woensdag 28 februari 2018

Eindstreep: februari 2018



De rekenmachine en andere meetinstrumenten kunnen achterwege blijven deze maand. Het kan niet eenvoudiger zijn deze maand: Maar liefst twintig singles, allemaal voor de Blauwe Bak en niet eentje 'dubbel'. Het enige lastige is dan om tien van die lijst weg te strepen en van de andere helft een top tien te maken. Het moest er dan als volgt uit zien:

1. It Ain't Hardly Over-Gwen Owens

2. Keep On Walking-Final Decisions

3. Looking Over My Shoulder-Marva Hicks

4. Stay By Your Side-Bo Kirkland & Ruth Davis

5. Up In The Streets Of Harlem-The Drifters

6. Is It All Over-Pep Brown

7. You Mean Everything To Me-Black Ivory

8. I've Learned About Life-Jackie Wilson

9. Wish That Love Was Magic-Street Corner Symphony

10. Diamonds Are Rare-Sylvers

Week Spot: Final Decisions



Ik zit in dezelfde positie als een week geleden. Enerzijds ga ik door met de 'label-specials' in 'Do The 45' en zou ik de Week Spot daaraan willen verbinden. Anderzijds heb ik juist weer nieuwe toevoegingen tot de Blauwe Bak die ik eveneens aan bod wil laten komen. Evenals vorige week moet ik tot de conclusie komen dat een (Classic) Week Spot uit de 'label-special' van komende zaterdag dermate derde keus wordt dat ik over ga tot een recente aanwinst. Dan moet deze eerst aan bod komen. Gwen Owens heb ik niet van Mark, deze van Final Decisions wél en dat is waarschijnlijk de meest gedraaide plaat van de afgelopen weken buiten Gwen Owens. Helemaal het geluid van 'nu' voor mij en dus mag het meteen de Week Spot heten. Dan doemt weer hetzelfde probleem op: Welke informatie? Na een zoektocht van een half uur vind ik dan echter toch een heel klein begin. De Week Spot is 'Keep On Walking' van Final Decisions uit 1973.

Zullen we het eerst nog even over 'plannen' hebben? Mark adverteert deze middag vijftig singles voor totaal zestig pond inclusief verzending. De singles vallen in de categorie 'used but not abused'. Een klein kraakje of een imperfect label, niets ernstigs voor verzamelaars zoals mij. Het is dezelfde conditie als de platen uit zijn '5-4-3-2-1'-verkoop rond de kerst. Qua titels goed genoeg voor een doordeweekse dag op zijn pagina, alleen is de conditie iets beneden zijn wens. Dit is echter een aanbod dat wel de deur moet uit vliegen en dat doet het ook: Binnen vijf minuten heeft zich een koper gemeld. Dan vraagt een collega-lid of er meer 'soul packs' verkrijgbaar zijn? Mark stelt voor een 'pack' te doen van 25 platen uit de jaren tachtig en negentig mét fotohoes plus een 'gewone' mix van jaren zestig tot en met tachtig. Ik meld me voor de laatste. Een verrassingspakket van vijfentwintig singles! Ik denk dat ik die volgende maand sowieso ga afrekenen, dus dan is in maart de 'Eindstreep' en 'Singles round-up' weer zeker gesteld!

Dit neemt ook weer een 'hap' uit het bericht over Final Decisions want er lijkt niemand écht geïnteresseerd te zijn in deze groep buiten mezelf om. Okay, de singles zijn aardig in trek bij verzamelaars en dj's en er heeft zich zelfs al een cult-beweging gevormd dat een gelimiteerde uitgave op het Engelse Hayley Records helemaal doet uit verkopen. Dat is dan overigens weer een niet eerder uitgebrachte opname uit 1976. In geval van 'Keep On Walking' is een heruitgave nogal overbodig. De single is redelijk goed te vinden en doorgaans voor weinig. De b-kant, 'The Hour Of Your Need', is daarbij de favoriet en, toegegeven, het is een fraaie ballade. Ik val echter andermaal in het katzwijm bij een Mike Terry-productie en dat is de a-kant van de single. Daarbij rijst een vermoeden en dat kan ik nu bevestigen: Final Decisions komt uit Detroit!

De genoemde Hayley-single uit 2011 toont een foto van een trio. De single staat niet op 45cat en dus moet ik Google op om de 'small print' op de achterkant van het hoesje beter te kunnen lezen. Dat geeft ons op zijn minst een paar aanknopingspunten, hoewel ik ten opzichte van 1973 een belangrijke naam mis. 'Sir Shambling' noemt de groep uitsluitend vanwege de leadzanger: Charles Beverly. Hij roemt Beverly's solo-platen op Mainstream uit de midden jaren zeventig en Gino's uit de jaren tachtig en trekt diens' platen op het Torrid-label in twijfel. Over Final Decisions kan hij kort zijn. Hij houdt zielsveel van 'sweet soul', maar 'Sir Shamblings Deep Soul Heaven' is ingericht voor 'deep soul' en daar heeft de groep niet veel te zoeken. Hij stelt alleen 'You Got To Be A Woman', de keerzijde van 'You Are My Sunshine' voor als 'bonus' in zijn 'hemel'. Hayley Records rept met geen woord over Beverly. Het zou kunnen kloppen dat Beverly de groep reeds heeft verlaten als het in 1976 opnames maakt in de Fast Track-studio in Detroit. De groep bestaat in 1976 uit James Davis en Jimmy Charles uit Detroit en Al James uit Chicago.

Even optellen: James Davis heeft mede geschreven aan 'Keep On Walking' en neemt 'The Hour Of Your Need' voor zijn rekening. De single met 'You Got To Be My Woman' heeft op beide kanten 'credits' voor Beverly als schrijver terwijl Davis wordt genoemd als mede-producent. Helaas legt het fotohoesje van de single op Hayley ('I Don't Feel No Pain') de nadruk op deze opname en vertelt het weinig over de jaren vóór deze opname. Alles wat ik weet is dat Mike Terry 'Keep On Walking' heeft geproduceerd en dat het nummer is mede-geschreven door de legendarische J.J. Barnes. De single verschijnt eerst alleen lokaal als Bumpshop totdat Paramount een nationale distributie op zich neemt. Dan verschijnt ook de afgebeelde 'demo' die ik in de koffer heb zitten plus een identieke persing met een grijs label.

,,En meer weet ik niet", schreef je vroeger aan het einde van een verhaaltje voor de schoolkrant en bij deze Week Spot heb ik dezelfde neiging. Hoewel ik vandaag met niets 'nieuws' ben gekomen, hoop ik toch dat berichten als deze eraan mogen bijdragen dat dit soort groepen uit de jaren zestig en zeventig niet worden vergeten. Ik prijs het niet te versmaden 'Keep On Walking' deze week aan als Week Spot.

dinsdag 27 februari 2018

Raddraaien: Bobby Bloom



Ik noem in het bericht over Alela Diane al even de vroege uitvoering van de Blauwe Bak met de dubieuze singles. Welnu, ik geloof dat 'Montego Bay' van Bobby Bloom eveneens deel heeft uitgemaakt van die eerste Blauwe Bak. Ik heb in 2007 en 2008 duidelijk nog geen kaas gegeten voor wat betreft Northern Soul en dat levert een verrassende bak op. Jammer dat ik geen lijsten heb bewaard van deze samenstellingen, het had zomaar nog eens een afwisselend radioprogramma kunnen opleveren? Hij heeft er nooit lang in gestaan want ik moet opbiechten dat ik altijd nogal een dubbel gevoel heb gehad bij dit plaatje van Bobby Bloom. Ik ben deze maand nauwelijks toe gekomen aan 'Raddraaien'. Nu mag het dan weer eens met de zeventigste single uit de huidige tweede jaren zeventig-bak. Dan kom ik uit bij dit 'Montego Bay' van Bobby Bloom en ik leer nu pas van het korte leven van Bloom. Een zeer terechte 'Raddraaier' dus!

Waar en wanneer? Ik heb het de afgelopen keren in 'Het zilveren goud' al geschreven: We krijgen het 'druk' de komende maanden. In 1991 koop ik, bijvoorbeeld, gedurende het jaar tweehonderd singles, maar in de zomer van 1993 koop ik soms tweehonderd in een paar maanden. Volgende maand gaan we voorbij de 1100 in 'Het zilveren goud', in juni zijn dat er 1300 en in augustus 1500. Bobby Bloom koop ik op dezelfde dag als de nummer 1300. Heeg wil 'iets' doen voor de toeristen en neemt een organisator van vlooienmarkten en braderieën in de arm. Het resultaat is een vlooienmarkt door de straten van het centrum van het Friese watersport-dorp. Ik tref iemand die een erg leuke handel 'new old stock' heeft. Ik koop bij hem een stapel exemplaren van 'Say You Love Me' van Moody Blues-bassist John Lodge. Qua overige handel is het allemaal erg onbekend en 'gokwerk' plus deze single van Bobby Bloom. Toegegeven, het is niet in de buurt gekomen van de top tien in ons land, maar toch steekt het een beetje schril af tegenover de andere platen. Ik leer pas vanavond waarom de plaat me waarschijnlijk lange tijd heeft tegen gestaan. Het klinkt me té gelikt en té vrolijk en dat heeft een goede reden!

Robert Bloom komt op 15 januari 1946 ter wereld in New York City. In de vroege jaren zestig maakt hij deel uit van een doowop-groep genaamd The Imaginations. In de tweede helft van dat decennium gaat hij zich toeleggen op het schrijven van liedjes. Hij deelt een schrijvers-credit in 'Mony Mony', de grote hit van Tommy James & The Shondells uit 1968. Met Jeff Barry schrijft hij het hummer 'Sunshine' voor The Archies. Zijn grote doorbraak volgt in 1969 als hij een contract krijgt bij Pepsi om een nieuwe commercial te schrijven om de frisdrank aan te prijzen. Bloom doet het middels een poppy liedje met een lichte calypso-ondergrond. We kennen decennia later allemaal het 'cola-gevoel' in de reclames. Het mag niemand voor het hoofd stoten en muzikaal moet iedereen het 'leuk' vinden. Bloom werkt de commercial later uit tot zijn grote hit 'Montego Bay' en dat zal ervoor gezorgd hebben waarom ik gemengde gevoelens heb gehad bij de single. De 'party-vibe' maakt dat ik het een tijdje in de Blauwe Bak heb gehad. De opvolger van 'Montego Bay' heet 'Heavy Makes You Happy' en zal succesvol worden vertolkt door The Staple Singers.

Sinds de meest recente slachtpartij laait de discussie weer op in de Verenigde Staten over het wapenbezit. Wapens hebben eveneens een grote rol gespeeld in de popmuziek. Vaak ongewild en door anderen bediend zoals bij Marvin Gaye en John Lennon. Kurt Cobain liet zelfs een afscheidsbrief achter voordat die zichzelf door het hoofd schoot. Arthur Lee van The Love wil een buurman afschrikken door een beweging met zijn geweer te maken en 'vergeet' daarbij dat het apparaat is geladen. Een wapen dient zo nu en dan ook schoongemaakt te worden en dat is een klusje waaraan Bloom op 28 februari 1974 begint. Ofwel, dat is één theorie. Vrienden en familie weten immers al jaren dat Bloom bij vlagen zeer depressief is en dat het niet onwaarschijnlijk is dat hij de hand aan zichzelf heeft gelegd. We gaan weer even terug naar de eerste theorie. Terwijl hij het wapentuig aan het poetsen is, haalt hij per ongeluk de trekker over. Het wapen is geladen en daarmee schiet hij zichzelf, per ongeluk, door het hoofd. Of is er opzet in het spel? Zijn familie wil zelfmoord in ieder geval uitsluiten en start een onderzoek dat op niets zal uitlopen. Een 'ongeluk' of zelfmoord blijft het meest aannemelijke en er is niemand anders betrokken geweest bij deze daad. Toch ontdekt Jeff Barry enige tijd later dat hij de enige is die is opgenomen in de wil van Bloom. De singer-songwriter is slechts 28 jaar oud geworden.

'Montego Bay' is de daaropvolgende jaren een populaire 'cover'. Freddie Notes & The Rudies neemt in 1970 een reggae-versie op voor Trojan, The Bar-Kays een jaar later een soul-uitvoering voor een album en doet James Last het op zijn manier op de elpee 'Happyning'. Sugar Cane heeft in 1978 een kleine Engelse hit met een disco-versie en Jon Stevens uit Nieuw-Zeeland heeft aldaar in 1980 een nummer 1-hit, In 1983 maakt The Allniters uit Australië een ska-cover en heeft Amazulu in 1986 een hit met het nummer. 'Montego Bay' vn Bobby Bloom bereikt in 1970 in Nederland een 21e plek op de Top 40.

