dinsdag 31 mei 2016

Eindstreep: mei 2016



Even denk ik dat ik met het schaamrood op de kaken de 'Eindstreep' moet doen, maar het valt achteraf gezien mee? Ik denk lange tijd dat ik april ben voorbij gestreefd in de zin van singles-aankopen, maar nee... ik ben onder de vorige maand gebleven. Slechts twintig singles verschil, dat dan weer wel. Zal ik maar niet gaan zeggen dat juni een 'zuinige' maand gaat worden? Dat strookt namelijk niet met de plannen voor morgen. Ik heb morgenochtend om negen uur een werkoverleg in Meppel en kan daarna 'tijd doden' tot drie uur. Op en neer naar Uffelte is geen optie en dus heb ik het plan een paar kringloopzaken in Zwartewaterland op te zoeken. Het zal prima fietsweer zijn volgens de regionale weerboeren. Op dit moment is nog één single 'onderweg'. Ofwel... daar heb ik me gisteren erg over opgewonden. Ik heb weken geleden verhuisservice aangevraagd. Dit is op 10 mei in gegaan. Ik weet dat er instanties zijn die nog niet van mijn verhuizing af weten en dus verwacht ik doorgestuurde post. Eén Discogs-aankoop is per ongeluk naar Nijeveen gestuurd omdat ik mijn Discogs-adres niet had aangepast. Ook die is, twee weken later, nog niet binnen. Het lijkt erop alsof het niet aan de lokale postbode is doorgegeven en dat mijn post nog altijd in Nijeveen wordt bezorgd. Donderdagmiddag ga ik nog eenmaal terug naar Nijeveen om de post te halen, PostNL heeft beterschap beloofd. Ik verwacht dan ook de Cookin' On 3 Burners daar aan te treffen. Ik heb deze dus niet opgenomen in de huidige 'Eindstreep', welke een verrassing is ten opzichte van eerdere edities.

Ik kan erg tevreden terug kijken op de eerste volle maand in Uffelte en dat heeft zijn weerslag in de singles. Het rondkijken voor spulletjes in huis brengt me bijvoorbeeld bij De Kring in Meppel en op fietstochten komen we ook langs mooie gelegenheden. De gele bak is andermaal de winnaar deze maand. In totaal koop ik in mei 81 singles tegenover 102 in april. Daarvan zijn zeventien 'dubbel' of ter vervanging. In april zijn dat maar liefst 28 singles. Met Cookin' On 3 Burners erbij kom ik op 30 Blauwe Bak-aanwinsten (inclusief vervangend exemplaar voor 'Fire' van The Ohio Players). In april is dat slechts eentje meer. Percentueel wint de Blauwe Bak dan toch nog ten opzichte van april? De nummer 1 noem ik al een 'kanshebber' in de betreffende 'Singles round-up' en ik kan ook niet anders concluderen dat dit de nummer 1 moet zijn van mei 2016. De sfeer van de plaat beschrijft precies hoe ik me de eerste maand in Uffelte ga herinneren. Dit moest de top tien worden.

1. Attention To Me-The Nolans

2. Pied Piper-Bob & Marcia

3. Take Hold Of God's Hand-The Psalms Of Joy

4. Stay Away From Me-Major Lance

5. Could It Be I'm Falling In Love-The Spinners

6. I Can't Take It Anymore-The Persians

7. Lead Me On-Pearly Gates

8. Sunny-Sam Baker

9. Glad I Knew Better-Howard Tate

10. Why Not Me-The Judds

Week Spot: Davy Jones



Juni is kwalijk een half uur oud of...? Ik heb zojuist de eerste single van de nieuwe maand besteld. Dat heeft veel met de Week Spot van doen. Ik heb het idee gehad om 'Land Of Love' van Moon People de eer te geven. Eigenlijk een beetje 'surrogaat' omdat 'Hippy Skippy Moon Strut (Opus One)' de kennismaking is met Moon People en hoog op mijn verlanglijstje staat, maar dat de prijzen me een beetje uit de pan rijzen. Ik doe mijn huiswerk en richt me daarbij ook op 'Hippy Skippy Moon Strut' omdat hier nogal een verhaal in zit. Zo kom ik op een zeker moment bij een vroegere uitvoering van het nummer als 'Happy Soul' van Dave Cortez & Moon People. Eigenlijk nog net even leuker dan 'Hippy' en bovendien vorig jaar opnieuw uitgegeven en dus voor een 'vriendelijke' prijs te bemachtigen. 'Happy Soul' gaat dus waarschijnlijk binnenkort de Week Spot worden en dan wil ik mijn pijlen richten op een artiest waarover he-le-maal niets is te vinden. Tot ongeveer zes weken geleden, want toen heeft een collega-blogger een verhaal gepubliceerd. En niet zomaar een verhaal, hier is sprake van een schatkamer aan informatie! Een mooie gelegenheid om een collega-blogger aan te prijzen en tegelijk Davy Jones de Week Spot te gunnen met zijn 'You Go Your Way' (1967).

De online-Nederpop-encyclopedie noemt alleen maar de naam en de single 'How Can I Forget', maar ook forumvriend Karel van NLdiscografie.nl heeft slechts summiere informatie over Davy Jones. Ik begin de hoop op te geven en typ op Google de woorden 'Davy Jones Nederlandse zanger' in en... beland op Wikipedia. Volgens mij bestond die pagina twee maanden geleden nog niet. In de bronvermelding wordt dan het blogbericht genoemd waarin ik me vanmiddag heb verdronken. Omdat de schrijver van het blog zélf ook aan bronvermelding doet (en dat kan ik ten zeerste waarderen!), zal ik zijn voorbeeld volgen: platenkoffer.wordpress.com is het adres. Op 16 april van dit jaar heeft de schrijver, Rieks Korte, een uitgebreide geschiedenis van Davy Jones gepubliceerd inclusief een omvangrijke discografie. Voor wie écht alles wil weten over Davy Jones, zoek 'platenkoffer' op. Of... tot zover 'alles' bekend is over Jones. Het is een merkwaardig fenomeen uit de Nederbeat, om het zachtjes uit te drukken.

Davy wordt op 4 mei 1944 geboren in West-Indië, maar verhuist op jonge leeftijd met zijn ouders naar Canada. In de late jaren vijftig strijkt het gezin neer in New York waar de jonge Davy al gauw zijn strot opzet in lokale gospelkoren. Jones wil graag verder in de muziek en dans, maar zijn vader verdient niet genoeg om een opleiding in die richting te bekostigen. Echter, in 1958 heeft vader Jones een ongeval op het werk dat hem blijvend invalide maakt. Hiermee krijgt hij een groot geldbedrag uitgekeerd en het gezin Jones verhuist naar Engeland. Daar wordt Davy voor het eerst opgemerkt door Bill Shepherd van de BBC Singers en dankzij hem tekent Davy in 1960 een contract bij Pye. Er volgen een aantal singles, maar er ligt geen succes in het verschiet voor Jones. Wel laat hij zich verleiden om het eens in Duitsland te proberen. Daar wordt Jones regelmatig begeleid door The Beat Brothers, ook bekend als The Beatles. Bewijs? Korte heeft een foto bovenaan zijn artikel waarop Jones is te zien met de Fab Four. Hij treedt in die tijd op met verschillende bezettingen, wat dat betreft neem ik mijn pet af voor het huiswerk dat Korte heeft verricht voor dit artikel. Het is niet alleen de eerste publicatie over de Europese jaren van Davy Jones, maar ook eentje die nog jaren overeind zal staan als de meest volledige!

Ik spoel de band even vooruit. Eind 1966 komt Jones al eens naar Nederland om voor de televisie op te treden. Hij besluit dan ook om het een tijdje te proberen vanuit Amsterdam. John Van Setten wordt zijn zakenbehartiger en hierdoor komt Jones in contact met ons aller Willem Duys. Duys is in 1965 met het klassieke platenlabel Iramac begonnen en richt in 1966 Relax op voor de 'lichte muziek'. Hij is onder de indruk van een tv-optreden waar Annet Hesterman wordt begeleid door Short'66 en wil de band op zijn nieuwe label hebben. John Van Setten is kort en bondig: Duys mag Short'66 aan zijn label toevoegen als hij óók The Outsiders onder contract neemt. Dat zal de Duys geen windeieren leggen, want The Outsiders zorgen voor topsuccessen op het label. Duys is meteen onder de indruk van de zangcapaciteiten van Jones en bovendien imponeert Jones hem met de 'grote namen' waarmee hij heeft gemusiceerd. 'You Go Your Way' is de eerste Nederlandse plaat voor Jones en de eerste die onder zijn eigen naam wordt uitgebracht. Het bereikt een 33e plek in de Top 40, ook al beweren boze tongen dat John Van Setten de plaat de hitlijst zou hebben 'in gekocht'. Op zichzelf geen raar gegeven, want er zijn meerdere voorbeelden voor handen waarbij het nationale product een plekje in de Top 40 werd gegund.

Jones wordt op deze single begeleid door The Clungels, een beatband welke eerder singles heeft gemaakt op Artone. Het is feitelijk 'Most Likely, You Go Your Way And I'll Go Mine' van Bob Dylan, maar dan verpakt in een stampend rhythm & blues-ritme met aantrekkelijke blazers. Het brengt Jones even in de schijnwerpers, maar toch is het succes minimaal vergeleken met andere Nederbeat-acts. Ook omdat hij geen vervolg weet te geven aan het hit-succes gaat het snel bergafwaarts. Hoewel in januari 1967 al een Tipparade blijkt te bestaan, wordt deze lijst pas vanaf 15 juli 1967 écht gehanteerd. 'How Can I Forget' staat kortstondig in die eerste Tipparades van juli 1967. Een jaar later verschijnt op Philips de single 'Sookie Sookie' met 'Sophisticated Sissy' op de keerzijde. Hier klinkt Jones opeens veel meer Stax dan op zijn platen uit 1967. Ik heb deze single ook al jaren in de koffers. Het heeft een tijdje in de Blauwe Bak gestaan, maar inmiddels veroordeeld tot de 'gewone' jaren zestig-bak. Kort daarop vertrekt Jones naar Frankrijk om met Janko Nilovic te gaan werken. Op die manier verschijnen in 1969 een paar singles met 'juju' en 'voodoo' als thematiek. Ik heb zelf de single 'Voodoo Ju Ju Obsession' als The Spirit Of Voodoo, welke ik nooit heb 'begrepen', maar die van Jones nóg meer een cultheld maken als dat het ooit is geweest. Het is opeens ook minder vreemd dat ik 'You Go Your Way' uit Frankrijk heb gehaald.

Echt... lieve mensen... ik ga het hierbij houden, maar ik doe het bericht waar ik veel van de informatie vandaan heb gehaald absoluut geen recht toe met zo'n 'afgerafeld' stuk. Het is immers ook voor het eerst in maanden dat ik weer eens beschik over een schatkamer bij het schrijven van de Week Spot en zo vaak gebeurt dat niet. Straks ga ik de maand afsluiten met de 'Eindstreep'.

zondag 29 mei 2016

buiten leven



Gisteren heb ik ongemerkt gevierd dat ik een maand in Uffelte woon. Dat betekent eveneens dat ik eenenveertig-en-een-maand ben, want ik de nacht van mijn verjaardag is de eerste primitieve nacht in Uffelte. Ik krijg regelmatig complimenten van mensen uit mijn omgeving en zelf voel ik het ook: Uffelte heeft een positieve uitwerking op mij. Dat is ook niet vreemd als je bekijkt uit welke 'rotzooi' ik kom qua woning. Uffelte loont de moeite van het bijhouden, Nijeveen bleef een vochtig en tochtig hol wat je er ook mee deed. Het eindeloze uitstel van de woningstichting droeg ook niet bij in het enthousiasme. Nu Nijeveen definitief is afgesloten en ik, boven verwachting, zelfs nog een laatste gedeelte verhuisvergoeding krijg, hoef ik niet langer achterom te kijken. Eén opvallende 'verandering' ten opzichte van eerdere jaren: Ik ben dichterbij de natuur gekomen. 's Ochtends stap ik als eerste naar buiten, in de achtertuin, en word meteen begroet door de vogels. Ik heb ook al een paar keer op een ochtend om vijf uur buiten gestaan als de vogels ontwaken. Dit zijn dingen die ik niet ken, maar waar ik nu evenmin meer buiten zou kunnen. Dan is tenslotte nog de ligfiets. Eerder nam ik altijd een mp3-stick en koptelefoon mee als ik uit fietsen ging. Ik hield mezelf voor dat ik niet vooruit kwam zonder muziek. Op de ligfiets is een koptelefoon verre van praktisch en het hoeft ook niet. Ik geniet van de natuur en het contact met de andere fietsers, want even anoniem een blokje om lukt nu eenmaal niet met het rode gevaar...

