets van André Williams had. Helaas, tot mijn grote spijt had ik nog niets van de man. Tot een paar weken geleden. Green Hornet heeft ook in Zwolle een schare fans en zodoende kon ik deze André Williams-single voor weinig bemachtigen bij Minstrel. Een 'jukebox-single' uitgebracht op het Spaanse Vampisoul-label (waarvan ik ook de 10-singles-box set 'Action Speaks Louder Than Words' heb). Op kant 1 de beide delen van 'Rib Tips' en het, volgens mij, veel leukere 'Pearl Time' op kant 2. Het zijn heruitgaven van twee singles uit de jaren zestig, die beide gewild zijn onder een generatie Europese deejays.

André Williams wordt tijdens zijn leven meerdere malen geconfronteerd met zowel rijkdom als bittere armoede. Hij wordt geboren in Bessemer, Louisiana in een opvanghuis. Zijn moeder sterft als André zes jaar is en de verlegen knaap wordt tien jaar lang groot gebracht door 'tantes'. Als zestienjarige trekt hij op eigen houtje naar Detroit en raakt bevriend met Jack en Devora Brown, eigenaars van het kleine Fortune Records. In 1955 wordt hij de leadzanger van The 5 Dollars, die beter bekend worden als The Don Juans, maar op zeker ogenblik wordt de groep weg gezet als André 'Mr. Rhythm' Williams & His New Group. In 1957 scoort Williams met de groep zijn eerste hit: 'Bacon Fat'. De plaat krijgt middels Epic een landelijke distributie en zal bijna dertien jaar het enige succesnummer zijn dat Williams zélf uitvoert. Van Fortune maakt hij in 1960 de overstap naar Miracle, een klein label van het dan al grote Motown. Zijn eerste single is een flop, maar al snel ontpopt Williams zich als een gevraagd songwriter. Hij schrijft bijvoorbeeld 'Thank You For Loving Me' van Stevie Wonder, maar heeft ook 'Shake A Tail Feather' en 'Twine Time' voor Alvin Cash & The Registers. Hij is de zakelijk leider van de eerste twee albums van The Contours en is hij manager van Edwin Starr (voordat die bij Motown komt). In 1966 vervolgt hij zijn rondje langs de platenlabels in Detroit middels Wingate, Avin en Ric-Tic, maar belandt in 1968 bij Chess. 'Cadillac Jack' is voor dat laatste label zijn tweede hit. Daarna zit hij niet stil, maar de hitparade is te hoog gegrepen.

In de jaren zeventig werkt Williams met Parliament en Funkadelic, maar na de breuk van Ike & Tina Turner produceert hij de platen van Ike. Aan de jaren tachtig wordt Williams niet graag herinnerd. Woonachtig in Chicago leeft hij aan het randje van de afgrond en is zelfs een tijdje dakloos. Oorzaak: Overmatig drugsgebruik. Onder invloed van The Cramps en een reeks andere garagerockbands ontstaat in de jaren negentig een nieuwe interesse in Williams' krakers uit de jaren zestig. Hijzelf neemt in 1996 een album op met eigentijdse bewerkingen van zijn plaatjes uit de late jaren vijftig. In 1998 begint hij een langdurige relatie met het platenlabel Bloodshot Records. Met The Sadies neemt hij een rauw country-album op, de titel van zijn plaat met de garage-helden The Dirtbombs heet toepasselijk 'The Black Godfather'. Rond deze tijd verdiept Williams zich hevig in het Judaïsme. Hij toert menigmaal door Europa, waar hij kan rekenen op een groep loyale fans, en brengt ieder jaar ongeveer een plaat uit. Toch is het alweer drie jaar sinds zijn laatste nieuwe opname. Die is terechtgekomen op een muzikaal eerbetoon aan de overleden zanger Nolan Strong. Strong en Williams waren in de midden jaren vijftig label-maatjes.

Veel van de muziek van André Williams is té rauw voor de gemiddelde soul-liefhebber en andere keren hebben we met 'tittyshakers' van doen. 'Rib Tips' valt zeker in die laatste categorie. Het label vermeldt de single als zijnde instrumentaal, maar we horen Williams genieten van zijn homp vlees en heeft hij wat vrouwelijk gezelschap om zich heen. 'Pearl Time' is wel gezongen en eigenlijk ook nog best beschaafd. Zeker als je ziet hoe Williams soms tekeer gaat op het podium. Maar... als je de kans krijgt en je wilt nog een keer voelen hoe echte rhythm & blues klinkt, dan lijkt André Williams de laatste der mohikanen.

zondag 29 september 2013

Niet vergeten: Peter, Björn & John



Grapje? Nee écht. Ik had het ook tijdens het schrijven van de Schijf van 5 kunnen bedenken, maar laat maar meteen de belofte in willigen. Morgenavond wordt immers een drukke avond, van zeven tot één 'in de lucht', ook al ga ik dat niet vol houden. Ik kan dus na het avontuur wel eens bekaf zijn en dan geen twee berichten meer willen schrijven. En ik wil, kost wat het kost, ook deze maand op de dertig berichten komen. Dus, hierbij dan: Peter, Björn & John. Het trio dat in de Schijf van 5 op twee staat. Ik ben mijn hersens al aan het pijnigen, maar volgens mij heb ik dit nummer leren kennen door Willemijn. Ik weet het eigenlijk wel zeker. Eén van de weinige dingen die ik van haar heb aangenomen en waar ik nog steeds een goed gevoel bij krijg. Ze heeft het immers ook nog eens geprobeerd met Fleet Foxes, maar dat bleek geen goed huwelijk. Toch heb ik in de zomer van 2009 talloze keren naar 'Mykonos' geluisterd. Het mp3-tje had een 'houdbaarheidsdatum', want na een jaar wilde die niet meer afspelen. Ik heb sindsdien ook geen moeite gedaan. Peter, Björn & John was ik alweer een beetje vergeten toen ik eind 2008 het weer eens op de radio hoorde en toen heb ik het meteen gedownload en op de telefoon gezet. Sinds de Nokia helemaal stuk is, dreigt dit nummer weer in het vergeethoekje te komen.

Pas bij de samenstelling van Subspace kwam ik het weer tegen, hoewel ik het niet in die bewuste show kon plaatsen. 'Het meest ultieme hippie-nummer van de laatste tijd', werd ooit eens opgemerkt aan de bar van De Buze toen ik 'Young Folks' weer eens draaide. En daar is geen woord bij gelogen. Peter, Björn & John zijn grote fans van de 'barokke popmuziek' uit de jaren zestig, maar wil niet al teveel toegeven aan de inspiratiebronnen. Met 'Young Folks' zijn ze erin geslaagd een eigentijds jaren zestig-liedje voort te brengen. Het klinkt alsof het reeds een halve eeuw geleden is geschreven zonder dat het antiek is. En het woord 'tijdloos' neem ik liever ook niet in de mond, maar 'Young Folks' brengt me in verleiding.

Peter Morén en Björn Yttling leren elkaar kennen via de middelbare school en samen spelen ze in het schoolbandje. Als het duo de oversteek maakt naar Stockholm betekent dat de genadeslag voor het bandje, maar een nieuw begin voor de twee jongemannen. In 1999 ontmoeten ze John Eriksson. Zoals de bandnaam doet vermoeden, hebben de heren weinig ambities als ze beginnen. Het beginsel van hun samenwerking is dat ze muziek willen maken voor hun eigen lol. Het eerste optreden van Peter, Björn & John is aan boord van een schip in Stockholm. De heren hebben een gezamenlijke liefde voor jaren zestig-pop, The Stone Roses en Ride. Toch doen ze er alles aan om niet teveel op de voorbeelden te lijken en slaagt daar in. Toch kan het trio zeven jaar lang onopvallend opereren. In 2002 brengt het trio een eerste langspeler uit en hebben ze een handvol singles op hun naam. Als 'Writer's Block' verschijnt in 2006 doet het album in eerste instantie nog weinig. Het is echter de prachtige animatie-videoclip bij 'Young Folks' die het succes op gang helpt. De animaties zijn overigens van de hand van Ted Malmros, zelf actief met de band Shout Out Louds. Het is inmiddels ruim zeven jaar sinds 'Young Folks' en we kunnen rustig concluderen dat Peter, Björn & John een eendagsvlieg is geworden. Toch zijn ze nog altijd actief en kunnen zo weer toeslaan!

Ik kwam de naam van het trio tegen in de Spits van afgelopen vrijdag. Op de reispagina stond een artikel over het meest hippe eiland van Stockholm en met name over de voormalige opnamestudio van Abba. Daar oefent tegenwoordig ook Peter Björn & John. ,,Leven die ook nog?", was zowaar mijn eerste opmerking. Ja, het trio heeft na 'Writer's Block' twee albums uitgebracht, maar hebben ook solo-platen gemaakt. Peter Morén behoort tot de oprichters van INGRID, een kunstenaarscollectief. Ook Björn is daar lid van geworden en heeft met een INGRID-band gespeeld: Smile. John Ericksson heeft bij Starlight Serenaders gespeeld, weer een ander INGRID-project. En dan zijn er de solo-platen, maar niks van dat alles komt commercieel in de buurt van 'Young Folks' en 'Writer's Block'. In Engeland heeft het trio nog twee minimale hits gescoord met opvolgers van 'Young Folks' en is het opvallend dat 'Writer's Block' in Zweden helemaal niet in de hitparade is terecht gekomen. Daar maakt Peter Björn & John pas in 2011 hun debuut met 'Gimme Some'. Het album 'Living Thing' (2009) kent nog een opmerkelijke populariteit in Amerika. Het zijn niet de minste hiphoppers die klaar staan om een nieuwe mix van het album op te nemen: 'Re-Living Thing'.

In Nederland komt 'Young Folks' niet verder dan een 75e plek in de Mega Top 100 en zijn we de groep gauw vergeten. Dan mogen we van geluk spreken dat er altijd nog Soul-xotica is, want dat kan dit euvel voorkomen!

Schijf van 5: jong zijn



Het 'rock-and-roll-radio'-weekend is nog niet helemaal voorbij, we zitten nu over de helft. Ik checkte gistermiddag keurig om kwart voor drie in en had het vooruitzicht dat ik nog een uur had om plaatjes klaar te zoeken, toen me werd gevraagd of ik meteen 'in de lucht' kon. Tsja... je hebt op dat moment geen andere keuze, want anders gaat de 'random'-jukebox aan en dan verlies je luisteraars. En zo startte ik gistermiddag even na drieën en moest na vijf uur nog even langer blijven totdat mijn collega klaar was. Toen snel naar Meppel voor een etentje met mijn post-collega's en na een douche meteen weer met Wolfman Radio aan de slag. Na de 'Floor Fillers' had ik even geen fut meer voor een bericht en dus moet ik vóór dinsdag nog een extra bericht publiceren. Vandaag begin ik evenwel met de Schijf van 5 en zie na afloop wel of ik vandaag een tweede bericht publiceer. Morgenavond is het plan om met alle presentatoren zes uren in de lucht te zijn. Wolfman Radio bestaat morgen namelijk drie jaar. Drie jaar oud? Nee, drie jaar jong en dat zal het ook altijd blijven, dus is een Schijf van 5 over 'jong zijn' wel op zijn plek.

Ik besloot vorige week 'The Vinyl Countdown' met Duane Eddy en zo kwam ik ook op het onderwerp van vandaag. 'Because They're Young' was in 1960 een film met Dick Clark in de hoofdrol. Clark speelt hierin een onderwijzer die een verandering teweeg wil brengen onder zijn studenten. Een échte jongerenfilm met dito muziek. Bobby Rydell is hierin te horen met 'Swingin' School', maar Duane Eddy speelde zelfs nog een figurantenrol in de film en scoorde een enorme hit met het titelnummer. En dat nummer, 'Because They're Young' van Duane Eddy, mag vandaag op vijf.

In de film 'Because They're Young' veranderen de studenten van jongeren met tienerproblemen in jongvolwassenen. Die hebben dus niet geluisterd naar de boodschap van The Tams. Hoewel... The Tams komt pas acht jaar na de film met het advies om maar nooit op te groeien. Zowel plaatje als boodschap klinken 45 jaar later nog altijd als een klok en ik leg hem nog regelmatig op de draaitafel voor zijn rondjes. Op vier zet ik 'Be Young, Be Foolish, Be Happy' van The Tams (1968).

De nummer drie haal ik eveneens van de 'Northern Soul Jukebox', maar moet wel even spieken bij de artiest. Dat helpt dan wel weer bij het schrijven, want ik leer wat achtergrondinformatie die ik anders niet had geweten. Het is het tragische verhaal van Bunny Paul, een veelbelovende zangeres die in 1963 tekent bij het Gordy-label van Motown-baas Berry Gordy. Ze neemt slechts één plaatje op, vandaag de nummer drie, en moet daarna een ingrijpende hersenoperatie ondergaan. Haar platencarriére zal erdoor in het slop raken en dus rest ons alleen dat prachtige 'We're Only Young Once' van Bunny Paul (1963). Vandaag dus op drie.