Hier en nu: Alela Diane



Vandaag en morgen twee berichten. Ik moet nog even zien wat ik na dit bericht ga doen want ik ben het nog niet helemaal eens over de Week Spot. Deze zal morgen verschijnen met de 'Eindstreep'. Tussen alle 'oude meuk' wil ik graag zo nu en dan mijn schijnwerpers richten op al het moois dat in de tegenwoordige tijd uit komt. Soms zijn het volslagen nieuwe namen en in het geval van vanavond is het een 'oude bekende'. De hersenschudding van september 2009 lijkt het ene en het andere te hebben weg geslagen of ik moet ná het ongeluk van Diane hebben gehoord. Hoe dan ook: Het is een naam die me een jaar of zeven terug in de tijd brengt. Een tijd waarin de Blauwe Bak reeds een feit is en het alleen maar dit huishoudmandje is vol met platen van een dubieuze 'soul'-kwaliteit. Het doet er in 2009 ook niet echt toe, ik heb dan mijn hart vooral nog verpand aan een andere groep artiesten en haar platen. Enerzijds is 'Cusp' een beetje 'thuiskomen', maar dan opnieuw is het 'anders' en tegelijk ook weer ontzettend 'nieuw' voor mij. Hoe dan ook: Het hagelnieuwe album 'Cusp' is voor mij een goede reden om Alela Diane eens op een voetstuk te plaatsen voor dit bericht.

Dat ik het met het huidige winterweer lekker warm heb in huis en ik nergens hoef te vrezen dat ik kou zal oplopen, is me véél meer waard dan een koffer met platen. 'Warmte' is een luxe die ik lang heb moeten ontberen. Over het 'tochthol' in Nijeveen zal ik niet beginnen. In het huisje in Steenwijk vriest het doorgaans twee graden harder dan buiten. Als ik daar met ernstige nachtvorst wil gaan slapen, moet ik twee lagen 'pyjama' aantrekken voordat ik onder drie lagen dekens kruip. Verder hoor je mij niet klagen! Het is erg krap in Steenwijk en daar is de huur ook naar. Een maandelijkse betaling van om en nabij honderdzeventig euro en ik mag een maand wonen. Dat is overigens zonder huursubsidie want dat begint pas bij huurprijzen vanaf 250 euro. Zelfs de tijd dat mijn werkgever stopt met mij volledig uit te betalen (de eerste maanden van 2011) red ik het nog altijd uitstekend. Allemaal dankzij de bespottelijke huur. Een paar jaar eerder is het helemaal 'feest'. Ik heb het dan over de tijd van vóór de verhoging van het ziekenfonds. Het maakt dat ik iedere maand met zeventig euro in de broekzak naar de platenzaak kan om een stapel elpees te kopen. Dat is tot 2005 vooral garagerock en daarna gaat het ernstig 'zweven'. De platen worden dan ook duurder, maar dat ligt hem aan de muziek. Garagerock-elpees zijn met twaalf of vijftien euro vlug betaald, in de folk en avant-garde is twintig euro wel het goedkoopste. Vanaf 2005 koop ik regelmatig het tijdschrift 'Gonzo Circus' dat als extraatje 'Mind The Gap' heeft: Een cd met daarop muziek van artiesten en groepen die in de desbetreffende Gonzo aan bod zijn gekomen of die in het volgende nummer hun verhaal mogen doen. Het is middels een 'Mind The Gap' uit eind 2005 dat ik plotsklaps weer met beide benen in de 'folk' sta. Ja, het woord moet tussen aanhalingstekens omdat menigeen niet wil of kan leven met een folk-stempel. Ik ben voornamelijk gefocust op één zangeres die ik niet meer bij naam wil noemen, hoewel ik dat in de eerste twee jaar van Soul-xotica regelmatig heb gedaan. Hoe het nu precies zit, kan ik me niet meer herinneren, maar het zal min of meer via háár zijn gegaan dat de naam Alela Diane wordt gebruikt.

Het blijft gissen. De enige keer dat ik 'ons koninginnetje' in levende lijve heb gezien mét voorprogramma is dat in Utrecht met zangeres Signe Tollefsen. Het zou kunnen dat Alela is ondergebracht bij dezelfde boeker als mijn toenmalige 'idool'? Misschien dat Clear Spot de distributie van haar platen heeft gedaan? Ik lees dat Alela gedurende 2009 het grootste deel van haar tijd in Europa heeft doorgebracht. Ik heb haar nimmer 'live' gezien, maar zou wellicht in België kunnen hebben gespeeld met MN? Ja, ik zit door de (dis)kwalificaties heen en ga maar over op de initialen van de bedoelde zangeres. Gelukkig klinkt Alela Diane behoorlijk anders dan MN en het gevolg van zangeressen waar ik jaren achteraan hobbel. Een piano in plaats van een akoestische gitaar en een stem die veel 'dieper' is dan de nachtegalen uit mijn eerdere folk-hobby. Van een hernieuwde kennismaking is nauwelijks sprake en dus mag ik de afgelopen weken rekenen als dé kennismaking met de artiest Alela Diane.

Alela Diane Menig is de naam en ze wordt op 20 april 1983 geboren in Nevada City in Californië. Ze komt uit een muzikaal nest en vader Tom heeft zelfs een eigen opnamestudio. Ze zet haar eerste schreden door muziek te maken met haar familie en door te zingen in het schoolkoor. Ze leert zichzelf gitaar spelen en schrijft haar eerste liedjes. Door haar eigen methode te zoeken, worden de liedjes daardoor intenser en gaan dieper dan menig 'folkie' met een paar jaar muziekschool achter de kiezen. Ze neemt in 2003 in eigen beheer het album 'Forest Parade' op en dat wekt de interesse van een collega-muzikante uit Nevada City: Harpiste en singer-songwriter Joanna Newsom. Deze trekt Alela Diane mee naar het podium voor haar eerste solo-optredens, hoewel Diane het ook nog even probeert in de band Black Bear. Dan moet ze toch vaststellen dat ze beter in haar eentje kan opereren. Ze maakt in 2004 een rondreis door Europa en dat inspireert haar tot een stapel nieuwe liedjes. Omdat vooralsnog niemand anders dan haar familie en vrienden op een cd van Diane zit te wachten, pakt ze het ditmaal plechtig aan. 'The Pirate's Gospel' is aanvankelijk een zeer gelimiteerde oplage met handgeschreven hoesjes van papier met kant. Twee jaar later verschijnt het album wereldwijd in een 'sobere' uitvoering. Dat is in 2006 en later dat jaar verschijnt het eveneens in Engeland. In begin 2007 kan Diane rekenen op positieve recensies in 'New Musical Express' en 'The Times'. In 2008 toert ze als openingsact voor Iron & Wine, The Decemberists en Vashti Bunyan. In het voorjaar doet ze eveneens een lange tournee langs de Europese clubs en dat is dezelfde tijd dat ik MN voor het eerst zie in Haarlem. Daar is ze alleen, maar... heeft ze wellicht de volgende dag met Alela Diane opgetreden in Antwerpen? Feit is dat Alela Diane in 2009 ook lange tijd in Europa verblijft en dat Wikipedia twee verschillende Nederlandse foto's heeft uit dat jaar. Het is een naam die, hoe dan ook, heeft rond gezongen in het Nederlandse club-circuit en toch kan ik niet meer 'het gevoel' of de herinnering ophalen.

Tegenwoordig laat Diane zich vooral begeleiden door een piano en dat kon ik wel eens niet 'folky' genoeg hebben gevonden in 2008 of 2009. Ze komt echter uit een generatie muzikanten dat walgt van de term 'folk'. Folk doet al snel denken aan Ierse dronkenmansliederen, hoewel ik 'folk' liever associeer met de Engelse folk: Het vertellen van sagen en legendes door middel van muziek. Alela en collega's hoeven van mij niet een obscuur sprookje te vertellen, maar de liedjes 'verhalen' op dezelfde manier over hun belevingswereld en observaties. Dat maakt dat ik de term 'folk' louter complimenteus gebruik. Alela heeft in 2018 zeven albums op haar naam staan, inclusief een album als Alela Diane & Wild Divine. Wild Divine is een groep met ondermeer haar vader en haar toenmalige echtgenoot. Ze gaat na een album in 2011 niet alleen weer op de solo-toer, ook loopt haar relatie stuk. Ze is inmiddels hertrouwd en heeft twee kinderen waarvan de jongste net een jaar is geworden. 'Cusp' is op 9 februari verschenen als vinyl, cd en digitale download.

zondag 25 februari 2018

Singles round-up: februari 4



Ik ben vanmiddag alleen even op het terras geweest voor een scheutje nicotine. Daar merk je op zichzelf niet zoveel van de oostenwind en in het zonnetje lijkt het best aangenaam. Toch lokt het me niet aan tot enige andere activiteit buiten het huis. Ik zal de komende week weer volop buiten zijn en zie al een beetje op tegen donderdag. Dat is voor mij een 'bezorgdag'. Met handschoenen wil het bezorgen niet bij mij. Ik moet de poststukken tegen mijn blote vingers voelen om er zeker van te zijn dat ik niet meerdere enveloppen bij iemand in de bus stop. Iedere keer handschoenen aan en uit lijkt me ook verre van ideaal. Met gevoelstemperaturen van min-vijftien met blote vingers lopen, lijkt me riskant. We zullen het zien! Ik moet niet verder achterop raken met Soul-xotica want het is een 'drukke' tijd. Ik heb vanavond te horen gekregen dat ik maandagavond 'From The Catacombs' ga presenteren en moet, vanwege de voorjaarsvakantie, disndag sorteren en direct daarna 'Tuesday Night Music Club' doen. 'Rokkenrol', zal ik maar zeggen. Vandaag het laatste deel van de 'Singles round-up' voor deze maand. Ik heb al een tijdje een nieuwe kringloop in Steenwijk op het oog. Ik weet niet of het platen heeft en of het interessant is, maar denk dat ik daar volgende maand eens een kijkje ga nemen!

* Sylvers- Diamonds Are Rare (US, Casablanca, 1978)
Ik moest eens tellen hoeveel platen ik in de afgelopen twee jaar van Mark heb gekocht. Hij heeft me eveneens geholpen bij de introductie tot artiesten en groepen die ik zonder zijn hulp over het hoofd had gezien. Ik had vóór 2016 wel eens gehoord van The Sylvers, maar nimmer serieus genomen. Het begint voor mij met 'Lovin' Me Back', een single die erg mysterieus op een gegeven moment blijft 'hangen'. Daardoor krijgt de plaat in eerste instantie niet de aandacht die het verdient. Dan toch maar eens drastisch schoonmaken en dat heeft resultaat. 'Lovin' Me Back' klinkt lekkerder dan ooit tevoren! Dan doet 'Diamonds Are Rare' haar intrede en mag ik stellen dat ik best een beetje 'fan' ben geworden. Hetzelfde geluid als 'Lovin' Me Back', een 'mellow' disco-plaatje dat smaakt naar meer! Niet zo goed als 'Lovin' Me Back' maar vooruit... deze komt uit de '5-4-3-2-1'-verkoop van Tweede Kerstdag en dus heb ik het plaatje goedkoop binnen gehaald.

* Anita Ward- Spoiled By Your Love (UK, TK, 1979)
Om met de deur in huis te vallen: Eigenlijk 'past' het fotomodel niet boven dit bericht. Ik vind een fotohoesje echter mooier dan een afbeelding van een platenlabel en kies voor deze Nederlandse single. Het gaat per slot van rekening om de b-kant: 'Spoiled By Your Love'. Toch heeft de Engelse persing (alsook de Amerikaanse) 'Make Believe Lovers' op de a-kant. Daarover kan ik kort zijn. Een heel erg slap aftreksel als je het vergelijkt met 'Ring My Bell', de voorganger van deze single. De focus ligt hem vanaf dag 1 op de keerzijde. Dat is mijlenver verwijderd van de grote hit en meer in de lijn van The Sylvers. Ingetogen en melodieus, het geluid dat ik vandaag de dag zo kan waarderen in de soul-hobby.

* Jean Wells- Love Is Just A Word (US, Sunshine, 1980)
Het tempo gaat zelfs nog een tandje omlaag met deze van Jean Wells. Een midtempo ballade zelfs. Ik kan achteraf bezien wel begrijpen waarom zoiets het nooit tot een hitparade-notering heeft geschopt. Het is het soort 'soul' dat vrij dominant aanwezig is in deze jaren en het is slechts een klein percentage dat een succes wordt. Doet helemaal niets af aan de kwaliteit van de 'verliezers'. Bij Wells kan het ook nog te wijten zijn aan de distributie. Het label vermeldt geen 'major', alleen dat de plaat is uitgegeven door Sunshine in Philadelphia. Een melodie om spontaan verliefd op te worden en ik hoop nog vele platen zoals deze te mogen toevoegen aan mijn koffers.