Ik luister al lang niet meer naar het KNMI, tegenwoordig raadpleeg ik de buienradar voor plaatselijke vooruitzichten. Gisteren zag het er niet goed uit: Regen, regen en nog eens regen. Vanochtend vroeg vertelde de website me dat het de hele dag droog zou zijn. Ook een beetje euforisch. Tenslotte heb ik vanmiddag gekeken en, ach, een enkele buitje. Ik ben dus op de fiets gaan liggen. Ik heb een 'los' doel. De wind is noordoost en als ik eerst tegenwind wil hebben, zal ik richting Assen moeten. Toch ben ik ook ontzettend benieuwd wáár die afslag naar Assen is geweest op de Saksenroute. Kisten in plaats van sandalen, lange broek en toch maar de jas erover heen. Ik ben zeker op het eerste stuk 'overdressed', want bij stilstand voel ik mijn t-shirt plakken. De foto is een bos nabij Smilde, hier geniet ik van koffie en chocolade. Ik volg het fietsroutenetwerk tot in Assen en dat wil me door de winkelstraat hebben. Vooruit dan maar. Gelukkig hoef ik niet langs het muziekpodium, want het is feest in het centrum van Assen. Het 'punt' is razendsnel gevonden: Het is vlak voor de kern van Balloo. Ik herinner me dat ik hier te maken heb met achterop komende auto's en dat ik toen wellicht niet heb rondgekeken voor deze afslag. Ook zie ik dat het vanaf deze kant verwijst naar het station en dat heb ik in oktober weer niet gezien. De Balloohoeve zit nog immer op het hoekje. Ik ben voor de avondmaaltijd rijst nodig en dat wordt verkocht in de boerderijwinkel, biologisch spul uit Italië en drie euro voor een zak waar ik normaal minder dan een euro voor betaal. Ook schuif ik aan voor koffie met appeltaart. Als ik weer opstap, valt de eerste regen. Tot mijn verbazing ben ik zomaar in Rolde. Hier heb ik drie weken geleden nog op een bankje gezeten en heb toen gewenst dat Assen erg dicht in de buurt zou zijn. Ik volg de Saksenroute tot halverwege Rolde en Gieten en sla dan af naar Grollo. Het is immers een beetje een 'droomroute'.

Ik laat café Hofsteenge en het Cuby-museum links liggen. Het regent op dat moment even 'serieus' en dus laat ik Harry Muskee ook even voor wat het is. Dan is het zoeken naar dat leuke fietspad naar het voormalige kamp Westerbork. Dat vind ik vrij snel en bijna in Westerbork klaart het op. Anders fiets je over het terrein van het voormalige kamp, maar nu loopt het fietspad erom heen. Beetje jammer, maar begrijpelijk. Als het druk is met toeristen is het gevaarlijk om daar te fietsen. Hooghalen is de kortste klap, maar... ik heb nóg een wens: Ik wil over Dwingeloo. Ik pak een stuk Hijkerveld mee en ga dan zuidelijk op Dwingeloo aan. Bijna thuis in Uffelte gaat het weer spetteren, maar dat boeit me opeens niet meer. Moe maar voldaan geniet ik van de Italiaanse bio-rijst met Chinese kip-kerrie. Totaal heb ik vandaag 116 kilometer op de klok gezet en daarmee gaan we morgen over de 1400 kilometer (sinds 8 april).

zaterdag 28 mei 2016

Singles round-up: mei 8



'Time flies when you're having fun'? Het is vanavond erg rustig in de chat van Wolfman Radio en daar is een eenvoudige verklaring voor. We hebben veel chatroom-gasten uit Tiverton en omgeving en deze zijn bij een Specialized-avond. Ik blijf dus 'even hangen' als mijn collega om 1 uur het stokje van mij overneemt en heb helemaal niet in de gaten dat hij in 'extra tijd' zit als hij om kwart voor vier de stekker eruit trekt. Intussen heb ik de jaren zestig-bakken aangevuld en 'afgeroomd' op 135 singles per bak. Morgen maak ik een begin met de jaren zeventig en wellicht ben ik over een paar weken klaar voor een volgende ronde 'Raddraaien'. De plannen voor een extra Northern Soul-koffer is van de baan. Ik ben gisteravond erg rigoreus te werk gegaan en heb een hele zooi titels uit de reserve-Blauwe Bak gegooid. Van de huidige 'Singles round-up' zitten ze er allemaal nog in, maar als ik ooit weer in zo'n bui ben? Vandaag het laatste deel van de 'Singles round-up' van de maand mei, dinsdag mag ik wederom beslissen welke tien het meest favoriet zijn.

* Peaches & Herb- Two Little Kids (NL, CBS, 1967)
Tot mijn grote verbazing heeft Peter van Singlehoesjes.nl deze niet staan en dus moet ik genoegen nemen met een 'mindere' illustratie. Peaches & Herb heeft in eerste instantie een nare bijsmaak door het zoetsappige 'Reunited', maar ik ben hun jaren zestig-werk meer en meer gaan waarderen. 'Two Little Kids' komt uit de pen van Eugene Record en Barbara Acklin en is een buitengewoon lekker Northern Soul-stampertje. Dezelfde stijl als 'Need Your Love So Desperately' dat reeds een grote hit is in de Northern Soul. Toch vind ik Peaches & Herb het beste op hun plek in een dramatische ballade en wat dat betreft is het op de b-kant smullen geblazen. Een hele echte 'double-sider' en erg fraai met Nederlandse fotohoes.

* Pearly Gates- Lead Me On (US, SPT Gospel, 1974)
'Gij zult niet stelen'. Dit gebod is de heren van Pearly Gates even ontschoten als ze dit op de plaat zetten. In plaats van krediet te geven aan de oorspronkelijke schrijvers, eist de leadzanger het nummer op als 'zijn' compositie. 'Lead Me On' is niets anders dan een krakkemikkig uitgevoerde 'Rock Your Baby' van George McCrae, maar dan opgedragen aan de Heer. Nee, het is niet extreem goed, maar het is wel een ontzettend leuke 'novelty' en dat is de reden waarom ik de 'stevige' portemonnee trek voor een single die verre van nieuwstaat is.

* The Persians- Detour (US, GWP's Grapevine, 1970)
Een plaat welke je niet zelden in deze staat treft. De meeste exemplaren komen uit de koffers van Northern Soul-dj's en worden ontsierd door een bak 'feedback', want daar is het styreen uiterst gevoelig voor. Het exemplaar van 45toeren is gewoon helemaal nieuw. 'Detour' heet de officiële a-kant en heeft een crossover-gevoel. 'I Can't Take It Anymore' op de b-kant is meer rechttoe rechtaan Northern Soul. Hoewel ik steeds minder moet hebben van dat laatste, twijfel ik erg sterk aan welke kant mijn favoriet is. Ik vind ze eigenlijk beide steengoed.

* Psalms Of Joy- Take Hold Of God's Hand (US, Memorial, 1973)
De laatste gospel uit Engeland, hoewel 45toeren mij ook eentje heeft geleverd die dadelijk aan bod komt. 'Guitar-driven 1970s gospel' wordt het beschreven door Rarenorthernsoul en, ja, die gitaar maakt het juist zo aanstekelijk. Daarnaast maken de Psalmen er ook vocaal een feestje van. Ik ben in eerste instantie niet heel zeker over deze plaat, maar hij is de afgelopen week echt gaan groeien bij mij.

* O.C. Smith- Living Without Your Love (US, Shady Brook, 1979)
Ach, voor vijftig cent mag je best eens gokken. Het resultaat? Als het een fruitautomaat is, heb ik geen 200 punten, maar krijg 8 punten bij inworp van de vijftig cent. Je kan gaan gokken met die 8 punten, maar je kan het ook laten uitkeren en in je zak stoppen. Dat laatste doe ik ook met O.C. Smith. De man heeft best goed spul uitgebracht in de loop der jaren en dit is ook niet enorm slecht, maar toch kan het me niet echt boeien. Nu nog in de reserve-Blauwe Bak, maar wellicht over een paar maanden in de 'gewone' jaren zeventig-bak.

* The Staple Singers- Hammer And Nails (NL, Riverside, 1962)
De database van 45cat heeft deze niet in de Nederlandse uitdossing en toch vermoed ik bij de kleur van het label dat deze omstreeks 1966 is uitgebracht. Het is de lichtere blauwe kleur welke rond 1965-66 voor Fontana wordt gebruikt. United Artists, ook van Philips omstreeks 1962, gebruikt deze kleur al wel. 'Hammer And Nails' is jaren later opnieuw opgenomen door The Staple Singers, maar dit is toch echt de originele uitvoering. Hier horen we een vrij jonge Mavis Staples en kunnen we concluderen dat haar stem in de loop der jaren nooit is veranderd. Op de b-kant staat het eveneens klassieke 'Gloryland', maar zelf ga ik toch voor 'Hammer And Nails'. Het zit in de gospel-koffer, maar eigenlijk is het té populair voor die rubriek.

* Howard Tate- Glad I Knew Better (US, Verve, 1967)
De controleur van 45toeren is een geweldige pietlut en daar kun je als dj je voordeel mee doen. Deze single wordt bijvoorbeeld niet hoog ingeschat, maar dat heeft dan voornamelijk te maken met het ponsgaatje in het label. Totaal niet interessant want het styreen is 'schoon' en zo scoor je voor een paar euro een perfecte 'double-sider'. Ik geef de voorkeur aan het meer uptempo 'Glad I Knew Better', maar 'Get It While You Can' is tevens de moeite waard. De laatste is een prachtige ballade uit de pen van Jerry Ragavoy en die naam verkoopt zichzelf.

vrijdag 27 mei 2016

Singles round-up: mei 7



De 'Duitse' single is vanmiddag gearriveerd en kan meteen mee in dit eerste deel. Nu is het enkel nog wachten op de 'Engelse', maar omdat ik al geruime tijd geen post uit Nijeveen heb ontvangen, denk ik dat PostNL dit mogelijk even opspaart? Mocht de single dan toch echt 'zoek' zijn, dan is dat de eerste keer in vier jaar handel over het internet en dan bestel ik met alle liefde een ander exemplaar. Er is gelukkig redelijk goed aan de plaat te komen. Vandaag stel ik deze aan jullie voor want ik ben immer optimistisch ingesteld. Bovendien gaat het zeer binnenkort de Week Spot worden, dus kan ik het hier kort en bondig houden. In totaal zijn het vijftien singles die nog niet in een 'Singles round-up' voorbij zijn gekomen. Vandaag pak ik daarvan acht titels en morgen de resterende zeven. Eén van de drie gospels uit Engeland, de recente Duitse aankoop en verder vijf singles uit het Limburgse Reusel. En die ene die nog niet is gearriveerd.

* Sam Baker- Sunny (Duitsland, Monument, 1967)
De webwinkel 45toeren.nl is sinds twee jaar mijn favoriet als het aankomt op de blanco single-hoesjes. Vooral de soul-, funk- en gospel-dingen komen maar al te vaak in 'verkeerde' labelhoesjes of hoesjes die tot op de draad zijn versleten. Deze heb ik dan het liefste zoveel mogelijk in 'universele' hoezen en 45toeren laat je kiezen uit meerdere variaties op het thema. Ik kies altijd voor de íets stevigere kwaliteit blanco hoezen met een uitsparing voor het label. Deze blijven, ook bij veelvuldig gebruik, erg goed en zijn toch goedkoop genoeg om ze te vervangen als het té bont wordt. 45toeren heeft ook een ruime collectie vinyl en twee jaar geleden heb ik nog eens 'boodschappen' bij hen gedaan. Dat doe ik deze week eveneens omdat mijn huidige voorraad hoesjes begint op te raken. Ik kijk uitsluitend bij de soul en vind de tien singles die ik jullie vandaag en morgen ga presenteren. Voor relatief weinig, zeker als je naar het gemiddelde kijkt. Sam Baker is één van de duurdere singles, maar is het dubbel en dwars waard. Een puntgave Duitse single in een iets mindere fotohoes, maar nog steeds fraai genoeg. 'Sunny' is inderdaad het nummer van Bobby Hebb dat ook door Boney M op de plaat is gezet. Het verschil is dat Sam Baker het geheel flink vertraagt en het daarmee iets dramatischer krijgt. Dat komt uitstekend uit de verf! Op de b-kant doet hij 'I Can't Stand It' dat meer 'upbeat' is, maar dan moet ik andermaal concluderen dat Baker uitblinkt in de tragere stukken. Snel weer terug naar 'Sunny'!

* Change Of Pace- Bring My Buddies Back (US, Stone Lady, 1971)
Op Youtube is een verzamelaar die de nummers bijeen heeft gebracht op één kanaal: De zogenaamde 'Vietnam discs'. In 1971 is het conflict in Vietnam nog immer gaande en tegelijk ontstaat dit spontane genre. Groepen en artiesten gaan zingen over mensen die terug komen uit Vietnam of het gemis van vrienden en familie bezingen die daar onder de wapens zijn. 'My Baby's Gone Away' van The Chymes is een voorbeeld van het eerste: Een soldaat komt terug uit Vietnam en ontdekt dat zijn liefste de benen heeft genomen, terwijl ze had gezworen op hem te wachten. Change Of Pace vraagt onze Lieve Heer hun vrienden in één stuk terug te brengen. In het intro en de coupletten horen we de vrienden marcheren, maar bij het refrein wordt het tempo ietsje opgevoerd. Het is een week geleden als Mark deze adverteert, maar de plaat vliegt de winkel uit. Het is een collega-verzamelaar die me wijst op een aanbieding op Discogs van een Engelsman. Zijn exemplaar is 'als nieuw', maar hanteert tien pond verzendkosten en dat is absurd. Dan zie ik deze bij een Duitser staan. Een gedetailleerde beschrijving van de conditie van de single en hij is een stuk schappelijker. Voor iets minder dan een tientje heb ik deze puntgave relikwie van de Vietnam-oorlog in mijn koffers.