De nummer twee is een plaatje waar ik nog heel snel eens wat meer aandacht aan moest besteden. Dan in het kader van 'Niet vergeten', want ook dit is zo'n plaatje dat ik ooit dagelijks hoorde via de Nokia, maar die tegenwoordig nog maar zelden op mijn pad komt. Beloofd is beloofd en dus hou ik het hierbij erg kort. Op twee staat 'Young Folks' van Peter, Björn & John (2006)

Het hoesje van de nummer 1 heb ik hier al eens eerder gehad. Dat kan ik me nog heel goed herinneren, dat was toen Eric Burdon zijn zeventigste verjaardag had gevierd. De volgende dag waren alle berichten op Soul-xotica even 'foetsie-ba' en leek het alsof ik weer van voren af aan kon beginnen. Gelukkig had Blogger het archief bewaard en stond uw vertrouwde praatpaal 's avonds gewoon weer online. Eric Burdon is niet alleen over de zeventig (het voorval was in 2010 of 2011), hij is ook op jonge leeftijd volwassen geworden, zo blijkt uit dit lied. Op zijn 26e schreef hij al over 'When I Was Young', terwijl je op die leeftijd net droog achter de oren bent. Eric Burdon & The Animals staat vandaag hoe dan ook op 1 met 'When I Was Young' (1967).

Volgende week besluit ik dan wel de Blauwe Bak Top 40, daar ga ik donderdag mee beginnen, dus geen Schijf van 5 op zondag. De week erna ga ik vijfmaal een eiland bezoeken: Titels met 'eiland'. Dus geen 'Fijn Op Terschelling', hoe mooi we die ook vinden...

vrijdag 27 september 2013

laarzen om te lopen



...of eigenlijk de zevende 'Singles round-up' van deze maand, maar omdat dit bericht voornamelijk om bootlegs draait en ik daar graag nog eens iets over wilde schrijven, doe ik het vandaag net even anders. Zoals verwacht zijn de Engelse singles vanmiddag binnen gekomen en tijdens een beetje huiswerk ben ik heel wat aan de weet gekomen. En zit er zelfs nog een link in met de Amerikaanse single die waarschijnlijk dinsdag of woensdag zal binnenkomen. De plaat die eerst moet zijn gearriveerd voordat ik aan de slag kan met een Blauwe Bak Top 40, want dat plaatje gaat bij voorbaat al heel hoog eindigen. De vangst van vandaag betreft drie singles, maar in totaal vijf artiesten die we kunnen behandelen. Of zes met een klein beetje reserve voor de Amerikaanse single. De afgelopen week was het veertig jaar geleden dat de eerste Northern Soul All Nighter werd gehouden in The Casino in Wigan en dit resulteerde in een interessante documentaire bij de BBC. In dit programma waren de volgspots meer gericht op de dansers dan op de platen en dus viel ook de bootleg-industrie buiten de boot. Omdat het woord bootleg nogal eens verkeerd wordt gebruikt in de media, wil ik het jullie graag eens uitleggen.

Professionele muzikanten zijn vaak niet happig op live-registraties. Het legt alle foutjes en oneffenheden aan het licht. Als ze zelf al een live-plaat uitbrengen, zijn de opnames vaak eerst nog in de studio geweest en zijn die foutjes eruit gemixt. Artiesten proberen dan ook van alles te doen om illegale live-opnames tegen te gaan. Pearl Jam deed een jaar of tien geleden een Europese tournee en bracht naderhand van iedere locatie een live-cd uit. Dit in schril contrast met sommige avantgarde-groepen die fans vooral uitnodigen om hun bandrecorders op het podium neer te zetten voor de beste geluidskwaliteit. Als de douane op een partij nagemaakte cd's of platen stuit, wordt er eveneens gesproken van een bootleg. En dat is niet juist.

Laten we voor de aardigheid Anouk als voorbeeld nemen, krijgt dat wicht ook nog haar plek op Soul-xotica. Als je de nieuwe cd van Anouk dupliceert en uitgeeft in een gekopieerd hoesje, dan is er sprake van een vervalsing en van oplichting. Je probeert namelijk geld te verdienen aan het product van Anouk en haar platenmaatschappij. Je kopers zullen de cd bij jou kopen om 'lekker goedkoop uit te zijn', omdat jij een tientje minder vraagt dan de detailhandel. Nu treedt Anouk op in je woonplaats en je gaat er naartoe met een bandrecorder onder je jas. Anouk zal het niet toejuichen, het is zelfs strafbaar, maar de cd die daar uitrolt, zal niet worden gekocht door mensen die 'lekker goedkoop uit' willen zijn. Nee, de cd zal zijn weg vinden naar échte Anouk-fans die sowieso al de studio-cd hebben gekocht en zoveel mogelijk live-opnames proberen te verzamelen om de collectie compleet te maken. In dat laatste geval hebben we het over bootlegs. Doorgaans zijn het live-opnames, maar sinds de opening van The Casino in Wigan is ook een opmars gekomen in obscure soul-singles. Eén van de boosdoeners heet Simon Soussan. Hij gaat rond 1974 geregeld naar The Casino en probeert te achterhalen welke plaatjes in trek zijn bij het publiek. In 1975 vestigt hij in Amerika Soul Fox Records en brengt deze opnames uit. Overigens niet helemaal illegaal, want hij krijgt de mogelijkheid om het Mirwood-archief binnen te dringen. De praktijken van Soussan krijgt kort daarna herhaling in Engeland, waar menig onvindbare plaat opeens op iedere straathoek is te verkrijgen. Vaak geperst op styreen, om het vooral Amerikaans te doen lijken, en met dito labels. Plaatjes met oorspronkelijke labels en minimale verschillen met een origineel zijn 'counterfeits' (vervalsingen), deze Engelse singles zijn bootlegs. Gemaakt voor de dansers en de 'low-budget'-deejays. Het zorgt echter wel ervoor dat een paar geheide Casino-klassiekers voorgoed van de speellijst verdwijnen. De exclusiviteit is eraf.

* The Belles- Let Me Do It (US, Soul Fox, 1975)
De eerste plaat die Soussan uitbrengt, bevat twee niet eerder verschenen opnames uit de Mirwood-archieven. Op de keerzijde van de plaat vinden we 'I'll Do Anything' van Jackie Lee, dat eigenlijk 'Anything You Want' heet. The Belles is een nog lastiger vraagstuk. Dit groepje is het best bekend van 'Don't Pretend', maar de bezetting op de opnames en de groep die onder contract staat bij Mirwood verschilt nogal. Alleen Sherlie Matthews zit in beide formaties, op de plaat wordt ze bijgestaan door de zussen Patrice en Brenda Holloway. Daarmee kunnen we meteen het hoofdstuk van The Belles afsluiten, want... 'Let Me Do It' wordt helemaal niet uitgevoerd door The Belles. Soussan heeft om een vreemde reden deze foute titel en groep aan het plaatje gehangen, maar feitelijk gaat het om The Mirettes en 'I Want To Do Everything For You Baby'. Eveneens een plaatje dat destijds niet is uitgebracht. Over The Mirettes is nog veel meer te vertellen, maar dat doe ik vandaag niet. De Amerikaanse single die ik al een paar keer heb laten vallen in dit bericht is namelijk eveneens van The Mirettes. Wordt dus vervolgd...

* The Shirelles- March (UK, O.O.T.P., 1965)
En hier is opnieuw weer geen sprake van een bootleg, tenminste... niet in de zin van dat het een vervalsing is van het origineel. Okay, beide kanten zijn oorspronkelijk in 1965 uitgebracht als een Scepter-single voor The Shirelles, maar het O.O.T.P. ('Out Of The Past')-label laat er geen misverstanden over bestaan. Deze single is ergens in de jaren tachtig of negentig verschenen. Het zijn plaatjes die erg in trek zijn bij 'budget'-deejays, maar waar de elite-club van walgt. Ik moet bekennen dat hij mij ook te min is, maar ben vooral gezwicht voor de prijs. 'Last Minute Miracle' staat bijna twee jaar op mijn zoeklijst en de Pye Disco Demand-uitgave van 1975 heeft 'March' als b-kant, maar ik zie 'Miracle' het liefst nog eens als originele Scepter in mijn bakken (of een Europese Vogue). Rarenorthernsoul windt er geen doekjes om, ze hebben nog een doos 'new old stock' van deze singles staan en die mogen voor twee pond per stuk de deur uit. Laatst vond deze dealer een doosje met een heerlijk midtempo-ding van Annabelle Fox, een originele jaren zestig-single, maar helaas was die binnen mum van tijd verkocht. Ik was te laat...

* Holly St.James- That's Not Love (EU, ABC, 1966)
In de jaren zeventig zijn er al wel een aantal 'back-to-back'-singles van ABC uitgebracht. Ik heb uit die serie 'Big Thing' van The Sapphires met 'Hide And Seek' van Eddie Regan op de b-kant. Dat is een Engelse bootleg en deze lijkt in de verte ook zo te zijn. Hoewel? Holly St.James is daar toen als keerzijde verschenen van 'Gonna Be A Big Thing' van The Yum Yums. Toch staat het plaatje hoog genoeg op mijn verlanglijst en dus gaan we ervoor! De plaat is praktisch nieuw en blijkt bij nadere bestudering al helemaal geen Engelse bootleg uit de jaren zeventig te zijn. Het moet erop lijken, maar de fouten zijn te overduidelijk en lachwekkend. Waar is ABC Records gevestigd? Natuurlijk... in Northern Indiana! Wat zei je? New York??? Ja, maar dan moet de postcode dus N.Y. 10019 zijn. En kijk daar! Achter de postcode staat 'made in EU'. Nóg een leuke... Kijk eens op het label van de Nolan Porter-kant: P. 1972 ABC Donhill Record. Donhill? Hoort ABC-Dunhill te zijn. Dit riekt erg naar Oostblok. Ik kies de Holly St.James-kant als a-kant, want dat is de reden van aanschaf geweest, maar over Nolan Porter valt ook heel wat te vertellen. Want hoe zit het nu ook alweer met de connectie tussen Nolan Porter en Frank Zappa?

Het personeel op het album 'Nolan' van Nolan Porter is de eerste bezetting van Little Feat, dat dan net even ter ziele is gegaan. Jimmy Carl Black (u weet wel, de 'indian of the group'), Roy Estrada en Lowell George zijn allemaal ex-werknemers van Zappa, maar hebben op het moment van opnames voor 'Nolan' niets met Zappa van doen. En toch... is er een connectie. Nolan Porter is namelijk getrouwd met Candy Zappa. Inderdaad, de zus van...

donderdag 26 september 2013

Singles round-up: september 6

Viola Wills - I Believe In Miracles / Set Me Free

Over de fiets en de band wil ik het even niet hebben en evenmin over het feit dat ik de afgelopen week nét iets te veel plaatjes heb gekocht om me een reparatie te veroorloven. Ik heb een brief ontvangen van de belastingen over een meevallertje. Het vreemde eraan is dat de dagtekening op 28 september staat en ik heb dinsdag de brief ontvangen. Helaas heeft het meevallertje mij nog niet bereikt, want dan had de fiets al ergens in een werkplaats gestaan. Bovendien heb ik vanmiddag nog een tweede belofte gekregen over geld, opnieuw iets waarvan ik al langer dacht dat ik er recht op had, maar met zo'n belofte hoef ik niet bij de fietsenmaker aan te kloppen. Ik zit dus even met de handen in de lange haren. Toch presenteer ik jullie, als beloofd, vandaag de zesde singles round-up van deze maand. Als de Engelse zending morgen binnen komt, krijgen jullie morgen de zevende...

* Rheingold- Dreiklangs-Dimensionen (NL, Welt-Rekord, 1980)
Als er één geluidje uit de jaren tachtig is dat ik met terugwerkende kracht leer waarderen, dan is dat wel de Neue Deutsche Welle. Deze van Rheingold staat dan ook al een tijdje op mijn lijstje, maar dat krijg je als je in de verkeerde bakken neust. In Hoogeveen ligt deze maar liefst tweemaal, maar op een afdeling waar ik normaliter niet vaak kijk: De schlagermuziek. Deze kost een euro en dat is omdat die 'gepersonaliseerd' is door een trotse eerste eigenaar. De naam valt moeilijk te lezen, wel weten we dat dit de 134e plaat is die onder de R van Rheingold valt. Een exemplaar zonder deze leuke details kost vijftig cent meer.

* RPM- Savoir Faire (US, Warner Bros., 1984)
En volgens mij ben ik deze nog heel recent tegengekomen op de verkooplijst van iemand. Die persoon in ogenschouw nemende, ga ik ervan uit met een Modern Soul-ding van doen te hebben. Dat is het niet... Niet onaardig, beetje pop als Tears For Fears en Talk Talk, maar voor het archief.