* Jackie Wilson- I've Learned About Life (US, Brunswick, 1975)
De single verschijnt pas in april 1977 op de markt maar de labels vermelden '1975' en dat hou ik dus maar aan. De disco heeft haar intrede gedaan en ook mijn persoonlijke 'King Of Soul' moet eraan geloven. Het zal niemand verrassen dat het Jackie goed 'past'. 'I've Learned About Life' kan moeiteloos bij de overige klassiekers van Wilson. Het is overigens de b-kant van 'Nobody But You' maar opnieuw ligt de focus op de b-kant. Het styreen is wel weer erg 'besmettelijk' en klinkt her en der al iets beschadigd. Maar snel op tape vastleggen!

* Betty Wright- Cryin' In My Sleep (US, Alston, 1972)
Het concept is al zo oud als de weg naar Rome en toch gebruik ik vaak een voorbeeld uit 1997. Wie herinnert zich Aqua nog? Het had een grote hit met 'Barbie Girl' en de opvolger was dezelfde deun met andere woorden. 'Doctor Jones' ging 'Barbie Girl' achterna op de hitparade en toen was het meteen afgelopen voor de groep. Deze procedure wordt al decennia lang geprobeerd en soms lukt het om tweemaal te scoren met hetzelfde liedje. Betty Wright heeft in 1971 een grote hit met 'Clean Up Woman' en dat heeft een opvolger nodig. Betty komt vervolgens met 'Is It You Girls?' dat naadloos past op de grote hit. Verder is het niet interessant. Op de b-kant doet ze 'Cryin' In My Sleep'. Wright is over het algemeen bekend door haar meer uptempo liedjes, maar ik ben de ballad-kant erg gaan waarderen. In 'Cryin' In My Sleep' komt het Wright andermaal uit de tenen en zo mag ik het horen! Woensdag mag ik bepalen hoe de top tien van deze vier 'Single round-up'-afleveringen eruit mag zien.

vrijdag 23 februari 2018

Singles round-up: februari 3



Volgens mijn herinnering is het al eens eerder op deze manier gebeurd en is het toen op een zeker moment weer teruggedraaid. Als je zoekt op 'Google afbeeldingen' kon je eerder de afbeelding 'bekijken' en rechtstreeks downloaden zonder eerst op de pagina te moeten zoeken. In sommige gevallen stond de pagina downloaden niet toe en was Google de enige manier om het te bemachtigen. Natuurlijk! Ik snap het helemaal. Er is jaren geleden al eens een uitzending over geweest bij 'De Rijdende Rechter'. Je vind een afbeelding via een zoekmachine, gaat dat gebruiken voor commerciële doeleinden en wordt pas naderhand op het matje geroepen door de oorspronkelijke fotograaf. Soul-xotica is niet-commercieel, maar kan het besluit van Google respecteren, ook al maakt dit het soms lastig. Gelukkig heb ik nog de catalogus van Singlehoesjes.nl achter de hand en weet ik, met een omweg, nog afbeeldingen van 45cat te halen. De laatste levert me ook de foto voor deze 'Singles round-up'. De Engelse persing heeft geen fotohoesje, maar Nederland en Duitsland wel. Duitsland vermeldt zelfs de b-kant, zij het met een taalfout. Vandaag het derde deel van de 'Singles round-up'.

* Freda Payne- I'd Do Anything For You (UK, Capitol, 1978)
Ik heb afgelopen week besloten welke twintig singles de reserve-Blauwe Bak hebben moeten verlaten ten gunste van de nieuwe aanwinsten. Dat zijn: 'I Comma Zimba Zio' van Abdullah, 'Cool Jerk' van The Capitols, 'Love Is Blue' van The Dells, 'Westbound No. 9' van Flaming Ember, 'Help Me Somebody' van Little Bob & Big Clyde, 'Use It Up And Wear It Out' van Odyssey en 'Shoot Your Shot' van Jr. Walker & The All Stars. Verder bijna alles van The Supremes van voor 1970, het merendeel van Stevie Wonder, de laatste titels van R. Dean Taylor en twee van Joe Tex. Een lastig besluit, maar deze singles gaan voortaan verder in de 'algemene' jaren zestig- en zeventig-bakken. 'Band Of Gold' van Freda Payne is zo'n single die al meerdere keren in en uit de Blauwe Bak is gegaan, maar vooral sinds 2015 op een vaste residentie kan rekenen. Dat heeft ze te danken aan de b-kant: 'The Easiest Way To Fall'. Freda Payne is een lastig onderwerp. Ze wordt over het algemeen met de nek aangekeken in de soul-scene. In eerste instantie wordt ze afgedaan als Motown-plagiaat, maar we weten inmiddels dat Invictus het vehikel is van Holland-Dozier-Holland dat haar eigen naam niet mag gebruiken van Motown. Niks plagiaat maar het klassieke Motown-geluid in een jaren zeventig-jasje. Als Mark 'I'd Do Anything For You' aanprijst, ben ik wel geinteresseerd. Ik weet niet of ik anders meteen dolenthousiast zou zijn geworden bij de vondst van een Freda Payne-single uit 1978. Het is een Engelse demo: 'Happy Days Are Here Again/Happy Music' heeft in het catalogusnummer een 'A' staan, hoewel de labels geen onderscheid maken tussen de nummers als zijnde a- of b-kant. 'I'd Do Anything For You' is de reden van aanschaf. Het is iets meer ingetogen dan 'Happy' dat inderdaad gebaseerd is op het aloude 'Happy Days Are Here Again' en daarom niet anders dan als 'novelty' beschouwd kan worden. 'Anything' klinkt echter niets minder 'gelikt' dan de a-kant, maar de bombast blijft achterwege. Het ademt een zekere klasse hoewel je natuurlijk wel tegen de stem van Freda moet kunnen.

* Solaris- I Tried (US, Dana, 1981)
Het is Tweede Kerstdag. Ik ben juist door mijn zwager in Uffelte gebracht en kijk voorzichtig op Facebook waar ik word herinnerd aan een voorgenomen '5-4-3-2-1'-lijst van Mark. Het is eenvoudig: Een lijst met singles. Voor de eerste reservering betaal je vijf pond, voor de tweede vier enzovoorts. Voor vijftien pond kun je dus vijf singles krijgen. Ik heb vier op de lijst die ik sowieso wil hebben. Mark heeft van alle platen Youtube-links op een paar na. Ach vooruit... een pond voor de laatste. We gaan gokken! Solaris heeft namelijk geen Youtube-link. Mark noemt het een '70s floater' en dat durf ik wel aan. Even later ontdek ik dat de single uit 1981 komt en de overige opnames van Solaris laten een disco-groep horen zoals er zoveel zijn. Ik twijfel nog even bij een Andrae Crouch-single. Ik heb al eentje in de 'algemene' bak staan van Crouch en die kan gerust gezelschap krijgen, maar ik hou vast aan Solaris. Nu zie ik dan de '70s'-referentie: De publicatie-'credit' geeft 1971 aan bij 'I Tried' en '1981' bij 'Space Invaders'. Toch vermoed ik dat dit het soort 'credit' is dat Motown jaren lang voert. Solaris is, volgens mij, pas in 1980 opgericht en de opname is heel duidelijk jaren tachtig. Het is een compositie van hun producent: J.A. Bell. Eerder genoemde Sam Dees is eveneens nauw betrokken bij Solaris, alleen niet op deze single. Tja, moeilijk geval met 'I Tried'. Je moet even door het intro met de synthesizer heen prikken en dan wordt het nog wel iets. Eenzelfde geval als 'Together', de b-kant van 'Fire' van Ohio Players. Ik denk dat deze rechtstreeks in de reserve-Blauwe Bak komt te staan, maar is het gokje meer dan waard geweest! Over 'Space Invaders' wil ik het niet hebben.

* Special Delivery- I Destroyed Your Love (US, Mainstream, 1975)
Met dank aan 'Raddraaien' leer ik 'Where There's A Will' van Terry Huff alsnog waarderen. 'Raddraaien' en de 'Vakantiemix' van 2016 om precies te zijn. Even weet ik niet zo goed wat ik met de plaat aan moet. In 'Raddraaien' ben ik dieper in gegaan op de materie en daarbij komt Special Delivery ter sprake: De groep waarmee Huff in 1975 bij het Mainstream-label komt en waaruit hij een solo-loopbaan begint. Terry's stem schittert eveneens in dit 'I Destroyed Your Love' en ik verwacht dat het dezelfde groei-capaciteiten heeft als 'Where There's A Will'. Een zijdezachte melodie, complimenterende harmonieën en Terry's falsetto. Dit is muziek om nog iets dichter tegen je geliefde aan te kruipen op de dansvloer. Het blijft gelukkig wel midtempo.

* Edwin Starr- Eavesdropper (UK, GTO, 1976)
Edwin Starr maakt naar hartelust platen bij het Ric Tic-label als de zaak plotseling wordt overgedaan aan Motown. Motown brengt van een aantal groepen en artiesten nog oudere opnames opnieuw uit, maar Edwin Starr mag vervolgens een paar jaar rechtstreeks platen maken voor Motown. Totdat de hits opgedroogd raken en zijn contract ten einde loopt. Hij is dan de gesjeesde Motown-artiest die het lastig krijgt in het vervolg van zijn loopbaan. In de midden jaren zeventig opereert hij zelfs even vanuit Engeland waar zijn Ric Tic-opnames grote 'hits' zijn geworden in de Northern Soul. Met Mike Vernon neemt hij 'Accident' op voor het GTO-label, een nummer dat een direct vervolg is op 'Stop Her On Sight', maar dan in een ietwat springerig disco-jasje om zowel het Northern- als het disco-publiek te kunnen interesseren. Op de b-kant doet Starr het rustiger aan. De plaat is in Engeland opgenomen met, gok ik zo, Heatwave als band, maar het zou evengoed Stone Creations kunnen zijn. Midtempo, een beetje crossover en vooral een erg beheerst zingende Starr. En dat is een kant die vaak onderbelicht is gebleven. Terecht? Nee, allerminst. In tegenstelling tot de recensent van 'Singles News' uit 1976 geef ik deze kant juist de opgestoken duim, maar is voor commerciële doeleinden minder geschikt en dat is waar deze schrijver vast op heeft gedoeld.

* Street Corner Symphony- Wish That Love Was Magic (US, Bang, 1976)
Zes pond is het minimale dat Mark normaal gesproken vraagt voor zijn singles. Zijn '5-4-3-2-1'-actie tijdens de kerst is bedoeld voor platen met kleine 'defecten' tot platen die moeilijk te adverteren zijn voor zes pond. Street Corner Symphony valt in die laatste categorie. Michael Zager (van 'Let's All Chant') is betrokken bij deze groep en daarmee zou je een disco-stamper van de bovenste plank verwachten. Integendeel. 'Wish That Love Was Magic' laat horen dat de scheidslijn tussen crossover en pure pop erg smal is. Toch kan ik de zoetigheid wel waarderen en krijgt de plaat een waardige plek in de Blauwe Bak-koffer. Toch had de plaat, mijns inziens, baat gehad bij een 'fadeout' in plaats van dat malle 'psychedelische' effect.

Ik zit nog in dubio wat ik morgenavond ga doen in 'Do The 45'. Verder gaan met de labels die met E en F beginnen óf een pauze in lassen en de nieuwe aanwinsten eens allemaal draaien. Ik verwacht een hele lange dag in Steenwijk en heb dus alle tijd om hier over na te denken.

donderdag 22 februari 2018

Eretitel: 'Back Home'



Ik wil niet meteen weer achterop schema komen te liggen en dus schrijf ik nog even snel een 'Eretitel' voor het slapen gaan. Ik heb vijf minuten geleden de 'stream' terug gegeven en dat 'sloopt' me doorgaans op vrijdagavond. Om de schade te beperken, zou ik het liefste meteen gaan slapen. Toch heb ik deze week een erg eenvoudige 'Eretitel'. Ik hoef niet eerst Youtube op om de platen te herinneren. Dat ik de nummer drie niet meteen kan na zingen, is geen enkel probleem. Ik heb deze 'Listen Carefully' tweemaal gebruikt. De eerste keer is op 1 mei 2016 tijdens de 'Housewarming', een paar weken later (28 juni) herhaal ik deze in 'Tuesday Night Music Club'. Van de nummers 1 en 2 zal ik immers nóóit genoeg krijgen en de derde is een leuk plaagstootje voor de Engelsen. Ik ga vanavond driemaal 'Back Home'.

3. England World Cup Squad (1970)
Het is dezelfde overmoed die Oranje ook vaak parten speelt. Eén wereldcup betekent nog niet dat de volgende in de achterzak is. Je hebt te maken met een ander elftal, vaak ook met (vrij) onervaren spelers en je moet maar afwachten of dezelfde chemie van vier jaar ervoor een feit wordt. In Engeland is men in 1970 goed gemutst. Het is in 1966 wereldkampioen voetbal geworden en gaat vol optimisme in 1970 naar Mexico. Ook is dan al een single opgenomen. 'Back Home' komt uit de pen van broodschrijvers Bill Martin en Phil Coultier en het stoomt door naar de eerste plek van de hitparade. Hoewel? De Engelse Top 50 wordt aangestuurd door de BBC en je mag twijfels hebben bij dit succes. The Moody Blues heeft op dat moment de single 'Question' uit en volgens schrijver John Lodge vertellen de verkoopresultaten van hun single een heel ander verhaal. 'Question' blijft evenwel steken op nummer twee achter 'Back Home'. Zoals bij veel voetbal-platen kan hier ook gerust gesteld worden dat er geen zangtalenten zijn verloren aan de voetballers. De wedstrijden in Mexico lopen ook niet als gepland. Het begint eerst met een incident waarbij de Engelse 'captain' wordt beschuldigd van diefstal, maar ook de houding van team en trainer staat de lokale media niet aan. Brazilië is al té sterk in de eerste ronde en daarmee zet het verval voor Engeland in. Ze kunnen vóór de finale 'Back Home'.