* The Chi-Lites- Give More Power To The People (NL, MCA, 1971)
Er zijn dingen die ik nooit zal begrijpen. Eentje daarvan is waarom The Chi-Lites nooit meer heeft bereikt in Nederland dan slechts de bescheiden notering van deze single. Het aanstekelijke 'Have You Seen Her' (later gecoverd door MC Hammer), het bloedstollende 'The Coldest Days Of My Life', 'Homely Girl' (eveneens door UB40 gedaan) en persoonlijke favoriet 'You Got To Be The One'... allemaal zijn ze in de Tipparade blijven staan. Ben ik alleen 'Oh Girl' vergeten. 'Give More Power To The People' is een sterk staaltje 'psychedelische soul' zoals The Temptations dat anno 1971 voortbrengt. Ik hoorde laatst bij een collega een reggae-versie van dit nummer met een mooier woord dan 'power' in het refrein, alleen ben ik vergeten welk woord. Volgens Nicole bestaat eveneens een rechtstreekse cover van dit Chi-Lites-nummer. Voor de lage prijs een leuk ding om de collectie (bijna) compleet te maken, ik mis op het moment alleen nog 'Oh Girl'. Verder denk ik niet dat ik hem grijs ga draaien, want dan heb ik liever 'You Got To Be The One'.

* Cookin' On 3 Burners featuring Kyle Audist- This Girl (UK, Freestyle, 2009)
Een beetje 'Van hit naar her' want het is na middernacht en dus is de nieuwe Top 40 beschikbaar. Kijk eens aan! Voor de derde week stijgt die van negentien naar twaalf. Ik heb het dan over 'This Girl' van Kungs featuring Cookin' On 3 Burners. Ik heb in de afgelopen jaren al meerdere malen op het punt gestaan om de single van Cookin' On 3 Burners te kopen, maar sinds een paar weken ben ik opeens heel erg verslingerd geraakt aan het nummer. Die is dus nog onderweg en als die arriveert, mag het meteen als Week Spot!

* Honey Cone- Stick-Up (NL, Hot Wax, 1971)
In 1997 koop ik eens een cd met de 'grootste hits' uit 1971 en daarop staat zowel 'Give More Power To The People' van The Chi-Lites als 'Want Ads' van Honey Cone. 'Want Ads' koop ik in 2011 op single en sindsdien heb ik louter gemengde gevoelens voor wat betreft Honey Cone. Eigenlijk vind ik het bereleuke muziek, maar ik kan het nauwelijks kwijt in een set. Desondanks zwicht ik in november voor een demo van 'One Monkey Don't Stop No Show' en afgelopen week voor de opvolger van 'Want Ads'. 'Stick-Up' is praktisch gezien 'Want Ads deel 2'. Tekstueel niet helemaal, maar wel in het gelijke idioom. Voor de leuk en voor het fotohoesje.

* Cissy Houston- Think It Over (UK, Private Stock, 1978)
De moeder van Whitney. Er is één plaat die hoog op mijn wenslijst staat, maar die altijd nét ietsje te prijzig is. Cissy neemt in 1970 namelijk een uptempo-versie op van 'I Just Don't Know What To Do With Myself' en dat heeft een zeer prettige uitwerking. Anno 1978 laat ze zich produceren door Michael Zager van 'Let's All Chant'. Dat levert honderd procent disco op waarvan 'Think It Over' nog redelijk te pruimen is. De plaat is echter spotgoedkoop en kan ik niet laten liggen.

* Jackson Southernaires- He's So Good And I Thank Him (US, Song Bird, 1972)
Het heeft me bijna een half uur gekost, maar dan weet ik toch te melden dat de plaat uit 1972 komt. De verschillende websites durven namelijk geen jaartal te hangen aan deze plaat. Lee Jeffries is de broer van de uitbater van Rarenorthernsoul en zelf een gerespecteerd dj. Lee doet voornamelijk in 'aparte' jaren zeventig-soul, maar heeft sinds enige tijd ook een gospel-set. Afgaand op zijn 'dubbele' exemplaren moet ik bekennen dat het niet héél erg interessant is. Lee lijkt veelal te gaan voor 'rockin' gospel' en dat is iets dat ik probeer te vermijden. 'Rockin' gospel' wordt veelal vertolkt door groepjes heren. De platen hebben een moordend tempo en versnellen niet zelden naarmate het einde in zicht komt. Het is muziek om een bomvolle kerk tot een kookpunt te brengen, maar helaas klinkt het ook allemaal hetzelfde. Rarenorthernsoul heeft desondanks enkele gospel-titels die me wel aanstaan en deze kaap ik mee omdat die zo voordelig is. Na drie draaibeurten moet ik zeggen... hij gaat steeds beter smaken! Ik denk dat ik hiervoor nog wel eens een uitzondering ga maken, evenals 'Precious Lord Take My Hand' van The Soul Wonders Of Hattisburgh.

* Limmie & The Family Cookin'- A Walkin' Miracle (Duitsland, Avco, 1974)
Ik heb al eens getwijfeld bij een iets eerdere single van Limmie & The Family Cookin', maar heb er toen voor bedankt. Ditmaal 'raakt' de b-kant me het meeste en kan het gebeuren dat de single in mijn winkelmandje zit bij 45toeren. Limmie & The Family Cookin' tracht het Phil Spector-geluid van omstreeks 1963 te vertalen naar soul en proto-disco en dat is niet overal even interessant. De a-kant is een cover van The Essex, de opvolger van 'Easier Said Than Done' uit 1963. Limmie's versie is weliswaar uitbundig, maar doet mij niet veel. 'Here's Tomorrow' op de b-kant kent gesproken coupletten en doet denken aan het betere Shangri-Las-werk uit de jaren zestig, maar dan in een jaren zeventig-sausje.

donderdag 26 mei 2016

Week Spot kwartet: week 21



Waar wachten we nog op? Nou, om precies te zijn... twee singles. Eentje is dinsdag vanuit Duitsland vertrokken en die zou voor het weekend wel binnen moeten zijn. Over de andere heb ik contact gezocht met de verkoper om erachter te komen naar welk adres deze is gestuurd. Volgens mij moet dat geen verschil maken omdat ik tot half augustus gebruik maak van de verhuisservice, maar de single zou volgens de wet al lang binnen moeten zijn. Toch begin ik met de 'Singles round-up' zo snel als de Duitse single binnen is. Vanmiddag zijn de tien uit Limburg gearriveerd en ik heb nog de drie gospel-singles van vorige week, dus dat worden de twee laatste delen van de 'Singles round-up' van deze maand. Dinsdag zal ik het totaal bekend maken en ik denk dat ik wederom april ben gepasseerd. Gaat goed met dat 'niet zoveel singles kopen'? Nu dan eerst het 'Week Spot kwartet' over week 21 van de jaren 2012 tot en met 2015.

2012: One More Chance-Barbara & Brenda
Zo opeens dwalen de gedachten weer terug naar de 'Soul-x-rated' hoewel die een paar weken voor deze 21e week van 2012 is gestart. Ik kan me nog erg goed herinneren dat ik deze heb aangekondigd als de 'Tune Of The Week'. Een zonnige dinsdagmiddag in Nijeveen. Nog met die draaitafel die ik 'per ongeluk' heb bewaard. Ik had twee van deze snaaraangedreven dingen. Van eentje lagen de kabels bloot en die heb ik in de container laten zakken. Achteraf gezien had ik die toch moeten houden want de andere heeft een defecte start- en stopknop. Met als gevolg dat je twintigmaal moet rammen op de knop om hem aan de gang te krijgen. Dit gaat gepaard met getier voor de microfoon, iets dat de podcast uiteraard niet ten goede komt, maar ja... je moet ergens beginnen? Het Barbara & Brenda-enthousiasme begint met 'Never Love A Robin', een single die ik nog vrij recent een paar maal ben tegengekomen. Anno 2012 ben ik zwaar op zoek naar deze single, maar wil die maar niet in mijn bezit komen. Hoewel het nog steeds een bereleuke plaat is, ben ik dit station inmiddels gepasseerd en heb ik ervoor bedankt. Het resulteert in 2012 in drie singles van het duo en alledrie mogen ze 'Tune Of The Week' heten. 'If I'm Hurt You'll Feel The Pain' draaft nog de meeste rondjes tegenwoordig, dat blijft een genadeloze stamper, maar deze 'One More Chance' komt op een tweede plek. Vooral ook omdat het me weer opnieuw herinnert aan die eerste 'Soul-x-rated'-pogingen, waarmee het balletje weer rond is.

2013: If It Feels Good, Do It-Della Reese
Het is nauwelijks voor te stellen. In 2013 was het eind mei pas Pinksteren en op Pinkstermaandag heb ik de kachel nog laten brullen in Nijeveen. 2013 is het jaar van de winter die niet van ophouden weet. Toch heeft de winter een paar schijnbewegingen. Ik denk daarbij meteen aan die zondagmiddag dat het er bedrieglijk mooi uitziet, maar dat het toch flink koud blijkt te zijn. Ik ga die middag uit fietsen, maar op ene of andere manier 'wil' het niet en kom ik pas in het laatst goed op stoom. De 'Northern Soul Jukebox' vergezelt me en die middag 'ontdek' ik 'My Love Is Getting Stronger' van Gloria Edwards en valt 'If It Feels Good, Do It' van Della Reese voor het eerst op. Die laatste hoor ik als ik het Staphorster bos binnenfiets van een kant die ik niet vaak heb gezien. Het wordt een favoriet fiets-stukje, hoewel ik daar al een jaar niet meer ben geweest. Binnenkort maar weer eens doen? 'If It Feels Good, Do It' kondigt voor mij op deze middag het voorjaarsgevoel aan, ook al blijkt dat seizoen nog aardig ver weg. We hebben het dan over maart of april. De single blijkt niet heel lastig te vinden in Nederland, want het heeft in 1972 in de Tipparade gestaan. Ik scoor dan ook een keurig exemplaar met fotohoes op Marktplaats en ik geloof dat de Engelsen daar best een beetje jaloers op zijn.

2014: Every Little Bit Hurts-Brenda Holloway
'Geesten', noemen we ze bij Wolfman Radio. Gesjeesde presentatoren, mensen waarvoor het station té professioneel bleek voor hun houding of waarvan de schoenen een paar maten té groot waren. Deze 'geest' had last van dat laatste. Het is niet achteraf, maar hij heeft mij nooit gelegen. Andersom ook niet en dat is merkbaar geweest in de eerste jaren bij Wolfman Radio. Hij doet op de dinsdagavond een Motown-show en als hij even vrijaf neemt, bied ik aan de show waar te nemen. Niet om hem een plezier te doen, maar omdat ik het leuk vind om twee weken Motown-favorieten te kunnen draaien. Ik draai de eerste avond 'Every Little Bit Hurts' van Brenda Holloway van de elpee 'The Artistry Of Brenda Holloway'. Een compilatie uit 1968 welke in de Engelse stereo-uitgave omstreeks 1995 een klein fortuin waard is, maar die flink in waarde is gezakt. Desondanks een leuk item, hoewel deze 'Every Little Bit Hurts' plots niet meer goed klinkt in stereo. De wens voor een mono-versie onstaat ter plekke, niet wetende dat ik twaalf uur later de originele single zal treffen in een kringloopwinkel in Wolvega. Sindsdien is het hard gegaan met deze single, want inmiddels staat het in de reserve-Blauwe Bak. Tot zover er nog sprake is van een reserve-Blauwe Bak, want ik denk erover na om een derde koffer te kopen en daarmee de reserve-bakken op te heffen. Veel leuke jaren zeventig-dingen zitten reeds in de reserve-Blauwe Bak terwijl die nu steeds meer een belangrijke rol gaan spelen in mijn set. Ik moet dan alleen 150 singles terug zetten in de jaren zestig, zeventig en tachtig-bakken. Daar ga ik nog even over nadenken, maar wellicht komt het dus weer terug in de koffer?