* Sam & Dave- I Thank You (US, Stax, 197?)
Vijftig centjes! Hetzelfde verhaal als bij Sam Cooke, want ook deze van Sam & Dave is een heruitgave. Hier zijn 'Hold On I'm Comin' en 'I Thank You' samen gebracht tot een styreen-schijfje. Mijn 'Hold On I'm Comin' mist een klein stukje, waardoor je hem al nooit helemaal kan draaien. Bij nader inzien vind ik 'I Thank You' nog wel het meest geschikt voor de Blauwe Bak, maar dan vooral als 'herinnert u zich deze nog'-pauze-plaat tussen de obscure kneiters.

* Tavares- Free Ride (NL, Capitol, 1975)
Kijk! Ik had het al jaren geleden begrepen! 'Free Ride' van The Edgar Winter Group heeft al jaren in de Blauwe Bak gezeten, vooral omdat ik het nummer zo fris funky vind klinken. Eerst ontdek ik in januari dat The Three Degrees 'Free Ride' aan het vinyl heeft toevertrouwd, maar dat blijkt helaas een 'live'-single te zijn. Tavares blijft gewoon in de studio en doet 'Free Ride' wel heel natuurgetrouw. Het is bijna Edgar Winter Group maar dan met vijf zangers in plaats van alleen Dan Hartman. Bepaald niet slecht, maar als het echt moet zet ik toch liever Edgar Winter op...

* Alan Tew Orchestra- Magic Fly (UK, Epic, 1977)
Voor een neuro wil ik nog wel eens gokken en bij instrumentale plaatjes is dat des te leuker. Alan Tew is een naam die ik ken van platenlabels uit de jaren zestig, hij werkte toen samen met Petula Clark, David Garrick en nog een zooi anderen. Het is net zo'n avontuur als 'Imogene' van The Les Reed Orchestra, met helaas dezelfde uitkomst. 'The Magic Fly' is totaal niet leuk. Een 'zoem'-knopje op de synthesizer, maar met een begeleiding om bij in slaap te sukkelen. En de b-kant is nóg erger. Nu alweer te koop!

* Joe Tex- Who Gave Birth To The Funk (US, Dial, 1979)
Voor Joe Tex zal ik altijd een zwak blijven houden. Tex kan prachtig 'croonen', maar dat is gewoonweg niet zo mijn vakgebied. Liever draai ik deze plaatjes om voor een fel ding als 'Fresh Out Of Tears' of 'I'm Going To Get It'. Bij deze single is de a-kant het meest interessant, in 'Who Gave Birth To The Funk' gaat Tex als een bezetene te keer, ook al heb ik het wel leuker van hem gehoord. De b-kant is eentje voor bij het kaarslicht. Voor een euro is zo'n Amerikaanse Dial altijd een leuke vondst, maar ik ga hem vast niet heel vaak draaien.

* Vanilla Fudge- I Can't Make It Alone (D, Atlantic, 1969)
De vertraagde en verzwaarde 'You Keep Me Hangin' On' is in 1967 wel iets ongehoords en hun uitvoering voegt bij aan het drama. Hetzelfde doen ze bij 'Eleanor Rigby' en 'Take Me For A Little While' en halverwege 1968 hangt Vanilla Fudge al een jaar in hetzelfde mopje. Hier neemt de groep een Goffin/King-compositie op de hak, maar in feite klinkt het net als voorgenoemde titels. Noem het een zwak, ik kan gewoon geen originele Vanilla Fudge-singles laten liggen en heb hem met enige tegenzin gekocht.

* War- Why Can't We Be Friends (NL, United Artists, 1975)
Recent nog in de platenkist van een gewaardeerde collega 'gespot'. Nu heb ik voor een euro de kans om hem toe te voegen aan mijn bakken. Tja, ietsje pietsje funky en vooral heel aanstekelijk. Hij mag!

* Ruth Waters- Never Gonna Be The Same (US, Millennium, 1979)
Typisch zo'n plaatje dat ik uit het Hitdossier ken. Het heeft in 1979 in de vaderlandse Tipparade gestaan, maar geen idee wat ik me erbij voor moest stellen. Dankzij een verfomfaaid neutraal hoesje, mag deze single voor vijftig cent in mijn winkelmandje. Precies genoeg, want na een vluchtige draaibeurt ben ik er heel snel klaar mee. Na een 'Last Dance'-achtig intro ontpopt zich dit in een wat flauwig disco-stampertje. Niet interessant om 24 jaar later opnieuw op te zetten.

* Wax- Get Loose (US, RCA, 1981)
Ook al zo'n plaatje dat ik op verkooplijsten ben tegen gekomen. Misschien moest ik het ook maar eens proberen, want aan een euro kun je niet zoveel verliezen. Dit is uiteraard niet het duo Andrew Gold en Graham Gouldman van 'Bridge To Your Heart'. Deze Wax is feitelijk disco die de hitparade niet heeft gehaald en daarom opeens tot Modern Soul wordt gerekend. Leuk, maar ook niet meer dan dat.

* Viola Wills- I Believe In Miracles (NL, Good Ear, 1975)
Mijn duurste plaat in Hoogeveen: Drie euro voor een puntgave single in fotohoes. Ik ken de singles die Wills voor die tijd heeft gemaakt en die zijn erg fijn. Na de tijd zou ze natuurlijk haar grote hits hebben met 'Gonna Get Along Without You Now' en 'If You Could Read My Mind'. Ik ga niet spreken van een tegenvaller, daarvoor vind ik de single te aardig. 'I Believe In Miracles' wil maar niet lekker op gang komen en heeft een wat te poppy refrein. 'Set Me Free' smaakt al ietsje beter, maar een echte hoogvlieger is deze single niet.

* Stevie Wonder- Another Star (NL, Motown, 1976)
Tenslotte dan een positieve noot? Ja, maar natuurlijk! 'Another Star' van Stevie Wonder. Een plaatje met een mooie herinnering, de eerste verre fietstocht nadat ik was gestopt met drinken. Ditmaal nog geen takken op fietspaden. Wel op blote voeten door het bos. Via de oordopjes luister ik naar het Steenen Tijdperk dat titels draait met een A. Ik wist tot gisteren niet dat 'Another Star' gewoon als vijf minuten-single is verschenen. We kunnen 'Songs In The Key Of Life' dus voortaan thuis laten!

woensdag 25 september 2013

Singles round-up: september 5



Het postwerk is de afgelopen weken iets veranderd. We worden nu, min of meer, gedwongen de boel voor half zes klaar te hebben, waarna onze chauffeur het naar Zwolle brengt. Eerder stond daar niet een tijd voor, meestal reed hij om zes uur vanuit Zwolle, maar bij extreme drukte (en tegenslagen) kon dat ook eens half zeven zijn. Nu worden we kort gehouden, half zes moet de chauffeur rijden! Dit heeft er mede voor gezorgd dat ons team is uitgebreid met een paar nieuwe collega's. Eigenlijk waren die al maanden welkom, want het afgelopen jaar waren we feitelijk onderbezet. Als één van ons ziek werd, hadden de andere twee een probleem. Nu we wat extra mensen hebben, neem ik het er even van en heb gisteren een snipperdag opgenomen. Woensdags ben ik altijd vrij. Ik had zin in een fietstochtje. Ik vertrouw onze zelf-kruiende dorpsmolen niet altijd en die staat met de wieken op het westen. KNMI heeft het anders over een oostenwind. De molen heeft toch gelijk gekregen. Ik ben naar de kringloopwinkels van Dieverbrug en Waterlooplein in Hoogeveen geweest. Ik zou beter moeten weten... De laatste keer dat we dit hebben gedaan was in juni 2011 en dat was achteraf bezien de laatste rit van de oude fiets. Nu bleek ik na een snackbarbezoek in Ruinen een lekke achterband te hebben. Achttien kilometer lopen is geen optie. Waar asfalt ligt, fiets ik. De rest loop ik. Ik heb het in twee uren gedaan! In Hoogeveen heb ik 24 singles gekocht die ik vandaag en morgen met jullie doorneem. Veel gokwerk, want daar zijn de prijzen ook naar!

* Ashford & Simpson- You Never Left Me Alone (US, Warner Bros., 1980)
Het is nog maar van de laatste paar weken dat ik opeens een interesse heb ontwikkeld in Ashford & Simpson. Ik kom hun 'output' uit de jaren tachtig geregeld tegen als ik zoek naar die ene solo-single van Nick Ashford. Die heb ik gezien: Tachtig pond voor een wat krakkemikkig schijfje vinyl. Anders is dat bij deze. Helemaal nieuw! De a-kant kan ik al goed waarderen, maar het is vooral de b-kant die me doet opveren. En dit is een verschijnsel dat bij meerdere aankopen van vandaag zal gebeuren: De b-kanten zijn in veel gevallen beter.

* Ashton, Gardner & Dyke- Rolling Home (D, Polydor, 1969)
Aanvankelijk denk ik dat ik weer een exemplaar van The Bee Gees heb gevonden, maar dan zie ik '1941' ontbreken in de titel. Nog eens bekijken en dan blijkt het Ashton, Gardner & Dyke te zijn. De a-kant is best een aardig plaatje, beetje Mod met blazers. De b-kant is een matige uitvoering van 'New York Mining Disaster 1941', maar dan zonder het jaartal. Leuke vondst voor 1,50!

* Carl Carlton- She's A Bad Mama Jama (NL, 20th Century Fox, 1981)
Eigenlijk heb ik niet zo heel veel trek in deze van Carl Carlton als ik hem in mijn handen hou en heb hem ook alweer terug gezet als ik besluit tóch de gok te nemen. Eenmaal thuis blijkt dat mijn intuïtie wederom niet heeft gelogen. Carl Carlton is in de Northern Soul een legendarische naam en dan vooral vanwege zijn aanstekelijke 'Competition Ain't Nothin', maar wat heeft die man in 1981 te vertellen? Weinig. Beetje vlakke disco met een bubblegum-tekst. Op de b-kant probeert hij het 'slow', maar nee: Die 1,50 had ik weer kunnen besparen.

* Sam Cooke- Cupid (D, RCA Victor, 197?)
Een heruitgave uit de 'Golden Era Of Hits'-serie van RCA. Hier zijn 'Cupid' en 'Good Times' samen gebracht op een single. Enerzijds is het begrijpelijk dat een heruitgave minder hoeft te kosten dan een originele jaren zestig-plaat, maar in het geval van Hoogeveen is het toch wel een omgekeerde wereld. Drie euro voor een Roger Whittaker en dan eentje voor Sam Cooke. Ik doe er mijn voordeel mee!

* Teri DeSario- Yes I'm Ready (F, Casablanca, 1979)
Ja, ik weet dat KC van The Sunshine Band deze plaat heeft geproduceerd en erop mee doet, maar het plaatje zélf had ik nog nooit gehoord. Tja, als je een lekkere disco-kneiter verwacht, is dit een koude douche. De b-kant komt nog wel wat in de buurt, maar zo'n gebrek aan inspiratie heb ik doorgaans nooit.

* Duo Albert & Hij- Hoepla-Die Hoepla-Da (NL, Park, 1969)
Zo'n citroengeel Park-label springt er altijd uit en ik heb de single bijna terug gezet als ik nogmaals het label bekijk. Lennon en McCartney als schrijvers van Hoepla-Die Hoepla-Da. Ah! Dat moet een carnavalsversie van 'Ob-La-Di Ob-La-Da' zijn! Leuk, die hadden we nog niet. Het blijkt een uiterst knap plaatje te zijn. Desmond is Karel en geen marktkoopman maar kolenboer en kan 's nachts niet slapen vanwege het lieve gezicht van Ka. Ze trouwen en er komen dertien kolenkoters bij. Eigenlijk is het liedje best goed vertaald, uiteraard wel met een knipoog. 'Ob-La-Di Ob-La-Da' is natuurlijk het grootste prul dat het duo ooit heeft geschreven en deze versie is dan 'nét goed'.

* Faith, Hope & Charity- To Each His Own (NL, RCA Victor, 1975)
Van McCoy is normaliter een arrangeur en orkestleider waar ik best ontzag voor heb, maar met 'To Each His Own' krijgt hij mijn handen niet op elkaar. De b-kant, 'Find A Way', is bij vlagen interessant, maar dit gaat bovenal bakvulling worden.

* Carol Grimes- Number One (NL, Good Ear, 1975)
En ook hier schieten we meteen door naar de b-kant. Ze doet in haar eentje het duet van William Bell & Judy Clay: 'Private Number'. Met precies het juiste 1975-gevoel. Als het aan mij ligt, is dit de meest geschikte dansvloer-versie van 'Private Number' zonder dat het aan soul inboet.

* Labelle- Voulez Vous Coucher Avec Moi Çe Soir (NL, Epic, 1975)
Ja, lieve mensen, het is ongelooflijk maar waar: Déze staat al een hele tijd op mijn verlanglijst, maar ik heb hem nooit kunnen vinden. Ik ben erg gelukkig met dit exemplaar van 1,50, ook al heeft het ding het manco van een 'small edge warp'.

