zondag 30 september 2018

Eindstreep: september 2018



Op 30 september 2010 is Wolfman gestart met uitzendingen en het heeft tot halverwege de middag gedreigd alsof vanavond een 'birthday show' zou worden gehouden. Het is met name ondergetekende die dat heeft tegen gehouden. Ten eerste moet ik Skype opnieuw installeren en bovendien willen we deze show graag aanprijzen bij onze luisteraars. Waarvan akte. Volgende week zondag om negen uur (onze tijd) barst het los: Met zoveel mogelijk presentatoren tegelijk in de lucht en dat is gegarandeerd een gekkenhuis. Dan ga ik nu de maand besluiten met de 'Eindstreep'. Het scheelt veel telwerk vandaag. De singles zijn allemaal Blauwe Bak-aanwinsten en er zitten geen dubbele singles tussen. Zodoende staat de score op 19 singles (exclusief Wicked Lester) en één 12"-single. Als ik daaruit een top tien moet samenstellen, ziet dat er als volgt uit.

1. I Love The Way You Love-Betty Wright

2. Good Times-Edie Brickell

3. Soul Train-Tom Glide & Hil St.Soul (12")

4. Some Guys Have All The Luck-The Persuaders

5. Lucky Fellow-Leroy Hutson

6. Maybe We-Tyrone Mack

7. I Tried To Tell Myself-Al Green

8. One Girl Too Late-Brenda & The Tabulations

9. The World-Charles Bradley

10. Up The Ladder To The Roof-The Supremes

(Kn)uffelt(j)e: zondag 30 september



Het had ook een 'horizontaal zeven letters' kunnen zijn, maar ik had gisteren mijn camera niet mee. Ik heb gistermiddag mijn PostNL-ronde gedaan in Meppel. Dit gaat, zoals het nu lijkt, iets van een vaste prik worden. Het bezorgen van 'onze' dagpost en op tijd bij de garagebox zijn voor het bezorgen van PostNL blijkt lastiger in de praktijk en dus is het handig dat ik de PostNL in de Koedijkslanden voor mijn rekening neem. Nee, niet de hele wijk, maar het 'stukje' dat wij doen, houdt je ook een paar uren per dag op de straat en dat is erg welkom naast de dalende postaantallen in Meppel. Dankzij de hulp van twee collega's ben ik redelijk op tijd klaar met de wijk. Op zaterdag zitten er ook Albert Heijn-folders bij de post en dat is niet alleen extra werk, maar ook moet je de kop er goed bij houden. Even na vier uur zijn we terug op de zaak. Ik heb geen zin om voor mezelf koffie te zetten op de zaak en besluit even bij een tankstation in Meppel mijn cafeïnegehalte op peil te brengen. Daarna ga ik fietsen, maar niet volgens de kortste weg. Het weer is erg aangenaam en dus maak ik een klein rondje.

Eerst maar eens de snelweg oversteken (middels een viaduct) en naar Oosterboer. Deze wijk heb ik de afgelopen weken erg vaak gelopen en ben inmiddels geen onbekende meer in de omgeving. Ik kan me iets herinneren van jaren geleden dat ik mijn ogen uitkeek toen ik vanaf de kant van Koekange kwam en Meppel binnen fiets. Enerzijds een moderne woonwijk, maar ook bosrijke paadjes en oude boerderijen. Nu fiets ik het de andere kant op hoewel ik het mezelf kwalijk neem dat ik de Ossenweide en de Lepelaar door mekaar haal. Vanaf de Lepelaar de Binnenweg op. Daar moest ik vorige week nog eens een brief bezorgen. Verder door naar Broekhuizen, rijksweg oversteken en dan via Berghuizen naar Ruinerwold. Daar ligt de Havelterweg voor een deel eruit, maar ook in Ruinerwold ben ik aardig wegwijs geworden. De Havelterweg af, de Lokbrug over en dan nog even over Eursinge (niet te verwarren met de buurtschappen bij Pesse en Westerbork). In Havelte doe ik boodschapjes en ben om half zeven terug in Uffelte.

Ik geloof vast dat het vanmiddag eveneens schitterend weer is geweest voor een fietstocht, maar zoals vaker na een 'drukke' werkweek verkies ik thuis en mijn terras voor een lange fietstocht. De zon doet de hele dag verstoppertje en als die tevoorschijn komt, gris ik mijn camera en maak deze foto. Opvallend hoeveel bladeren er nog aan de bomen zitten voor de 30e september. Eind juli was ik bang dat ik binnen een maand tegen kale takken zou aan kijken, maar met name de plataan heeft zich erg goed hersteld na de droogte. Met dit '(Kn)uffelt(j)e' en de 'Eindstreep' sluit ik de maand af.

zaterdag 29 september 2018

Singles round-up: september 4 (en 3 onder voorbehoud)



Over de Italiaanse singles maak ik me geen zorgen. Ik denk dat ik Alberto opnieuw een herinnering moet sturen. Tijdens ons laatste contact zat hij in Amerika voor zaken (lees: toekomstige releases) en hij zal het alweer vergeten zijn toen hij thuis kwam in Italië. Over de andere single maak ik me wél zorgen. Ik heb vorige week woensdag twee platen van Discogs gekocht van verschillende dealers, maar beide uit Berlijn. De handelaar van Wicked Lester geeft aan dat die donderdag op de post is gegaan, Edie Brickell vrijdag. Edie is dinsdag binnen en Wicked Lester nog steeds niet. Hij is niet heel erg duur, maar het zou wel sneu zijn. Temeer omdat ik hem voor een schappelijke prijs had en hij elders nogal wat moet kosten. Ik ga niet doemdenken en wacht nog rustig een week af. Ik ga ervan uit dat alledrie platen op een zeker moment zullen binnenkomen en ik neem ze vanavond mee in de 'Singles round-up': De twee laatsten van Mark, de twee Cannonball-releases en de Duitse Discogs-aanwinst.

* Baby Washington- The Clock (US, Sue, 1964)
Ik begin met de oudste. Ik heb van Baby Washington twee singles met Don Gardner uit de vroege jaren zeventig, maar ze is natuurlijk vooral bekend vanwege haar rhythm & blues-materiaal uit de jaren vijftig en zestig. Op deze single doet ze het beduidend rustiger aan dan op sommige van haar stampers uit deze periode. Mark adverteert de plaat in eerste instantie met de b-kant, 'Standing On The Pier', maar dat is me teveel 'ballad'. 'The Clock' heeft iets meer tempo, maar is tegelijk 'laidback'. Het moge duidelijk zijn dat Baby Washington zich niet laat opjagen door het 'tick tock tick tock' van de klok. Een beetje een 'oddball' tussen de recente aanwinsten, maar wel ontzettend lekker!

* Betty Wright- I Love The Way You Love (US, Alston, 1971)
Ik heb gisteren net weer een single van Betty 'gereserveerd' bij Mark. Ik kan echt niet genoeg krijgen van Betty en dan heb ik het met name over haar langzamere werk. 'Shoorah Shoorah' is alweer jaren geleden verhuisd naar de 'algemene' jaren zeventig-bak. 'Where Is The Love' staat nog wel in de koffer, maar voor hoe lang? De plaat komt nauwelijks aan bod en dat geldt ook voor 'Ooh La La'. Als ik een Betty-moment wil in een show dan is dat vaak 'It's Bad For Me To See You'. Of dit 'I Love The Way You Love'! Ik heb de plaat nog niet zo lang in mijn bezit maar iedere keer als ik het draai, groeit en bloeit het bij mij. Onweerstaanbaar. Anders kan ik het niet noemen!

Dan het hoofdstukje 'onder voorbehoud'....

* Wicked Lester- Gay With An E (Duitsland, Muto, 2009)
Ik ken dit nummer sinds 2013 en meen dan zelfs even dat het 'nieuw' is. Nee, het is dan al vier jaar oud en heeft zich al bewezen in de meer progressieve Northern Soul-clubs. De dienstdoende dj heeft 'Ain't No Mountain High Enough' van Marvin Gaye & Tammi Terrell smaakvol onder handen genomen. Het begint met het traditionele intro, dan vallen de elektronische drums in en dan...? Dan gebeurt het! De zang van Marvin en Tammi zijn van elkaar los geweekt en eerst horen we Tammi het couplet en het refrein zingen, vervolgens valt Marvin bij en het eindigt vrij traditioneel. Ik mag de plaat al vanaf het eerste moment dat ik het hoor, alleen... anno 2013 heb ik geen plek in mijn set voor dit. Het is vooral sinds de aanschaf van de 12" van Tom Glide & Hil St.Soul dat ik het opeens zie zitten om deze in de bakken te hebben. Misschien dan ook nog een 'comeback' van Sonny J. in de Blauwe Bak? Het mag allemaal wat moderner voor mij op dti moment!