2015: Sweetness-Maurice Williams
Op de zaterdag van mijn 'wereldtournee' in 2008 ga ik langs in Rotterdam. Ik heb de avond ervoor niet heel succesvol gedraaid in Hellevoetsluis en ben van plan dat vanavond dunnetjes over te doen. Doel in Rotterdam: Het vinden van het boetiekje waar ik in 2004 'What's Good About Goodbye My Love' van The Flirtations heb gevonden. Het is in het winkelcentrum van Blaak en wonderwel weet ik het na vier jaar nog te vinden. Ik begrijp eerst niet waar de kruisjes op de prijsstickers voor zijn bedoeld, maar als ik hoor dat deze een euro per stuk zijn, gaat het opeens snel. Ik verlaat de winkel met een zestigtal singles en betaal al met al zestig euro (of daaromtrent). Deze van Maurice Williams zit daar eveneens tussen, maar het is pas jaren later als 'Whirlpool' me gaat bevallen. In 2013 ontdek ik in Soul-xotica de b-kant, 'Sweetness', en dat nummer past een jaar geleden opeens beter in mijn set dan ooit tevoren. Vandaar dat ik het alsnog tot Week Spot bombardeer. Ik moet bekennen dat ik de plaat al in tijden niet meer heb gedraaid, maar wijt dat vooral aan 'overkill'. Komende zaterdag mag die weer!

woensdag 25 mei 2016

Dodenrit: Guy Clark



Terwijl nog vele muziekliefhebbers totaal van de kaart zijn van het overlijden van Prince, zijn ons intussen alweer een paar muzikanten ontvallen. 2016 is een 'hard' jaar voor de popmuziek. Iemand die ik niet hier heb genoemd en toch een naamsvermelding verdient, is drummer Peter Behrens van de Duitse groep Trio. Hij is onlangs op 68-jarige leeftijd heengegaan. Ik begreep dat hij de laatste jaren van zijn leven boven een café had gewoond waar hij de beste klant was geweest. Ook kampte hij met een drugsverslaving. Ik start de touringcar echter voor iemand die ik totaal niet in het nieuws is geweest. Het is een naam die niet veel Soul-xotica-volgers iets zal zeggen, maar een man die enorm veel heeft betekend voor de Amerikaanse country. Een man die respect afdwingt en die ik dus graag een plekje toewijs in de 'Dodenrit'. Ik heb het dan over de singer-songwriter Guy Clark die vorige week dinsdag op 74-jarige leeftijd het tijdelijke heeft verruild voor het eeuwige.

Ik moet bekennen dat ik niet bepaald thuis ben in de country, maar de naam Guy Clark is me erg goed bekend. Het is het type muzikant waar mensen 'met een uitmuntende muzieksmaak' mee weg lopen. De naam van Guy Clark wordt vaak in één adem genoemd met Townes Van Zandt, ook al zo'n legendarische naam die desondanks vrij onbekend is gebleven in de popmuziek. De heren hebben vaak samen opgetreden en dat zijn concerten waarbij je zou wensen dat je als liefhebber in het publiek had gezeten. Twee mannen met een immens respect voor elkaar en tegelijk de gave om welhaast perfecte liedjes te schrijven. Van Zandt is reeds in 1997 overleden, vorige week dinsdag was het de beurt aan Clark. De laatste was al geruime tijd ziek, maar bleef desondanks muzikaal actief tot de laatste snik.

Hij wordt als Guy Charles Clark geboren op 6 november 1941 in Monahans, Texas. Na enkele omzwervingen komt hij in de jaren zeventig terecht in Nashville waar hij een belangrijke steen bijdraagt in de meer progressieve country-hoek. Zijn liedjes vinden gretig aftrek bij zangers als Rodney Crowell en Ricky Skaggs. Maar toch zijn het niet alleen de namen die bekend zijn bij de 'insiders'. Ook Johnny Cash, John Denver en de miljoenen-verkopende Alan Jackson die nummers van Clark op hun repertoire hebben staan. Emmylou Harris begeleidt Clark veelvuldig op de platen. Ze is ondermeer te horen in Clark's eigen uitvoering van 'Desperados Waiting For A Train', dat later door vele anderen zal worden opgenomen. Clark's versie staat op zijn eerste album. 'No. 1', dat in 1975 verschijnt bij RCA. Hij zal tijdens zijn carrière meer dan twintig albums maken welke worden 'leeggeplukt' door collega-zangers. Zoals een nieuw album van Bob Dylan of The Beatles werd ontvangen in de jaren zestig, zo wordt reikhalzend uitgekeken naar een nieuw album voor Guy Clark. In de country wel te verstaan, want het is pas recent dat Clark iets van een cult-status heeft gekregen en dat zijn albums bij een groter publiek gekend zijn.

In de jaren tachtig heeft Clark drie single-hits, doch bescheiden, in de country-charts en ook zijn albums doen het nét niet goed genoeg om opgenomen te worden in de 'algemene' hitlijsten. In de jaren negentig toert hij met onder andere Lyle Lovett en John Hiatt, maar duurt tot 2013 eer een album meerdere lijsten aan doet. Zijn laatste plaat heet 'My Favorite Picture Of You' en bereikt zelfs een 62e plek in de algemene album-lijst. Clark citeert Townes Van Zandt als zijn grote inspiratiebron en heeft omstreeks 1995 de eer om samen met zijn held te mogen optreden. Eén concert wordt vastgelegd waarbij ook Steve Earle betrokken is en verschijnt als 'Live At Bluebird Cáfe'.

Guy Clark is veertig jaar getrouwd geweest met Susanna Clark, eveneens een liedjesschrijver. Zij is in 2012 overleden. Hij is eerder getrouwd geweest met folkzangeres Susan Spaw en heeft één kind uit dat huwelijk. Zijn zoon Travis ziet dit jaar Abraham. Clark is al geruime tijd ziek als hij op 17 mei het leven laat. Zijn laatste publieke optreden is als hij in 2014 een Grammy in ontvangst mag nemen voor 'My Favorite Picture Of You'. Voor sommige muzikanten komt de erkenning té laat en zoiets kan zomaar eens het geval zijn met Guy Clark.

dinsdag 24 mei 2016

Week Spot: Ann Sexton



Het zijn drukke tijden voor de Blauwe Bak. Ik zit er zelfs over na te denken nog een derde koffer te bestellen, want het wordt nu steeds pijnlijker om platen uit de Blauwe Bak te verwijderen. Mijn blanco hoesjes zijn bijna op terwijl ik ook nog een hoop 'dubbele' singles heb die ik het toch het liefste met een hoesje wil aanbieden. Ik kijk in mijn mailbox en zie een mailing van 45toeren.nl. Dat is sinds een paar jaar mijn 'hoesjes-boer', maar ook heb ik twee jaar geleden nog enkele singles van hem gekocht. Ik besluit de soul-catalogus eens door te spitten en ben op tien titels gekomen, het merendeel spotgoedkoop in vergelijking tot Engelse collega's. Die verwacht ik morgen (of overmorgen, als de buurvrouw niet thuis is). Er zijn dan nog twee of drie singles onderweg, dus er komt weer een 'Singles round-up' aan in meerdere delen. De vele aankopen van de afgelopen maanden betekent ook dat nog wel eens een titel 'ondergesneeuwd' raakt en dat is het geval bij de Week Spot van deze week. Een single die ik een paar keer heb gedraaid bij binnenkomst, maar welke verder een beetje 'vergeten' is. Zwaar onterecht, vandaar dat ik deze extra in het zonnetje wil zetten door het uit te roepen tot Week Spot: 'You're Losing Me' van Ann Sexton (1973).

Dat de (Northern) Soul-beweging in Engeland een apart clubje is, hoef ik jullie na vier jaar niet meer uit te leggen. De 'scene' kent helden en heldinnen die in de werkelijkheid van de popmuziek volslagen onbekend zijn gebleven. Soms is dit te danken aan een enkel nummer dat gegarandeerd een hoofdprijs opbrengt, terwijl niets mindere singles van dezelfde artiest voor een paar knaken in de bakken kan komen te staan. Zoiets is het geval met Ann Sexton. Haar 'You've Been Gone Too Long' is de plaat waar iedereen in Engeland het over heeft en de vaak afgeragde exemplaren van de single gaan niet beneden de vijftig pond de winkel uit. Onze nieuwe Week Spot lijkt erg op 'You've Been Gone Too Long', maar is iets meer funky en daardoor minder interessant voor de Engelse liefhebbers. Zelf trek ik me daar niets van aan en geniet met volle teugen van dit betaalbare alternatief dat stukken beter klinkt dan de goedkoopste 'Gone Too Long' die ik tot op heden ben tegengekomen.

Mary Ann Sexton komt op 5 februari 1950 ter wereld in Greenville in South Carolina. Ze is de nicht van Chuck Jackson, ook al zo'n 'held' uit de Northern Soul-beweging welke in de popmuziek slechts een handvol hits heeft gehad. Mary Ann begint, hoe kan het anders, bij het gospelkoor in de kerk. Ze doet mee aan talentenjachten en mag op een bepaald moment een achtergrondpartij zingen op een plaat van Elijah And The Ebonies. Het is liefde op het eerste gezicht tussen Sexton en de saxofonist van The Ebonies: Melvin Burton. Het stel trouwt en vormen een band in de late jaren zestig: Ann Sexton & The Masters Of Soul.

Ze wordt als eerste opgemerkt door de componist David Lee, tevens eigenaar van het kleine Impel-label. Voor hem neemt ze 'You're Letting Me Down' op, maar stapt al in 1971 over naar Seventy-Seven Records. Seventy-Seven is een onderdeel van het vermaarde Sound Stage 7-imperium en voor dit label neemt ze platen op in Tennessee. De keerzijde van de Week Spot, 'You're Gonna Miss Me', is de enige plaat die de R&B-lijst bereikt, maar de meeste van haar vroege singles zullen op een bepaald moment naar Engeland verhuizen. 'You've Been Gone Too Long' is kwalijk een paar maanden oud als het groot wordt in de Engelse Northern Soul, maar op dat moment verdient niemand van de belanghebbenden een cent aan het succes. In 1973 verschijnt 'Loving Me Loving You', haar debuutalbum, op Seventy-Seven. In 1977 maakt ze 'In The Beginning' voor het Sound Stage 7-label. Hoewel 'You're Gonna Miss Me' wordt geschreven door Paul Kelly, schrijft het echtpaar Melvin en Ann Burton het merendeel van het repertoire. Na 1977 zet ze de muziek tijdelijk aan de kant en gaat zich toeleggen op het onderwijs. Dat doet ze onder haar getrouwde naam: Mary Burton. Toch is er in de nieuwe eeuw een collega, Sonny Hudson, die de werkelijke identeiteit van Burton leert kennen en interviews geeft aan deez' en geen. Hudson bekokstooft met de Duitse boeker Dan Dombrowe een comeback-optreden tijdens een soul-weekend in Duitsland. Sextom stemt toe en treedt in maart 2007 voor het eerst in dertig jaar weer op. Sindsdien treedt ze weer geregeld op, waarbij vooral Europa warm loopt voor de concerten van Sexton. 'You're Gonna Miss Me' is in 2003 gebruikt voor de soundtrack van de film '21 Grams'.

Anno 2016 is het prijsverschil tussen 'You've Been Gone Too Long' en overige singles schokkend. Zelfs deze 'You're Losing Me' schommelt nogal, maar ik vind deze keurige 'new old stock' voor zo'n lage prijs dat het zelfs met de hoge verzendkosten acceptabel is. Toch koop ik een voormalige Week Spot van Deniece Chandler als 'extraatje' met deze van Sexton. 'Gone Too Long' is een paar jaar geleden opnieuw uitgebracht en zelfs die heruitgave is aan de prijzige kant. Muzikaal is 'You're Losing Me' onbetaalbaar, dus dat is sowieso altijd een koopje!

maandag 23 mei 2016

Van hit naar her: Stereoact & Kerstin Ott



Het idee ontstaat heel spontaan en binnen 24 uur is de eerste 'Euro Dance Top 30' een feit. Ik ben voor 'Floorfillers' op zoek naar 'nieuwe' nummers en blader daarbij door een aantal Europese dance-charts. Plots word ik nieuwsgierig hoe een lijst van de verschillende landen eruit zou zien. De top drie is geen verrassing en het tweede deel geeft nog weinig verandering in dat opzicht. Afgelopen donderdag heb ik de derde editie gedaan en nu is het klaar om een 'fenomeen' te worden. De eerdere top drie is aan het afbrokkelen en als ik de 'Top 30' eens per maand doe, zit er genoeg schot in de lijst. Toch blijft die onvoorspelbaar doordat een aantal Europese landen een beetje achterlopen. 'Re-entries' zijn nimmer uitgesloten. De eerste 'Euro Dance Top 30' brengt meteen al een aangename verrassing. Een plaat die, niet vreemd, een kneiter van een hit is in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, maar waarvan ik graag zou willen zien dat dit een vervolg krijgt in de rest van Europa. De plaat staat nog niet eens in de 'bubbling under' van de Tipparade, dus een officiële 'Van hit naar her' kan het nog niet zijn, maar toch presenteer ik jullie graag deze tip van mijn kant: 'Die Immer Lacht' van Stereoact & Kerstin Ott.