* Madonna- Angel (D, Sire, 1985)
Er zit een gat van negen maanden tussen 'Holiday' (de eerste keer) en 'Like A Virgin', maar tot zover ik kan nagaan, zitten er geen gaten in Madonna's hitverloop in 1985. En toch, ergens in dit jaar moet 'Angel' hebben gezeten. Na de top vijf-successen 'Like A Virgin' en 'Material Girl' moet het wel heel raar lopen als een single daarna de boot mist. Het wil bij een hit-artiest nog wel eens voorkomen dat die onderaan blijft bungelen, maar het haalt zeker nog wel de Tipparade. Niks van dat alles met 'Angel': Gewoon helemaal geflopt! Volgens mij kom je deze single niet heel vaak tegen en dan zeker niet in de nieuwstaat van deze. Die twee euro is wel gerechtvaardigd, ook al vind ik het nummer wel een beetje 'bout'. Voor de collectie!

* Mercy- Love (US, Sundi, 1969)
Volgens mij heb ik dit ding ook op de Nederlandse CBS, maar dit dingetje ziet er zo leuk uit en hoeft maar een euro te kosten. De deun zélf is niet echt wat, quasi-psychedelisch hippie-geleuter. De instrumentale b-kant, 'Fireball', heeft op zichzelf een fraaie fuzzgitaar, alleen ken je het mopje wel na een halve minuut. En dan volgen er nog twee... Ook maar fijn archiveren!

* Phantasy- Move Ahead (US, Atlantic, 1984)
Voor een eurootje een pure gok. Vocaal aan een zijde en de andere kant instrumentaal: Dat moet iets dansvloer-geschikt zijn. Tsja, een overdaad aan foute synths en een stoer voorkomen, maar we hebben niet zonder reden de Commodoor 64 aan de kringloopwinkel gedoneerd. In de b-kant zie ik, heel even maar, een 'bedje' voor 'Floorfillers'. Jammer dat ik geen 'bedjes' gebruik, als ik in de microfoon praat moet het stil zijn om me heen. Driewerf jammer!

dinsdag 24 september 2013

Week Spot: The Cookies



De stand van zaken met de Blauwe Bak Top 40. Laten we daar vandaag eens mee beginnen. Zoals ik gisteren schreef heb ik met de aanwinsten van afgelopen weekend keuze uit 51 titels. Vanmiddag heb ik via een Facebook-groep drie singles van een Italiaan gekocht en ik wil die ook graag bij in de lijst hebben. ,,Is het goed dat ik ze zaterdagochtend post, want dan ben ik vrij", schreef hij even later. Neuh! ,,Ik zal proberen ze vrijdagmiddag te posten". Dat moet dan maar. ,,Goh, wat ben jij snel met betalen, ik zal ze spoedig mogelijk verzenden". Ik heb nog nooit iets van iemand uit Italië gekocht, weet wel dat de post daar corrupt is en heb hem dus aangetekend laten verzenden, en weet dus evenmin hoe lang dit pakketje onderweg zal zijn. Ik hou jullie op de hoogte en... die Blauwe Bak Top 40 zien jullie vanzelf verschijnen! De keuze voor de Week Spot van deze week was niet eenvoudig, ik liep te dubben tussen 'The Joker Went Wild' van Brian Hyland en de huidige Week Spot. Omdat die van Brian Hyland een eenmalig uitstapje is en The Cookies een meer soulvolle historie kent, is het de laatste geworden. Volgende week is het 1 oktober en in die maand ga ik wederom 'classic Week Spots' doen, ofwel plaatjes die al heel wat langer in mijn bezit zijn, maar nog nooit Week Spot zijn geweest. Keuze zat! Eerst dan maar dit b-kantje van The Cookies: 'Stranger In My Arms' (1962).

Verder ga ik over twee weken weer een Nederlandse week doen op Soul-xotica, inclusief een Week Spot van eigen bodem. Ik ga dan iedere dag een groep of artiest uit een bepaald decennium presenteren: De jaren '60, '70, '80, '90, '00 en '10 plus de Week Spot. Ik was ook van plan geweest om dit door te trekken naar Wolfman Radio: Een 'Do The 45' met soul, funk en Mod van eigen bodem en 'The Vinyl Countdown' met Hollandse diversiteit. Intussen komt daar ook Floorfillers bij, maar dat zie ik niet zitten om daar een leuk Nederlands tintje aan te geven. 'Do The 45' wordt ook al een hele opgave, 'The Vinyl Countdown' zie ik daarentegen helemaal zitten. Er is zoveel goede elpee-muziek uit ons kikkerlandje!

The Cookies als Week Spot luidt een nieuw tijdperk in. Hoewel, er zijn wel meerdere meidengroepen aan bod geweest, maar nu gaat het bewuster. Ik zeg niet dat ik de Northern Soul beu ben, maar wel dat ik het leuk vind om het te combineren met de 'girl group sound'. In een Facebook-groep opgedragen aan de soulmuziek uit Chicago sloeg ik afgelopen weekend een flatertje. Iemand postte 'Maybe' van The Chantels (1957). Ik had me trouwens niet gerealiseerd dat The Chantels uit Chicago kwam, had zelf eerder aan Philadelphia gedacht. Ik schreef in het commentaar: 'De moeder van de meidengroepen'. Prompt twee hele aardige reacties van kenners die me erop wezen dat vóór The Chantels de toekomstige 'girl group sound' werd uitgeoefend door een aantal andere ensembles. Eentje daarvan is The Cookies. The Cookies? Die van 'Chains' uit 1962? Ja en nee. Ja, het zijn dezelfde biskwietjes. Nee, het is een latere incarnatie. Bij het huiswerk doen, gaat er zowaar een wereld voor mij open. Nu wordt The Chantels over het algemeen beschouwd als 'de moeder der meidengroepen', maar The Cookies komt in 1954 voor het eerst bijeen. De groep bestaat dan uit de jongedames Dorothy Jones, haar nicht Beulah Robertson en Ethel 'Darlene' McCrea. Robertson verlaat het gezelschap in 1956 en wordt vervangen door Margie Hendricks. Deze zal later furore maken als Margie Hendrix. The Cookies maakt in 1956 een plaatje, 'In Paradise', maar doet bovenal sessiewerk voor Atlantic. Op deze manier wordt de groep in contact gebracht met Ray Charles die de dames McCrea en Hendricks in 1958 ontvoerd en hen The Raelets doopt. De rest is geschiedenis?

Daar houdt het verhaal van The Cookies wel even op, maar in 1962 vindt een tweede incarnatie plaats van de groep. Het zit nog steeds in de familie, want Earl-Jean McCrea is het jongere zusje van Darlene en Margaret Ross een andere nicht van Dorothy Jones, die als enige van de oorspronkelijke Cookies de groep trouw is gebleven. Als Ross een nicht is van Jones evenals Robertson, hoe zit dat dan? Wel, hun moeders waren zussen van elkaar. Terug naar de tweede formatie van The Cookies. Dit zal uiteindelijk de meest succesvolle worden. 'Chains' is de eerste single en doet niet heel erg veel in Amerika, zeker niet in vergelijking tot de opvolger 'Don't Say Nothin' Bad'. 'Chains' zal echter een herwaardering krijgen als vier knapen uit Liverpool het op hun repertoire zetten en 'Chains' wordt alsnog een Engelse hit voor The Cookies. Hoewel 'Chains' de reden van aanschaf is geweest, ben ik het nummer spontaan vergeten als ik me verdrink in de b-kant. Een meidengroep-drama in optima forma, mooi gearrangeerd en schitterend gezongen. Ik heb het plaatje zijn vuurdoop gegeven in 'Do The 45' en de reacties van de 'soulies' waren lovend. Ik heb het dus niet verkeerd verstaan... 'Don't Say Nothin' Bad' is de grootste hit van The Cookies en bereikt een derde plaats op de Amerikaanse Billboard in 1963. Toch vergeef ik het jullie, Nederlandse lezers, graag als dit nummer je niet bekend voorkomt. Wij kennen The Cookies beter in andere uitdossingen!

The Cookies doet vooral veel achtergrondzang en op enkele plaatjes die wereldberoemd zijn geworden. Denk maar eens aan 'Breaking Up Is Hard To Do' van Neil Sedaka. De meisjes die zo enthousiast 'come on baby, do the locomotion' oproepen in Little Eva's hit 'The Locomotion' zijn eveneens The Cookies. Margaret Ross wil nog wel eens de leadzang voor haar rekening nemen en dan verandert The Cookies voor eenmalige producties van naam. We horen namelijk dezelfde groep als The Palisades, The Stepping Stones en The Honeybees. In april 1967 verschijnt de laatste single van The Cookies. Evenals The Shirelles, The Chiffons en menig andere meidengroep zijn ze van het toneel geknikkerd door nieuwe muziekstijlen, trends en rages. Op die laatste Cookies-plaat vervangt Darlene McCrea haar zus Earl-Jean. Dorothy Jones en Darlene McCrea zijn ons inmiddels ontvallen, met name de laatste heeft in februari 2013 nog wat aandacht gekregen vanwege haar rol als Raelet. Dorothy Jones heeft ook al een torenhoge leeftijd, maar toert desondanks nog rond als The Cookies met een nieuwe generatie collega's.

maandag 23 september 2013

Raddraaien: ? & The Mysterians



Even terugkomen op de inleiding van gisteravond. De strijd met Google Plus leek gestreden, maar niet heus... Vanmiddag ontdekte ik opeens dat Gmail het leuk vind om een Youtube-naam pontificaal in mijn emailberichten te zetten. Net zoiets als dat 'Soul-X' hier nog steeds de auteur is. Als er iets is wat ik graag gescheiden wil houden, is het Youtube en mijn email. Wat is er trouwens ook voor handigs aan om één wachtwoord te hebben? Als iemand die ontdekt, ben je immers ook alles kwijt. Ik heb uiteindelijk maar en nieuwe account op Youtube aangemaakt met een nieuw Gmail-adres, maar lastig is het wel. Dan de Blauwe Bak Top 40. Ik heb, zoals verwacht, vanmorgen nog een paar 'boodschappen' gedaan en vanmiddag een inventarisatie gemaakt. Met de nieuwe aanwinsten, enkele a- en b-kanten van nieuwe singles en een paar oudjes heb ik nu keuze uit 51 liedjes. Er komt dus een Blauwe Bak Top 40! Er zit een 'Amerikaan' bij die wellicht even op zich kan laten wachten, dus vermoed ik dat de Top 40 volgende week woensdag een aanvang neemt. Over de Blauwe Bak gesproken... De Raddraaier komt uit de Blauwe Bak, eigenlijk de reserve-bak, en is een single die ik zaterdag in De Buze ook nog heb gedraaid: 'I Need Somebody' van ? & The Mysterians (1967).

Hoewel de persberichten per abuis hadden vermeld dat ik rocksteady en ska zou draaien, was mijn vroegste belofte geweest om Northern Soul-schuine-streep-Mod te doen. Echter, toen al snel bleek dat de opkomst gering was, had ik net even meer zin om mijn Northern Soul-singles uit te laten. Toch heb ik er zo nu en dan iets Mod-achtigs er tussendoor gegooid, waaronder ook 'I Need Somebody' van ? & The Mysterians. Het was alweer een tijdje geleden dat ik die voor het laatst had gehoord, maar deze smaakt altijd. Het was in 1967 de opvolger van de miljoenenhit '96 Tears' en kwam niet in de buurt qua succes. Een bescheiden 22e plek in de Amerikaanse Billboard en een lovende recensie in de Hitweek, meer viel de single niet ten deel. Toch ben ik ontzettend blij dat ik deze single in 1993 heb gekaapt, want je komt hem niet heel vaak tegen. En vaak is die dan ook wat duurder dan de vijf gulden die ik ervoor heb betaald.

? & The Mysterians is op vele fronten een debutant. Zo kan de groep gerekend worden als eerste Latino rockband die succes heeft in de Billboards. De groep komt in 1962 bijeen. Op Rudy Martinez na komt iedereen uit Saginaw, Michigan. Rudy komt uit Flint, Michigan. Rudy's broer Robert is de oorspronkelijke drummer van de groep, maar vlak voordat de groep een plaat kan gaan opnemen, wordt deze opgeroepen voor militaire dienst. Basgitarist Larry Borjas vertrekt in dezelfde periode en beide heren worden vervangen door respectievelijk Eddie Serrato en Frank Lugo. De groep heeft zich genoemd naar de Japanse science fiction-film 'The Mysterians' uit 1957. Rudy kiest ervoor om als Question Mark door het leven te gaan, op de platenlabels aangeduid met '?'. Question Mark schrijft in 1958 een gedicht met de titel 'Too Many Teardrops', dat hij acht jaar later zal uitwerken tot '96 Tears'. ? & The Mysterians is dan pas aangevuld met de veertienjarige organist Frank Rodriguez en deze tekent voor de speelse melodie op zijn Vox. De single verschijnt aanvankelijk op een klein label en Martinez gaat met een stapel onder de arm langs lokale radiostations. In de regio van Flint wordt de plaat al snel een hitje en dan komt Cameo-Parkway om de hoek. De band tekent een contract en de single krijgt een nationale release. Hoewel de single bekend staat als een garagerock-nummer is het feitelijk buiten op een gazon opgenomen. De plaat komt bovenaan in de Billboard en doet het in Engeland ook niet onaardig met een 37e plek. In Europa geniet het plaatje vooral een cultstatus. Big Maybelle neemt rond dezelfde tijd een cover-versie op die regelmatig op mijn pad komt. Ooit pik ik hem mee, maar de originele staat nog hoger op mijn verlanglijst.