2. Golden Earring (1970)
Zondag 1 mei 2016. De dag van de 'Housewarming' op Wolfman Radio, de eerste show vanuit Uffelte. Het is schitterend weer. Ik zet de achterdeur wagenwijd open en ga koffie drinken in de tuin. Wolfman-collega Nicole draait intussen lekkere stokoude reggae. Als zij om één uur 'vrij' is, schakelt de jukebox aan en begint met... 'Back Home' van Golden Earring. Daar zit ik dan! In het zonnetje op het terras van mijn 'droomhuis' terwijl Golden Earring uit de speakers klinkt. Als Uffelte een soundtrack krijgt, staat deze er zeker op. Toch niet op nummer 1? Nee, daar staat een plaat nóg crucialer is geweest in mijn leven, amar het had weinig gescheeld of de Earring had bovenaan gestaan.

1. Cuby + Blizzards (1966)
Zondag 20 september 2009. De vorige avond heb ik de fietstocht 'bedacht' en vandaag ga ik hem uitvoeren. Keerpunt wordt Grolloo en het borstbeeld van Harry Muskee. Ik zou het liefste willen luisteren naar 'Back Home' en dus ga ik het muziekforum op en vraag of iemand een link kan delen van het nummer. Die middag zie ik dat een forum-vriend heeft gereageerd en ik haal het forse bestand binnen op de Nokia. Zo kan ik enkele malen in de buurt van Grolloo naar het nummer luisteren. Op de terugweg ga ik slag over de kop en dat resulteert in de legendarische hersenschudding. Sindsdien kan Cuby alleen maar op nummer 1 in een 'Eretitel' met betrekking tot 'Back Home'.

Volgende week zijn we een heel eind van huis. Ik laat mezelf dan driemaal de ruimte in schieten.

woensdag 21 februari 2018

Het zilveren goud: februari 1993 deel II



Tussen de Week Spot en 'Het zilveren goud' zitten een paar uren. Na het eerste bericht moet ik, op mijn vrije dag, toch even de neus buiten de deur steken en het weer is té mooi om binnen te blijven. Het is wel fris dankzij de noordoostenwind maar daar hebben we laagjes kleding voor. Het lijkt wel alsof sinds twee weken een traditie is geboren? Op woensdag boodschappen halen bij de Albert Heijn in Dwingeloo in plaats van Havelte? Wat mij betreft is het een 'blijvertje', hoewel de fietstocht van vandaag niet echt geslaagd is. Ik weet het eigenlijk wel op de driesprong na Ansen. Ik moet hier links ondanks dat de borden zeggen dat het een doodlopende weg is. Dat geldt namelijk alleen voor auto's. Ik ga echter rechtsaf en weet dan opeens waarom ik dit liever niet langs ga. Het paadje kronkelt mooi door het bos maar kent ook een paar gevaarlijke kuilen en een stukje met mul zand. Toch maar even doorzetten en dan? Linksaf kom ik op het fietspad uit naar Dwingeloo. Rechtsaf en daarna links brengt je bij de schaapskooi. Ook mooi! Daarna oversteken naar de schotel en via Lhee naar Dwingeloo! Er ligt op dat fietspad dwars door het Dwingelderveld een soort zand in plaats van de meer gebruikelijke schelpen. Zodra het nat wordt, verandert dit in 'blubber'. Je voelt de banden weg zuigen in het materiaal. Dat gaat hem niet worden! Terug over asfalt naar Witteveen en uiteindelijk een heel stuk terug fietsen door het bos (over verharde wegen) en zo naar Dwingeloo. Terug is wel een feestje! Ik ben in iets meer dan een kwartier van Dwingeloo naar Uffelte gefietst en dat gaat gepaard met idiote snelheden. Twee maanden met het nieuwe ketting en ik heb nu duizend kilometer gefietst. De kilometerstand staat op 12.300 kilometer totaal. Dan ga ik nu in sneltreinvaart terug naar deze maand in 1993.

Hoewel ik de zestien ruim ben gepasseerd, ben ik in februari 1993 nog altijd afhankelijk van de fiets. Dat gaat vaak met de walkman op. Naar de zuivelfabriek toe is het vaak nog donker en dan is fietsen met hoofdtelefoon op niet echt geschikt. Er is geen alternatief en dus doe ik het gewoon maar zodra ik aan de Solex en brommers begin, wordt het fietsen steeds meer een verplichting voor als de brommer het niet doet. Met de fiets ben je niet afhankelijk van spoorboekjes en wat dat betreft brengt het stalen ros me overal waar ik naartoe wil. We beginnen met, vermoedelijk, de eerste zaterdag in februari. Ik heb hierbij een herinnering dat zegt dat ik op dat moment nog steeds aan het werk ben op de kaasfabriek. Het is niet onwaarschijnlijk dat ik die maandagmorgen de wacht aangezegd heb gekregen. Het geld brandt me in de zak. Ik wil platen kopen, alleen... waar? Er is deze week geen vlooienmarkt in de Veemarkthal en het aanbod bij 'Golden Years' kan ik bijna dromen. Ik wil naar een andere plaats en 'verrast' worden door het aanbod. Het weer is niet echt vrolijk op deze zaterdag en zo wordt Bolsward ineens een optie. Wat heeft Bolsward? Weinig te bieden voor een vinyl-enthousiast als mij. Het krijgt pas in 1994 een kringloopwinkel en ik ontdek pas eind 1994 een piepklein antiekzaakje met een bescheiden stapeltje singles. Het enige andere in Bolsward is 'Music Palace'.

De blues 'leeft' in Bolsward. Het stadje heeft een bluescafé met regelmatige live-optredens. Helaas valt Bolsward net buiten de regio van het Sneeker Nieuwsblad en dus kan ik het niet mee pakken voor een recensie. Bolsward heeft in 1991 een eenmalig internationaal bluesfestival met Ten Years After als 'headliner'. Ik heb de poster later eens uit een bushokje gehaald en die heeft nog jaren aan de muur gehangen in Jutrijp. Eén van de meest vooraanstaande bands uit Bolsward is Curbstone Blues Company en dat heeft een directe link naar 'Music Palace'. De platen- en cd-zaak wordt namelijk gerund door de gebroeders Rosenau die ook actief zijn met Curbstone en de organisatie van het festival. Het heeft twee winkels: Eentje in 'hometown' Bolsward en de tweede in Sneek. Bij de laatste zal ik later deze maand ook nog een paar singles kopen. 'Music Palace' is er vroeg bij voor wat betreft de cd, hoewel het tot ver in 1993 zal duren voordat alle vinyl uit de winkels is verdwenen. In februari 1993 is Bolsward ook nog volop aan het 'stunten' met de singles en dat levert de volgende stapel op. In augustus ga ik nog eens écht 'boodschappen' doen als ze de titels uit de Old Gold-catalogus voor guldens en rijksdaalders weg doet.

1052 Brother Sagitarius-Hessel (NL, Polydor, 1990)
1053 She Likes Me-Eton Crop (NL, Torso, 1992)
1054 Gotta See Jane-R. Dean Taylor (US, Motown Yesteryears, 1968, re: 1973)
1055 Incredibly Red-Esther Tuely (NL, RCA, 1991)
1056 Into The Open-Daryll Ann (NL, Solid, 1992)
1057 Be My Downfall-Del Amitri (Duitsland, A&M, 1992)

Tot zover de eerste greep uit Bolsward. Alle bovenstaande singles hebben de fotohoes behalve R. Dean Taylor. Eigenlijk is 'Indiana Wants Me' de a-kant, maar omdat de single voor 'Gotta See Jane' nog immer in de reserve-Blauwe Bak staat, noem ik dit 'mijn' a-kant.

1058 See Her Again Tonight-Personnel (NL, Polydor, 1990)
1059 Hearts Run Dry-Gerry Rafferty (Duitsland, Polydor, 1988)
1060 Amazonia-Rumba Tres (NL, Red Bullet, 1990)
1061 What's In A Word-The Christians (Duitsland, Island, 1992)
1062 Someday-Concrete Blonde (Duitsland, IRS, 1992)

Alle singles zijn met fotohoes behalve Gerry Rafferty. Deze zit in een dicht blanco hoesje dat suggereert dat de plaat is uitgegeven als demo. Het is echter wel de reguliere single in het hoesje, maar vermoedelijk heeft Polydor dit gebruikt om exemplaren af te zetten van Rafferty's 'North And South'-album? De volgende twee komen van de vestiging in Sneek.

1079 You're The One-The Vogues (NL, ARC, 1965, re: 1982)
1080 Crawlin' King Snake-John Lee Hooker (US, Collectables, 1959, re: 1984)

The Vogues heeft 'Five O'Clock World' op de keerzijde en heeft een 'fotohoes'. Dat woord gebruik ik voor iedere hoes dat speciaal voor één single lijkt te zijn gemaakt. In geval van deze single staat er geen foto op, alleen de titels en de uitvoerende in dit geval. Hoe treffend om na het eerdere verhaal deze klassieker van John Lee Hooker te kopen bij 'Music Palace'? We gaan de naam in augustus opnieuw treffen in 'Het zilveren goud'! Tot slot de laatste vier singles van deze maand in 1993. De eerste komt bij het verzamelwinkeltje vandaan, de andere drie van 'Golden Years'. Alleen Cat Stevens heeft een fotohoesje.

1081 Tuesday's Dead-Cat Stevens (NL, Island, 1971)
1082 Me And Bobby McGee-Janis Joplin (NL, CBS, 1971)
1083 I Need Somebody-? & The Mysterians (NL, Cameo Parkway, 1967)
1084 If I Fell-The Beatles (NL, Parlophone, 1964)

Volgende maand heb ik 54 singles voor jullie in petto. Dat gaan waarschijnlijk vier afleveringen worden. In dat geval dus iedere woensdag van de volgende maand. Het gaat namelijk nóg drukker worden over een paar maanden!

Week Spot: Gwen Owens



In verband met de 'label-specials' die ik momenteel doe in Do The 45 zijn de Week Spots van de afgelopen weken soms 'Classic' geweest om bij de desbetreffende uitzending van zaterdag te passen. Deze week wijk ik even af van het stramien. Bij de vorige geplande afleveringen van 'Do The 45' is het vrij eenvoudig om een Week Spot te kiezen, maar feit is dat veel van de 'favorieten' van komende zaterdag al Week Spot zijn geweest. Het zou dus echt een tweede keus-Week Spot worden en dan doe ik deze week liever de plaat die me bezig houd. Ik zou aanvankelijk wachten totdat ik bij de 'J' van Josie zou zijn. Ik had voor hetzelfde geld ook Final Decisions kunnen doen, maar nee... het, euh, besluit is gevallen op Gwen Owens. 'It Ain't Hardly Over' mag deze week de Week Spot zijn.

Feit is dat Mark tachtig procent van mijn 'soul-handel' heeft overgenomen. Dat heeft verschillende redenen. Eerder bestelde ik nog wel eens een partij platen uit Chicago, alleen is de post in Amerika een flink stuk duurder geworden. De eerste single is nog altijd veertien dollar en dat is teveel voor eentje. Bij de tweede is het meteen al vierentwintig dollar en dat blijft vervolgens gelijk totdat je een stuk of acht singles hebt. Als je wilt dat het een beetje voordelig uitkomt, moet je dus al zeven of acht singles bestellen en bij veilingen is het altijd afwachten. Er liggen een aantal gospel-platen te wachten in het winkelmandje op Discogs van mijn Weense contact. Dat zal vast nog eens gaan gebeuren! Voor de rest staat de handel bij andere 'vaste' leveranciers op een laag pitje. We hebben bijvoorbeeld ook nog de Duitse handelaar waar ik regelmatig van heb gekocht. Jörg blijft me trouw zijn mailing sturen en een paar weken geleden heb ik weer eentje ontvangen. De eerste plaat die me opvalt is deze van Gwen Owens. Gwen Owens op Josie? Dat heb ik nooit geweten. Jörg vraagt zes euro en de opname klinkt goed. Helaas heeft hij deze binnen een uur verkocht en een kleine zoektocht verklaart de rest. Het is niet dat de single super-zeldzaam is, maar zes euro is voor een gaaf exemplaar echt een bodemprijs! Ik vind mijn exemplaar op Discogs bij een Canadees. Niet alleen is de Canadese dollar doorgaans goedkoper dan zijn Amerikaanse equivaent, de verzending scheelt ook een flinke borrel! Ik ben uiteindelijk iets van dertien euro kwijt (inclusief verzending) en dat is nog steeds tientjes ondeer de vraagprijs van sommige collega's.