Der Neue Deutsche Welle is alweer ruim dertig jaar geleden en sindsdien gebeurt het slechts sporadisch dat een Duitstalige plaat een enorme hit wordt in Nederland. Vaak zijn het dan 'losse flodders' als Matthias Reim ('Verdammt Ich Lieb Dich') of, vrij recent, Peter Fox ('Haus Am See'). Klangkarussell komt nog in de buurt met 'Sonnentanz', hoewel dat dan alweer een Engelse tekst mee krijgt. Geïnspireerd door Peter Fox en zijn zonnige zomerhit wil ik het de komende tijd proberen met deze plaat van Stereoact. In Uffelte is het al een 'terrasplaat' geworden, nu moet de rest van Europa nog overstag gaan. Het is een 'beweging' in de dance-wereld die me niet overal evengoed bevalt: Je neemt een singer-songwriter-liedje, past een 'frame' toe van elektronische beats en zet het vervolgens in de markt als dance-mix. Nu mag een singer-songwriter van mij best een elektronische beat gebruiken voor zijn of haar liedje, maar een drumcomputer hoeft nog niet per se 'dance' te heten. Ik refereer dan vooral aan een recente grote hit: 'Catch & Release' van de Amerikaan Matt Simons. Geïnspireerd door de remixes van Robin Schulz en 'onze' Avicii, vindt Simons ene Deep End bereid zijn beats te leven voor het liedje. Toch wordt dit uiterst slordig toegepast en loopt de akoestische gitaar niet synchroon met de beats. Het resultaat is een doodsaai liedje met een niet-passende dance-beat welke geen dance mag heten in mijn optiek. Van Avicii moet ik doorgaans ook weinig hebben, bij hem zijn het 'coupletten' van oorspronkelijke singer-songwriters met hun akoestische gitaren, met een snelle beat in het refrein en vervolgens een stuk kermis-muziek uit de keyboards van Avicii. Ook niet mijn kop thee. Nee, de Duitsers lijken de kunst nog het beste te beheersen.

Kerstin Ott wordt op 17 januari 1982 geboren in Berlijn. Van huis uit is ze schilder en decorateur en heeft dit vak tot aan de jaarwisseling uitgevoerd. Nu is ze opeens té druk met haar zangcarrière om de kwast in de hand te nemen. Ze zingt al op vroege leeftijd in een kinderkoor en doet mee aan talentenjachten. Later legt ze zich toe op het dj-werk. In 2005 zorgt Ott voor een zieke vriendin en de opgewektheid van de laatste inspireert haar tot 'Die Immer Lacht'. Ze schrijft, volgens de overleveing, het nummer binnen vijf minuten terwijl ze aan het aanrecht een maaltijd aan het koken is voor deze vriendin. Ze neemt een demo-versie op van het nummer en geeft de cd-r uit tijdens haar dj-optredens. Op deze manier komt het in 2015 in de handen van Stereoact welke een eerste dance-mix maken van 'Die Immer Lacht'. Inmiddels is daar ook een meer uitgebreide remix bijgekomen. De 'Extended 2016 Remix' is mijn persoonlijke favoriet van de twee.

Rico Einenkel en Sebastian Seidel zijn de geboortenamen, maar het duo is beter bekend als Ric (Rico) en Rixx (Sebastian). Ze laten in 2011 voor het eerst van zich horen als Starpoppers, maar vestigen pas een naam als Ric & Rixx met hun dubstep-producties omstreeks 2013 en 2014. In februari 2015 verschijnt de eerste remix van 'Die Immer Lacht' op Soundcloud en dat vraagt om meer. Later in dat jaar verschijnt een betere 'deep house'-remix van het lied. In de eerste week van 2016 piekt het in Duitsland op een tweede plek op de hitparade, een voorbeeld dat een maand later wordt gevolgd door Oostenrijk. In Zwitserland is het eveneens een succes, hoewel het daar slechts op 17 eindigt in de 'mainstream' singles-hitparade. In de dance-charts van voorgenoemde drie landen staat 'Die Immer Lacht' dubbel genoteerd: Zowel de 'originele' als de 'extended'. De laatste blijkt momenteel het meest populaire van de twee. In de 'Euro Dance Top 30' lijkt het een beetje over haar hoogtepunt heen, alleen vorige maand heeft het op nummer tien gestaan en is nu weer op zijn retour. Toch zou ik er geen bezwaar tegen hebben om deze over twee maanden te kunnen aankondigen als de nummer 1 van Europa of wederom in de top tien te kunnen aantreffen. Voor wie het heeft gemist: Calvin Harris staat nu op nummer 1 met Rihanna, de eerste twee edities werden gedomineerd door 'Faded' van Alan Walker.

'Die Immer Lacht' is een aanstekelijk en uiterst optimistisch liedje dat erg welkom zou zijn in de zomer. Het refreintje kun je al meezingen na een enkele beluistering. Het is niet alleen de eerste hit voor Stereoact, maar is ook een omschakeling in de carrière voor Kerstin Ott. Deze mag nu dagelijks de gitaar op pakken om het liedje 'live' op de podia ten gehore te brengen.

in de Geest van/met Sister Rosetta Tharpe



Eind vorig jaar heb ik eenmalig 'De gospel volgens Soul-xotica' gepubliceerd, de 'nieuwe' naam is geïnspireerd door 'Het feest van de Geest' dat de afgelopen weken vrij uitbundig werd 'gevierd' in de omgeving. Met name in Diever was een kunstroute uitgestippeld tussen de kerkgebouwen en de collega die mij bij de schoonmaak van Nijeveen heeft geholpen, was vrijwilliger tijdens deze route. Ik moest dus wel 'iets' met 'de Geest' doen. Het is niet de meest eenvoudige serie waaraan ik ben begonnen, dat realiseerde ik me al bij de eerste aflevering. Toen heb ik The Soul Wonders Of Hattisburgh behandeld, een groep waarover niets bekend is. Gelukkig is dan nog wel informatie te vinden over het lied 'Precious Lord, Take My Hand'. De gospel-collectie groeit gestaag en is inmiddels uitgeweken naar een grotere singles-koffer welke binnen een paar maanden ook weer vervangen zal moeten worden. Ik probeer zoveel mogelijk het 'geijkte' werk buiten de koffer te houden, dus geen 'Oh Happy Day' of Mahalia Jackson in deze verzameling. Toch zit er één grote gospel-ster in de koffer waarvoor de liefde al langer bestaat dan de recente gospel-hobby: Sister Rosetta Tharpe. Haar wil ik vandaag in het zonnetje zetten en wel met de single waarmee ze in de koffer zit: 'Cain't No Grave Hold My Body Down'.

Ik heb het album al jaren niet meer gedraaid, maar lange tijd reken ik het tot één van mijn meest favoriete albums. Ondanks dat eerste, staat het laatste nog immer fier overeind, alleen ben ik er niet meer aan toe gekomen. Ik heb het dan over de elpee 'Keep On Keepin' On' van de Amerikaanse Brenda Patterson. Haar debuutalbum uit 1969 dat ze opneemt met een, dan onbekende, begeleidingsgroep: Redbone. Op verschillende websites wordt het album onderuit gehaald vanwege dat laatste, maar ik kan niet begrijpen waarom. Brenda bezit een raspende stem welke je snel zou associëren met een oudere dame, maar in werkelijkheid is ze achttien jaar (of daaromtrent) als ze het album opneemt. De jongens van Redbone zorgen voor een funky inslag welke erg goed past bij stem en repertoire van Patterson. De critici zijn over het algemeen jubelend over haar latere werk, maar toen ik eens (per ongeluk) op de elpee 'Like Good Wine' ben gaan staan, beschouwde ik dat als de beste 'stap' die ik in jaren had gezet. Haar latere werk is té zoet naar mijn mening en doet haar stem geen goed. Brenda leert het zingen in de kerk en op de katoenvelden. Dus is het niet vreemd dat ze een aantal zwarte gospels op haar standaard heeft. Ze maakt een prachtige 'workout' van 'Can't No Grave Hold My Body Down'. Het begint sober met enkel Brenda's stem en vervolgens bouwt ze het uit met behulp van Redbone. Het is een ferme knipoog naar onze ster van vanavond.

Op 20 maart 1915 komt Rosetta Nubin ter wereld op een katoenplantage in Arkansas. Haar vader is een onbekende zanger met de naam Willis Atkins. Haar moeder is Katie Bell Nubin. De laatste is zangeres, speelt mandoline, evangeliste en staat op de kansel voor de Church Of God In Christ (C.O.G.I.C.). Charles Harrison Mason staat in 1894 aan de wieg van deze 'revolutionaire' kerk in de zwarte Amerikaanse geloofsbeweging. Mason juicht toe dat er veel en vooral ritmisch wordt gezongen, maar staat eveneens toe dat vrouwen Gods' Woord mogen prediken. Als vierjarige leert Little Rosetta Nubin gitaar spelen en wordt ze als 'wonderkind' in de schijnwerpers gezet van de kerk. Twee jaar later toert ze al volop met haar moeder door het zuiden van Amerika. De optredens bestaan enerzijds uit muziek en daarnaast uit het verkondigen van het evangelie. In de midden jaren twintig gaan Rosetta en haar moeder in Chicago wonen. Moeder Rubin krijgt min of meer een vaste plek in de COGIC-gemeenschap aan 40th Street en bij hoge uitzondering reist het duo een eindje om een muzikaal optreden te verzorgen. Op haar negentiende trouwt ze met een COGIC-dominee welke geregeld mee gaat naar optredens, Thomas Thorpe. Het huwelijk houdt niet lang stand, hoewel Rosetta vanaf dat moment zal optreden met een verbastering van Thorpe: Sister Rosetta Tharpe. Ze trouwt nog enige malen later, maar zal blijven vasthouden aan deze naam. In 1938 komt een einde aan het huwelijk en trekt Rosetta met haar moeder naar New York. Daar zal ze later hetzelfde jaar haar plaat-debuut maken.

Ze neemt op 31 oktober 1938 haar eerste vier nummers op voor Decca onder leiding van bigband-leider Lucky Millinder. Op 23 december 1938 treedt ze op in Harlem's Cotton Club met de legendarische Cab Calloway en dit zal haar doorbraak betekenen. Toch krijgt Sister Rosetta niet overal de handen op elkaar. De optredens roepen nogal wat controversie op. Veel gelovigen keren Tharpe de rug toe, nu ze de zwarte gospel heeft verpakt in bigband-stijl en op 'foute' plekken als nachtclubs optreedt. Toch is dat hetgeen dat het evangeliseren werkelijk hoort te zijn: Licht in de duisternis brengen. Niet 'preken voor eigen parochie', maar het Woord brengen in clubs met een walm van rook en alcohol. Tharpe wil begin jaren veertig wel graag af van het contract met Millinder, maar daar wil ze maar niet in slagen. Millinder verplicht haar om gerespecteerde gospels uit een grijs verleden 'belachelijk' te maken met een bigband-arrangement, iets dat Tharpe steeds meer gaat tegen staan. In 1944 neemt ze 'Strange Things Happening Everyday' op voor de overzeese troepen. Ze wordt hier bijgestaan door de fameuze Decca-boogie woogie-pianist Sammy Price en uit deze opname blijkt eens en andermaal dat Tharpe naast een amusante zangeres ook een virtuoos is op de gitaar. Het wordt door enkelen als de eerste rock & roll-plaat beschouwd.

In 1946 'ontdekt' Tharpe zangeres Marie Knight bij een optreden van Mahalia Jackson en het duo onderneemt een tournees in de late jaren veertig. In 1951 wonen 25.000 betalende 'fans' het huwelijk bij tussen Tharpe en haar manager Russell Morrison, gevolgd door een muzikaal optreden van Tharpe. Dat is eveneens vastgelegd op vinyl. Dan zet een lichte kentering in in het succes van Tharpe. Ze tracht even de gospel achter haar te laten en puur blues-werk uit te brengen, maar daar slaagt ze maar half in. In 1955 verschijnt in Nederland de single 'Cain't No Grave Hold My Body Down' op het Mercury-label, dan nog op de markt gebracht door de Scheveningse firma C.N. Rood. Dat zal enkele jaren later zelf een label beginnen: CNR. Eind jaren vijftig bestaat vooral een grote belangstelling voor Sister Rosetta Tharpe in Europa en ze zal een aantal tournees ondernemen. In 1964 toert ze met de blues-muzikanten Otis Spann en Muddy Waters als de 'Blues And Gospel Caravan'. Het optreden op het, buiten gebruik geraakte, station van Wilbraham Road in Manchester wordt mede-georganiseerd door Joe Boyd (later onder andere producent voor Pink Floyd). De Engelse tv-zender Granada maakt opnames tijdens het optreden van Tharpe, welke nog steeds via Youtube zijn te vinden. Tharpe speelt op één perron terwijl het publiek op het tegenovergelegen perron toekijkt. Dit is de meest recente filmopname van Tharpe en als ik naar de beelden kijk, zou ik wensen dat ik daar was geweest. Wat een heldin!

Daar sta ik niet alleen in, want het gros van de rock & roll-sterren noemt Tharpe als inspiratiebron, maar dat geldt eveneens voor mensen als Isaac Hayes, Karen Carpenter en zelfs Engelse gitaar-bands uit de nieuwe eeuw. Voor Tharpe eindigt het leven vroeg. In 1970 krijgt ze een beroerte waarna één been moet worden afgezet na complicaties met diabetes. Op 9 oktober 1973 is ze in Philadelphia voor een geplande plaatopname, maar daar krijgt ze opnieuw een beroerte. Deze zal haar uit het leven wegnemen. Sister Rosetta Tharpe is dan slechts 58 jaar oud.