Cameo-Parkway is danig onder de indruk van het succes dat de eerste elpee al snel een feit is. 'I Need Somebody' is in vroeg 1967 de opvolger, maar komt niet heel erg ver. 'Can't Get Enough Of You Baby' komt niet verder dan een 56e plek in de Billboard, hoewel dit nummer in 1998 plots een grote hit wordt in een cover-versie van de band Smash Mouth. De elpee 'Action' volgt ook nog, maar daarna is de groep vooral aangewezen op singles die stuk-voor-stuk slechte verkoopresultaten leveren. Het '96 Tears'-geluid begint de groep te achtervolgen, hoewel 'Action' de groep op de toppen van haar creativiteit laat horen. Na 1967 volgen er singles op Capitol, Tangerine en eentje op Super K. Dat laatste label is van het koningskoppel van de Amerikaanse bubblegum, Kasenetz en Katz, en het prul heet dan ook 'Sha La La'. Er vinden al snel bezettingswisselingen plaats waarbij Rudy Martinez op zijn plek blijft. In 1971 schrijft Dave Marsh over hem in Creem Magazine en introduceert daarin een nieuwe term om Question Mark te omschrijven: punk rock. Afgezien van een paar reünies is Question Mark al lange tijd gescheiden van The Mysterians. In 1984 komt de groep in de originele bezetting bijeen, voor het eerst in vijftien jaar. De groep is zelf op sterven na dood in 1977, maar wordt plots als inspiratie aangezwengeld voor de opkomende punk-rage. Rond 1984 komt daarbij een opleving in de garagerock en ook daar maakt de groep dankbaar gebruik van. Ik kan maar niet nagaan in welke film '96 Tears' in 1990 heeft gezeten, dat moet de eerste keer zijn geweest dat ik het nummer hoorde. Op een dinsdag, bij de Vara, dat weet ik nog wel. Omdat de originele opnames in het bezit zijn van de magnaat Allen Klein, ziet de groep zich genoodzaakt in de late jaren negentig het debuutalbum maar eigenhandig opnieuw op te nemen. Hetzelfde doet het ook gedeeltelijk met 'Action'. Daarnaast heeft Question Mark & The Mysterians rond 1998-99 een aantal platen opgenomen en doen ze twee Europese tournees.

Een super-fan, fotograaf en de man die de ? & The Mysterians-website runt, is al jaren bezig om een biografische film te maken over de band. De werktitel is 'Are You For Real?'. The Mysterians treedt nog altijd op, maar beperkt zich tot Amerika. Question Mark doet het echter even rustig aan op dit moment. Eddie Serrato, de drummer uit de '96 Tears'-periode, overlijdt op 24 februari 2011 ten gevolge van een hartaanval. Hij is dan 65 jaar.

zondag 22 september 2013

Schijf van 5: hersenen



De hersenen hebben zojuist overuren gedraaid, want bij de samenstelling van deze Schijf van 5 laat de hersenschudding van vier jaar geleden weer eens van zich horen. Ik had afgelopen week een vijfde kandidaat bedacht, maar kan er nu opeens niet meer op komen. Mocht die in de komende week toch nog te binnen schieten, wijd ik een bericht aan dat plaatje. Nu heeft Youtube me even geholpen, hoewel ik in de war bleek te zijn met een ander nummer met die titel. Op de koop toe vijfendertig minuten naar een verhalende Greg Lake gekeken, wat kan die man vertellen! En eindelijk eens de ware achtergrond van 'Lucky Man' achterhaald. Ik had het verhaal in verschillende versies gehoord en ik zat er zelf niet heel ver vandaan, zo blijkt uit dit filmpje. Tenslotte gaat Youtube me koppelen aan dat gallige Google Plus en heb ik dat ook eens en voor altijd uitgezet. Wat mijn Youtube-activiteiten aan gaat, dat wil ik het liefst zo anoniem mogelijk blijven doen. Ik gebruik niet voor niets 'schuilnamen'. Mensen hoeven niet alles van mij te weten, Facebook en een weblog is voorlopig wel genoeg. Vandaag zet ik vijf plaatjes in de schijnwerpers met 'hersenen' in de titel.

Tja, ik meende maar dat King Crimson ergens een 'Brainchild' had gemaakt, maar dat is 'Moonchild'. Wel ben ik de nodige 'Brain Sessions'-achtige dingen tegen gekomen, maar vreemd genoeg heeft dat nerveuze gepiel bij mij geen enkele invloed, anders dan ergernis. En daar zijn die dingen dan vaak weer niet voor bestemd. Tenslotte kom ik uit bij ene Paul Bradford. Een singer-songwriter, maar niet de plinkeplonk-folkzanger met akoestische gitaar. Nee, Paul tapt uit een steviger vaatje. Hij doet mij ergens aan iemand denken, waar ik ooit een cd van heb gehad. Mijn hersenen kraken nu van het nadenken, maar laat maar... Andermaal: Meneer Bradford vindt niet het wiel uit en is daar gelukkig zelf ook wel van bewust. Fijne liedjes, dat dan wel weer! Zijn 'Brain Child' staat tweemaal op Youtube, op mans' eigen kanaal. De eerste die ik hoor is een rauwe demo-opname. Ik geef dan toch de voorkeur aan het uiteindelijke resultaat. Deze grote onbekende Paul Bradford mag vandaag op vijf met 'Brain Child' (2011).

Drank is inmiddels ruim vier jaar passé, drugs een jaar langer. 'Een onschuldig jointje' deed voor mij al lang de truc niet meer en dus deed ik enkel, niet op een regelmatige basis, wel eens iets zwaarders. Ik heb de 'spaarkaart' vol gekregen, op paddestoelen en xtc na. Vooral dat laatste mag verbazingwekkend zijn. Het is me een paar keer beloofd, maar nooit ervan gekomen. Ja, cocaïne kwam ook wel eens voorbij, meestal na tankauto's met bier. Wat zoiets in de hersenen doet? Euh... kan ik eigenlijk niet herinneren. Het moment is namelijk ook heel erg kort, vandaar dat het ook zo verslavend is. De keren dat ik het gebruikt, vond ik het wel lollig en kan me dus best voorstellen dat Dillinger opeens ontzettend veel zin heeft in malle woordgrapjes. Alleen maar om iemand bij de neus te pakken. 'Cokane In My Brain' van Dillinger (1977) staat met stip op vier.

Vanaf komende zaterdag is Floorfillers een officieel programma op Wolfman Radio. Het begon als een tijdelijke vervanging (overigens komt degene die ik verving helemaal niet meer terug), groeide al snel uit tot een programma met veel luisteraars. Er blijkt echt behoefte naar een programma met dergelijke muziek te bestaan. Toen werd het even lastig voor mij, want ik had mijn kruit al een beetje verschoten. Maar... er is zoveel meer... En als ik het niet doe, gaat iemand anders met mijn idee aan de haal. Ik ga door! Voor mijn volgende show ben ik nog steeds op zoek naar een liedje dat ik in 1992 nog op cassettesingle heb gekocht. Dat is 'On A Ragga Tip' van SL2. Wat zei je? Een eendagsvlieg? Tja, 'On A Ragga Tip' ging de top tien in en daarna heb je weinig meer van ze vernomen. Hoewel? Het had een opvolger dat een bescheiden hitje is geweest. Die zet ik vandaag op drie: 'Way Down My Brain' van SL2 (1992).

Op twee vinden we een oude bekende. Het is de single die ik vorige week vrijdag heb gekocht van The American Breed. Ik moet zeggen dat ik hem sindsdien niet bepaald grijs heb gedraaid, maar hij zal zo nu en dan zijn rondjes mogen draven. Dan bij voorkeur in die psychedelische versie die op kantje 2 staat verstopt. Deze malle uitvoering met geluidseffecten zet ik vandaag op twee: 'The Brain' van The American Breed (1968).

Op 1 vinden we de man die we eerder in dit bericht hebben genoemd, samen met zijn kornuiten Keith Emerson en Tony Palmer. Emerson, Lake & Palmer heeft het zichzelf in 1973 niet gemakkelijk gemaakt. Het succes van 'Pictures At An Exhibition' dreunt nog na, als ze de studio induiken voor een opvolger. In het 'interview' van 21 maart 2013 vertelt Greg Lake dat hij wordt vervuld met trots als hij hoort dat iemand zijn universiteitstijd dankt aan 'Brain Salad Surgery'. Behalve dat het de titel is van de langspeelplaat staat er ook een nummer op dat zo heet. En deze 'Brain Salad Surgery' staat vandaag bovenaan.

Normaal gesproken doe ik in de laatste vier dagen van september de Blauwe Bak Top 40, maar omdat ik vermoed dat ik straks nog een paar schijfjes ga bestellen, denk ik toch dat de Top 40 van 1 tot en met 4 oktober wordt gehouden, zodat deze laatste aanwinsten nog mee kunnen. Ik heb een paar dure gekocht de afgelopen maanden, maar in kwantiteit zitten we niet op veertig. Volgende week dus geen Blauwe Bak Top 40, dat is zeker, dus moeten we een onderwerp bedenken voor de Schijf van 5. Lastig, want we hebben al een paar onderwerpen gehad sinds januari 2011. Titels met over 'jong zijn', dat zou hem volgende week moeten worden. Spontaan ingegeven door Duane Eddy die nog voor me ligt op de draaitafel. Gaat helemaal goed komen!

zaterdag 21 september 2013

Amsterdam huilt, Steenwijk slaapt



Buiten op het pleintje voor De Buze, de enige rookplek in... euh... buiten het pand, probeert een vrijwilliger de stand van zaken in Steenwijk uit te leggen aan iemand uit Enschede. Ik moet haar enige malen corrigeren, maar toch komt ons beider verhaal op hetzelfde neer: Als het tot cultuur komt, is Steenwijk boers. Alleen piratentoppers en coverbands weten een tent of zaal vol te krijgen. In De Buze hebben we er al menigmaal kopzeer van gehad. Wát kun je nog meer doen? Neem nu het concert van ex-Strangler Hugh Cornwell met vijfendertig bezoekers. Het kan nog minder, zo blijkt vanavond bij Cartoon Violence. Een Engelse ska-band met een voorprogramma en een dj, samen voor vijf euro. Steenwijk is lekker verder geslapen, want het aantal bezoekers was dramatisch. De Steenwijkers hebben iets gemist, want Cartoon Violence is zeker één van de leukste ska-bands die ik in De Buze heb gezien.

Voor mij kon de avond sowieso al niet meer stuk, want vanavond heb ik Soul-xotica-volger Almar voor het eerst in twintig jaar weer gezien. En ja, we hadden genoeg stof om bij te praten. Verder was het gewoon weer fijn om even in De Buze te zijn. Ik schaam me er een beetje voor, maar het is er sinds die allerlaatste avond in april niet meer van gekomen. Het is als vanouds een warm bad en het is alsof er niks is veranderd tussen mij en De Buze, ook al voel ik zelf wel meer afstand. Ik heb het los gelaten, hoewel dat ook weer niet helemaal mogelijk is, en sta vanavond als 'vrijwillige artiest' te draaien. Ik heb buiten mijn twee koffers Northern Soul om weinig anders meegenomen, een paar Mod-dingen, maar ik voel zelf meer voor een portie Northern Soul-kletsers. Ik begin evenwel nog voorzichtig Mod met 'Nobody But Me' van The Human Beinz, maar al snel zit de vaart erin en heb het gevoel dat ik voor het voorprogramma al mijn kruit aan het verschieten ben. Stapje terug dan... Hoewel ik in de media ben voorgesteld als rocksteady- en ska-dj, foutje van de organisatie, probeer ik tussen The Skavemen en Cartoon Violence 'Rudi's In Love' van The Locomotive, maar het publiek reageert koeltjes en dus schakel ik weer over op de soul. Na het concert van Cartoon Violence vier ik mijn eigen feestje. De muziek staat lekker hard en ik kan nu eindelijk de bassen van een paar nieuwe aanwinsten uitproberen, alsmede een paar overgangen. Het is in De Buze sinds het rookverbod de kwalijke zaak dat iedereen na de laatste noot van de band naar buiten trekt. De rokers achteraan. Daar ben ik inmiddels wel aan gewend.