Klopt deze informatie wel? Nee, ik heb het niet over bovenstaande. Je vraagt een dame nooit naar de leeftijd, maar als (het niet altijd betrouwbare) Wikipedia gelijk heeft, dan hebben we met een piepjonge Gwen Owens te maken. Ik ben niet erg op de hoogte van de regelgeving in Amerika in 1969, maar mag je als zestienjarige dan een platencontract tekenen? Gwen heeft zelf geen 'entry' op Wikipedia, je wordt meteen doorgestuurd naar de pagina van de groep Hot. Hot is een typische eendagsvlieg dat in 1975 één grote hit heeft, twee minder geslaagde opvolgers en dan geruisloos van het toneel verdwijnt. Als Wikipedia ditmaal gelijk heeft, dan zou onze Gwen Owens geboren zijn op 19 juni 1953 in Detroit. Ze begint haar loopbaan als zangeres in de kerk. Nogmaals: Ik twijfel erg sterk voor wat betreft de biografische gegevens. Hoort een negenjarige te zingen over een 'mystery man'? Feit is dat ze in 1964 haar eerste plaatje maakt voor het Oncore-label: 'Mystery Man'. Een ontzettend leuk klinkend plaatje dat ik ook maar eens moet gaan zoeken. In 1966 meldt het startende Velgo zich aan. De eerste single is 'I Lost A Good Thing' en met de tweede release gaat het helemaal mis. Velgo meent goud in handen te hebben als het 'Just Say You're Wanted' hoort en laat een flinke oplage persen van de single. De latere Outta Sight-uitgave alsook alle voorkomende cd-versies laten dezelfde opname horen. Er zijn slechts twee overlevende exemplaren die niet overslaan. De bas is zó hard opgenomen dat geen naald in de groef blijft mits je een flink gewicht aan de toonarm hangt. En dat beschrijft het geluid dat je krijgt te horen. Een 'verschrikkelijke' opname! Het goud dat Velgo in handen meent te hebben, verandert ineens in dozen vol plastic afval. Het personeel van Velgo maakt op ludieke wijze gebruik van de dozen singles. In de koffiepauzes houdt men de conditie op peil door een spelletje 'frisbee' te spelen. Misschien dat er méér 'goede' exemplaren zijn geweest, maar dat ze hier aan hun einde zijn gekomen. Velgo brengt ook 'Look Around' van Two Plus Two uit en dat heeft bijna hetzelfde euvel als de Gwen Owens-single. Het geld verdwijnt in een bodemloze put en in 1968 gaat Velgo failliet.

Nogmaals: Mag in 1969 een artiest een platencontract tekenen als ze zestien is? Of is het een geval van trucage dat Owens doet alsof ze het contract tekent, terwijl dit is gebeurd door haar ouders? Vooralsnog weet ik het antwoord niet. Op 45cat meldt een lid dat in het tijdschrift 'Record World' op 12 juli 1969 een foto staat afgebeeld waar Gwen het contract met Josie tekent. Ik moet bekennen dat ik nog niet een keer de moeite heb genomen om de andere kant te draaien, maar 'Keep On Living' is de officiële a-kant en bereikt zelfs nog een veertigste plek op de soul-lijst van Billboard. Ik zie trouwens ook net dat Gwen tussen Velgo en Josie een single heeft gemaakt voor het Lau-Reen-label. Verder vermeldt de Engelse discografie een 'onbekende' single waarvan ik niet kan na gaan wanneer de tracks zijn opgenomen. De single op Josie is overigens eenmalig. In de vroege jaren zeventig strijkt ze neer in Los Angeles en doet ze vooral sessiewerk voor de groten der aarde en gaat ze tevens op tournee met een aantal van hen. In 1972 is Motown bezig een zuidelijke afdeling op te zetten en Gwen zou in de stal komen van dat nieuwe label. Op het laatste moment wordt de boel afgeblazen. Owens' 'You Better Watch Out' wordt succesvol verkocht aan Casablanca en verschijnt daar als single alsook een opvolger. Beide doen niets op de hitparade en dan stoomt Gwen zich klaar voor het volgende project: Hot.

Het nieuwe trio van Gwen Owens, Cathy Carson en Juanita Curiel (allemaal geboren in 1953 volgens Wikipedia) heeft eerst nog wat problemen met lopende contracten en doet onder andere namen optredens met onder andere Wolfman Jack. In 1977 debuteert het met de single 'Angel In Your Arms' en dat levert de groep top tien-hits op in Amerika, Nieuw-Zeeland en Canada. Het succes is van korte duur hoewel Hot het met enkele personeelswisselingen tot de late jaren tachtig zal uithouden. Gwen Owens gaat in 1999 met 'pensioen' en zingt enkel nog met een gospel-groep waarmee ze ook een cd heeft opgenomen.

dinsdag 20 februari 2018

Vaarwel!



Er is veel veranderd in Nijeveen sinds ik er niet meer woon. Eerder ging ieder half uur een bus van Meppel naar Steenwijk en terug via Nijeveen. Daar ga ik in december eveneens van uit als ik op donderdagmiddag mijn Pioneer voor de revisie naar Nijeveen breng. Er zit niets anders op dan een collega te bellen die me gaat ophalen want er gaat overdag slechts twee maal een bus naar Meppel. De bus over Kolderveen rijdt dan nog wel normaal, tot zover ik weet. Als ik de fiets vrijdagmiddag ga ophalen, kijk ik niet eens. Het is op zichzelf fraai genoeg voor een wandeling vanaf de watertoren in Meppel naar de werkplaats in Nijeveen. Ach vooruit, ik kan ook best even door de Julianastraat lopen. Op dat moment valt op dat de sloopwerkzaamheden worden voorbereid. Er komt net iemand bij mij 'van het erf'. ,,Daar heb je geen zware machines voor nodig", zeg ik tegen hem. ,,Er tegenaan pissen en de boel valt vanzelf om". De man kijkt niet-begrijpend terwijl ik de grootste lol heb. ,,Niks aan veranderen", hoor ik de psycholoog nog zeggen. Ik heb mezelf al bijna twee jaar geleden van de 'mailing' laten halen en dus blijf ik niet op de hoogte van het wel en wee in de Julianastraat. Ik weet dat mijn overburen het in eerste instantie flink hebben 'gerekt'. Zij wonen reeds vanaf het begin, in 1967, in het huis en willen erg specifiek een woning in één bepaalde straat in Nijeveen ervoor terug. Verder zal Actium eveneens te maken hebben met de landelijke regels waardoor de sloop wellicht nog een tijdje is uitgesteld? Dit jaar mag het dan eindelijk gebeuren, ook al staan de huizen op 11 februari nog fier overeind. Ik begrijp niet waarom ze de kozijnen eruit hebben gehaald. Die van mij zijn zó verrot dat je ze nog niet eens naast de kachel wil hebben.

Heimwee naar Nijeveen? Allerminst. Ik heb mijn stekje gevonden in Uffelte. Maar toch... als de woningstichting in het begin had doorgepakt met de geplande renovatie, dan zou ik nu wellicht nét zo tevreden in Nijeveen hebben gewoond. Het is niet alleen maar kommer en kwel in het eerste jaar. Het is de winter van 2013 die veel 'stuk' maakt aan het huis. Het is vooral tijdens deze winter dat ik merk dat de kieren duidelijker 'voelbaar' worden in de koude nachten. Een jaar later gaat het pas binnen regenen en dan is me de lol van het huis al lang vergaan. Na tijden van ellende gaan ze dan toch nog verbouwen? Moet de vloer er opeens ook nog uit en is een gedeelde opslagcontainer het maximale dat we mogen verwachten. Ik ben blij dat het allemaal niet is door gegaan en dat ik niet meteen op de woning in De Wijk heb gedaan of heb 'gegokt' op Koekange. Uffelte is een lot uit de loterij. Ik voel dan ook weinig als ik zo tegenover mijn oude huisje in Nijeveen sta, maar koester toch nog enkele mooie herinneringen uit het eerste jaar. Niets is te vergelijken met de boerderij in Uffelte, maar Nijeveen zou, mits in een betere staat, geen straf zijn geweest om de rest van mijn leven door te brengen. Ik ben nu wel reuze benieuwd of ze er nog staan. Wellicht morgen een fietstochtje die kant uit plannen? Vooralsnog zeg ik met deze foto: 'Vaarwel Nijeveen'.

Singles round-up: februari 2



Ik begin me te realiseren dat ik best een zootje ervan heb gemaakt. Oorspronkelijk heb ik drie 'Singles round-up'-afleveringen in gedachten maar pas dit aan als bijna een dag geleden mijn ogen bijna dichtvallen. Nu is het op zichzelf wel weer handig om een extra bericht te kunnen publiceren, maar het is nog steeds een zootje! Normaal gesproken doe ik op dinsdag de Week Spot, maar ik heb nog niet eens een keuze gemaakt en dus zal deze morgen komen met in ieder geval het tweede deel van 'Het zilveren goud'. Ook wil ik liever niet meerdere delen van 'Het zilveren goud' achtereen doen. Waarom niet? Tja, het is onmogelijk om met mezelf hierover in discussie te gaan. Straks naar alle waarschijnlijkheid een foto van een bak stenen en dan morgen maar weer eens zien? Dan nu het tweede deel van de 'Singles round-up' van deze maand.

* Final Decisions- Keep On Walking (US, Bumpshop, 1973)
Op 28 oktober 2015 heb ik een standbeeld toegekend aan Mike Terry, de saxofonist van The Funk Brothers en arrangeur van diverse (onafhankelijke) platenmaatschappijen uit Detroit. Het is steeds in tweede instantie dat ik zijn naam opmerk op het label. Het begint altijd met de vraag wie de loepzuivere productie heeft verzorgd. Hoe het komt dat het plaatje zó smakelijk klinkt. Dat is vandaag andermaal het geval bij Final Decisions. In geval van 'Keep On Walking' val ik van de ene verbazing in de andere. Niet alleen zijn productie en arrangement in handen van Terry, 'Keep On Walking' wordt mede-geschreven door J.J. Barnes. Het resultaat is perfecte crossover zoals we die verderop bij Gwen Owens nóg eens zullen treffen. Een nummer dat na één keer draaien geheid in je hoofd blijft zitten voor de rest van de dag. Op 'Keep On Walking' ga ik eerdaags nog graag eens een dag bezorgen in Steenwijk. Dit is overigens de promo met de witte labels. In tegenstelling tot Polydor gebruikt Bumpshop daar wél styreen voor, maar het klinkt wel aardig 'stevig' ditmaal.

* Marva Hicks- Looking Over My Shoulder (UK, Infinity, 1978)
Je kan de klok erop gelijk zetten. Iedere keer als ik nét heb afgerekend bij Mark, adverteert hij een single die ik nog graag bij het pakket had in gehad. Helaas, het pakket is dan net een uur ervoor afgeleverd bij het postkantoor. In het hier en nu hebben we het zelfs over een styreen-single op United Artists uit 1972 en dat is ont-zet-tend slecht styreen! De plaat is flink duur geweest en dus hoop dat-ie een beetje goed blijft klinken! In oktober heb ik de laatste keer afgerekend en koud een dag na verzending zet Mark deze van Marva Hicks op de site. Met eveneens een flink prijskaartje, maar... er is één single die hij niet meer kan vinden en dus brengt hij dit in mindering op Marva Hicks. Ik heb in werkelijkheid het bedrag reeds voldaan en toch voelt het comfortabeler aan. Met de deur in huis: Marva Hicks' single uit 1978 is erg gewild en dat heeft zijn weerslag in de vraagprijs. De plaat mag voor een beetje minder door initialen en cijfers op het label van deze Engelse promo. Een plaatje uit de hoogtijdagen van de disco dat zich aansluit op de heersende trend, maar de clichees smaakvol weet te ontwijken. Ik kan de lade met superlatieven open trekken maar het ook kort houden met slechts één woord: 'Klasse'. Dat is namelijk wat de plaat is en wat deze uitstraalt. Geen wonder dat de dj's graag een flinke prijs neer leggen om dit in de koffers te mogen hebben.