'Cain't No Grave Hold My Body Down', wordt het genoemd op de single van Tharpe, maar het kent vele spellingswijzen. 'Ain't No Grave' is de manier waarop het eerst wordt gepubliceerd, maar 'Gonna Hold My Body Down' is ook een vaak gebruikte titel. We danken het lied aan Claude Ely, een zanger en evangelist uit Virginia. Hij wordt geboren in 1922 en lijdt in 1934 aan tuberculose. Zijn familie is in gebed als Ely dit lied begint te zingen. In 1941 wordt het voor het eerst uitgevoerd door Bozie Sturdivant, maar in 1947 neemt Sister Rosetta Tharpe het lied op met een piano. Ik ben toch niet helemaal zeker of dat dezelfde uitvoering is als de single op Mercury, dat is een flink opgevoerde 'rockin' gospel'. Claude Ely neemt het in 1953 op, een kwart eeuw later zal hij als 'unsung hero' het leven laten. ,,Andere zangers werden door de Grand Ole' Opry geroepen, Ely werd door God geroepen", schrijft iemand bij het overlijden van Ely. 'Ain't No Grave' is in de loop der jaren een soort van 'evergreen' geworden in de gospel en komt eveneens in enkele films voor.

zondag 22 mei 2016

Singles round-up: mei 6



Verhuizen betekent niet alleen je spullen overbrengen naar een andere plek, maar vooral ook zoveel mogelijk instanties inlichten over je nieuwe verblijfplaats. Omdat dit overzicht bij mij snel zoek is, heb ik geregeld dat PostNL nog drie maanden post van de Julianastraat in Nijeveen in Uffelte komt bezorgen. Bij binnenkomst van iedere brief denk ik dan: Hee, die moet ik ook nog op de hoogte stellen. Nu is dat bijvoorbeeld het geval met KPN hoewel ik er sterk over nadenk om een mobiel abonnement aan te gaan bij een andere provider. Ik heb ruim een maand geleden mijn adres aangepast bij PayPal, zodat Ebay-aankopen rechtstreeks naar Uffelte worden verzonden. Nu ontdek ik afgelopen vrijdag dat ik níet mijn adres bij Discogs heb veranderd en dus kan ik wachten dat ik een ons weeg. De single zal ongetwijfeld in Uffelte arriveren, maar wanneer? En dus wijk ik af van het oorspronkelijke idee en ga ik vandaag de singles behandelen die ik onlangs van Mark heb gekocht. Zevenmaal kwaliteits-soul, van redelijk obscuur tot een plaat die iedereen kent of hóórt te kennen.

* Charles 'Chuck' Barrino- Don't You Wake Me (US, Sophisto-Soul, 197?)
Ja, het begint goed! Het is niet eens gospel en nog steeds is niet bekend wanneer deze single is uitgebracht. Het lijkt me alsof dat omstreeks 1973-74 moet zijn geweest. Charles 'Chuck' Barrino is feitelijk de leadzanger van de groep 100 Proof Aged To Soul dat in 1969 debuteert op het Hot Wax-label van Holland/Dozier/Holland, maar dat omstreeks 1973 uitkomt voor Radioactive Gold. Dat is enerzijds een label dat Buddah-repertoire (opnieuw?) uitbrengt, maar rond 1973 verschijnen er ook diverse nieuwe platen. De typografie van Radioactive Gold is vrijwel gelijk aan dat van Sophisto-Soul en toch is dit de enige bekende single op dat label. Barrino krijgt de 'credits' voor de single, maar we horen duidelijk een groep en weten dus daarmee dat het in feite 100 Proof Aged To Soul is. De plaat klinkt bij het intro als 'I'll Be There' van The Jackson 5 en de 'aanwezigheid' van Holland-Dozier-Holland is voelbaar, hoewel dat alleen als inspiratiebron het geval is. 'Don't You Wake Me' is een prachtig aangekleed midtempo-nummer en de reden van aanschaf. Op de keerzijde staat 'Movin' Along' van S.S. Band en dat klinkt als een onuitgebracht Motown-nummer van omstreeks 1966. Instrumentaal en toch behoorlijk slaapverwekkend. De dansers zijn echter dol op dit soort van instrumentaaltjes, maar als luisteraar gebeurt er té weinig.

* Charles Brinkley & Fully Guaranteed- I'll Be What You Want Me To Be (US, Music Machine, 1975)
Het zijn vaak momentopnames, de 'reserveringen' bij Mark. Hij adverteert ze 's middags op zijn Facebook-pagina en dan moet je snel een beslissing nemen voordat iemand anders de plaat voor je neus wegkaapt. De pakketjes hebben een paar weken later een hoog 5 december-gehalte. Bij Charles Brinkley weet ik het weer als ik het intro hoor. 'Sweet soul' van de bovenste plank. Een plaatje dat ik bij het afrekenen was 'vergeten', maar dat sinds binnenkomst een geheide favoriet is geworden. Als ik enige informatie kan verzamelen over deze Charles Brinkley dan is dit een potentiële Week Spot.

* Sonji Clay- Nobody (US, Songee, 1968)
De Week Spot welke niet langer kon wachten. Een lekkere niks-aan-de-hand-kant van Clay als tegenhanger voor een ballade waar ik het niet zo op heb staan. De vergelijking met de achtertuin schiet me tijdens het schrijven te binnen, maar bij nader inzien klopt het helemaal. Gistermorgen heb ik het gras gemaaid en daardoor zijn er geen oneffenheden meer in het gazon. De vogeltjes zorgen met hun zoektocht naar regenwormen voor een natuurlijke 'touch' en dat alles is eveneens van toepassing op 'Nobody'. Niet wereldschokkend, niet exceptioneel, maar wel een heerlijke soundtrack voor in de hangmat (of in de groene plastic tuinstoel).

* Major Lance- Stay Away From Me (US, Curtom, 1970)
Ongemerkt is 2016 het jaar van Major Lance aan het worden. Ik heb eerder dit jaar 'Sweeter' en 'Rhythm' gekocht en nu kan ik 'Stay Away From Me' aan de collectie toevoegen. Major Lance kan geen kwaad doen bij mij. Zoals ik eerder heb geschreven bij 'Sweeter': Doorgaans zijn 'nieuwe opnames' van oude nummers totaal niet interessant, maar Major Lance weet van iedere opname iets 'speciaals' te maken. Neem nu deze single. Zijn oude vriend Curtis Mayfield is alom aanwezig, niet alleen als producent voor zijn Curtom-label, maar ook als tekstschrijver en arrangeur. De plaat ademt Mayfield, maar dan met de minstens zo opvallende stem van Major Lance. De dramatische hoge violen en het funky ritme maken het Mayfield. Een feestje om naar te luisteren en ook heerlijk om op te dansen. Wat dat betreft heb ik het goed getroffen met de houten vloer...

* George & Gwen McCrae- Winners Together Or Losers Apart (US, Cat, 1976)
Van George is het verhaal onderhand wel bekend en anders heb ik het vorig jaar nog eens op papier gezet toen 'Take It All Off' de Week Spot is geweest. Na een aantal flops neemt hij voor een paar stuivers een elpee op met de heren Casey en Finch van KC & The Sunshine Band welke goed is voor een miljoenenverkoop. In 1975 is de ster van McCrae in Europa alweer uitgewerkt en dus 'mist' Nederland de uitstekende plaat die hij samen met Gwen opneemt. Dit 'Winners Together Or Losers Apart' is gewoon 'gereedschap' voor de jaren zeventig-soul-dj. Prettige Miami Soul (en dus leunend aan de disco) met een prachtig aan elkaar gewaagd koppel McCrae. Clarence Reid, alias Blowfish, is opnieuw betrokken als schrijver en producent en het Cat-label heeft voor mij (misschien onterecht...) een 'magische' klank gekregen. Het is snel beslissen bij deze single, want direct nadat ik 'Yes Mark' heb geschreven, zijn er zeven andere soortgelijke reacties. Helaas kan hij maar één exemplaar toekennen aan de eerste klant en dat ben ik.

* The Spinners- Could It Be I'm Falling In Love (Frankrijk, Atlantic, 1973)
De fotohoezen is een handel die los staat van de soul-dj-cultuur. Hoewel je zou verwachten dat deze graag zo'n 'exotische' persing met een mooie fotohoes zouden willen hebben, leert de praktijk ons dat de dj's altijd het Amerikaanse origineel willen hebben. Toch ken ik een paar dj's die daar minder op zijn gebrand. Mark neemt geregeld platen met fotohoezen mee tijdens zijn geregelde bezoeken aan Europa en biedt ze op onregelmatige tijdstippen aan naast zijn 'five-a-day'. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het vaak niet héél interessant is voor mij. De fotohoezen zijn in Engeland een 'unicum', terwijl je in Nederland de kans loopt om zo'n single voor een euro bij de lokale kringloop te vinden. Heel soms maak ik een uitzondering en dat is het geval bij deze van The Spinners. Het Franse fotohoesje is immers zoveel leuker dan de Nederlandse, met het CashBox-succes in de linkerbovenhoek. Helaas, maar niet onbekend met Franse persingen, laat de geluidskwaliteit te wensen over. Naarmate de plaat vordert, wordt het vinyl steeds luidruchtiger. Mark verontschuldigt zich bijna voor deze plaat. Natuurlijk... het is een klapper van een hit geweest en dat is 'not done' in de 'serieuze dj-scene'. Toch is dit een plaatje dat Mark nog altijd naar meer smaakt en ik ben dat geheel met hem eens. Dit is het geluid van jaren zeventig-perfectie zonder dat het klinisch gaat klinken.

* Timmy Willis- Give Me A Little Sign (UK, Epic, 1972)
De titel is bijna gelijk aan 'Gimme Little Sign' van Brenton Wood en tóch is dit een heel ander nummer. Ik weet niet of de sticker op het kartonnen hoesje afkomstig is van Mark of van iemand anders, maar deze rekent 'Don't Want To Set Me Free' als top-kant, maar ik blijf bij deze officiële a-kant. Zeer prettige upbeat jaren zeventig-soul en een mooi bezit in de vorm van deze Engelse Epic-persing. Dat komt de geluidskwaliteit ook weer ten goede!

vrijdag 20 mei 2016

Het zilveren goud: mei 1991



Ik hoor zojuist op het nieuws dat het LAKS tot vandaag een record aantal klachten heeft ontvangen over de eindexamens: 160.000. Dat zou evenveel zijn als vorig jaar over over de gehele examenperiode. Vandaag hebben de klachten vooral betrekking tot het examen Engels dat té moeilijk zou zijn. Hoe hebben we ons jaren staande gehouden zonder een klaaglijn van de LAKS? De enige klaaglijn in 1991 is op vrijdagmiddag bij Jack Spijkerman (met Joep-uit-Tilburg). Ik heb anders weinig reden tot klagen bij het eindexamen van 1991. Door een, later geconstateerde, fout heb ik een beetje onterecht mijn LEAO-diploma in de wacht gesleept, maar die kunnen ze me niet meer afnemen. Wie 'Het zilveren goud' de afgelopen jaren een beetje heeft gevolgd, zal inmiddels weten dat de jongeman Louwsma meer bezig is met muziekgeschiedenis dan educatie in de schoolbanken en dus is de examentijd absoluut niet spannend voor mij. Ik weet eigenlijk op voorhand dat ik het niet ga redden... Mei 1991 staat goeddeels in het teken van de examens, volgens mij beginnen die dit jaar ook in de tweede week van mei. Eerst krijg ik op 4 mei mijn eerste paspoort, want ik ben pas zestien geworden en niet zeventien zoals The Raiders denken. De examentijd betekent veel vrije schooldagen die ik doorbreng op de fiets en op jacht naar vinyl-schatten. Vandaag de vangst vinylsingles welke ik in mei 1991 aan mijn verzameling mag toevoegen.

Is het allemaal zo slecht gesteld met mijn schoolwerk? Nou ja, eigenlijk wel. Ik ben gezegend met genoeg herseninhoud om een langstudeerder te zijn, maar vanaf mijn vijftiende ontbreekt de wil om droge stof in me op te nemen die ik toch nooit zal gebruiken. En daar begint het verval want vanaf dat moment ga ik beslissen welke vakken 'nuttig' zijn en welke niet. Dat resulteert in het 'hakken-over-de-sloot' in 1990 want ik heb voldoendes op de 'nuttige' administratie-vakken en scoor onvoldoende op 'bijvakken' als lichamelijke opvoeding, handvaardigheid en aardrijkskunde. In de examenklas is het eigenlijk niet anders. Ik blink uit in de talen en ben een ster in hoofdrekenen, maar toch... die grootboekrekeningen en dat werk kan me worden gestolen. Toch mag het niet worden onderschat want dat is anno 1991 nog één van de belangrijkste vakken in een LEAO-opleiding. Handelsrekenen is het snelste examen dat ik doe. De eerste vraag is theorie over bruto en tarra en daar weet ik het antwoord. De tweede vraag is multiple choice en daar ben ik ook vrij zeker dat ik het goede antwoord heb gegeven. Daarna twee vragen waarbij je grootboekrekeningen moet invullen. Die sla ik over en sta binnen een kwartier buiten het lokaal. Tot mijn grote verbazing scoor ik daar een zes en dat kán niet... die grootboekrekeningen wegen het zwaarste in dit examen. Ik breng de tijd vooral veel door bij Sunrise dat sinds een paar weken een 'nieuwe' partij singles in de aanbieding heeft. Ik begin dan ook met de platen die ik deze maand bij Sunrise heb gekocht, als eerste die van een gulden per stuk.