* Grace Love- Higher (Italië, Cannonball, 2017)
* El' Willie- Shardarp II (Italië, Cannonball, 2018)
Ik leer Cannonball kennen via 'ome Greg' als deze zijn onuitgebrachte opname van 'Thank You Jesus' van The Jackson Brothers leent voor een release op het Italiaanse label. Het is de derde single voor de maatschappij. Ik koop de single en blijf Cannonball daarna volgen. Met name met Willie Wright breidt de catalogus zich snel uit. Alberto stelt een band samen die oude opnames véél beter laat klinken. Inmiddels doet Cannonball nauwelijks nog 'directe' heruitgaven. In de meeste gevallen gaat de oorspronkelijke zanger in de studio met de band en wordt het zodoende in een nieuw jasje gegoten. Dat is het geval bij El' Willie. Hij neemt 'Shardarp' in 1976 op met zijn bandje. Er is echter geen budget in 1976 en dus de oude opname lo-fi en zijn er slechts een handjevol singles. Met de Italianen op de achtergrond komt 'Shardarp' nu eindelijk goed uit de verf. Het is catchy en helemaal nu-soul. Ik heb in maart de eer deze plaat te mogen promoten in mijn radioshows. En toch sta ik niet meteen vooraan om de single te kopen, dat gebeurt pas in juli. Dan vind Alberto nog een paar exemplaren van 'Higher' van Grace Love en besluit ze als setje te verkopen. 'Higher' is een nummer waarbij ik té lang heb getwijfeld. Als ik over de streep wil komen, is de plaat al lang uitverkocht. Dit is dus de laatste mogelijkheid om de single voor een fraaie prijs te bemachtigen en dus heb ik dit engelengeduld. Grace is een zangeres die in de jaren tachtig veelal sessiewerk heeft verricht en 'Higher' was een jaar geleden 'splinternieuw'. Een jaar later is het een nummer met toekomst. Het is al veel gedraaid in de toonaangevende soul-clubs en deze gaat alleen maar verder in prijs stijgen!

Deze laatste drie gaan morgenavond nog niet mee in de 'Eindstreep', maar daar heb ik ook keuze genoeg. Voor volgende maand heb ik nogal wat gospel in gedachten. Ik heb immers dit jaar nog geen gospel gekocht en de koffer is nog niet gevuld.

vrijdag 28 september 2018

Eretitel: 'Fame'



We gaan het vandaag over iets hebben dat vergankelijk is: Roem. Ik hoor vanmiddag van het overlijden van Koos Alberts. Natuurlijk is 71 jaar nog veel té jong en ik heb me verder niet echt in de oorzaak verdiept. Ik moet toegeven dat ik de piratenmuziek niet heel erg op de voet volg, maar zie toch regelmatig posters voorbij komen van de piratenfestijnen in deze contreien. Ik moet dan altijd even kijk of ik een paar namen herken. Vaak heeft zo'n festijn wel iemand in de gelederen die in een grijs verleden hele grote hits heeft gehad, maar ik ben de naam van Koos Alberts daar nimmer tegen gekomen. Wanneer heb ik voor het laatst iets van of over Koos Alberts gehoord? Ik moet dan denken aan de reclame waarin een dubbelganger op staat uit de rolstoel om de telefoon te beantwoorden. Dat zal zeker twintig jaar geleden zijn? Met drie singles tegelijk in de Top 40 is tegenwoordig met het 'streamen' de gewoonste zaak van de wereld, maar eind 1984 is het een unicum. Koos is beroemd, maar het houdt niet lang stand. De singles gaan steeds vaker rechtstreeks in de uitverkoopbak en het is de comeback na zijn ongeluk dat hem opnieuw in de schijnwerpers brengt. Maar zelfs als het Nederlandstalige geweld in 1994 losbarst dankzij Noordzee FM komt de naam van Koos Alberts zelden voor in de speellijsten. Op de dag dat bekend is geworden dat Koos Krommenhoek het tijdelijke heeft verruild voor het eeuwige, mag ik het driemaal over 'roem' hebben op deze plek.

3. Irene Cara (1980)
De enige plaat uit de 'Eretitel' met een directe herinnering uit mijn jeugd. Ik ben zeven jaar oud als 'Fame' groot is, maar ik kan me niet herinneren dat er in huize Louwsma naar werd gekeken. Wel weet ik dat ik op mijn achtste verjaardag (1983) nog 'Fame'-spulletjes op mijn verjaardag heb gekregen. Stickers en dergelijke via klasgenootjes. Verder ken ik 'Fame' vooral uit TopPop en ik kan de clip van Irene Cara's titelsong meteen voor de geest halen. Vooral de opstopping en de ruzie met de taxichauffeur is me altijd bij gebleven. Een paar weken geleden komt 'Fame' voorbij in 'The Summer Spirit Of' en is het enerzijds leuk om het weer eens te horen, maar ben ik ook weer blij dat het is afgelopen. Dit verklaart wellicht de derde plek voor Cara. Het nummer is overigens oorspronkelijk uitgebracht in 1980, maar pas in 1982 een hit geworden in ons land.

2. Grace Jones (1978)
Hoewel ik in 2008 wel op de fiets naar België ben geweest en op de vrijdagmiddag zelfs nog in mijn 'stamcafé' in Lokeren ben geweest, gaan de Lokerse Feesten aan me voorbij. Ik hen met name oren naar de slotavond als Alanis Morissette en Grace Jones optreden. Helaas moet ik de volgende ochtend weer aan de slag en ook in de vroege dienst. Als Alanis het podium bestijgt, zit ik reeds in Steenwijk met een zuinig biertje mijn vakantie af te sluiten. Als Grace op het podium staat, lig ik al te snurken omdat mijn wekker om vier uur 's ochtends gaat. Over het optreden van Grace Jones heb ik niets anders dan lof gehoord en het maakt dat ik best wel spijt heb dat ik hier niet ben geweest. 'Fame' stamt uit een tijd dat Grace alleen beroemd is in de 'underground'. Het is het titelnummer van haar elpee uit 1978 dat volgt op de bescheiden hit 'La Vie En Rose'. Ze zal pas in de jaren tachtig écht doorbreken en dan zal 'La Vie En Rose' alsnog de top tien bereiken. 'Fame' is meer van hetzelfde maar met de associatie met Lokeren brengt het haar op een tweede plek.

1. David Bowie (1975)
De hoofdprijs van de roem gaat echter naar 'The Dame'. Bowie wil wel eens een echte soul-plaat maken en komt zodoende met 'Young Americans' op de proppen. Hij gaat door een zakelijke crisis en verblijft enige tijd in New York waar hij toevallig John Lennon tegenkomt. Ze gaan de studio in en Carlos Alomar speelt een riff voor een liedje dat ze gaan weggeven. Bowie oordeelt dat de riff té goed is om zomaar te verkwanselen en intussen is Lennon gaan improviseren over de groove. Hij zingt 'Aim' dat al snel wordt gevormd tot 'Fame'. De rest is geschiedenis? Tot Bowie's verrassing is het een wereldhit en hij spreekt jaren later nog altijd zijn afschuw uit over het nummer. Dat is de keerzijde van de roem: Het brngt een hoop managers en andere zakenlieden op de been die graag een graantje willen meepikken van je artistieke product. Bowie gebruikt in 1975 'Fame' om eens lekker van zich af te bijten. Het mag vandaag op nummer 1.

Vaak worden beroemdheden onmenselijk door hun status. Ze sluiten zichzelf af en sommigen geloven zelfs in hun onsterfelijkheid. Vandaar dat ik volgende week maar eens een menselijke 'Eretitel' moest doen!

woensdag 26 september 2018

Het zilveren goud: september 1993 deel IV



De singles van Reboelje en Piter Wilkens heb ik kort voor mijn 'avontuur' gekocht. In Amsterdam is het een en al 'muziek' voor mij, hoewel ik niet op 'Racism Beat It' terecht zal komen. De zanger die in de buurt van Waterlooplein liedjes van Nat 'King' Cole vertolkt, is me het beste bij gebleven. De man heeft een dijk van een stem en geeft de liederen zelfs een eigen kleur. Het valt goed in de smaak bij de zakenlieden die voorbij lopen en achteloos vijf gulden of meer in zijn koffer gooien. Het geld is al uitgegeven voordat het op het pluche van de gitaarkoffer valt. Zo tref ik in York een operazanger die dezelfde successen boekt, maar ook hopeloos aan de dope is. Als ik thuis kom na het kleine weekje Amsterdam is er allereerst geluk en verdriet. 'Dit nooit weer doen', is niet genoeg en daarbij hoort 'straf'. Maar ja? Hoe straf je een jongeman van achttien jaar? Een maand huisarrest? Dat gaat niet lukken in verband met de 'cursus' en de sollicitatieplicht die mee komt vanuit de bijstandsuitkering. Een maand niet voor de krant schrijven, is ook geen optie. Uiteindelijk wordt besloten dat ik een paar weekeinden niet 'voor mijn lol' de stad in mag. Ik mag niet op zaterdagmiddag met de rockmuzikanten op het terras zitten. Niet dat ik akkoord ga met dit. Het eerste weekend gaat nog wel, maar het tweede weekend móet ik wel even naar de vlooienmarkt en zit, tegen alle regels in, op zaterdagmiddag op de Kleine Kerkstraat bier te hijsen met vrienden. Meer 'straf' kan ik me niet herinneren. Wel komt mijn begeleidster van de sociale dienst nog ruim een jaar langs, maar dat dient op het laatst alleen maar voor mijn ouders. Zelf haak ik al in een vroeg stadium af van de gesprekken. Ik tref haar immers nog vaak genoeg voor de noodzakelijke gesprekken. Ik ben met alles in mijn leven 'een beetje later' en begin rond deze tijd pas écht te puberen. Daar kan mijn begeleidster, hoe lief ze ook is, weinig aan veranderen.