* Bo Kirkland & Ruth Davis- Stay By My Side (US, Claridge, 1977)
In de 'seventies soul' kun je nog steeds veel plezier hebben van je euro. Okay, deze is ietsje duurder geweest dan één euro, maar het geeft wel twee onweerstaanbare kanten. In 1977 maken de import-zaken in Engeland overuren aan Bo Kirkland & Ruth Davis. Hun 'You're Gonna Get Next To Me' is 'gereedschap' in de discotheken in Engeland en EMI International brengt de plaat ook nog maar eens officieel uit. De recensent in 'Blues & Soul' vreest dat de import wellicht al roet in het eten heeft gegooid, maar niets is minder waar. De single wordt evengoed een redelijke Engelse hit. Ook Nederland krijgt een release op EMI mét fotohoes en die staat nu al op mijn verlanglijstje. Ik denk dat het bij die single hetzelfde is als bij 'Stay By My Side': Beide kanten zijn verschillend maar ademen een pure klasse. 'Stay' is meer de disco-kant. Nee, daar hoeft u geen zuur gezicht bij te trekken, want het is de meest dansbare kant en het heeft niets met Eurodisco van doen. 'That's A Bet', de keerzijde, haalt mij als eerste over de dam en dat is wellicht weer een beetje té 'moeilijk' voor de disco-gangers. Jammer dat we de labels met een 'C' al hebben gehad, anders had dit meteen de Week Spot geworden. Ach, misschien gaat het evengoed nog gebeuren, maar daar kijk ik morgen even naar.

* The New Young Hearts- The Young Hearts Get Lonely Too (US, Zea, 1970)
Op papier een zeer merkwaardige release. In den beginne hebben we The Younghearts, ook wel The Young Hearts. Hun eerste plaat stamt uit 1967 en is 'Little Togetherness' dat een grote hit zal worden in de Northern Soul. In 1969 verschijnt 'The Young Hearts Get Lonely Too' voor de eerste maal op Minit als The Young Hearts. Een paar maanden later komt de plaat uit op een lokaal label als The New Young Hearts en vervolgens nóg eens op het Zea-label onder de nieuwe naam. Niet veel later heet de groep weer The Younghearts. Als plaat heeft het ook een zeer merkwaardig intro. Het brengt je in de luisteraar aanvankelijk in de sfeer van een circus waarna The Young Hearts los gaat in een doowop-ballade. Even later is het duidelijk: Het is geen circus maar een regulier optreden van de band dat plotseling de behoefte heeft om de eigen problemen op het podium tentoon te spreiden. Het succes lacht ze aan alle kanten toe en toch zijn ze na afloop van het concert erg eenzaam. Het nummer is geschreven door Richard 'Dimples' Fields die in 1982 nog een redelijke disco-hit heeft met 'I've Got To Learn To Say No'. Op zowel Minit als SoulTown heeft het de 'grote hit' als keerzijde, op Zea introduceert de groep 'Why Do You Have To Go?'. Ook dat is lichtjaren verwijderd van Northern Soul: Méér van die zoete en perfect op elkaar aansluitende harmonieën. Pure magie!

* Gwen Owens- It Ain't Hardly Over (US, Josie, 1969)
Tot slot de plaat die mijn 2018 al voor een goed deel heeft 'gemaakt'. Ik ken Gwen Owens vooral van haar 'onmogelijke' Velgo-single 'Just Say You're Wanted'. Er gaaat bij het persen van deze plaat iets mis waardoor de naald niet in de groef blijft. Er is een handje overlevenden en slechts een enkeling speelt af zonder al teveel problemen. Zelfs een origineel dat niet aan te horen is, zit dichter bij de duizend pond. De plaat verschijnt in de jaren zeventig als bootleg en in de nieuwe eeuw als legale release via Outta Sight. Die heb ik reeds zes jaar in de bakken staan. Dat Owens enkele uitstekende platen heeft gemaakt in de midden jaren zeventig, weet ik geruime tijd. Ik 'mis' deze Josie-single tot een paar weken geleden en ik ben op slag verliefd. Net als bij Final Decisions heb je bij een goede crossover-plaat maar een half refrein nodig om het de rest van de dag in je hoofd te houden. Ik schaar deze van Gwen Owens in dezelfde categorie als 'One Moment' van Sheryl Swope en volgens mij passen ze ook erg mooi bij elkaar.

Hier en nu: Rae Morris



Ik lig flink achter op schema, maar ga dat de komende tijd weer inhalen. Ik heb het al zeven jaar volgehouden om iedere maand met de hoeveelheid berichten als het aantal dagen in de maand te eindigen en wil dit graag voortzetten. De disciple om dagelijks te publiceren is soms ver te zoeken, maar moet daarbij benadrukken dat mijn werk en vrije tijd flink anders is verdeeld ten opzichte van 2011. Ik heb dikwijls gehoord dat ik té streng voor mezelf ben met Soul-xotica en, ja, dat geef ik eerlijk toe. Met mezelf is echter niet in discussie te gaan en dus gaat de voet weer op het gaspedaal. Deze 'Hier en nu' was op de lange baan gegaan als ik de 'Weekplate' had voortgezet, maar hij mag nu de 'Singles round-up'-serie even 'onderbreken'. Wekelijks maak ik mijn gang langs de nieuwe album-releases en daar zit altijd wel een verrassing tussen. Hoewel? Rae Morris' laatste album staat in de 'etalage' van de database waar ik mijn muziek vandaan haal en het is de combinatie van de hoes en de titel. 'Someone Out There' associeer ik natuurlijk eerst met The Flirtations. Ik kan haar gezicht niet zien op de hoes, maar haar catsuit trekt meteen mijn aandacht. Ik heb het titelnummer gedraaid in 'Afterglow' van afgelopen donderdag en besluit ter plekke het hele album te kopen. Tijd om eens te onderzoeken wie deze Rae Morris nu eigenlijk is.

Om met de deur in huis te vallen: Nee, 'Someone Out There' is niet hetzelfde nummer als van The Flirtations. Wellicht nog eens een derde titel zoeken en dan kan het door voor de 'Eretitel' (en eerst 'Listen Carefully' natuurlijk!). Hoewel MTV in de vroege jaren negentig de grenzen van 'alternatief' behoorlijk heeft doen vervagen, bestaan voor mij eigenlijk maar twee kwalificaties in de popmuziek: Pop en alternatief. 'Pop' is voor mij muziek die voldoet aan alle heersende trends en dat gemaakt is om zich te scharen bij de groten op de hitparade. Soms draaft het een beetje door en wordt het té commercieel. Bij 'alternatief' is de populariteit op de hitparade duidelijk ondergeschikt. Er zitten zelfs 'afschrikwekkende' elementen in om het tot een succes te brengen in de jukebox van Sky Radio. Soms kom je een album tegen dat in een schemergebied zit tussen 'pop' en 'alternatief' en zo kom ik uit bij 'Someone Out There' van Rae Morris. Té commercieel voor VPRO's Luisterpaal en tevens té ongrijpbaar voor de 'hap-slik-weg-hitparade'. Het levert mijns inziens kleine parels op.

Het verhaal van Rae Morris vertelt het al een beetje. Qua commercie had het verhaal gepast dat Rae zich had opgegeven voor 'The X-Factor' of iets dergelijks of wellicht een goed bekeken Youtube-kanaal met covers zou hebben gehad. Het toont echter een verhaal van de andere kant. Het proces van zélf liedjes schrijven. Laten we Morris eens onder een vergrootglas leggen. Ik zit met mijn voet omhoog nadat ik bij een concert in Scharnegoutum keihard onderuit ben gegaan en mijn enkelband heb ingescheurd. Op dat moment, 2 september 1992, bevalt moeder Morris in het Engelse Blackpool van een gezonde dochter. Ze krijgt de naam Rachel Anne. Als vierjarige krijgt ze al pianolessen en haar vervolgonderwijs staat ook grotendeels in het teken van de muziek. Toch moeten er drankjes op de toog komen en zo werkt ze als serveerster in de kantine van Blackpool FC, de plaatselijke voetbalclub. Tijdens haar schooltijd begint ze met optredens in en rond Blackpool en zo komt ze in contact met Sean McGinty van BBC Radio Lancashire. Hij zorgt ervoor dat Morris een podium krijgt op een festival en dat resulteert weer in een publicatie-contract met Universal. Qua platenlabels heeft ze een ruime keuze en kiest uiteindelijk voor Atlantic. In tegenstelling tot andere platenlabels geeft Atlantic haar 'rust' om haar muziek uit te werken zoals zij dat wil.

Ze krijgt hulp van een andere singer-songwriter uit Blackpool, Karima Francis, met wie ze ook een relatie heeft voor twee jaar. Haar debuutalbum 'Unguarded' behandelt deze relatie en dat levert interessante observaties op. Het is namelijk de eerste keer dat Morris méér voelt voor iemand van hetzelfde geslacht. Francis brengt haar verder de kneepjes bij van het schrijven van liedjes. In de jaren 2012 tot en met 2014 brengt ze enkele EP's uit evenals singles waarvan de meesten uiteindelijk op haar debuutalbum terecht komen. In 2014 werkt ze samen met Clean Bandit op het nummer 'Up Again' en is ze te horen in 'Luna' van Bombay Bicycle Club. 'Unguarded' verschijnt in januari 2015 en even daarvoor is ze door de BBC getipt als 'the sound of 2015'. Dat gaat haar niet onaardig af want het debuut piekt op een negende plek in de albumlijsten. Ze is later in hetzelfde jaar veelvuldig op televisie te zien dankzij een reclame voor het modemerk Boohoo. Ook is haar liedje 'Love Again' daarin te horen. Ze doet mee op Sivu's 'The Nile' en doet een ronde langs de grote Engelse festivals waaronder Glastonbury.

Ze werkt al enige tijd nauw samen met Fryars, een elektronica-muzikant uit Londen die eveneens zijn composities heeft ondergebracht bij Universal. Hij krijgt een speciale rol toebedeeld op 'Someone Out There', het nieuwste album van Rae Morris. Het is haar eigen wens om het kleinood méér elektronisch te laten klinken. Ik moet zeggen: Met wisselend succes. Sommige nummers op het album zijn een beetje 'over the top' in mijn optiek en dat werkt evenmin op de hitparade. Op andere ogenblikken blijft ze lekker op afstand en schuift het meer richting de aanpak van Clean Bandit. Het titelnummer is daarvan een fraai voorbeeld. Het blaast me letterlijk omver als ik het voor de eerste keer helemaal draai in 'Afterglow'. Sterker nog: Het gaat over een paar uur op herhaling in 'Tuesday Night Music Club'. Het album is op 2 februari van dit jaar uitgebracht, ze heeft reeds drie singles van het album gehaald en dit heeft nog niet tot succes geleid. Vooralsnog zijn alleen 'Under The Shadows' (nummer 53) en 'Love Again' (nummer 83) bescheiden hits geweest in Engeland. Een singer-songwriter om sowieso in de gaten te houden!

maandag 19 februari 2018

Singles round-up: februari 1



Laat me allereerst beginnen met de huishoudelijke mededeling. Ik had komende vrijdag willen beginnen met de 'Weekplate', maar ik zie het niet zitten op dit moment. Nee, er is geen gebrek aan inspiratie voor de platen in de 'Weekplate' maar het wordt allemaal erg krap om het te combineren met andere rubrieken op Soul-xotica plus mijn andere dagelijkse beslommeringen. De zaterdagen worden ook steeds lastiger nu ik soms bijna vier uren achtereen radio maak. Een digitale show van vier uren is tot daar aan toe, maar vier uren vinylsingles draaien is echt vermoeiend. Ik heb gisteren voor de variatie eens helemaal niks gedaan en zo lig ik inmiddels stevig achter op schema. Dat komt deze week weer helemaal goed! Ik heb zaterdagmiddag de negentien singles van Mark opgehaald bij het postkantoor in Havelte en deze zaterdagavond, na de radioshow, even snel beluisterd. Ik ga ze straks, tijdens het schrijven, weer even opnieuw draaien om tot een definitief oordeel te kunnen over gaan. Negentien singles van Mark en eentje van Discogs, dat maakt samen twintig singles. Die ga ik in vier afleveringen behandelen. Ik begin vandaag met de eerste vijf singles van deze maand.

* Margie Alexander- Keep On Searching (US, Future Stars, 1974)
Ik hoor vanavond in de Northern Soul-radioshow van mijn Wolfman Radio-collega een plaatje van Luther Ingram dat me doet herinneren dat ik deze altijd nog eens moest kopen. Maar ja, daar blijft het dan voorlopig ook bij. De heruitgave van 'If It's All The Same To You Babe' is op iedere straathoek te krijgen, als je uit gaat van Ebay, Discogs en gespecialiseerde soul-dealers op het internet. De toon is al een paar jaar geleden ingezet, het zijn voornamelijk plaatjes uit de jaren zeventig die mijn soul-hart sneller doen kloppen en de overgang naar de jaren tachtig is reeds gevonden. Neemt niet weg dat ik nog steeds van pure Northern Soul kan genieten en evenzeer van soul-plaatjes uit de jaren zestig. De komende afleveringen van de 'Singles round-up' staan weer vrijwel in het teken van de jaren zeventig. De eerste in de alfabetische volgorde komt van Margie Alexander. De distributie van Future Stars is in handen van Truth Records, ook bekend als The Gospel Truth en onderdeel van Stax. Toch heeft deze single méér soul-geschiedenis in zich. Beide nummers zijn geschreven en geproduceerd door niemand minder dan Clarence Carter. 'Keep On Searching' is de officiële a-kant en is een fraaie 'deep soul'-oefening van Margie. 'Love Slave', de b-kant, is meer uptempo en toch gaat mijn voorkeur uit naar 'Keep On Searching'. Tijd om me eens iets meer te verdiepen in het werk van Clarence Carter, want deze single smaakt naar meer!