324 Seasons In The Sun-Terry Jacks (US, Flashback, 1974, RE)
328 Red Rover-Mailer Mackenzie Band (NL, Decca, 1970)
329 Melting Pot-Blue Mink (US, Philips, 1970)
330 Our World-Blue Mink (US, Philips, 1970)
331 You're OK With Us-Us (UK, Us, 1970)
333 Planet Of Love-Lemming (NL, Polydor, 1975)
334 Angelica-J. Vincent Edward (NL, CBS, 1970)
335 Tears On My Pillow-Johnny Nash (NL, CBS, 1975)

De nummer 331 is jaren lang een 'zwart gat' geweest voor mij. De Leeuwarder platenboer 'Het Keldertje' (later 'Deja Vu') zaait extra verwarring door de plaat te scharen onder het vakje van Electric Light Orchestra. Als eerste valt de productie op van Jeff Wayne en daarmee leg ik een associatie met David Essex welke anno 2016 helemaal blijkt te kloppen. Het is David Essex met een gelegenheidsgroepje onder leiding van Jeff Wayne, jaren voordat de zanger zal doorbreken met 'Rock On' en 'Gonna Make You A Star'. Wayne kan op dat moment ook alleen maar dromen van een dubbelelpee bij een grote platenmaatschappij met een muzikale interpretatie van 'War Of The Worlds'. 'Us' is in 1970 een merk deodorant en aanvankelijk belooft Johnson's (de fabrikant) om de klanten een actuele hitsingle toe te sturen. De actie is zo'n succes dat inderhaast dit plaatje wordt opgenomen en als 'vervanging' van de eerdere (kostbare) actie wordt verzonden. Ik heb in julli 1990 al eens 'Rock On' van David Essex gekocht op de braderie in Workum, alleen heeft deze nog steeds geen 'plekje' in de verzameling. Dat krijgt die in mei 1991 naar aanleiding van deze Us-single.

332 Rock On-David Essex (UK, CBS, 1973)

Je kan je gulden maar eenmaal besteden en omdat ik nog steeds slechts zes gulden zakgeld per week krijg, geef ik de guldens liever uit op braderieën en dergelijke. Hierdoor is de vangst van vijf gulden-singles bij Sunrise erg beperkt.

339 Just Seventeen-The Raiders (NL, CBS, 1970)
340 This Strange Effect-Dave Berry (UK, Decca, 1965)

Het is in de examentijd als ik op een morgen nogal haastig naar Sneek fiets. Ik ben aan de late kant en kan niet te laat komen voor een examen, dat begrijp ik nog nét. Het is even voor de rondweg van Sneek nabij het tunneltje tussen Tinga en Duinterpen dat ik opeens een single zie liggen in de berm. Het is een blauwe Decca uit de jaren zestig maar ik heb geen tijd om af te stappen. De vluchtige blik leert dat de single aan een einde is gekomen. De gedachte aan de single achtervolgt me de hele dag en 's middags, uit school, ga ik zoeken. En ja... ik heb het niet verbeeld! Het is 'Last Time/ Play With Fire' van The Rolling Stones. Hulde aan de krachtpatsers want ze hebben de duimendikke Nederlandse persing in tweeën gekregen. Een beetje ontsteld gooi ik de twee helften in de struikjes.

In 'Het zilveren goud op 33 toeren' heb ik al verteld over de braderie in de binnenstad van Sneek op 4 mei. Het is een snel bezoek en ik ben uiterst content met de platen die ik heb gevonden. Hieronder de singles die daar vandaan komen.

325 She Is Still A Mystery-The Lovin' Spoonful (US, Kama Sutra, 1967)
326 Tomorrow Tomorrow-The Bee Gees (Duitsland, Polydor, 1969)
327 Blue World-The Moody Blues (NL, Threshold, 1983)

Later in de maand fiets ik op een wisselvallige dinsdag naar Heerenveen, enkel voor een bezoekje aan Sunshine (de hoofdvestiging van Sunrise). Daar vind ik deze drie singles.

336 Another Lonely Night In New York-Robin Gibb (Duitsland, Polydor, 1983)
337 Boys Do Fall In Love-Robin Gibb (Duitsland, Polydor, 1984)
338 Bonanza-Johnny Cash (NL, CBS, 1962)

Tot slot breng ik op een vrijdagmiddag een bezoek aan Leeuwarden. De route van die dag blijkt een behoorlijk historisch perspectief te hebben want de '20 Years Ago Today' van vijfentwintig jaar geleden is nog 'gelinkt' door een andere blogger die vooral op zoek was naar informatie over 'verdwenen' platenzaken en ik beschrijf in dat bericht het lot van 'De Melomaan', ooit een pionier maar tegenwoordig helemaal verdwenen en vergeten.

341 Don't Wanna Live Inside Myself-The Bee Gees (NL, Polydor, 1971)
342 It's The Same Old Song-The Weathermen (NL, Philips, 1971)
343 Ride My See Saw-The Moody Blues (NL, Deram, 1968)
344 Blue Guitar-Justin Hayward & John Lodge (NL, Threshold, 1975)
345 Rainsun Song-Mayflower (NL, Imperial, 1972)
346 Feelin' Stronger Everyday-Chicago (US, Columbia, 1973)
347 Driftwood-The Moody Blues (NL, Decca, 1978)
348 Caroline Goodbye-Colin Blunstone (NL, Epic, 1972)

Daarbij wil ik nog opmerken dat de nummer 346 in mei 1991 even een hit dreigt te worden. Het is de tijd dat Veronica wordt beboet voor de medewerking aan de commerciële zender RTL Veronique en er wordt gedreigd met een uitzendverbod van zeven weken. Het is met name Bart Van Leeuwen die 'Feelin' Stronger Everyday' van Chicago veelvuldig gaat draaien om uiting te geven aan zijn gevoel.

Volgende maand bestaat de verzameling 27 jaar, maar wij gaan weer gewoon een kwart eeuw terug in de tijd. Dan heb ik maar liefst vijftig singles voor jullie in de aanbieding en vijf enkele elpees en een dubbelaar.

donderdag 19 mei 2016

Week Spot kwartet: week 20



Ik vond het al merkwaardig dat ik twee modems kreeg van Ziggo in aparte pakketten. Ik moest ook voor beide tekenen, maar verder heb ik daar niet bij stil gestaan. Ik vond het wel lachwekkend. Totdat ik vanavond in de brievenbus keek en twee identieke brieven van Ziggo aantrof. De brieven vertellen beide hetzelfde en dan zie ik opeens dat er verschillende klantnummers worden vermeldt. Snel contact opgenomen met Ziggo en, nee, ik kan fluiten naar de maand dat ik dubbel heb betaald, maar het is inmiddels weer terug gebracht naar één account. Ik kon als compensatie een maand een uitgebreid zenderpakket krijgen. Mijn reactie daarop maakt het gesprek alleen maar stroever. Eind goed, al goed? Tijdens de uitzending van de 'Euro Dance Top 30' merk ik dat het allemaal trager werkt en dan blijkt Ziggo doodleuk de Wifi te hebben aangezet. Zojuist de bende uitgeschakeld en na een 'reset' kan ik dan eindelijk verder met waar ik gebleven ben: Het 'Week Spot kwartet' van deze week uit de doeken doen. Daarna snel mijn bedje in, want dit soort avonturen doen mij niets goed op dit late tijdstip.

2012: Learning How To Fly-The Exciters
De 'Northern Soul Jukebox' is mijn vaste compagnon bij wandel- en fietstochten en binnen een paar maanden word ik een heel stuk wijzer wat betreft Northern Soul. Ook is het interessant om te leren dat 'eendagsvliegen' in werkelijkheid veel meer hebben gemaakt en daarmee een grote rol spelen in de Northern Soul. Neem nou The Exciters. Dat is in 1963 de oorspronkelijke uitvoerende van 'Tell Him', het nummer dat door onder andere Billie Davis uit Engeland wordt gecoverd. Een twist- en jukebox-favoriet en op het eerste gezicht houdt het verhaal voor The Exciters daarmee op. Niets is minder waar. De groep 'weigert' uit elkaar te gaan en is al met al ruim een halve eeuw actief in de muziek. In 1968 neemt het 'Blowing Up My Mind' op, een aanstekelijk nummer dat hoge ogen gooit in de Northern en dat ik sinds een paar jaar op single heb. Vanaf de midden jaren zeventig neemt Ian Levine The Exciters op sleeptouw en dat resulteert in nog enkele Northern Soul-hits, ook al willen 'serieuze' Northern-liefhebbers daar niets van weten. In 1970 tekent The Exciters voor het Today-label. De eerste single die verschijnt is dit 'Learning How To Fly', een smaakmaker van de elpee die gaat volgen. De groep probeert het even op een andere manier, ditmaal vrij poppy muziek met ietwat gedateerde hippie-filosofieën. Toch is 'Learning How To Fly' een 'openbaring' voor mij in 2012 en ik draai de plaat nog altijd met veel plezier, hoewel het niet zoveel met de Northern-hobby van doen heeft.

2013: Goodbye Baby-onbekende Boddie-zangeres of groep
Het Boddie-verhaal blijft boeien. In 1963 opent Thomas Boddie in Cleveland, Ohio, een geluidsstudio in een royaal uitgevallen tuinhuis in de achtertuin. Vrouwlief Jeanette Boddie gaat iedere zondag naar een willekeurige kerk in de regio om na afloop een gesprek aan te knopen met de leider van het gospelkoor. Gedurende dertig jaar zit de Boddie-studio volgeboekt. In eerste instantie zijn het de gospelgroepen die een plaatje komen opnemen, maar ook al snel zijn het solisten uit de blues en soul die de studio ontdekken. Thomas wil hooguit een paar acetaat-singles persen, maar weigert een platen- of distributiemaatschappij op te zetten. In 1993 overlijdt Thomas vrij plotseling en Jeanette sluit de studio af met een groot hangslot. Niemand wordt binnengelaten totdat een lokale kenner en verzamelaar zich meldt. Deze wil een verzamelbox samenstellen voor Numero Music Group en weet het vertrouwen te winnen. De box-set komt na een paar jaar uit. De kenner vindt daarnaast een doos met singles waar geen melding op het label wordt gemaakt over de uitvoerenden. Een groot aantal weet hij te identificeren, maar er zijn drie bij welke dit niet lukt. Deze drie singles worden in 2011 als een aparte box uitgegeven. Eentje is al geidentificeerd, bij een tweede bestaat er een mogelijkheid. Bij deze derde blijft het een groot vraagteken. We weten dat 'Goodbye Baby' eigenlijk 'When You're Gone' heet en door Brenda & The Tabulations op de plaat is gezet. De andere kant is 'Selfish One', het nummer van Jackie Ross. Ik koop de plaat in maart 2013 puur om de 'sfeer', ik leer het verhaal pas later kennen. En nog steeds is het gissen naar de achtergrond van de plaat. Het is wellicht het enige mysterie dat nooit opgelost gaat worden.

2014: I Can't Go Without You-Dorothy Morrison
'Be prepared to be blown away by the intro', schrijft Rarenorthernsoul bij deze single. Ik ken Dorothy Morrison van de Elektra-single 'Rain' en leer later dat ze de 'lead' zingt op 'Oh Happy Day' van Edwin Hawkins Singers. Ik ben benieuwd en ben op slag verliefd. Alleen...? Rarenorthernsoul vraagt maar liefst honderd pond voor de single. Na even speuren kom ik een exemplaar tegen op Ebay in een veiling. Om een vreemde reden eindigt de veiling op vrijdagmorgen om half negen. Ik hou de single nauwlettend in de gaten en er wordt niet geboden. Als ik klaar ben met 'Floorfillers' breng ik mijn minimale bod uit en win de single daardoor vrij eenvoudig. Het legt mijn verzamelen wel even stil want de plaat moet vijftig pond kosten zonder de verzendkosten. Een rib uit het lijf en ik heb in het begin nog getwijfeld of ik hem niet zou moeten doorverkopen. Ik heb het niet gedaan en mag tevreden zijn: De plaat gaat voorlopig alleen nog maar toenemen in waarde!