Ik heb een week 'cursus' gemist, maar kan probleemloos terug de 'schoolbanken' in. Ik heb het onderdeel 'horeca' gemist en daarin heb ik sowieso geen ambities. 'Grafische vormgeving' wordt nog wel een thema en daar heb ik wel oren naar. Volgende maand meer daarover. Volgende maand koop ik overigens veertig singles. Ik heb dan in principe vijf woensdagen maar omdat de 31e op woensdag valt, ga ik het in vier afleveringen van tien singles doen. Dat maakt het wel lastig voor de foto, maar ook dan is het maar afwachten of ik alle singles kan vinden. Vandaag luistert eentje niet naar het commando om tevoorschijn te komen. Laat me meteen verder gaan met de laatste singles van september 1993.

1524 God & Everybody-The Amp (NL, Futuremusic, 1993)
1525 Be My Baby-Carmine Appice (NL, WEA, 1982)

Dit zijn twee 'oudere' singles die ik in september 1993 alsnog een plekje in de kaartenbak gun. The Amp heb ik sinds maart in mijn bezit. Erg bizar! Ik heb juist een cd-speler gekocht voor onder andere mijn recensie-werk. Veel bands maken dan al snel een cd in plaats van een demo-cassette en vinyl is helemaal van de aardbodem verdwenen. Dat uitgerekend The Amp met een vinylsingle komt, is niet echt verbazend. De Fries/Groningse gitaarrockband is altijd al een tikkeltje 'dwars' geweest en hoeft niet zo nodig op de hitparade te komen. Een single is begin 1993 iets uit een grijs verleden. Het bevat een 'heavy side' en een 'happy side'. Het is de laatste dat het aanvankelijk doet voor mij. Ik draai 'Queen Obscene Revisited' geregeld bij de ziekenomroep. De 'heavy side' valt overigens reuze mee en is ook nog prettig melodieus. Carmen Appice komt uit de partij die ik in juni heb gekocht. Niet alle singles uit deze partij komen automatisch in de kaartenbak en dat geldt in eerste instantie ook voor Carmine Appice. De plaat wekt pas interesse als ik heb begrepen dat Appice drummer is van Vanilla Fudge. Het staat dan ook op het kaartje van deze band. Appice staat in de singles-bak gewoon onder de 'A'.

1526 Only Lies-Greenfield & Cook (NL, Polydor, 1971)
1527 A Matter Of Facts-Dizzy Man's Band (NL, Injection, 1972)
1528 Summer Of '71-Bolland & Bolland (NL, Negram, 1972)
1529 Gimme Dat Ding-The Pipkins (NL, Stateside, 1970)
1530 Somebody To Love-Queen (NL, EMI, 1976)

The Pipkins wil niet tevoorschijn komen en dat verbaast me niet. Het zijn vooral de letters P-Q-R waar ik nog altijd veel van 'mis'. Ik heb op het laatst in Nijeveen nog eens een partij van de 'L' gevonden en hiervan waren de hoesjes half vergaan. Ik vrees dat het met de 'P-Q-R' hetzelfde aan de hand kan zijn. Mocht ik ze ooit nog tegenkomen? The Pipkins was sowieso in een rampzalige staat en zat verpakt in het hoesje van 'Smokey Joe's' van Tina & The Mustangs. Zoals de foto laat zien, heb ik alleen Dizzy Man's Band en The Amp met fotohoes.

Volgende maand ga ik flink boodschappen doen bij een handelaar in Leeuwarden. Dat levert enkele singles op die nog steeds in de Blauwe Bak en directe omgeving staan. Ik wil op zichzelf de eigen foto's wel in stand houden en dus mag ik volgende week knutselen om tien singles op de foto te krijgen.

Week Spot: Edie Brickell



Ik heb onverwacht een vrije dag gehad en dat bevalt me eigenlijk wel. Ik zou vanochtend (of gistermiddag) gebeld worden waar ik vandaag aan de slag zou kunnen. Dat gebeurt echter pas na het middaguur en dan zou ik in principe al in Meppel moeten zijn. Gevalletje miscommunicatie. Ik had vandaag dampgereedschap willen halen in Meppel, maar dat lijkt me opeens niet zo'n goed idee. Waarom niet naar Steenwijk? Fiets gestald op het station, lopende de stad in en als ik op de fietsenstalling kom, willen de poortjes niet open. Wel voor anderen, maar mijn kaart wordt niet geaccepteerd. Deze wordt op afstand geopend en het lukt me daarna ook om mét fiets uit te checken. Wat het dus is geweest? Ruim op tijd weer thuis voor zeven uur, want dan doe ik de sixties-radioshow van een collega die met vakantie is. Morgen, en dat staat nu al vast, hoef ik pas 's middags te beginnen en alleen een wijk PostNL te doen. Vandaag eerst maar de nieuwe Week Spot en daar heb ik niet lang over na hoeven te denken. Gisteravond ging de strijd even tussen Leroy Hutson en Edie Brickell, maar het is de laatste geworden.

En zo hang je weer een uur rond op Facebook en met het op en neer sturen van berichtjes naar een andere platenverzamelaar. Ik wilde even na kijken wanneer Mark voor het eerst de foto plaatste met daarop de Edie Brickell-single. Het kan bij nader inzien ook in april zijn geweest, toen is hij eveneens in Nederland geweest. Feit is dat hij zijn single voor twintig pond heeft verkocht. 'Good Times' van Edie Brickell is vooral in Engeland erg in trek. In Duitsland kun je hem nog steeds treffen voor vijftien euro (inclusief verzendkosten) en in Amerika doet die nog minder maar zijn de meeste exemplaren 'verrot' door jukebox-gebruik. Northern Soul is een vergaarbak van genres op zichzelf en hoewel de Carib iets meer afgebakend lijkt, heeft ook dit subgenre haar 'vreemde eenden'. Ik kan nog niet helemaal duiden wat een plaat 'Carib' maakt, maar feit is dat de gitaar overdreven aanwezig mag zijn. Met een 'laidback groove' zet je dan ook al de poort open voor schuifelende blues en kan ook een relaxt plaatje van een 'folkie' als Edie Brickell op applaus rekenen. Als je het afzet tegenover klassieke jaren zestig-opnames heeft het veel overeenkomsten en toch lijkt het onwaarschijnlijk dat Brickell naar deze opnames heeft geluisterd en zich heeft laten inspireren.

Edie Arlisa Brickell wordt geboren als haar latere echtgenoot zijn eerste wereldhit heeft met 'Sound Of Silence'. Op 10 maart 1966 komt Brickell ter wereld in Dallas in Texas. Ze doorloopt een studie in beeldende kunst en wordt in 1985 uitgenodigd om een optreden te doen met een stel vrienden. Die hebben een folkrockband geformeerd: The New Bohemians. Vanaf het eerste moment is duidelijk dat Edie de frontvrouw is die de band op dat moment ontbeerd. In 1988 verschijnt 'Shooting Rubberbands At The Moon' dat niet alleen gunstige kritieken ontvangt, maar ook commercieel een succes mag heten. De single 'What I Am' draagt hierin bij. In Nederland wordt de groep vooral gesteund door de KRO en dat maakt dat 'Circle' in ons land in 1989 in de Tipparade terecht komt. In 1990 maakt de band het album 'Ghost Of A Dog' dat minder pop-georiënteerd is dan zijn voorganger. De groep treedt nog sporadisch op na dit album en maakt in 2006 'Stranger Things' en 'Rocket' in 2018. Brickell speelt in 1989 een rol als folkzangeres in de film 'Born On The Fourth Of July' en hierin zingt ze het Bob Dylan-nummer 'A Hard Rain's Gonna Fall'. Het verschijnt eveneens als solo-single van Brickell. Een jaar later zingt ze 'Walk On The Wild Side' in 'Flashback'. In 1994 verschijnt het album 'Picture Perfect Morning'. Eén van de nummers van het album, 'Good Times', wordt gebruikt door Microsoft voor de cd-rom voor Windows 95 en is één van de 'music samples' in het programma. Dit verklaart wellicht ook waarom de single is geperst voor jukebox-eigenaren. Op het label wordt het album aangeprezen als compact disc en cassette en niet als elpee. Ik denk als dit niet het geval zou zijn geweest, dat het nummer nooit de cultstatus had gekregen in de Carib dan dat het nu heeft.