Dan de bandjes. Skavemen komt uit Enschede en brengt ons punky ska. Als voorprogramma doet het uitstekend haar werk, ik weet niet of Skavemen als zelfstandige act me zou kunnen bekoren. Toch staat er een enthousiast groepje op het podium en dat werkt wel aanstekelijk. Over Cartoon Violence heb ik al enkele Engelse verhalen gehoord en de band doet precies datzelfde. Soulvolle ska en een energie waarmee de straatlantaarns in Steenwijk op zouden kunnen branden. Ook een uiterst professionele band. Het laat zich niet uit het veld slaan door de teleurstellende opkomst en geeft zichzelf met dezelfde overgave als bij een volle zaal. Ontzettend leuke band die schreeuwt om herhaling. Iemand stelt voor om morgen (zondag) nog naar het extra concert in Arnhem te gaan en even wil ik mee, maar realiseer me dan mijn verplichtingen bij Wolfman.

Niet druk, wel gezellig en lekker gedraaid. Het wijzertje slaat bij mij over naar een geslaagde avond zonder een katergevoel.

vrijdag 20 september 2013

voorjaar komt na de val



Hoe kan ik anders beginnen dan jullie allemaal een heel gelukkig nieuwjaar te wensen? Wie Soul-xotica de afgelopen jaren heeft gevolgd en mij persoonlijk kent, zou kunnen weten dat ik sinds jaar en dag oud en nieuw vier op deze dag. Voor hen die het gemist hebben, zal ik het verhaaltje nog eens in beknopte vorm vertellen. Amerika heeft zijn 9/11, ik heb sinds vier jaar mijn 20092009. Op zondag 20 september 2009 ging ik een eind uit fietsen. Dat is op zichzelf niet zo heel bijzonder, want dat deed ik wel vaker. Alleen was er sinds ik gestopt was met drinken iets kwalijks aan de hand. Ik meende even dat mijn 'herboren' lichaam onuitputtelijk was en stelde dus hoge eisen aan mijn spieren. De laatste dag van de vakantie was al zo'n extreem voorbeeld geweest: Van Tijnje (tussen Heerenveen en Drachten) naar Kampen en via Zwolle weer naar Steenwijk. Een paar boterhammen als enig voer tussendoor. En het bleef maar doorgaan op deze manier. Ik moest eens de man met de hamer tegenkomen en op die twintigste september stond hij met zijn gereedschap in de aanslag. Tussen Vledder en Frederiksoord, zo'n vijftien kilometer van huis, merk ik té laat een afgewaaide tak op. Ik fiets erin, maak een salto en kom met een knal met mijn hoofd op de klinkers. ,,Dat was het dan", denk ik nog even en dan is het blanco.

De volgende dag ontwaak ik in het ziekenhuis van Meppel. Een 'lichte hersenschudding' wordt er gezegd. Nou zeg, als dát een lichte hersenschudding is? Gedurende drie weken weet ik van voren niet dat ik van achter leef. Ze hebben niet eens de bloedvlekken van mijn gezicht gehaald en zelf merk ik het niet op. Het is een vriendin die me tenslotte maar eens gaat wassen. Dat is een week later... Dat het ongeluk in verband wordt gebracht met alcoholgebruik is pijnlijk, maar ontdek ik pas maanden later. Alcohol? Ik ben immers al een half jaar 'clean'. Gelukkig gelooft de omgeving mij en ik besluit het erbij te laten zitten. Ze hadden immers ook gezegd dat ik een lichte hersenschudding had, een leugentje meer of minder kijken we dan niet meer op. Ik heb de voortvloeiende hersenschudding verdiend en moet ook erkennen dat het weer wat realiteitszin heeft terug gebracht. Ja, ik ben ook een paar dingen verloren. Als journalist hoefde ik voor die tijd nooit 't kofschip te gebruiken, nu is het aan de lopende band. Ook moet ik nog wel eens iets opzoeken op Google, omdat ik het niet meer weet. Neem nou de titel van dit bericht. Een spreekwoord. '... komt na de val'. Tot vier jaar geleden had ik meteen geweten dat het 'hoogmoed' moest zijn, maar nu moest ik het opzoeken. Dat zijn de souvenirs van de hersenschudding.

Twee maanden later ben ik geheel hersteld en vind ik, behalve die eigenaardige datum, niets bijzonders aan de 20e september. Het is echter een jaar later als ik een afspraak heb bij het UWV in Zwolle. Een plotseling erg zonnige en warme woensdag. Na de afspraak kijk ik bij de kringloopwinkel bij het spoor, koop er wat singles en eet er een lunch. Dan begint me een vreemd, maar zeer aangenaam, gevoel te bekruipen. Ik wil kleertjes, maar niet gewoon spijkerbroek of overhemd. Het begint met een onschuldige leggings bij de Action en aan het einde van de rit zit mijn rugzak vol met rokjes en topjes. 's Avonds heb ik een verkleedsessie en een middernachtelijke wandeling door het bos. Even later breidt zich dit uit naar overdag en openbaar. Ik heb het hier op Soul-xotica in die tijd nog wel eens over de limiet getrokken, het was een zeer aangename verrassing die heel plotseling op mijn pad kwam. Ik wist zelf ook maar moeilijk een houding aan te nemen en heb het vooral genoten. Toch moet je heel vastberaden zijn als je zoiets onderneemt, want de reacties zijn niet altijd leuk of grappig. In het begin van 2011 wordt er van buitenaf getornd aan mijn zelfvertrouwen en zo wordt het al snel weer een hobby voor binnenshuis. Nu ik in Nijeveen woon, durf ik het niet meer, maar achter gesloten gordijnen vindt nog menig verkleedpartij plaats!

In 2011 moet ik het dan vieren met een vakantie. Even ervoor krijg ik nog een bijzonder cadeautje in de schoot geworpen. Ook rond die tijd: Ik koop in Meppel bij de kringloopwinkel een broek die niet in mijn rugzak past. Ik doe hem onder de snelbinder. Halverwege Meppel en Steenwijk ontdek ik dat-ie daar niet meer zit. Ik ben hem, met andere woorden, in Nijeveen verloren. Ik heb nog wel gezocht, ben door een wegomlegging viermaal pal langs mijn toekomstige huis gefietst, maar heb niks gevonden. De vakantie moet in Keulen beginnen, maar eindigt daar de tweede dag als mijn pinpas wordt ingeslikt. In 2012 vier ik oudejaarsavond met een Soul-x-rated, dan nog mijn wekelijkse podcast. De zondag erna wil ik wat in de omgeving fietsen, maar dat wordt het 'omme(n)tje': Over Balkbrug naar Ommen, dan via de Vechtdalroute over Hardenberg naar Gramsbergen en vervolgens schuin over naar Hoogeveen en Ruinen weer naar Nijeveen. Hoewel het ambitieus is (morgenavond optreden, zondagavond weer uitzending), heb ik eigenlijk nog een plan voor zondag. Dan naar Ommen en de Vechtdal tot Zwolle. Daar bekijken of ik terug met de trein ga of op de fiets.

De koffie met de oranjekoekstukjes met slagroom uit de spuitbus is op. Nu wordt het tijd voor een halve liter-blik! De Arizona-ijsthee van de Albert Heijn is sindskort ook in die verpakkingsvorm verkrijgbaar en scheelt toch wel een paar dubbeltjes met de plastic flessen...

donderdag 19 september 2013

Raddraaien: Ken Boothe



Omdat ik van het afgelopen weekend nog een bericht achter lig en ook het komende weekend wellicht ietsje rommelig is voor Soul-xotica, loop ik met dit tweede bericht de schade in. Best wel aardig dat deze vandaag aan bod komt: Ik draai immers komende zaterdag bij het concert van de Engelse ska-band Cartoon Violence in De Buze. Ik heb niet heel veel oude reggae en ska en schrok een week geleden even toen ik zag dat de persberichten me aankondigden als zijnde een dj met oude ska en rocksteady. Daar was een misverstand, de organisatoren hadden 'gewoon' op mijn soul en mod-dingen gerekend. En ach... misschien laat ik deze stiekem toch nog wel even in de bak glijden, het was zondag ook best grappig om een paar oude ska-dingen erin te gooien. De Raddraaier die vandaag aan bod komt, is rocksteady van de bovenste plank, hoewel de zanger zelf het best bekend is van een popreggae-hit uit 1974. Ik presenteer jullie vandaag evenwel Ken Boothe en zijn 'Train Is Coming'. Jamaicanen zijn nooit zo secuur geweest met data, ik meende ergens gelezen te hebben dat het in 1966 is opgenomen, maar de labels die ik op Google tegenkom noemen 1967 als jaartal.

Ook zijn er een aantal labelvariaties, waardoor het nog even best moeilijk werd om de juiste te vinden. Ik moest op het laatst maar op de b-kant gaan zoeken en hier is-ie dan: De enige echte uitvoering zoals ik hem in mijn bakken heb staan. 'Train Is Coming' als duidelijk aangegeven a-kant en 'Feel It' als b-kant. Die uit 1967 heeft bovendien een andere b-kant, maar ik heb ook eentje uit 1968 gezien en zelfs een uitgave op Treasure Isle. Maar nu... waar en wanneer vindt je nu in hemelsnaam zo'n plaat? Ik heb op 16 januari 2003 de sleutels van mijn onderkomen aan de Rembrandtstraat in Steenwijk in ontvangst genomen en ga 's maandags enthousiast behang scheuren. Tussen de middag gun ik mezelf even een korte pauze, even kijken of de kringloop iets leuks heeft binnen gekregen. Daar zie ik een rotan draaistoel, heerlijk 'vintage', en met de ziekte van Duisenberg nog redelijk goedkoop. Helaas kan de kringloop niet eerder dan volgende week bezorgen, maar ik wil hem nú. En zo draag ik hem de winkel uit, maar haal de hoek van de straat nauwelijks. Een gladde trottoirband en krak. Dat is mijn enkel! Omdat de stoel duurbetaald is en een boete voor afval storten ook niet voor de poes is, sjouw ik door. Eenmaal thuis heb ik een plezier gehad van mijn draaistoel! Ik heb de eerste maand stil gezeten met een ingescheurde enkelband! Half februari ben ik alweer iets te been met behulp van krukken. Op een zondagavond ben ik te gast bij Marc, een Buze-vriend (en toenmalig bassist van Da Skoda's). 'Buurman' en eveneens Buze-kameraad Robert is er ook. Daar raken we in gesprek over kringloopwinkels en Robert stelt me die avond voor de komende dagen ze allemaal eens te bezoeken. Eerst naar Zwartsluis en Hasselt en vervolgens zoeken we ons een breuk naar De Groene Cirkel in Rouveen. En nog steeds kan ik deze erg moeilijk vinden.

Ik geloof dat de voorkeur van Robert in die tijd meer in de hoek van de electronica is, hoe dan ook: We lopen elkaar niet voor de voeten. Ik buig me over de bakken met platen, half steunend op een kruk. In Hasselt heb ik geen geluk gehad met platen, maar Rouveen begint aardig. Een hagelnieuwe 'Viva Hate' van Morrissey. Mijn oude exemplaar is danig versleten dat die wel een vervanging kan gebruiken. Van de singles herinner ik me als eerste de rockende viool-sound van Judy Schomper in 'Layla'. Dan sta ik oog in oog met het fotohoesje van 'Eine Kleine Nachtmusik' van Waldo De Los Rios. Mooi! Die mag mee. En dan werp ik een blik in het hoesje. Ik val van de ene verbazing in de andere: Een authentieke Jamaicaanse single van Ken Boothe! In Rouveen! Nu blijkt 'Train Is Coming' wel een gospel te zijn, maar dan nog... Thuis blijkt het een knaller van de bovenste plank. De trein komt maar moeizaam op gang en zal nergens een topsnelheid bereiken, maar de bonken die het weergeeft, zijn genadeloos hard. Loeizware rocksteady. 'Feel It' is meer van hetzelfde. Ik raadpleeg de Rare Record Price Guide, maar die kent deze specifieke single niet. Het is ook een beetje lastig omdat deze Studio 1 geen catalogusnummer heeft meegekregen. Wel zie ik een single staan met 'Train Is Coming' als een van beide zijden en die staat genoteerd als 1966. De geschatte waarde is een beetje minimaal, tien tot vijftien pond, maar dat heeft erg ermee te maken dat Ken Boothe nét niet zo'n aanzien heeft als bijvoorbeeld een Prince Buster.