* Jean Battle- When A Woman Loves A Man (US, Red Lite, 1972)
Is het een cover van Percy Sledge waarbij de rollen zijn omgedraaid? Nee, het is een compleet ander nummer. Beide kanten zijn geschreven door de grote Sam Dees, zelf ook niet een onverdienstelijke artiest. Deze single van Jean Battle krijgt zelfs een Engelse release via Mojo, maar dat levert nog geen lovende recensie op in het 'Blues & Soul'-tijdschrift. Eigenlijk is 'Love Making' de a-kant, maar die sla ik zelf ook het liefste zo snel mogelijk over. Volgens de informatie van 'Blues & Soul' is deze single afkomstig van een nieuwe studio in het Amerikaanse Birmingham en probeert men op de a-kant een aanval te doen op Jean Knight's 'Mr. Big Stuff'. Dat hoor ik er niet in terug. Het is funky en 'sexy' bedoeld, maar ik vind Battle's stemgeluid beter uitkomen in de ballades. 'When A Woman' is niet de observatie van een vrouw die heimelijk verliefd is op een man, maar vooral het verhaal van hartzeer. Haar geliefde heeft de benen genomen maar ze is bereid hem voor alles te vergeven, zolang hij maar terugkomt bij haar. ,,Ze klinkt bij vlagen als Mavis Staples", schrijft 'Blues & Soul' en, ja, dat kan ik met hen eens zijn. Ik geef het echter nog wel een paar draaibeurten om te 'groeien'.

* Black Ivory- You Mean Everything To Me (US, Buddah, 1977)
Ik heb van deze groep sinds enkele jaren de single 'You & I' op het Today-label en dat is uitgegroeid tot een grote favoriet. Toch valt omstreeks 1974 het doek voor het label en Black Ivory heeft het guluk om in de 'business' te blijven. Er is in vijf jaar weinig veranderd in het geluid van Black Ivory. Deze single op Buddah klinkt hooguit iets mooier geproduceerd, maar verder blijft het zijdezacht en suikerzoet. Een echte 'floater' zoals ik ze momenteel graag mag horen.

* Pep Brown- Is It All Over (US, Polydor, 1973)
Als verzamelaar van Amerikaanse soul uit de jaren zestig en zeventig krijg je er onherroepelijk mee te maken: Styreen. Het is niet alleen goedkoper te produceren dan vinyl, maar eveneens goed te 'recyclen'. Mocht een single genadeloos floppen, dan kun je de platen weer vermalen en het plastic opnieuw gebruiken voor een andere plaat. Styreen zijn korrels die onder hoge temperaturen tot een plaat worden geperst. De groef ligt diep in de plaat en dat heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat de groef vrijwel altijd bespaard blijft van krassen, het nadeel is dat ze vatbaar zijn voor 'groove wear'. Er zijn enkele platenlabels 'berucht' en eentje daarvan is Polydor. Polydor-styreen uit de midden jaren zeventig kun je eenvoudig 'stuk' draaien, dat bewijst mijn exemplaar van The Jackson Sisters. Als ik deze bij Mark zie staan, slaat de twijfel toe en toch heb ik niet lang te beslissen. Okay, de plaat zit qua prijs aan het plafond van de Facebook-pagina van Mark, maar is zéér billijk te noemen. Maar toch... wat als het styreen is? De angst is ongegrond want de demo (met hetzelfde nummer in mono op de keerzijde) is op vinyl en dat kan tegen een stootje. Arthur Lee 'Pep' Brown is de naam van de boosdoener en 'Is It All Over' is een gewild plaatje in het 'deep soul'-genre. Wegens een cijfertje ('2') op de witte mono-kant gaat het plaatje voor een gereduceerd tarief en als deze zes uren later nóg niet is verkocht, haalt hij hem uit de handel. Ik heb dus niet lang te beslissen en hak de knoop binnen twee minuten door. Er zijn immers meerdere kapers op de kust! Het komt Brown heerlijk uit de tenen. Een potentiële Week Spot!

* The Drifters- Up In The Streets Of Harlem (US, Atlantic, 1966)
Ik had de intentie om de 'Singles round-up' in drie delen te doen, maar mijn ogen vallen bijna dicht en dus doe ik het in vier delen. Ik moet bekennen dat ik The Drifters véél te lang niet serieus heb genomen. Ik begin nu langzamerhand de parels te ontdekken die de groep in de loop der jaren heeft afgeleverd. Afgelopen jaar kwam 'The Outside World' in mijn verzameling wonen en nu is het tijd voor een andere single van The Drifters uit 1966. Niet zomaar een 'big city sound' op deze single, het handelt tekstueel zelfs over de grote stad en het verlangen dit oord te verlaten. Over invloedrijke schrijvers gesproken: Na Claren Carter en Sam Dees hebben we hier een nummer van Bert Berns waarbij Artie Butler tekent voor het arrangement. Ik vind hem eigenlijk beter dan 'The Outside World'! Ik ga nu echter de straat verlaten en een oord zoeken onder het dekbed.

vrijdag 16 februari 2018

Eretitel: 'Everlasting Love'



Wel publiceren? Niet publiceren? Ja, toch maar even iets van me laten horen! Vanmorgen ben ik gewekt door de postbode, maar deze is alweer verdwenen als ik de voordeur open. Hij heeft een kaartje in de brievenbus achtergelaten: Ik kan het pakket, waarvoor getekend moet worden, de volgende werkdag na 15.00 uur ophalen bij de dichtstbijzijnde post-vestiging. De volgende werkdag? Dat zou wel eens kunnen betekenen dat ik het pas dinsdag kan ophalen? Ik kijk even op de site van PostNL en deze vertelt me dat ik het morgenmiddag reeds kan afhalen. Dat betekent dat ik zeer binnenkort 'los kan' met de 'Singles round-up'. Bovendien heb ik nog altijd het plan om volgende week met de 'Weekplate' te beginnen en zal hiervoor sowieso een bericht moeten 'sparen' om ruimte te maken voor de Week Spot. De 'Eindstreep' kan desnoods nog wel begin maart. Ik zal het nog eens bekijken of ik het wel ga doen, want het wordt wel erg dringen. Hoe kan ik vandaag van me laten horen? Welnu, laat me eerst de 'Eretitel' eens doen. Ik heb op zichzelf inspiratie voor een 'Hier en nu' maar ga deze uitstellen totdat zeker is dat ik niet de 'Weekplate' ga doen. Nu eerst de 'Eretitel' met 'Everlasting Love'.

3. Howard Jones (1989)
Het is niet de laatste keer dat we Howard Jones treffen in de 'Eretitel'. Ik heb hem ook al in 'Listen Carefully' gehad met 'What Is Love' en het is tijdens die uitzending van 'Tuesday Night Music Club' als iemand in de chatroom herinneringen ophaalt aan het optreden dat hij heeft gezien van Howard Jones. ,,De eerste man met een synthesizer die erin slaagde in zijn eentje een onvergetelijke show neer te zetten", aldus de chatroom-bezoeker. Rond 1984 heeft menig 'serieuze' muziekliefhebber het moeilijk met het fenomeen Howard Jones. Diep in hun harten zijn ze dol op de synthipop van meneer Jones, alleen durft niemand ervoor uit te komen. Vele jaren later klinkt het respect uit de meest onverwachte hoeken. En terecht. Net zoals je hardop mag zeggen dat je de Madonna-hits uit de jaren tachtig het einde vindt, hoef je ook niet langer je liefde voor de popmuziek van Howard Jones onder stoelen of banken te steken. Ik moet de informatie even dubbel checken. Inderdaad, Howard Jones' 'Everlasting Love' komt écht uit 1989. Het klinkt echter precies als zijn werk uit 1984. Het is een plaatje waarvan ik goede luim krijg, maar dat vanavond toch tevreden moet zijn met een derde plek.

2. Vanessa Williams (2005)
Er zijn nogal wat liedjes die over een eeuwige liefde gaan. Waarom geen Andy Gibb in deze 'Eretitel'? Omdat deze 'An Everlasting Love' heet en volgens mij zijn er ook nog wel een paar liedjes met de titel 'Ever Lasting Love'. Ik ben erg streng voor mezelf als het komt tot 'Listen Carefully' en dit weerspiegelt zichzelf in de 'Eretitel': Alleen volledig identieke titels komen in aanmerking. Dan wordt de spoeling dunner en kom je uit bij... oh nee... niet Vanessa Williams? Ja, toch wel en ook nog op de tweede plek! Williams is in 2005 al een beetje een r&b-diva geworden als ze het album 'Everlasting Love' uitbrengt. Het titelstuk heeft de juiste 'vibe' voor mij vanavond en wint het dus van Howard Jones. Over de nummer 1 hoef ik namelijk geen seconde na te denken.

1. The Love Affair (1968)
,,Het origineel is beter", roep ik eens in het gezelschap van forumvrienden en krijg meteen de wind van voren. Terecht? Ja, natuurlijk! Je kan nog duizend keer een soul-liefhebber zijn en altijd voor obscuur willen gaan, maar The Love Affair is gewoon tien keer beter dan het origineel van Robert Knight. Keith Mansfield heeft iets gedaan met het arrangement: De blazers, de achtergrondzangeressen en de solide studio-band. Want... buiten de zanger om horen we op deze opname niemand van The Love Affair. Hoe capabel deze zijn, klinkt vooral op de b-kanten van de singles. Bij vlagen een beetje psychedelisch, maar als het tot 'beat' of 'pop' komt is het al snel een amateur-bandje. Bovendien maakt het intro, als ik het draai op de radio, me meteen aangenaam zeeziek. Dat stukje ademt Radio Veronica voor mij en ik heb niet voor niets de Norderney achter me als ik de radio-uitzendingen doe. Dit is de onbetwiste nummer 1 in deze 'Eretitel'.

Volgende week ga ik driemaal 'thuis' kijken. En eigenlijk ga ik dan ook 'opnieuw' naar huis. Ik doe 'Back Home' de eerste keer als 'Listen Carefully' in 'The Housewarming', een gelegenheidsuitzending op zaterdagavond als ik net in Uffelte woon. Een paar weken later doe ik hem alsnog op een dinsdag in 'Tuesday Night Music Club'. Het gevecht tussen 1 en 2 gaat plaatsvinden tussen twee bands en het is nu al spannend wie als winnaar uit de bus gaat komen!

woensdag 14 februari 2018

Het zilveren goud: februari 1993 deel I



Gwen Owens is vandaag in goede gezondheid gearriveerd van haar reis vanuit Canada. Als het goed is, heeft Mark maandag of gisteren de 'reserveringen' van de afgelopen maanden op de post gedaan en die verwacht ik (erg optimistisch) rond het weekend. Dat levert volgende week dus een flinke serie op van de 'Singles round-up'. Na een paar 'rustige' maanden begint 'Het zilveren goud' ook weer te groeien met het hoogtepunt in juni. Dan kunnen jullie een wekeijkse aflevering van 'Het zilveren goud' tegemoet zien zoals in oktober. Vijfentwintig jaar geleden koop ik 32 singles in deze maand en dat zou ook best in één bericht passen. Omdat het volgende maand alweer het dubbele is, begin ik de tweeëndertig nu al te 'splitsen'. Ik begin niet waar ik vorige maand ben opgehouden, maar grijp zestien midden uit het aanbod van februari. Ik koop namelijk de helft van de singles van deze maand op de vlooienmarkt in Sneek. Met een kleine herinnering aan dat fenomeen zou ik dan uitkomen op een bericht van normale lengte.

Hoelang is het geleden dat ik voor het laatst in de veemarkthal ben geweest? Ik denk dat ik weer uitkom bij het weekend dat al een paar keer ter sprake is gekomen. Het weekend van The Fall in Het Bolwerk en dezelfde tijd dat ik een cassettebandje opneem met onder andere Pearls Before Swine. De fancy fair van de Gereformeerde Kerk. In de jaren negentig kijk ik reikhalsend uit naar deze markt. De Hervormde Kerk heeft een markt in oktober maar daar zijn de platen niet veel soeps, de Gereformeerde Kerk lijkt te profiteren van de voorjaarsschoonmaak en daar kom ik steevast guldens tekort. Ik meen me te herinneren dat de veemarkthal in de jaren negentig op de nominatie heeft gestaan om gesloopt te worden. Daar kan ik niets over terug vinden, integendeel zelfs: Je kan nog zeer regelmatig terecht voor een vlooienmarkt en zal Beca (bekende naam voor mij) wel eens een jubileum op haar naam hebben staan. De tweewekelijkse vlooienmarkt is al in de jaren tachtig een begrip, een tijd dat kopen- en verkopen van tweedehands gebruiksvoorwerpen nog niet zo is ingeburgerd als nu. Mijn vroegste herinnering van de vlooienmarkt dateert van de vroege jaren tachtig. Met name mijn oudste broer koopt daar bergen platen omstreeks 1981 en zal aan het einde van de rit nooit meer dan vijf gulden kwijt zijn geweest. Voor de hele berg...