Solistisch maakt Brickell nog twee albums: 'Volcano' (2003) en 'Edie Brickell' (2011). Verder is ze actief met de band The Gaddabouts en neemt albums op met Steve Martin. Toch zal Brickell niet de geschiedenisboeken in gaan vanwege haar rol als muzikante. Op 5 november 1988 zingt Edie 'What I Am' in de opnamestudio van 'Saturday Night Live'. Opeens ziet ze Paul Simon naast de cameraman staan. Ze is spontaan helemaal de tekst kwijt. Niemand van ons is ooggetuige geweest van hoe onze ouders elkaar hebben ontmoet, maar Adrian, Lulu en Gabriel hebben dus het keiharde bewijs op video.

Terug naar 'Good Times'. Een 'laidback groove' dat bij vlagen een beetje 'lo-fi' klinkt, ondanks een productie van Paul Simon en Roy Halee. Het doet denken aan de ook niet altijd even zeker klinkende spouge van Barbados. Barry White's gastoptreden maakt het zo mogelijk helemaal af. Het heeft even geduurd totdat ik gewend ben geraakt aan het feit dat een single van Edie Brickell in de soul-koffers mag, maar het is nu dan ook helemaal raak. 'Circle' blijft gewoon in de jaren tachtig-bak staan.

dinsdag 25 september 2018

Singles round-up: september 3



Vanmiddag is één van de twee Duitse singles gearriveerd en niet degene die ik als eerste had verwacht. De dealer had op Discogs aangegeven de single pas vrijdag op de post te hebben gedaan. De andere zou al vanaf donderdag onderweg zijn. Enfin, die eerste Discogs-single mag meteen mee in het overzicht en is waarschijnlijk ook meteen de nieuwe Week Spot. Daar moet ik echter nog even over nadenken, maar het wordt vroeg of laat zeker een Week Spot. Vandaag dus één Discogs-single en vier van Mark. Het boodschappenmandje in Engeland begint alweer aardig te vullen, zeker sinds gisteren. Toen heb ik een ontdekking gedaan waarvan ik mezelf kwalijk neem dat ik het nooit eerder heb geweten. Dat is iets voor een 'Singles round-up' in november of misschien zelfs wel oktober. Ik zou volgende maand in ieder geval nog een partijtje gospel willen kopen want daar ben ik dit jaar nog niet aan toe gekomen. Veiligheidsriemen vast? Snel beginnen met de derde aflevering van de 'Singles round-up'. De tijdmachine gaat niet héél ver terug.

* Edie Brickell- Good Times (US, Geffen, 1994)
Foutje? Dat denk ik als ik eens een 'vangst' van Mark zie op een platenbeurs. Wat doet die plaat van Edie Brickell daar tussen? Dan vertelt Mark dat 'Good Times' een favoriet is in de Carib-soul en daardoor erg gewild onder dj's. De eerste keren dat ik naar het nummer luister, kan ik me er niks bij voorstellen. Het klinkt een beetje als een glad popnummer uit de vroege jaren negentig. We spreken nu zeker over een jaar geleden. De afgelopen maanden is de interesse voor Carib alleen maar toegenomen en nu 'begrijp' ik de plaat opeens. Tijd om hem eens voor een fraaie prijs op te speuren. Dat valt tegen! De single is in 1994 geperst voor jukeboxen en de meeste Amerikaanse singles zijn hierdoor afgedraaid. Deze Duitse bevindt zich in een uitstekende staat, hoewel ook deze uit het land van oom Sam komt. Het Geffen-hoesje mist een hoekje. Had ik de gastrol van Barry White al genoemd?

* Leroy Hutson- Lucky Fellow (UK, Hutson, 1975, re: 2018)
Ja, u leest het goed! Op 13 april van dit jaar is de single verschenen via Acid Jazz en is inmiddels al een gewild item! Leroy Hutson kennen we als de 'opvolger' van Curtis Mayfield in The Impressions. Als Mayfield in 1970 het solo-pad op gaat, zorgt hijzelf voor de vervanger. Hutson zal echter tot 1973 bij The Impressions de leadzang op zich nemen. In 1973 gaat hij op de solo-toer en maakt tot en met 1979 albums voor Curtom. Zijn plaat uit 1975 is schaars geworden en wordt door menig disco-dj en -liefhebber geroemd als 'het beste album van 1975'. Het album wordt op veler vezzoek opnieuw geperst en Acid Jazz voorziet ons dit jaar van deze single. De a-kant is oorspronkelijk over de vijf minuten, het gezelschap Disco Freaks heeft het netjes ingekort. Ik weet niet meer precies te herinneren welke dag het is geweest als Mark deze adverteert, maar het is een dag waarop ik bijzonder goed in mijn vel zit. Het clipje sluit dan ook helemaal aan op mijn gevoel en dat is de reden waarom ik de plaat meteen reserveer.

* Little Charles & The Sidewinders- Please Open Up THe Door (US, Red Sands, 1970)
Hier moet ik even heel open en eerlijk over zijn. De plaat is geschreven door Jerry Williams Jr., alias Swamp Dogg. Eén van mijn grote helden in de soul. Dit in combinatie met de aantrekkelijke prijs maakt dat ik snel overstag ga bij deze single. Toch moet ik zeggen dat ik de plaat 'een plekje' moet geven en weet op dit moment nog niet zo goed wat ik ermee aan moet. Wellicht dat dit nog gaat gebeuren? Ik geef het de kans die het verdient en in december zullen we zien of de plaat het tot de hoogste honderd heeft geschopt.

* Tyrone Mack- Maybe We (US, Express, ca. 1987)
Niet alleen een curieuze plaat omdat niemand precies weet wanneer het is uitgebracht. In de productie-credits zien we een zekere M. Dodd en het schijnt dat deze opname Jamaicaanse banden heeft. We horen Tyrone Mack die in 1983 al een single heeft gemaakt als Tyrone Mac. Wie Randy en Ray zijn, blijft in het ongewisse en over de begeleiding gaan ook de wildste geruchten. Kortom: Een echt zoekplaatje! Muzikaal is dat 'lovers rock' uit de late jaren tachtig: De romantische kant van de reggae. De plaat begint meteen met een beat en synthesizers die rieken naar 1987-88, de tijd van Maxi Priest en Aswad. Het refreintje is echter zó aanstekelijk en soulvol tegelijk dat het mij op afstand doet smelten en ik bevestig dat ik de royale prijs wil betalen voor de schijf. En daar heb ik nog geen minuut spijt van gehad!

* Edwin Starr- Stay With Me (US, Granite, 1975)
'25 Miles', 'Time' en 'Stop Her On Sight' staan al jaren in de reserve-Blauwe Bak. De platen zijn uit de koffers gefilterd met een hoop 'populaire' Motown. Ik ken van Edwin's latere werk alleen 'Contact' en die vind ik alleen maar goed voor de jaren zeventig-bak. Eerder dit jaar hoor ik dan 'Eavesdropper', de b-kant van de single 'Accident'. Dit is een kant van Starr die ik nog niet eerder heb gehoord en nu kan ik 'Stay With Me' toevoegen aan de koffer. Meer upbeat dan 'Eavesdropper' en nog altijd lichtjaren na zijn Motown-werk. Ook de tweede single dit jaar op het Granite-label. Wie weet vinden we voor het einde van het jaar nóg een interessante single van Starr en kunnen we dit jaar uitroepen tot 'het jaar van Edwin Starr'? Vorig jaar was 'het jaar van Johnnie Taylor'.

Ik laat de keuze voor de Week Spot even bezinken en neem morgen tijdens de postronde een besluit. Morgenavond dan de Week Spot plus het laatste deel van 'Het zilveren goud' van september 1993.

maandag 24 september 2018

Dodenrit: Chas Hodges



Ik heb de afgelopen maanden maar liefst drie singles gekocht van Chas & Dave en heb, geloof ik, mezelf ergens voorgenomen om nog eens een bericht te schrijven over dit illustere duo. Ik heb in de vorige 'Singles round-up' met 'Ain't No Pleasing You' en 'Wish I Could Write A Love Song' in het kort de 'running gag' op Wolfman Radio verteld. De vrouw van de radiobaas heeft een gruwelijke hekel aan Chas & Dave en The Wurzels en het is nooit slim om zoiets bekend te maken bij de radio-collega's. Vorig jaar tijdens de radio-marathon daagde ik haar uit om op de radio te vertellen dat ze stiekem een hele grote fan was van Chas & Dave en ze riep in het wilde weg een bedrag. Dat bedrag, dertig pond, was in vier minuten binnen. Alles voor het goede doel! Het heeft mij de helft gekost en daarvoor hebben we nu een prachtige jingle met een gepassioneerde Emma die vertelt over haar grote liefde voor Chas & Dave en dat is iedere euro waard! Op vinyl-gebied heb ik tot een paar maanden geleden alleen 'The Bangin' In Your Head' en 'Rabbit' en ik heb de verzameling uitgebreid met drie titels van het duo dat razend populair was in Engeland. In Nederland associeer ik Chas & Dave vooral met 'Langs De Lijn' en alleen 'Ain't No Pleasing You' raakt nét de top twintig aan. Afgelopen weekend bereikt ons het trieste nieuws dat Chas Hodges op 74-jarige leeftijd is overleden. Niet geheel onverwacht, maar daarover later meer. Hodges is veel méér dan de helft van een novelty-act, dit is een man die een stukje rock & roll-geschiedenis heeft geschreven!