Kenneth George Boothe heet de man voluit. Inmiddels mag daar de titel OD aan toe worden gevoegd. De Jamaicaanse autoriteiten hebben hem in 2003 erkend voor zijn bijdrage aan de Jamaicaanse muziek met een 'Order of Distinction'. Op 22 maart 1948 komt hij ter wereld in Denham Town in Kingston. Zijn oudste zuster Hyacinth is zelf een gevierd zangeres en trekt de kleine Ken mee het vak in. Hij noemt Owen Gray als zijn voornaamste inspiratiebron. In de midden jaren zestig vormt hij een team met Stranger Cole die Boothe kent als zanger van de 'soundsystem' van Sir Percy. Als Stranger & Ken neemt het duo in 1964-65 enkele succesvolle nummers op. In 1966 tekent Ken bij Clement 'Coxsone' Dodd, die dan net zijn Studio 1-label is begonnen. 'Train Is Coming' is blijkbaar toch een van de eerste opnames uit die periode en dan lijkt Record Collector gelijk te hebben. Een tweede (?) oplage van de single vermeldt echter 1967 als jaartal. Nogmaals: Een discografie van iedere willekeurige Jamaicaanse artiest is een rotzooi en die van Boothe vormt er geen uitzondering op. In de jaren 1966-67 onderneemt Boothe met collega's Alton Ellis en The Soul Vendors een tournee door Engeland. Dodd presenteert Boothe in die tijd als 'Mr. Rock Steady' en ook leer ik nu dat de begeleidingsgroep op 'Train Is Coming' The Wailers blijkt te zijn.

In 1970 schakelt Boothe over naar het platenlabel van producer Leslie Kong, maar de plotselinge dood van de laatste zet hem even op een dwaalspoor. Hij tekent dan bij Trojan en in 1974 verschijnt 'Everything I Own' als single. Een cover van Bread met een lichtvoetig reggae-sausje. De plaat schiet naar de eerste plek van de Engelse hitparade, 31 plaatsen hoger dan het origineel. In 1987 doet Boy George Boothe's grapje nog eens over en zet daarmee ook Boothe's versie opnieuw in de hitparade. Boothe mag dan niet zo tot de verbeelding spreken als Prince Buster, hij wordt desondanks wel genoemd door The Clash in 'In Hammersmith Palais' en zal in de loop der jaren met alle grootheden uit de Jamaicaanse muziekwereld werken. Zijn laatste album dateert van vorig jaar en heeft de veelbelovende titel 'Journey'. Als zijn gezondheid het nog even toe laat, is de muzikale reis van Boothe voorlopig nog niet ten einde.

niet vergeten: Mariee Sioux



In 'niet vergeten' laat ik een aantal groepen en artiesten de revue passeren die een beetje buiten mijn gezichtsveld zijn geraakt. Met name de radio-shows van de afgelopen zomer deden mij aan een paar herinneren die hier nog nooit aan bod waren geweest en het, mijns inziens, toch wel verdienen. Overigens, nu we het over radioshows hebben, gisteren is bekend geworden dat Floorfillers vanaf volgende week zaterdag een vaste plek krijgt op Wolfman Radio, maar dan voortaan tussen elf en één op de avond (onze tijd). Er vinden momenteel een paar verschuivingen plaats bij Wolfman en met name de zaterdagavond gaat op de schop. Meg, die ik 'verving' met mijn Floor Fillers-shows (eigenlijk is 'floorfillers' één woord, maar spelde het expres als twee woorden omdat ik tijd 'vulde' met die show), komt niet meer terug naar de roedel. Joel heeft daarentegen zijn andere stations vaarwel gezegd en heeft zijn show verplaatst naar de zondagavond. Ik had dolgraag mijn Vinyl Countdown op dat tijdstip gezien, maar Joel was eerder. Hoe dan ook: Deze zaterdag kon ik in geen geval een Floor Fillers doen en dus ga ik volgende week met frisse moed los op het nieuwe tijdstip. Dan ga ik nu over naar het meisje dat ik niet mocht vergeten, maar het eigenlijk stiekem wel was: Mariee Sioux.

Hoewel ik probeer het onderwerp zoveel te mogelijk mijden, geef ik aan de andere kant ruiterlijk toe dat het 'pijnlijke object' ooit zo'n belangrijk deel van mijn leven heeft ingenomen, dat ik een paar jaar mis als ik het weglaat. De plaatjes gaan nog heel enkel op en ook nog wel eens in radio-verband. Als ik de persoon nooit had gekend, was ik waarschijnlijk nog steeds 'fan' geweest. Niet meer zo enthousiast als bij haar eerste elpees, want ze begon aan kwaliteit en karakter in te boeten. Hoe dan ook: Haar muziek heeft me vervolgens gebracht bij muzikanten als Espers, Meg Baird, Hope Sandoval en uiteindelijk ook Mariee Sioux. Ik heb dus toch het een en het ander aan haar te danken en herinner ook graag de 'gelukkige' momenten. Sindsdien probeer ik ook afstand te bewaren met dit soort types. 'It's what in the groove that counts' en dat had ik ook moeten herinneren. Het is als ik haar op Last.fm vind en gedurende werktijd (toen bij De Buze) 'haar radiostation' aan zet: Op basis van inspiratiebronnen en soortgelijke artiesten stelt Last.fm deze samen, 'streams' met muziek uit dezelfde hoek als de hoofdartiest. Ik leer het prachtige 'Charlotte' van Hope Sandoval hier kennen, alsook 'Buried In Teeth' van Mariee Sioux. Ze had daarmee ooit nog Telefoontoppertje kunnen worden, want er zijn dagen geweest dat ik de plaat niet hoorde, maar sinds de teloorgang van de Nokia raakte mevrouw Sioux ernstig in de vergetelheid. Pas bij de voorbereiding van Subspace leerde ik het nummer opnieuw kennen en heb het ook werkelijk gebruikt in de show.

Om meteen weer zo'n oude titel van mijn er tegenaan te gooien: Ook Mariee Sioux komt uit de categorie 'kleine meisjes met grote gitaren'. Voor zowel de leek als de 'insider' is het pure folk, maar de meisjes trekken een grimas bij het horen van dat woord. En beginnen dan opeens over neo-klassiek, Americana en Emmylou Harris te kwaken, terwijl de muziek keurig in het folk-stramien blijft kabbelen. Mariee Sioux heeft een kinderlijke stem voor haar leeftijd. Uit de tijd dat ik haar leerde kennen (2007) herinner ik me nog vaag een clipje van een live-optreden waar ze 'Buried In Teeth' in een akoestische versie zingt. Daar dacht ik altijd dat Mariee vijftien of zestien moest zijn, maar toen was ze inmiddels de 21 gepasseerd. Mariee Sioux Sobonya aanvaardt op 4 februari 1985 deze incarnatie. Haar vader is Gary Sobonya, een mandoline-speler met Poolse en Hongaarse achtergrond. Moeder Felicia heeft Spaanse familiebanden alsook Paiute en nog iets Mexicaans. Geen wonder dus dat Mariee Sioux de muziek met de paplepel krijgt in gegoten en dat ze meteen al uit verschillende culturen haar inspiratie put. Op jonge leeftijd schrijft ze al liedjes. Op zeventienjarige leeftijd gaat ze vrijwilligerswerk doen op een school in Patagonia en in haar vrije tijd leert ze zichzelf gitaar spelen. De liedjes uit haar kindertijd liggen nog voor het oprapen en reeds in 2006 brengt ze in eigen beheer een album uit: 'A Bundled Bundle Of Bundles'. In 2007 tekent ze bij het Grass Roots-label en verschijnt haar eerste échte album 'Faces In The Rocks'.

Haar vader speelt een belangrijke rol op het album met de mandoline, maar ook de fluit van Lisa Carpenter a.k.a. Gentle Thunder kleurt het plaatje van Mariee's zoete stem en geplonk op de gitaar in. 'Buried In Teeth' verschijnt later dat jaar als b-kantje voor een single, maar is tevens wel een lied dat door menigeen is bestudeerd. Op 'Faces In The Rocks' houdt Mariee Sioux een thematiek aan over haar voorouders en historici slaan achterover van de feitenkennis die verwoord is in 'Buried In Teeth'. Het nummer fleurt sindsdien ook menig documentaire op met dat onderwerp. Hoewel de hitparade negen bruggen verderop is, ontwikkelt Mariee Sioux zich tot een zangeres die door een select groepje volgelingen zeer in de gaten wordt gehouden. Ze stelt niet teleur. 'Gift For The End' verschijnt in maart/april 2012 en opnieuw is haar vader van de partij. Mariee's levenspartner Sean Kae is niet alleen de arrangeur en de producer, maar ook bezeten van psychedelische effecten. 'Gift For The End' neemt aan opnames ruim een jaar in beslag en dat is niet voor niks geweest. Het album is rijker aan thema's en variatie dan 'Faces In The Rocks', maar nog steeds is het neo-folk met de hoofdletter g. Van geitenwollensok... Gedurende vijf jaar was dit helemaal 'mijn wereldje' en ik had dan ongetwijfeld nu ook alles geweten over 'Gift For The End'. Helaas heb ik dat net moeten missen en leer ik ter plekke het album een beetje kennen. De Northern Soul-hobby heeft volledig beslag genomen van mijn portemonnee en bovendien draai ik nagenoeg geen elpees, maar anders denk ik dat ik hem best had kunnen kopen. Ik mag Mariee's stem immers nog altijd erg goed waarderen.

Toch zal het wel bij 'Buried In Teeth' op de sd-kaart van de overleden telefoon blijven. Ik kan er momenteel weer ontzettend van genieten, dus Mariee Sioux mocht hier niet worden vergeten!

woensdag 18 september 2013

Raddraaien: René & His Alligators



Ik moet bekennen dat ik vandaag niet zo heel veel trek heb in Raddraaien. Eigenlijk had ik iets anders in gedachten, maar ik moest geleerd hebben van de conclusies van Ton Van Dijk. In 1996 volgde ik een cursus Journalistiek Schrijven bij deze voormalige Nieuwe Revu-hoofdredacteur en hij was vol lof over mijn schrijfkunsten, met uitzondering van één ding: Analyses. Ik heb het nog wel eens geprobeerd hier: Mijn mening uiteenzetten, maar zelf reken ik het niet tot mijn hoogtepunten. Nu was er vandaag iets dat me stak en waar ik een bericht aan zou willen wijden. Toch maar niet gedaan en zo ga ik alsnog Raddraaien. Drie plaatjes vanaf 'He'll Have To Go' van Jim Reeves staat 'I Love You Because' en weer drie verderop 'Distant Drums'. Dat gaat lekker! Nog maar eens drie en we staan oog in oog met 'Laila' van de Regento Stars, één van de drie exemplaren. Tjongejonge, wordt het niet eens tijd die jaren zestig-bakken op te ruimen? Nog maar drie verder en dan hebben we het over René & His Alligator met 'In The Mood' (1962). Nou, dat moet dan maar!

Ze zijn nog niet heel lang geleden ter sprake gekomen. Op een donderdagmiddag in juli dacht ik heel even ooggetuige te zijn van een concert van de Haagse gitaarhelden, maar het blijkt gewoon een lokaal Shadows-project te zijn. Het had immers zó gekund. Heb ik al eens verteld dat ik ooit he-le-maal naar Alkmaar ben gereisd om een reünie van ZZ & De Maskers te aanschouwen? Gelukkig dat er een gigantische platenbeurs bij was en dat ik een paar dagen eerder mijn oranje stereo-batterij-pickup had gekocht, anders zou ik de kater nog voelen. ZZ & De Maskers zonder Bob Bouber heet, mijns inziens, gewoon De Maskers. Bovendien is een orkestje dat laf allerhande jaren zestig-deuntjes staat af te stoffen gewoon een orkestje dat laf allerhande jaren zestig-deuntjes aan het afstoffen is. Een verwaterde versie van 'La Comparsa' kan niet bijdragen in de feestvreugde. Ik heb René & His Alligators, tot zover ik kan herinneren, nooit in actie gezien, maar heb na het debacle van De Maskers daar ook even geen zin in. Dan is zo'n lokaal Shadows-project een leuk alternatief!

René Nodelijk meent eerst te moeten zingen, maar al gauw blijkt dat hij meer geliefd is vanwege zijn gitaarspel. En dus formeert hij in 1959 een instrumentaal rock'n'roll-bandje: René & His Alligators. Het is de tijd dat de Indorock in opkomst is en René & His Alligators draagt daarin bij. De oprichting van een Indische Kunstkring in café-restaurant Den Hout in Den Haag helpt daarbij. René & His Alligators tekent reeds in 1960 een contract met Phonogram en brengt tot en met 1964 maar liefst zestien singles uit. Hoewel de platen op de hitparade nauwelijks indruk maakt, zijn 'In The Mood' en 'Guitar Boogie' de meest bekende. De laatste wordt decennia later nog steeds gebruikt als herkenningsmelodie van het Veronica-radioprogramma Goud Van Oud. Hoewel ik keurig het authentieke hoesje erbij heb gezocht, is mijn single een heruitgave van omstreeks 1980 met een ware cult-hit op de b-kant: 'Laat Mijn Zonnebril Zitten' van Peter Blanken Consort. Dat is dan weer een vertaling van de Shel Silverstein-klassieker 'Bury Me In My Shades'.