Ik weet niet meer hoe we er terecht komen, maar op een zeker moment gaan we met het hele gezin naar de vlooienmarkt. Het beeld dat meteen naar boven komt: De muffe geur (die ik nog steeds kan ophalen) en zoiets afgrijselijks als tweedehands knuffeldieren. Ik kan spontaan huilen als ik denk dat 'beer' hier ooit terecht zal komen en ik hoop maar op een pluche hemel. Muf, rare verkopers en tweedehands speelgoed. Dat is mijn eerste indruk van de vlooienmarkt. Tóch kan je er prima terecht voor platen en die hoef je per slot van rekening niet te ruiken of te likken. De geur is door de jaren heen altijd gebleven, ook al gooit de frituur nog een extra reuksensatie in de strijd. Vanaf de zomer van 1989 is het één van mijn favoriete uitstapjes. Geld vooraf tellen, drie gulden voor de entree en de rest mag besteed worden aan het zwarte vinyl. In de eerste maanden van 1993 is het even helemaal feest. Ik geloof dat ik de vrijdag vóór deze vlooienmarkt mijn laatste werkdag heb gehad op de zuivelfabriek, maar ik zit nog altijd royaal in het geld. Ik doe vooral 'boodschappen' bij een handelaar die al twee jaar met zijn bak platen loopt te leuren. Ik sla hem meestal over omdat ik de platen een beetje onder mijn norm zitten. Niet qua muziek, maar wel in de behandeling. De bak zit namelijk tjokvol singles zonder hoesjes. De meeste exemplaren heb ik een kwart eeuw later al eens vervangen.

1063 Lady Of The Night-Ben Cramer (NL, Omega, 1970)
1064 La La La-Massiel (NL, Philips, 1968)
1065 The Weight-Aretha Franklin (NL, Atlantic, 1969)
1066 Hello Hurray-Alice Cooper (NL, Warner Bros., 1973)

Nogmaals, deze aflevering sluit niet aan op die van januari. De titels 1052 tot en met 1062 en vervolgens 1079 tot en met 1084 komen volgende week aan bod. 1063 tot en met 1078 zijn de singles die ik deze zaterdag koop op de vlooienmarkt in Sneek. Ik begin met de handelaar met de 'hoesloze' singles. Een gulden per stuk is nogal aan de prijs voor platen die in sommige gevallen niet te draaien zijn. Massiel heb ik van de bovenstaande vier later eens beter gekocht met fotohoes en volgens mij heb ik Alice Cooper ook wel dubbel. Ben Cramer is in 1993 een verrassing voor mij. Een grotesk nummer met een opvallende naam als de producent. Niemand minder dan Richard Gottehrer is hiervoor verantwoordelijk, dezelfde man die later Blondie produceert en een lange staat van dienst heeft. Hoe het komt dat Gottehrer twee Ben Cramer-singles heeft geproduceerd, is iets waar ik binnenkort nog wel eens wil induiken.

1067 Cum On Feel The Noize-Slade (NL, Polydor, 1973)
1068 Tonight Today-Dozy, Beaky, Mick & Tich (NL, Fontana, 1969)
1069 The Boxer-Simon & Garfunkel (NL, CBS, 1969)
1070 Because I Love-Majority One (NL, Pink Elephant, 1972)

De laatste is onlangs nog aan bod gekomen in 'Raddraaien'. Het kost me een paar pogingen om uiteindelijk de plaat in een uitmuntende staat te bemachtigen. Deze eerste is een drama. Slade heb ik sowieso dubbel, Simon & Garfunkel is een twijfelgeval maar die draai ik sowieso nooit van single. Dozy, Beaky, Mick & Tich heeft wel een paar 'upgrades' gekregen door de jaren heen. Ik heb dit exemplaar uit 1993 een hele tijd gehouden maar er is eens door een onhandig ongelukje een hoek uit geslagen. Dan móet ik op zoek naar een vervangende single en die vind ik ter overvloede!

1071 Sultana-Titanic (NL, CBS, 1971)
1072 Dance Cleopatra-Prince Buster (NL, Blue Elephant, 1972)
1073 Let's Dance/Ay No Digas-Chris Montez (NL, CBS, 1981)
1074 Just When I Needed You Most-Randy Vanwarmer (NL, Bearsville, 1979)

De eerste twee zijn de laatsten uit de bak met de 'hoesloze' singles. Prince Buster heb ik nog altijd zoals ik die in 1993 heb gekocht, Titanic is in de loop der jaren vervangen door eentje met fotohoes. De single van Chris Montez komt uit de Nederlandse 'Do You Remember'-serie van CBS. Als ik me niet vergis is 'Let's Dance' een nieuwe opname en dateert waarschijnlijk van dezelfde tijd als de hit 'Ay No Digas'. Ook Randy Vanwarmer heb ik met het fotohoesje. Wie kent het supermarktketen A&O nog? De eerste eigenaar (m/v) van Randy Vanwarmer heeft een nummer geschreven op een prijssticker van deze winkel. Over vergane glorie gesproken...

1075 Screaming Night Hog-Steppenwolf (NL, Stateside, 1970)
1076 What's New Pussycat-Tom Jones (NL, Decca, 1965)
1077 Mary's Mamma-Drama (NL, Philips, 1972)
1078 Where Have I Been Wrong-The Cats (NL, Imperial, 1970)

Bij nader inzien denk ik dat 1078 nog uit de bak van de 'hoesloze' platen komt maar omdat deze nauwelijks te draaien is, schrijf ik hem pas op het laatst in. Bakvulling? Een paar jaar later heb ik een gaaf exemplaar met fotohoes op de kop getikt. Geen fotohoesjes bij bovenstaande. Erg jammer, vooral als ik kijk naar het hoesje van Steppenwolf dat ik op 45cat heb gevonden. Tom Jones zou nog eens een 'upgrade' verdienen en dan bij voorkeur mét fotohoes. Volgende week de overige zestien van februari 1993.

dinsdag 13 februari 2018

Classic Week Spot: Gayle McCormick



Qua omvang is het een 'heavy' project, maar tot dusver eentje die me erg veel genoegen heeft gegeven. In plaats van alleen maar informatie te delen over de artiesten, kan ik middels de label-specials in 'Do The 45' nu wat huiswerk doen naar platenmaatschappijen. Het stelt me soms in staat een artiest een tweede Week Spot te gunnen en bij de tweede eens wat dieper in te gaan op het platenlabel. Afgelopen vrijdag heb ik de 'Eretitel' gepubliceerd met 'Baby It's You' als stralend middelpunt. De nummer twee is daar van (A Group Called) Smith en ik schrijf daar dat het een jaar geleden moet zijn sinds het overlijden van Gayle McCormick. Het blijkt al twee jaar geleden en nu daagt me iets dat ik dit wél heb gelezen. In 2016 ben ik echter even 'verwend' met overleden en zie dan geen reden om McCormick verder in het zonnetje te zetten. Schandalig maar waar. Nu ga ik komende zaterdag de singles draaien waarvan het platenlabel met een 'D' begint en plotseling kan ik McCormick alsnog haar bericht gunnen. Ik heb namelijk de Amerikaanse persing van 'It's A Cryin' Shame' en deze is in 1971 uitgebracht op het Dunhill-label. Bovema maakt niet van ieder label een apart etiket en zo verschijnen de meeste ABC- en Dunhill-platen in 1971 als Probe.

Er komt geen streepje ironie aan te pas om vast te stellen dat Steenwijk achteruit hobbelt qua winkelaanbod. Zelfs op zaterdagmorgen is de Woldpromenade uitgestorven en gezien het aantal dichte panden is enerzijds geen wonder. Anderzijds is het de doorgangsroute vanaf het royale pakeerterrein op het Steenwijkerdiep en dus zou je het iets drukker mogen verwachten. Veel zaken hebben de afgelopen jaren de deur gesloten en in andere panden hebben vervolgens alweer vijf andere winkels gezeten. Er zijn echter 'volhouders' en Groenendijk is daar eentje van! Een antiquariaat in de hoofdstraat, hoe is het mogelijk? Groenendijk heeft een fraai assortiment nieuwe boeken, doet nog iets in new age-cd's en koopt en verkoopt ook tweedehands cd's. Op zaterdag gaat de vinyl-afdeling open. Ik kom tijdens mijn verblijf in Steenwijk een paar keer in de platenwinkel en doe steeds flink 'boodschappen'. De elpees zijn individueel geprijsd en ik doe een paar mooie 'koopjes'. Op een zeker moment staat het solo-debuut van Gayle McCormick in de bak voor drie euro. Ik wil eerst zeker weten of het iets is en dus vraag ik middels een muziekforum om een opname van 'It's A Cryin' Shame'. Ik weet het niet... De plaat blijft in Steenwijk liggen en ik blijf gemengde gevoelens houden. Wellicht toch een beetje teveel country? Nu ik naar het platenlabel kijk, kan ik het begrijpen. De heren Lambert en Potter schrijven een aantal nummers in de vroege jaren zeventig die nét wel, nét niet zijn. Denk bijvoorbeeld aan 'Don't Pull Your Love' van Hamilton, Joe Frank & Reynolds. In een goede bui noem ik het '70s Soul', maar de plaat blijft desondanks in de jaren zeventig-bak. In 2013 zie ik de single bij een grote Engelse Northern Soul-dealer en dat overtuigt me. Ik koop de plaat en het staat inmiddels dus vijf jaar in de Blauwe Bak. Het verhaaltje over Smith brengt me ertoe om het nu eindelijk eens de Week Spot te maken.

Gayle wordt op 26 november 1948 geboren in St. Louis in de staat Missouri. Haar eerste optredens zijn met The Suburb Choir, een 150-koppig koor dat jaarlijks optreedt met The St. Louis Symphony. McCormick neemt hier de hoge sopraan voor haar rekening. Toch luistert ze in haar vrije tijd liever naar zangeressen als Etta James en Tina Turner en bouwt middels hun liedjes aan een loopbaan als een blues-zangeres. In 1967 sluit ze zich aan bij Steve Cummings & The Klassmen en neemt een single met hen op. 'Without You' is in 1967 een lokale hit in Missouri. Ruim vijftien jaar voordat Morrissey met zijn companen van zich doet spreken, heeft The Smiths al een single gemaakt in Amerika. 'Now I Taste The Tears' is geschreven door Buzz Clifford van 'Baby Sittin' Boogie', maar staat haaks op zijn grote hit. Het nummer is zonder meer 'donker' te noemen. Zelf heb ik 'Tears' in de uitvoering van het Engelse Fearns Brass Foundry. De Amerikaanse Smiths heeft geen succes met de plaat en pas hierna komt Gayle McCormick in het vizier. De groep, ingekort tot Smith, wordt in een club ontdekt door Del Shannon en hij produceert de eerste single van Smith. Het is een dramatische cover van 'Baby It's You' en verkoopt uiteindelijk beter dan The Shirelles en The Beatles. Tussen juli en oktober 1969 worden maar liefst een miljoen exemplaren verkocht van de single. Het is jammer dat ik het moet zeggen, maar Smith is verder toch vooral een 'one trick pony'. Het doet hoofdzakelijk covers van blues- en soul-nummers met McCormick als stralend middelpunt. De opvolgers doen stukken minder en na twee albums is het afgelopen voor Smith. Doordat Capitol, de platenmaatschappij van The Band, dwars ligt bij de samenstelling van de soundtrack voor 'Easy Rider' wordt de Smith-versie van 'The Weight' op het album gezet terwijl The Band in de film is te horen.

McCormick start in 1971 een solo-carrière en scoort bescheiden in Amerika met 'It's A Cryin' Shame'. Het piekt op een 44e plek in de Billboard Hot 100. Bovema brengt de single in Nederland op de markt en hier is de Tipparade het hoogst haalbare. Is het een kwestie van gevoel? Er zijn een aantal Lambert/Potter-composities, met name één latere single van Hamilton, Joe Frank & Reynolds, welke inmiddels hoog staat aangeschreven in de Engelse soul-scene. Hoe je het ook wendt of keert, het blijft een soort van 'blue-eyed soul' waar het krachtige en stoere stemgeluid van Gayle dit voor mij de juiste 'funk' geeft. Het blijft onverminderd een twijfelgeval. Na een paar matig verkochte elpees horen we Gayle voor het laatst in 1976 op een elpee van Waylon Jennings. In 2015 wordt ze opgenomen in het ziekenhuis met griep, maar alras blijkt de kanker bezit te hebben genomen van haar lichaam. Ze heeft met name een tumor in de longen welke ze nog niet eerder had opgemerkt. Op 1 maart 2016 overlijdt McCormick. Ze is dan pas 67 jaar oud.