Als ik in maart de single 'I'll Never Fall In Love Again' van Charles Hodges binnen krijg, associeer ik dat het eerste met een Engelse zanger. Dat heeft ermee te maken dat het nummer door Lonnie Donegan is geschreven plus het feit dat weet dat in de vroege jaren zestig een Engelse sessiemuzikant was met die naam. Ik heb me tot dit weekend toe nooit gerealiseerd dat de Engelse Charles Hodges niemand minder is dan Chas van Chas & Dave. Hij heeft geen solo-platen gemaakt in de jaren zestig, alleen een solo-album in 2010 of 2011. Laat me snel van start gaan met de legende van de Engelse Chas Hodges. Hij wordt op 28 december 1943 geboren als Charles Nicholas Hodges in Edmonton in het graafschap Middlesex, maar groeit op in Noord-Londen. Hij is nog maar zeventien jaar oud als hij zijn eerste opnames maakt en niet met de minste of geringste. Chas Hodges heeft de eer om te werken met de legendarische producent Joe Meek. Er gaat jaren lang het gerucht dat Hodges te horen zou zijn op 'Telstar' van The Tornados en is in die hoedanigheid (gespeeld door een acteur) te zien in de film over het leven van Joe Meek. De biografieën brengen Chas echter niet verband met deze wereldhit. In de vroege jaren zestig maakt hij deel uit van Mike Berry & The Outlaws. 'Tribute To Buddy Holly' wordt in 1961 om nog altijd onbekende redenen geboycot door de BBC en zal pas in 1975 in een nieuwe uitvoering (zonder The Outlaws) een grote hit worden. Ritchie Blackmore is een collega van Hodges in The Outlaws en hij zal nog een aantal keren opduiken in het verhaal van Hodges. In de jaren 1966 en 1967 speelt Hodges bij Cliff Bennett & The Rebel Rousers. Hij heeft sinds zijn tijd bij The Outlaws de bijnaam 'Sleepy' gekregen omdat hij steevast in slaap sukkelt tijdens opnamesessies.

Het is kenmerkend voor Hodges. Hij is eigenlijk veel meer een podium-dier dat oude rockers als Bill Haley en Jerry Lee Lewis begeleidt tijdens concerten. Hij speelt aanvankelijk alleen gitaar en bas maar kijkt tijdens een tournee met Lewis goed naar diens verrichtingen op de piano en leert zichzelf piano spelen. In 1970 mengt Hodges zich bij het gezelschap Heads, Hands & Feet. Dat is feitelijk de voortzetting van Poet & The One Man Band. Deze groep onder leiding van Ray Smith en Tony Colton heeft met meestergitarist Albert Lee een album gemaakt voor Verve Forecast. Smith en Colton gaan in 1970 samenwerken in een productiemaatschappij met de Schotse arrangeur en orkestleider Johnny Harris. Hem hebben we al eens in een grijs verleden hier gehad met zijn elpee 'Movements'. Harris wil dat album integraal op de bühne brengen als openingsact voor Dionne Warwick en huurt hiervoor Heads, Hands & Feet in. Hodges is dan ook al van de partij. De groep neemt in 1970 een elpee op die zesentwintig jaar op de plank blijft liggen. In 1971 verschijnt het onofficiële debuut en er volgen nog een tweetal elpees. Tot deze ochtend ken ik de band alleen van naam. Collega Lee heeft me overtuigd. Albert Lee is zonder meer een begenadigd gitarist en ik kan uren naar hem luisteren. Hodges heeft intussen ook nog tijd voor een 'supergroep': Green Bullfrog. Blackmore is ook weer van de partij en komt repeteren nadat hij heeft opgetreden met Deep Purple. De band maakt in 1971 een elpee die zéér gewild is tegenwoordig. Als Roger Glover op een avond niet kan mee spelen bij een concert in Aberdeen, reist Hodges af naar Schotland om hem op basgitaar te vervangen in Deep Purple. Na Heads, Hands & Feet toert Hodges in 1973 met Jerry Lee Lewis en komt in 1974 Dave Peacock tegen. Ze begeleiden met Oily Rags de Amerikaanse jazzsaxofonist Oliver Edward Nelson op een plaat en doen hetzelfde met Teresa Brewer. In 1975 doen Chas en Dave mee op de elpee 'Remember My Song' van Labi Siffre. Het nummer 'I Got The' wordt door rapper Eminem gebruikt als 'hook' in zijn hit 'My Name Is' en laat dat uitgerekend een stukje muziek zijn dat wordt gespeeld door Chas en Dave!

Het is de beide heren een doorn in het oog dat menig Engelse zanger of zangeres een Amerikaans accent aanneemt. Het is voor de twee mannen de reden om een duo te beginnen dat uitsluitend in de Londense 'cockney-slang' zingt. De groep wordt op handen gedragen door fans van voetbalclub Tottenham Hotspurs en het duo heeft menig plaat opgedragen aan de club. In 1978 piekt 'Strummin' bescheiden op een 52e plek en is 'Rabbit' in 1981 de eerste top tien-hit van het duo. Toch zou het niet terecht zijn om de groep alleen maar weg te zetten als novelty-act. De composities getuigen van een gedegen vakmanschap en het is bewonderenswaardig hoe Chas & Dave alledaagse 'problemen' als een kater kunnen verwoorden tot poëzie en tegelijk rechtdoorzee. Chas heeft in een interview verteld dat hij alleen maar een liefdeslied in zijn 'eigen taal' wilde schrijven en dat met 'Ain't No Pleasing You' voor elkaar heeft gekregen. De plaat piekt in Engeland op een tweede plek. Toch vind ik 'Wish I Could Write A Love Song' nog wel het allerbeste van het duo en het verhaalt juist over de eerdere wens van Hodges. In 2009 overlijdt de echtgenote van Peacock en dat doet hem besluiten een punt te zetten achter het duo. Het is niet van lange duur want in 2011 staat het duo opnieuw op de planken. Op 6 februari 2017 maakt Hodges op sociale media bekend dat er slokdarmkanker bij hem is opgetreden. Het is echter in een vroeg stadium en te behandelen. Een paar weken geleden is daar opeens een nieuw album van Chas & Dave: 'A Little Bit Of Us'. Het op-een-na-laatste nummer van het album is een korte gezongen 'boodschap' van Chas aan het adres van de kanker. Op typische cockney wijze vertelt hij de ziekte dat het maar een eind moet gaan fietsen. Afgelopen vrijdagmorgen is hij in slaap gevallen en niet meer wakker geworden. Chas Hodges is 74 jaar geworden.

Mijn collega Lee heeft vanmorgen een prachtig eerbetoon gepresenteerd en geeft zelf eerlijk toe dat het nog véél uitgebreider had gekund. Na dit verhaal zie ik ook de nodige aanknopingspunten en denk dat het tweede uur van 'Tuesday Night Music Club' in het teken komt te staan van de erfenis van Chas Hodges.

zondag 23 september 2018

Verticaal vijf letters: zondag 23 september



De weersvooruitzichten zijn bijgesteld? Ik meende dat het vandaag extreem hard zou regenen bij een windkracht vijf? Okay, er is genoeg regen gevallen, maar ik geloof dat ik ergens had gelezen dat er veertien millimeter werd verwacht. De wind heb ik niet tot nauwelijks gemerkt. Als ik de buienradar heb bekeken, heb ik al snel het plan klaar en toch zal dat ietsje anders verlopen. Ik hoef vandaag niet naar de winkel en heb verder ook geen zin aan fietsen. Ik wil wel even naar buiten en bedenk een 'ommetje' dat ik al eens eerder heb gemaakt. Daarvoor loop ik eerst richting het bos van Holtinge. Als ik aan de rand ben, besluit ik opeens hier te gaan wandelen. Het oorspronkelijke plan zou over Rheebruggen gaan, maar nu heb ik de eer gehad om binnen een straal van drie kilometer van huis tweemaal te 'verdwalen'. Voor herhaling vatbaar!