Hoewel het Britse geweld van The Beatles en The Rolling Stones ook René & His Alligators de das om doet, ontstaat er niet veel later een Haagse beat-scene waarbij bijna iedere gitarist René Nodelijk en Andy Tielman als inspiratiebronnen noemt. René heeft een aantal van hen ook persoonlijk gitaarles gegeven. In de begin jaren zeventig heet de formatie van Nodelijk even Toby Collar, waarvan ik nog een single heb liggen, De zangeres van Toby Collar is Anja Exterkate, de echtgenote van Nodelijk. Met haar formeert hij in 1978 de popgroep Renée. In dat jaar verschijnt het debuutalbum en heeft de groep een internationale hit met 'Sweet Nothings', een cover van Brenda Lee. Dit succes stelt de groep in staat om eigen composities op te nemen. Toch wordt de rol van Renée steeds meer door Exterkate vervuld en zij wordt in 1980 door lezers van Hitkrant uitgeroepen tot meest veelbelovende zangeres. Reeds in 1980 is er al een afstandelijkheid te bespeuren tussen de mensen en de punkmuziek heeft dat niet beter gemaakt. Voor die reden neemt Renée in 1980 het liedje 'Come Closer' op, om de mensen weer naar elkaar toe te brengen. In 1982 treedt Anja op als de solo-zangeres Renée en scoort de grootste internationale hit met 'High Time He Went', maar kort daarop gaat ze weer in groepsverband optreden. Ten behoeve van een compilatie-album neemt Renée in 2005 een nieuw liedje op.

En ruim een halve eeuw na oprichting van The Alligators zijn ze nog steeds actief, wisselend als Renée en René & His Alligators, maar beide keren komt het toch wel op hetzelfde neer. De aloude instrumentaaltjes van The Alligators plus wat vocaal jaren zestig-werk waarin Anja haar stem mag lenen. Klinkt dus als een orkestje dat laf allerhande jaren zestig-deuntjes aan het afstoffen is. Jullie zijn gewaarschuwd!

dinsdag 17 september 2013

Week Spot: Miss Madeline



De verplichting roept! Nee, ik heb het niet over mijn dagelijks berichtje op Soul-xotica en ik heb het evenmin over mijn dagelijkse werk. De verplichting is ditmaal van toepassing op de Week Spot. Ik heb op zichzelf best een aardig lijstje aan platen staan die nog eens Week Spot moesten worden, maar deze van Miss Madeline staat daar al heel lang op. En niet zonder reden. Immers, het is al meer dan een jaar traditie dat ik op dinsdag, ook de derde dinsdag van september, de Week Spot hier introduceer met een aardig verhaaltje met wat enkele biografische details die je anders nóóit had geweten. En daar wringt de schoen bij Miss Madeline. Ik heb vanavond wel een ontdekking gedaan en kan me nu de verbazing van die ene Engelse handelaar wel voorstellen. Maar buiten dat en een paar bijeengesprokkelde gegevens kom ik vandaag echt niet! Er is niemand meer die lijkt te herinneren wie deze Miss Madeline is geweest en zelf heeft ze ook al lang gewonnen bij het verstoppertje spelen. Desondanks presenteer ik jullie vol trots de Week Spot van deze week: 'Lonely Girl' van Miss Madeline (1967).

Mijn verhaal met Miss Madeline begint echter met de andere kant van de single. Het is één van de 1986 liedjes op de 'Northern Soul Jukebox'-dvd die in december 2011 kocht. Ik geloof dat het ongeveer een jaar geleden is, dat het nummer me begon op te vallen. Die onschuldige damesstem die vertelt dat haar moeder heeft gezegd dat ze zich altijd moest gedragen en vooral moest oppassen voor de buurjongen. In het refrein wordt het heftiger en begint het goede gedrag drammerig te worden en dan die 'breakbeat' met de koebellen. Madeline mag dan pretenderen een keurige 'Miss' te zijn, inwendig is het een heel stout meisje, dat impliceert de muziek en haar performance. Braaf en midtempo, maar die onderhuidse rebellie en dat altijd lieve stemmetje maakt van 'Behave Yourself' een pareltje tussen de 1986 liedjes en altijd weer plezierig om terug te horen.

Dan is het eind juni en ben ik aan het bladeren in de catalogus van een handelaar die ik via Facebook heb leren kennen. En kijk eens aan! Hij heeft Miss Madeline staan, een fraaie staat met een dito prijsje. Ik bestel hem meteen en doe er ook nog 'Day Tripper' van The Vontastics bij. Het is echter het weekend van Cleethorpes, één van de grootste happenings in Engeland op het gebied van de Northern Soul, en de eigenaar van Midas Touch is er met zijn handeltje naartoe geweest. Laat hem nu net dat weekend Miss Madeline hebben verkocht! Dan doet hij mij het aanbod: Hij heeft wél 'Lonely Girl' van The Young Folk liggen, die wil hij wel toesturen of hij retourneert het geld. Ik kies voor het tweede, want het gaat mij écht om Miss Madeline en dat b-kantje. Ik bespeur enige verbazing in zijn reactie, maar hij betaalt vlot terug en stuurt me The Vontastics toe. Intussen heb ik al even rond gekeken en zie iemand op Ebay die een partijtje 'new old stock' heeft liggen: Dertig pond per stuk. Maar stel... dat dit nu een ordinaire bootleg is? En zo kies ik voor iets minder perfectie en bestel eentje via mijn Franse vriend. Twintig pond, ook bijna nieuwstaat op een te verwaarlozen tikje na, maar meteen op het oog helemaal origineel. En die koop ik dus. Voor 'Behave Yourself'...

Hoewel 'Behave Yourself' op de tweede plaats van de vorige Blauwe Bak Top 40 staat en ik het nummer nog altijd met veel plezier draai, is de interesse toch een beetje verschoven naar 'Lonely Girl'. Een lekker upbeat ding waarin we opnieuw een gepassioneerde Miss Madeline horen, die ook heel hoog kan gillen. Ik moest de twee altijd nog eens vergelijken, maar dat was er tot vanavond niet van gekomen. En wat blijkt nu? Miss Madeline is de leadzangeres van The Young Folk. 'Lonely Girl' is eerst als The Young Folk verschenen en een kwestie van weken later als Miss Madeline. Enig verschil is het catalogusnummer en de b-kant. Zij en haar groep komen uit Chicago, Eddie Silvers is de stafproducer van de Mar-v-lus en One-derful-labels uit Chicago. Het schijnt dat Ian Levine in 1971 in de Blackpool Mecca geregeld The Young Folk draaide. En daarmee is alle informatie meteen schoon op. Meer weten we niet van Miss Madeline.

Gelukkig hebben we dan de muziek nog en dat levert in het geval van Miss Madeline een hele fraaie 'double-sider' op: Twee kanten die elk zeer de moeite waard zijn. Omdat ik van plan ben binnenkort nog een groots en meeslepende Week Spot te doen, is het de kant van 'Lonely Girl' die ditmaal de winnaar is.

maandag 16 september 2013

Schijf van 5: brood



Geeft ons heden ons dagelijks brood? Ja, ik zou intussen niet meer zonder brood kunnen, maar er is een tijdje geweest dat dit anders lag. Ik ga dan terug naar de eerste maanden in Mossley. Tijdens de zware maanden in York ben ik qua voedsel afhankelijk van 'goodwill'. Bij de 'reizende' soepkeuken mag ik, sinds ik in de YWCA woon en daar een koelkast heb, de overgebleven sandwiches meenemen. Die sandwiches zijn afkomstig van Boots, een filiaal van het keten drogisterijen, en zijn van die dingen die je ziet in benzinestations: Luxueus gevulde sandwiches in plastic. Het brood smaakt altijd weer naar zongedroogd triplex, het feestje zit hem in de vulling. Er zijn dagen in maart en april 1998 dat ik buiten het kommetje soep alleen maar sandwiches eet en eenmaal in Mossley met tweemaal daags een warme maaltijd heb ik het helemaal gehad met het fenomeen brood. Dat komt vroeger of later wel weer terug, maar in Engeland wil het niet echt lukken. Daar kennen ze brood immers beter als toast. Sinds een paar jaar kan ik wel weer brood waarderen en zijn mijn smaakpupillen erg kieskeurig geworden. Ik kan niemand een eetstijl als in York aanbevelen en toch presenteer ik vandaag brood in de Schijf van 5. En dat maar liefst vijfmaal!

Donna Hightower is in 2010 één van de eerste gasten op Soul-xotica. Ik put dan vooral nog inspiratie uit de plaatjes die ik met oud en nieuw heb gedraaid en daar hoort Donna ook bij. Haar 'If You Hold My Hand' is een plaatje dat ik graag draai tijdens Northern Soul-avonden, maar of die daar nu precies thuis hoort? Feit is dat Donna Hightower het op een relatief hoge leeftijd goed deed in de discotheken. Terwijl menig disco-zangeres net volwassen was, daar was Donna al op weg naar de vijftig. Onlangs is ze dan overleden, ze is 84 of 85 geworden. Ze mag vandaag op nummer vijf, omdat ze recent is overleden, want de plaat zelf is nog smaakloos in verhouding tot 'If You Hold My Hand' en 'This World Today Is A Mess'. Donna staat op vijf met 'Just A Piece Of Bread' uit 1974.

Je kan soms een beetje overdrijven. Okay, het is prima als je graag vruchtenconfiture op je toast smeert, maar gewoon brood met boter? Als brood écht vers is, eet ik het graag zonder beleg, zelfs zonder Bleuige Band. Je kan het treffen dat je een luvver tegenkomt die dat ook zeer smakelijk vindt en samen met jou brood-met-boter en toast-met-jam wil eten. Prima, nog steeds geen probleem! Maar wat als je lief besluit voortaan met iemand anders brood-met-boter te gaan eten? Moet je dan zonodig in hongerstaking gaan? Nooit meer brood-met-boter eten? Nee, ik zou uit protest er dan een plak kaas op leggen. Maar dan... hadden we het zonder dat bereleukje plaatje van The Newbeats moeten stellen. En deze zet ik met plezier op vier: 'Bread And Butter' (1964).

Als Paul Young zich in 1983 meldt aan het muziek-firmament met diens' elpee 'No Parlez', is hij allerminst een nieuwkomer. Hij heeft al twee Engelse hits op zijn naam staan. Eentje als The Q-Tips en 'S.y.s.l.k.j.f.m. (The Letter Song)', de andere als The Streetband. Een plaatje over die delicatesse uit de Engelse keuken: toast. Over hoe hij als baby ervan houdt om op zo'n stuk triplex te kluiven tot de 'midnight snack' van de tiener, toast is een wezenlijk onderdeel van de Britse cultuur. Engelsen bakken alles in olie, waardoor de worstjes en eieren net even vetter zijn dan aan de overzijde van de Noordzee en de vette toast tegenover het naturel brood van ons Nederlanders is iets soortgelijks. Toch mag 'Toast' van de Streetband (1978) vandaag op drie, vooral omdat het zo'n prachtig hoorspel is.

In de voorbereiding voor de uitzending van Radio Rijnswoude (juli 2011) noemde ik 'Bread' van Bobby Hebb als persoonlijke favoriet. Albert kende de plaat blijkbaar niet, hij scheen de cover van Les Baroques wel iets te kennen, maar merkte toen op dat Norma Tanega ook een versie had opgenomen. En díe kende ik weer niet. Jawel, Norma Tanega kende ik van 'Walkin' My Cat Named Dog'. Een plaatje dat door sommige Northern Soul-collega's nog wel eens als excuus wordt gebruikt, maar feitelijk meer een parodie op Mama Cass is. Toen draaide Albert 'Bread' in de uitvoering van Norma Tanega. Een ander liedje dan dat van Bobby Hebb, maar wel zo smakelijk. Deze plaat staat alweer een tijdje op mijn verlangslijst, vandaar dat ze op twee mag: 'Bread' van Norma Tanega (1966).

Norma had bijna op 1 gestaan, maar dan moest deze op twee en dat kon ik niet over mijn hart halen. De gebroeders Gibb zijn niet alleen steengoede performers, maar ook schrijvers van heel veel moois voor anderen. Nadat 'Everyone's Gone To The Moon' van Jonathan King was uitgekomen, zei deze in een interview: ,,Vergeet de tekst, dat is slechts vulling, maar luister eens naar de muziek en het totaalplaatje". Datzelfde kan ook gezegd worden bij onze nummer 1. Een schitterende melodie, mooi gearrangeerd (door de gebroeders zélf), maar met een weinig inspirerende tekst. Misschien wel een demo met een 'working title'. Paul McCartney zong op de demo immers ook 'Scrambled Eggs' in plaats van 'Yesterday'. Omdat het bij Tin Tin op het totaalplaatje gaat en er dan moeilijk aan iets te denken is wat nóg mooier is, staat 'Toast And Marmalade For Tea' bovenaan in deze Schijf van 5.

Komende vrijdag vier ik wederom mijn oud en nieuw, inmiddels vier jaar na de buiteling met de fiets en de hersenschudding als gevolg. Zondag gaan we daarom een Schijf van 5 doen over hersenen.