2015: I've Gone Too Far-The Salem Travelers
,,Als ik klaar ben met de Northern ga ik gospel verzamelen". Dat heb ik reeds jaren geleden gezegd. Toch is het pas in 2015 dat ik de deuren wagenwijd openzet voor de gospel. Het kleine rode koffertje is uit zijn voegen gegaan en de 'nieuwe' koffer biedt ook niet veel ruimte meer. Het wordt nu echt serieus. Dat is het in 2015 ook al, want ik ben hoogste bieder op een aantal singles bij mijn maat in Chicago. 'Get My Jesus On Your Side' van Gospel Nikias, een trofee in de koffer, komt uit die veiling. Ook bied ik op een single van The Salem Travelers Of Chicago, maar daar is meer belangstelling voor! Intussen zie ik deze bij een bevriende Engelse dealer voor een belachelijke 'Buy-it-now'-prijs. Ik koop deze omdat ik verwacht dat die andere in de laatste seconden over de kop zal gaan. Dat gebeurt niet en plots heb ik twee Salem Travelers-singles in de koffers. Daarvan is 'I've Gone Too Far' de favoriet gebleken, maar het is leuk om die andere, 'Children Of The Spirit', terug te horen bij een gast-dj in 'Divine Chord Gospel Show'.

woensdag 18 mei 2016

Het zilveren goud op 33 toeren: mei 1991



Ik hou 17 juni 1989 aan als startdatum van mijn platenverzameling en dus probeer ik iedere maand rond de zeventiende met 'Het zilveren goud' op de proppen te komen. Het is vandaag de achttiende, dus het zou zomaar kunnen. Toch is het wel een beetje een ritueel geworden om eerst de elpees van die maand te behandelen. Elpees doen niet echt mee in de verzameling en toch hou ik nog geruime tijd een 'boekhouding' bij van de elpees. Die reken ik dan in schijven. Een dubbelalbum telt voor twee en een driedubbelaar voor drie. Vandaar dat ik vandaag maar liefst negen elpees aan jullie mag voorstellen, hoewel het in werkelijkheid een dubbelelpee, een driedubbelaar en vier enkele albums zijn. En met name de platen uit de laatste vangst behoren in zekere zin toe aan de soundtrack van mijn leven. Of in ieder geval de soundtrack van de zomer van 1991. Hoe dan ook: Ik denk dat ik vrijdag of zaterdag de reguliere 'Het zilveren goud' ga doen, maar nu eerst de vangst op 33 omwentelingen per minuut.

Koninginnedag speelt zich vooral af in de Sneker wijk Tinga, het centrum heeft omstreeks Bevrijdingsdag een markt in de binnenstad. In 1992 zal ik zelf nog met mijn handel dubbele singles op het Schaapmarktplein staan, maar kan me niet heugen dat ik eentje heb verkocht. Wel maak ik kennis met collega-verzamelaars en koop een flinke stapel interessante jaren zestig-elpees, maar hiervoor moeten jullie nog een jaar geduld hebben. In 1991 valt het op 4 mei en ik fiets in alle vroegte naar Sneek. Volgens mij ben ik met de koffie alweer terug in Jutrijp. Een bescheiden maar leuke vangst met een Moody Blues-single en -elpee. De laatste betreft 'Boulevard De La Madeleine'. Een album dat in 1967 in een beperkt aantal landen op de markt verschijnt, waaronder Nederland. The Moody Blues heeft dan al twee jaar geen hit meer gehad en is enkel nog populair in Nederland, België en Frankrijk. 'Boulevard De La Madeleine' is een verzameling geflopte singles en b-kanten en kan hierdoor nauwelijks als een 'echt' album worden beschouwd. De plaat wordt begin jaren zeventig opnieuw uitgebracht door Decca, nu met de foto uit de klaphoes van 'On The Threshold Of A Dream' op de voorkant. Het toont de 'nieuwe' Moody Blues met Justin Hayward en John Lodge, hoewel de opnames nog met Denny Laine en Clint Warwick zijn. Ik koop 'Boulevard' in deze uitgave en in combinatie met 'The Magnificent Moodies' (welke ik in 1989 als een 'Music For The Millions' in mijn collectie krijg) is dit het volledige oeuvre van The Moody Blues mét Laine en Warwick. Alleen 'Time Is On My Side' ontbreekt op de albums, maar die zal ik jaren later op single kopen. De tweede elpee van deze braderie is zo eentje waarin ik opeens erg veel zin krijg. Het is een verzamelalbum van The Beach Boys uit de Emidisc-serie. Het draagt de titel 'Good Vibrations' en bevat enkele van de grote hits van The Beach Boys uit de jaren zestig. De elpee is een gulden of daaromtrent en daar doe ik het voor!

Ik prijs mezelf nog altijd erg gelukkig dat ik op jonge leeftijd geen afscheid heb hoeven nemen van naaste familieleden. Als mijn opa komt te overlijden, ben ik bijna negen en besef ik al ietsje beter wat de dood inhoud. Ik twijfel eraan wie als eerste is geweest? Feit is dat de dochter van vrienden van mijn ouders en ook een goede vriendin van mijn zus erg ziek is. Ze heeft cystic fibrose, een taaislijmziekte, waar in de begin jaren tachtig nog weinig aan te doen is. Zij sterft in 1981 op een nog zeer jonge leeftijd. Volgens mij is het rond dezelfde tijd of wellicht ietsje eerder dat een jongen bij ons uit het dorp omkomt bij een verkeersongeluk. Ik weet niet precies hoe oud hij is geweest, feit is dat hij nog bij zijn ouders woont en in Sneek werkt op een fabriek. Ik denk ergens in de twintig. Op een zekere dag rijdt hij naar zijn werk en krijgt op een kruispunt met verkeerslichten geen voorrang van een vrachtwagen. Hij is op slag dood. Ik denk dat ik vier of vijf jaar oud moet zijn geweest. Ik herinner me de schok nog erg goed. Ook weet ik dat ik op dat moment een 'gewoonte' heb als kind. We wonen op de hoek van een straat en ik ren auto's achterna op het erf, enthousiast zwaaiend naar de inzittenden. Ik word de middag van de begrafenis binnen gehouden, hoewel ik als kind best begrijp dat ik deze middag niet mag rennen en zwaaien. Tranen met tuiten is het gevolg van deze maatregel.

Eind mei 1991 wordt in Hommerts een rommelmarkt gehouden. Als ik me niet vergis is het ten bate van de plaatselijke voetbalvereniging. De oud papier-club haalt op vrijdagavond de spullen op en omdat ik jarenlang ben betrokken bij het ophalen van het oud papier, ben ik ook van de partij. Wij beginnen in Jutrijp en laden het spul in een wagen achter de trekker. Ik begin plotseling te kwijlen als ik twee of drie dozen met elpees zie. 'Woodstock' staat vooraan en een vlugge blik laat zien dat het prachtig spul is. Op de hoezen staat de naam geschreven van de vorige eigenaar: Het is de jongeman die in 1980 is verongelukt. Hoewel het eigenlijk uit den boze is, mag ik bij hoge uitzondering een paar elpees uitzoeken op deze vrijdagavond. Ik denk dat ik totaal vijf gulden heb betaald voor de platen. Ik weet niet meer te herinneren wat de overige elpees zijn geweest, wel dat ze allemaal in een uitmuntende staat verkeren en dat ze afkomstig zijn van een ware muziekliefhebber. 'Woodstock' neem ik aanvankelijk vanwege 'Star-Spangled Banner' van Jimi Hendrix, maar later ontdek ik ook de andere steengoede optredens op de plaat. Als tweede kies ik de titelloze elpee van The Bintangs uit 1978. Vooral het nummer 'Big Black Tank' zal uitgroeien tot een persoonlijke favoriet en ik draai hem ook nog geregeld in mijn shows. De volgende is 'Afscheidsconcert' van Cuby & The Blizzards. Ik heb vlak daarvoor immers 'Nostalgic Toilet' op single gekocht welke een echte favoriet is geworden. Deze elpee valt me in eerste instantie tegen, maar dat komt vooral omdat ik het lange tijd niet zo op blues heb staan. De plaat bevat het optreden dat de groep in 1974 in het Vara-programma 'Nederpopzien' heeft gegeven en dat de laatste keer is dat het koningskoppel Harry Muskee en Eelco Gelling op het podium staan. In 1972 is Brainbox zo ver afgebrokkeld dat Kaz Lux de stekker trekt uit de formatie en solo verder gaat. 'To You' verschijnt posthuum: Een dubbelelpee met het beste dat Brainbox in drie jaar van haar bestaan heeft gemaakt. 'Down Man' is een nummer dat me een kwart eeuw later nog altijd evenveel kippenvel bezorgt en dat geldt eveneens voor 'Between Alpha & Omega' en de bezielde cover van 'Scarborough Fair'. Ook een elpee die nog wel eens op de draaitafel ligt en het is tamelijk uniek dat één vangst zoveel 'blijvertjes' heeft opgeleverd. Misschien had hij het niet beter kunnen wensen: Zijn trotse bezit naar een andere muziekliefhebber. De ochtend van de rommelmarkt ben ik op de molen en fiets daar vandaan meteen door naar het dorpshuis. De overige elpees zijn al verkocht en ik mag de overgebleven singles (en een leeg fotohoesje) meenemen.

Morgen het 'Week Spot kwartet' van week 20 in de jaren 2012 tot en met 2015 en dan vrijdag het vervolg van 'Het zilveren goud' of toch de beloofde 'Singles round-up' met Blauwe Bak-aanwinsten. Er zijn vier singles onderweg vanuit Engeland waaronder drie gospels.

dinsdag 17 mei 2016

Week Spot: Sonji Clay



Hoewel ik de recente aankopen van Mark later deze week aan jullie wil voorstellen, krijgen jullie vandaag een voorproefje. De Week Spot van deze week is namelijk één van de zeven singles welke zaterdag is bezorgd. Een plaatje dat bijna een dag op de site heeft gestaan van Mark met vooral verbaasde gezichten alom. Iedereen lijkt de single al te hebben en verbaast zich erover waarom niemand toehapt om dit erg leuke plaatje in de koffers te halen. Ik kijk niet meer dagelijks op zijn pagina en 'haal' de schade drie keer in de week in. Ik heb verschillende keren geboden op deze single als die in een veiling van mijn maat in Chicago was, maar daar gaat dit plaatje grif over de twintig dollar voor vaak matig vinyl. Deze kost tien pond en heeft een beduidend rustiger leven achter de boeg. Vandaag presenteer ik jullie een zangeres die het beste bekend is als ex-vrouw en zelfs nog een deel van zijn naam draagt in haar latere loopbaan: Sonji Clay met 'Nobody' (1968).

Over de achtergrond van Sonji Roi is weinig bekend. We weten alleen dat ze in 1964 als serveerster werkt in een cocktail-bar. Het is maar goed dat Philip Oakey daar niet rond hing, want anders was ze lid geworden van Human League? Naast het serveren van drankjes staat ze ongetwijfeld ook geregeld op het podium. Het is Herbert Muhammed die haar voorstelt aan haar nieuwe man. Die kennen we over het algemeen beter als Muhammed Ali, maar gebruikt dan nog zijn oorspronkelijke naam: Cassius Marcellus Clay Jr. Dan hebben we het natuurlijk over 'The Greatest', de legendarische boks-kampioen. Het is liefde op het eerste gezicht tussen Clay en de bloedmooie Sonja Roi en het stel trouwt een maand later op 14 augustus 1964. Clay is dan al flink geïnteresseerd in de Islam, alleen wordt hij vanwege zijn professie aanvankelijk tegengehouden door 'Nation Of Islam'. Het is pas eind 1964 als hij lid mag worden van de geloofsbeweging. Dat zet druk op het huwelijk van Cassius en Sonji. Hij wil graag dat zijn echtgenote de kleding-wetten respecteert en dat is iets dat Sonji te ver gaat. Op 10 januari 1966 is de echtscheiding een feit. Muhammed Ali zal nog driemaal trouwen en wordt negenmaal vader.

Sonji is als Sonji Clay, de echtgenote van, een bekend gezicht geworden en ze besluit haar zangcarrière voort te zetten onder die naam. Overigens met weinig succes. Ze maakt in de late jaren zestig een aantal singles voor labels uit de Aries-stal. In 1968 verschijnt de ballad 'Here I Am And Here I'll Stay' op het, naar haar genoemde, Songee-label. Als je dat plaatje omdraait, krijg je 'Nobody', onze Week Spot. 'Nobody' is een speels midtempo liedje met een uitstekend zingende Clay. Het is ontspannen en lief, bijna net als de achtertuin in Uffelte en dat maakt dat ik de plaat graag als Week Spot in het zonnetje wil zetten.

Muhammed Ali weet zijn volgende drie vrouwen allemaal zo ver te krijgen dat ze hun naam veranderen en actief de Islam gaan aanhangen. Sonji draagt later de naam Sonji Clay-Glover. Op 11 oktober 2005 wordt ze door familie dood aangetroffen in haar appartement. Vermoedelijk is ze bezweken aan een hartaanval en omdat het een natuurlijke oorzaak is, zal er geen autopsie worden toegepast. Na de echtscheiding met Muhammed Ali keert Sonji terug naar Chicago vanuit Miami, waar het echtpaar residentie houdt. Ze zal later trouwen met advocaat Reynaldo Glover en ze hebben een zoon, Reynaldo Jr. Toch houdt dit huwelijk geen stand. Clay heeft ook nog een tweede zoon uit een eerdere relatie. Hoe oud ze is geworden, weet ik jullie evenmin te vertellen. Ik dank de bovenstaande informatie vooral aan het weblog van Temptations-zanger David Ruffin.