Holtinge is een brok ongerepte natuur. Natuurlijk wordt hier zo nu en dan wel wat onderhoud verricht aan de bomen, maar het is niet zo dat de groenvoorziening wekelijks aanwezig is om puin te ruimen. Dat maakt dat het bos niet zo vrij en openbaar oogt, maar dat het voor de natuurliefhebber een smulpartij is. Je moet soms over de boomstronken stappen en delen van het pad lopen makkelijk onder water. De droogte van de afgelopen maanden is hier echter ook te merken. Met de regen van de afgelopen dagen schieten de paddestoelen uit de grond en er is genoeg voor hen te verteren. Het bos waar ik loop ligt tussen Uffelte en de golfbaan van Havelte en zou daarmee 'overzichtelijk' moeten zijn. Niets is minder waar. Het is niet de eerste keer dat ik voor verrassingen kom te staan in het bos. De Kolonieweg snijdt het bos in tweeën. Ik heb niet de intentie om daar uit te komen en meen op een zeker ogenblik dat ik parallel loop aan de Holtingerweg en weldra zal uitkomen bij de recreatiewoningen van Westeinde. Dan zie ik rechts 'in het weiland' vlaggetjes staan. ,,Vreemd", denk ik nog in eerste instantie. Dan kijk ik nog eens goed en hoor dan even verderop een auto voorbij rijden. Het weiland is geen weiland. Het is het golfterrein. De auto rijdt over de Kolonieweg. Dat is dus de eerste keer dat ik 'verdwaal'. Ik zou de Kolonieweg kunnen volgen en over de Holtingerweg terug gaan naar Uffelte, maar ik wil weer het bos in. Nu doe ik iets dat eigenlijk niet mag. Ik ga van de paden af en 'snij' iets af. Het wordt steeds moeilijker begaanbaar en dan trek ik weer richting de bomen in de hoop daar een voetpad te treffen. Ik moet een aantal bomen van takjes verlossen om er doorheen te komen. Er loopt geen pad vlak langs. Dan kom ik op een 'driesprong' met een opvallend detail: Niet zo'n wit ding van de ANWB, maar een trotse rode paddestoel. Ben ik hier eerder geweest?

Ach, er zijn tientallen paddestoelen in het gebied. Ik bedenk me hoe ik de eerste keer ben gelopen vanaf dit punt en dat ik toen uit kwam op de Kolonieweg. Ik probeer het te vergeten en meen even dat ik zeer dicht in de buurt van Westeinde moet zijn. Hee, dat klopt niet! Om een lang verhaal kort te maken: Ik sta opnieuw op de Kolonieweg. Een kilometer verder vanaf het punt waar ik eerder heb gestaan en terwijl ik zeker vier kilometer heb gelopen. Dan besluit ik te kiezen voor wijsheid. Ik volg gewoon de straat en de straatlantaarns gaan aan als ik bijna thuis ben.

Singles round-up: september 2



Vrijdagavond vind ik een briefje in de brievenbus dat de postbode is langs geweest met een pakketje. Ik ga meteen naar de website van PostNL om de bezorging te veranderen. Het kaartje vertelt me dat hij het morgenmiddag nóg eens gaat proberen. Omdat ik dan aan het werk ben, geef ik de voorkeur aan dat ik het na drie uur kan ophalen op het postkantoor in Havelte. De show van vrijdagavond heeft erin gehakt en ik word later wakker dan gepland. Als ik wil vertrekken, zie ik dat de klep van de brievenbus een stukje open staat. Opnieuw een kaartje van de bezorger: Het pakket kan per direct worden opgehaald. Dat doe ik dus op de heenweg en dat is achteraf gezien verstandig. Ik ben pas laat terug van het bezorgen en dan is het postagentschap in Havelte reeds gesloten. Het zijn de elf singles van Mark. De twee van Discogs verwacht ik dinsdag of woensdag en het duo uit Italië moest ook bijna arriveren. Ik ga ze uitsmeren over drie afleveringen van de 'Singles round-up'. Vandaag de eerste vijf.

* The Baby Dolls- Please Don't Rush Me (US, Gamble, 1967)
Hoewel in de komende drie 'Singles round-up'-afleveringen nogal wat 'nieuwe' dingen zitten, begin ik meteen in de 'oertijd'. De tijd dat ik warm loop voor iedere meidengroep is inmiddels lang gepasseerd, maar deze van The Baby Dolls vind ik dan weer erg interessant. Het Gamble-label grossiert vooral in heren in de jaren zestig. Denk maar aan The Intruders en een stel anderen die een decennium later platen op Philadelphia International Records zullen uitbrengen. Wie, hoe of wat The Baby Dolls zijn? Geen idee, maar daar ga ik binnenkort eens verder in duiken. Natuurlijk is het 'smooth' zoals het soul uit Philadelphia betaamd. Toch heeft 'Please Don't Rush Me' een beetje een crossover-gevoel en dat maakt dit plaatje nét even anders dan een handvol andere meidengroepen uit deze periode. Deze 'past' in de huidige soul-koffers.

* Charles Bradley- The World (US, Dunham, 2007)
Als het bericht van het overlijden van Aretha Franklin binnenstroomt, blijkt mijn halve Facebook-lijst zomaar opeens 'fan' te zijn van Aretha Franklin. Hetzelfde is in mindere mate aan de hand als Charles Bradley ons verlaat. Dat laatste heeft ermee te maken dat ik nogal wat 'grote' soul-dj's in mijn lijst heb staan. Charles Bradley is nimmer 'mainstream' geworden, maar is in de soul-wereld zelf een 'grootheid'. De muziek is het bewijs? 'The World (Is Going Up In Flames)' is in 2007 de eerste single van Bradley voor het Dunham-label, onderdeel van Daptone. Samen met onder andere Sharon Jones vertegenwoordigt Bradley een nieuwe lichting in de soul en een missie van Daptone. Dat ergert zich nogal aan de stand van de R&B in de jaren negentig en wil weer échte soul terug brengen op de muziekmarkt. Charles is een krachtige zanger die uitermate geschikt is voor het overbrengen van een boodschap als op deze single. Dit is soul dat 'leeft' als het leven zelf. Een potentiële Week Spot en dus verwacht ik binnenkort meer te vertellen over Bradley. De single heeft drie label-varianten: Zwart (eerste persing), rood (tweede persing) en groen (derde persing). Ik heb de tweede persing. De eerste persing is 'holy grail'.

* Shirley Brown- I Ain't Gonna Tell (US, Abet, 1971)
Ik heb 'Woman To Woman' na jaren aanwezigheid in de Blauwe Bak terug naar de jaren zeventig gestuurd en de volgende dag tref ik deze single bij Mark. Ik ben van plan om binnenkort een paar 'specials' te doen in 'Do The 45' en eentje daarvan zou 'telefoongesprekken' kunnen worden. Dan zal ik 'Woman To Woman' even moeten opduiken en ook 'Man To Woman' van Lonnie Youngblood in het spel brengen. Deze single van Shirley Brown is echter andere koek. Het is aan de funky kant maar leuk genoeg voor de huidige 'set'. Misschien dat ik 'Woman To Woman' binnenkort toch wel weer terug zet, want deze single van Shirley Brown heeft hernieuwde interesse opgewekt.

* Barbara Carr- Not A Word (US, Bar-Carr, 1989)
Deze kan in een 'special' van overspelige lieden en daar begin ik ook al een collectie van te krijgen. Ook Barbara ontmoet een getrouwde man in een hotel om de nacht door te brengen. Jaren vóór Secondlove. Een tijd dat je nog een voor een het hotel moet binnenstappen en moet inchecken onder een valse naam. Dan is het maar te hopen dat je niet je lieftallige tegenkomt, zoals bij Don Covay. Terwijl hij de sleutels inlevert bij de receptioniste, boekt zijn vrouw een kamer voor haar en haar geliefde. Bij Barbara Carr is de kust nog veilig maar drukt ze haar 'vriendje' op het hart dat hij nóóit een woord zal reppen over hun ontmoetingen. Barbara Carr heeft uit lieverlee maar haar eigen platenlabel opgezet om toch nog platen te kunnen maken. 'Not A Word' is één van de handvol singles op het Bar-Carr-label. Dat klinkt helemaal 1989. Vooral die irritante keyboard-toontjes in het refrein hadden ze mogen weg laten, maar verder is dit een onweerstaanbare ballade over een liefde die niet 'mag'.

* Al Green- I Tried To Tell Myself (Barbados, London, 1976)
Hebben we Al Green niet pas geleden als Week Spot gehad? Té vroeg! Als ik nog eens een 'Jantje-van-Leiden' wil hebben met de Week Spot, dan is dit een goede kandidaat. Het bewijs dat je nog steeds pareltjes kan ontdekken bij 'mainstream' artiesten. Al Green's 'L-O-V-E' staat al een paar jaar op mijn verlanglijstje maar wist niet van het bestaan af van dit 'I Tried To Tell Myself'. Als ik al van de titel af wist, dan wist ik nog niet hóe leuk het werkelijk is. 'I Tried To Tell Myself' schreeuwt het uit om Week Spot te worden! Het is een fraaie bonus dat het de persing uit Barbados is. Dat is nog een 'collectie-in-de-collectie'.

donderdag 20 september 2018

Eretitel: 'Call On Me'



Gelukkig nieuwjaar! Het is negen jaar geleden dat ik de salto maakte vanaf de fiets en 'vier' dit sinds 2010 als mijn persoonlijke oud en nieuw. Vanavond zou ik het vieren in 'Afterglow'. Ik herinner me wel een email van Ziggo, maar ja... dat heeft vaker geen effect op mijn verbinding dan wel. Ik ben koud drie minuten in 'Afterglow' of de connectie wordt verbroken. Het komt pas om half twee terug en dan is me het plezier al vergaan. Ik ga vanavond om één uur alsnog 'Afterglow' doen. We gaan volgend jaar écht verstandig worden want ik moet zaterdag er weer vroeg uit! Nu ik weer een verbinding heb, kan ik alvast beginnen met de 'Eretitel'. Dat is eentje die ik een beetje was vergeten. De aanleiding is de heruitgave van Elvis Costello's 'My Aim Is True' en de daarbij horende bonustracks. Dat inspireert me tot driemaal 'Call On Me'.

3. Elvis Costello (1977/2017)
Laat me meteen beginnen met de boosdoener van deze 'Listen Carefully' en nu de 'Eretitel'. De vijfendertigste verjaardag van Amy Winehouse dreigde vorige week even 'iets' te worden. Op het gebied van de verjaardagen van 'classic albums' is het vrijwel iedere vijf of tien jaar raak. In het geval van albums uit de jaren zestig zijn het zowel stereo- als mono-mixen, alsof iemand op dat laatste zit te wachten. 'Waiting For The Sun' van The Doors is onlangs opnieuw uitgebracht met 'remastered' tracks en met 'rough mixes'. De eerste zijn volgens mij al in de jaren negentig geremixed en de tweede klinkt als de cd's die rond 1988 zijn verschenen. Het is zelden dat een album niet eerder uitgebrachte tracks als bonusmateriaal mee krijgt en dat is het geval bij 'My Aim Is True'. Het bevat een aantal demo's die Costello heeft opgenomen in de Pathway Studios en 'Call On Me' is daar eentje van. Zijn gitaar leent het loopje van 'Hold On I'm Coming' van Sam & Dave en we horen Costello helemaal uitgekleed. Het is niet bepaald 'easy listening', maar levert even goed nog een aardig liedje op van minder dan twee minuten. Dat mag vandaag de hekkensluiter zijn.

2. Starley (2016)
In de Ryan Riback-mix om precies te zijn. Dat is de uitvoering van 'Call On Me' dat het meest populair wordt. Een nummer dat zomaar op 1 had kunnen staan als de 'winnaar' van vandaag niet zó aanstekelijk was. 'Call On Me' is een late 'Floorfillers'-favoriet en ik draai het nog steeds met plezier in de 'Floorfillers Flashback'. Andere shows lenen zich niet echt voor dance zoals dit, hoewel ik het dus toch heb gedraaid in 'Tuesday Night Music Club' als onderdeel van 'Listen Carefully'. Starley moet vandaag tevreden zijn met een tweede plek.

1. Chicago (1974)
Chicago en The Bee Gees zijn hofleveranciers voor de 'Eretitel'. Over een paar weken treffen we opnieuw de koperpop-band uit Chicago. Het is vaak het derde wiel aan de wagen en daar lijkt het vanavond eveneens op uit te draaien. Dan ga ik weer eens even zitten voor het nummer en meteen bij het intro is het klaar! Deze 'laidback groove' mag ik op dit moment erg graag horen en daarom is het opeens een erg logische nummer 1 in deze 'Eretitel'. Ik heb me mooit gerealiseerd dat het (ook) in Nederland op single is verschenen. Ik zal eerdaags eens rond snuffelen voor een goedkoop exemplaar met fotohoes, want dit smaakt naar meer! Chicago mag vandaag op nummer 1.

Volgende week moet ik heel snel kunnen typen of ik moet het extreem kort houden. Dan ga ik namelijk mijn 'fifteen minutes of fame' beleven.

woensdag 19 september 2018

Het zilveren goud: september 1993 deel III



Ik probeer het weer enigszins chronologisch voor de geest te halen, maar ik slaag er niet meer in. Misschien dat het te wijten valt aan het feit dat ik er 'niet meer over mag praten', maar wellicht ook omdat ik dat boek al lange tijd geleden heb gesloten. Ik weet niet meer wanneer, maar ik zit op een gegeven ogenblik te praten met een dorpsgenoot. Hij rijdt op dat moment op een Solex en het is de eerste keer dat ik zo'n malle fiets met motor zie, hoor en ruik. Het is deze berijder die op een bepaald moment tegen me heeft gezegd dat een Solex helemaal bij mij zou passen. Ik heb in 1993 nog geen brommer-ervaring. Ik doe alles op de fiets, hoewel dat beduidend minder plezier geeft dan een paar jaar daarvoor. Fietsen wordt meer een 'must' en dat heeft eveneens ermee te maken dat mijn zaterdagavonden 'langer' zijn geworden waardoor ik op zondagmiddag niet vooruit te branden ben. Een kameraad heeft een Solex in de schuur staan die hij eventueel wel voor een vriendenprijsje wil slijten, maar hoe concreet dat allemaal is in september 1993? Ik herinner me (zie 'Het zilveren goud' van twee weken geleden) hoe ik de beelden van de WK Solexraces zie op televisie en stiekem hoop dat ik volgend jaar eveneens aan de startlijn sta. Het besef dat ik een lange leren jas nodig heb, bestaat wel. Dat hoeft echter weer niet op korte termijn. Vanaf de 'cursus' blijf ik steeds vaker in Leeuwarden hangen en doe dit zo ook op een donderdagavond. Dan is het koopavond in de hoofdstad. Ik ben vooral op zoek naar singles als ik langs de winkel van het Leger Des Heils kom op de Tuinen.

Ik weet niet eens meer waarom ik naar binnen ben gegaan. Wellicht in de hoop dat die ook een doosje platen zouden hebben staan? Het is echter een kledingmagazijn. Tweedehands kleding is op dat moment nog een soort van taboe voor mij. Mijn ouders hebben me altijd 'in het nieuw' gestoken en het is pas sinds een paar maanden dat deze 'kostenpost' voor mij is. Het heeft geen gat in de portemonnee geslagen buiten het zwarte bomberjack dat ik van mijn eerste verdiende geld koop. En ook die was slechts vijftig gulden. Bij lange na niet een échte Alpha van een paar honderd gulden! Ik loop rond in het winkeltje als ik opeens de jas zie. Het is een zwarte lange leren jas. Ik schat dat het van de jaren zestig moet zijn. Het leer is redelijk soepel in vergelijking tot een aantal 'harnassen' die ik later heb gehad. Ik ben op slag verliefd, maar kan de jas om ene of andere reden niet meteen meenemen. Ik ga de volgende dag dus nog eens terug. Dan koop ik ook nog drie singles. The Incrowd en The Cream komen volgens mij van 't Keldertje', maar de sticker op de Moody Blues verraadt dat die afkomstig is van 'De Melomaan'. De maandag erna zijn de meeste 'verzamelwinkels' gesloten en dan stap ik binnen bij 'Sound & Vision'. Dat is een cd-winkel met nog een voorraadje vinyl en voor alles geldt dat het vooral de zaak is voor alternatieve popmuziek. Ik tref dit bakje met Friese singles. Ik herinner me ook nog singles van Kobus Gaat Naar Appelscha in de bak, maar in september 1993 valt mijn keuze op tweemaal Reboelje en eentje van, een dan nog vrij onbekende, Piter Wilkesn. Zal ik eerst de platen aan jullie voorstellen?

1518 I'll Be Free-The Incrowd (NL, Polydor, 1966)
1519 Isn't Life Strange-The Moody Blues (UK, Threshold, 1972)
1520 Crossroads-The Cream (Duitsland, Polydor, 1969)
1521 De Swarte Ridder-Reboelje (NL, Marista, 1991)
1522 De Spaansche Mich-Reboelje (NL, Marista, 1991)
1523 Henkie Cola-Piter Wilkens (NL, Terp, 1991)

'I'll Be Free' heb ik al sinds 1992 op een elpee staan, maar vind het wel aardig om het ook op single te hebben. Dat is geen slechte keuze geweest want ik ben de plaat sindsdien nooit weer tegengekomen en zeker niet voor de prijs van drie-gulden-vijftig. The Moody Blues heb ik uiteraard ook op elpee, maar daarvan wil ik proberen de singles-collectie compleet te krijgen. Anno 2018 ben ik daar niet heel erg druk mee. Het zijn vooral een paar 'lastige' singles uit 1964-67: De 'Go Now'-periode en de laatte platen vóór 'Nights In White Satin'. Het zijn nu vooral afwijkende persingen die ik koop. De laatste is de 'foute' Belgische fotohoes van 'Nights In White Satin' welke de groep van 'Go Now' laat zien. The Cream is uiteraard de live-versie van de 'Wheels On Fire'-dubbelaar.

Ik ben in september 1993 ruim een anderhalf jaar in de ban van Reboelje. De Friese groep neemt in 1991 een concept-album op met Herman Hesse's 'Der Steppenwolf' als uitgangspunt. Ik heb in 2000 een poging ondernomen om de Nederlandse vertaling van dat boek te lezen, maar ik vind het zware kost. Toch herken ik duidelijk invloeden in de liedjes van Reboelje van de betreffende plaat: 'Magysk Teater: Allinnich Foar Gekken' (Magisch Theater: Alleen Voor Dwazen). Een kameraad heeft de cd overgezet op cassette omdat ik in de zomer van 1992 nog geen cd-speler heb. De cd zal ik later nog eens kopen en vandaag zijn het vier nummers op vinyl middels twee singles. 'De Swarte Ridder' heeft een dubbele a-kant en het is met name de b-kant, 'Sielesiik', dat nog iets van een cult-hit wordt. Henk Westbroek is 'fan' en draait het verscheidene keren in zijn shows. 'De Spaansche Mich' heeft 'Trije' als b-kant en dat laatste is één van de 'feestnummers' van de band. Het heeft een punky instrumentaal 'refrein' dat zich prima leent voor pogoën. Ondanks het feit dat ik het in oktober 1992 nog rustig aan moet doen van de dokter tijdens 'rockuitvoeringen', sta ik met mijn pas geheelde enkel alweer te 'beuken' op 'Trije'. Ik neem me dan al voor om volgend jaar verstandig te worden en dat voornemen blijf ik tot de dag van vandaag koesteren...

Ik hoor in 1992 voor het eerst van Piter WIlkens. Hij is dan nog een pure hobby-muzikant die in de weekeinden met zijn gitaar langs de kroegen gaat. 'Henkie Cola' is de voorloper van de 'Bob' met als 'hook' dat 'je wel kan zeggen dat hij een cola-tik heeft'. Ik koop de single vanwege de keerzijde. 'Dûnsje Fanke Dûnsje' (Dans Meisje Dans) heb ik bij de kennismaking in 1992 voor het eerst gehoord en ik ben meteen onder de indruk van zijn kunnen. Als hij een paar jaar later professioneel wordt en 'doorbreekt' in Friesland hoor ik mijn moeder dikwijls zeggen dat Piter niet kan zingen. Ik denk dat dit in 1993 zijn kracht was. Hij rommelt een beetje aan als een latere Bruce Springsteen en Bob Dylan en dat maakt het wel rock & roll voor mij. Als hij uiteindelijk zijn hele reputatie ten grabbel gooit om alleen nog maar in de gratie te komen bij Omrop Fryslân, dan heb ik het helemaal gehad met WIlkens. Ik heb de single sinds 1996 niet meer aangeraakt buiten dat ik het zojuist op de stoel heb gelegen met de andere vijf singles. Het leren jas-verhaal volgt in het weekend en volgende week de laatste zeven singles van deze maand in 1993.

Week Spot: The Persuaders



Ik heb vorige week tijdens het bezorgen van de post op woensdag besloten wat de Week Spot moest worden en zou vandaag hetzelfde doen. Helaas... er hebben me twee nummers 'gezelschap' gehouden en dat zijn twee nieuwe aanwinsten die we zeer binnenkort in de 'Singles round-up' kunnen verwachten. Ik denk dat ik de 'Singles round-up' kan opsplitsen in een 'klassieke' en 'moderne' aflevering want de aanwinsten van vandaag zijn uit 1994 en 2009, maar gaat Mark me nog een paar uit de jaren zestig bezorgen (de oudste is van 1964). Verder heb ik gisteren bij de 'Singles round-up' al een suggestie gewekt en deze klinkt me erg goed in de oren. Ik begin met mijn rondje 'boodschappen' dankzij deze single en dus kan die eigenlijk niet langer wachten. De kersverse Week Spot heet 'Some Guys Have All The Luck' en is afkomstig van The Persuaders (1973).

In principe ben ik klaar voor een 'Do The 45' deze zaterdag. Ik zou het afgelopen weekend op zaterdagmiddag doen maar dan breekt één van mijn naalden. Nota bene de nieuwste van de twee. Gisteren is de nieuwe naald gearriveerd en we kunnen weer. Niet alleen 'Do The 45' deze zaterdagavond, maar ook de 'comeback' van 'The Vinyl Countdown - The 7" Collection' op de zondagavond. 'The Summer Spirit' was leuk om te doen, maar ik kijk nu ook alweer uit om 'The Vinyl Countdown' weer te doen. Is ook héél 'ontspannen', maar dan op een andere manier. 'Fingers crossed' voor de singles van Mark, die zijn gisteren op de bus gegaan. Van de twee Discogs-platen is eentje al op de post en de andere is aangevinkt als 'betaling gelukt'. De Discogs-singles hoeven beide slechts uit Berlijn te komen en dat zou wel redelijk snel kunnen. Het verhaal begint bijna twee weken geleden. Het is de vrijdagavond als ik op 'Five A Day' kijk op Facebook. Mark heeft deze single aangeboden en hij is binnen een oogwenk verkocht. Ik was 'vergeten' dat er nog zoiets was als een originele soul-versie en zo maak ik kennis met de suikerpot van The Persuaders.

De oorspronkelijke leden van The Persuaders ontmoeten elkaar in 1969 in New York. De jaren ervoor hebben ze gezongen bij lokale groepjes elders in Amerika en The Persuaders is de eerste serieuze stap richting een baan in de muziek. Een contract met Atlantic is al gauw een feit en in 1971 neemt de groep haar eerste elpee op. The Persuaders scoort een grote hit met een liedje dat eveneens zal worden hergebruikt in de jaren tachtig: 'Thin Line Between Love And Hate'. Reggaeband Black Slate zal het als eerste afstoffen, maar ik ken het vooral in de uitvoering van The Pretenders. 'The Best Thing That Ever Happened To Me' zal later in de jaren zeventig een hit opleveren voor Gladys Knight & The Pips. In 1971 bestaat de groep uit de heren Douglas 'Smokey' Scott, Willie Holland, James Barnes en Charles Stodghill. De laatste twee zijn in 1973 vervangen door John Tobias en Thomas Lee Hill. Bij de platen van The Persuaders is minstens één van de broers Richard en Bobby Poindexter. Hun aanpak wordt het kenmerk van The Persuaders. Scott's leadzang is beduidend minder zoet dan die van collega's maar wordt wel kracht bij gezet door groots opgezette orkestbegeleiding. 'Thin Line Between Love And Hate', 'Love Gonna Pack Up' en de Week Spot zijn de grootste R&B-hits van The Persuaders. Enkel 'Thin Line' en 'Some Guys' pieken binnen de top vijftig van de Billboard. De groep zou anno nu bijkans zijn vergeten als een aantal van haar originele liedjes niet een eigen leven was gaan leiden.

Na een lange periode bij Atlantic maakt de groep de overstap naar Calla, maar het mag allemaal niet meer baten. 'I Need Love' is in 1977 de laatste R&B-hit van de groep. Toch is er tegenwoordig blijkbaar zoveel vraag naar de groep dat er maar liefst twee bands zijn die zich The Persuaders noemen. Geen van hen bevat originele leden, die zijn sinds het overlijden van Willie Holland nu allemaal naar het hiernamaals. The Persuaders en The Persuaders Revue zingen op verzoek nog eens de grote hits uit de jaren zeventig. Twee bands is nog redelik bescheiden, volgens mij zijn er twintig bands die zichzelf identificeren als Lynyrd Skynyrd.

Van 'Some Guys Have All The Luck' neemt Derrick Harriott in 1974 de eerste reggae-versie op. In 1981 duikt het nummer opnieuw op. Eerst in een versie van Nikki Wills en vervolgens de eerste succesvolle cover van Robert Palmer. Met alle respect voor die laatste, maar zijn versie moet zo snel mogelijk worden vergeten. Rod Stewart doet in 1984 de Amerikaanse top tien aan met zijn cover en in 1986 brengt Louise Mandrell 'Some Girls Have All The Luck'. Bette Bright & The Illuminations volgt dat voorbeeld in hetzelfde jaar en tenslotte brengt Maxi Priest het nummer weer terug bij het oorspronkelijke geslacht. Dat is voor mij de kennismaking met het nummer en ook al tijden mijn favoriete cover-versie, maar deze week en de maanden erna mag ik het origineel me extra goed laten smaken!

dinsdag 18 september 2018

Singles round-up: september 1



,,Buy with confidence". Sommige adverteerders op het internet met die uitspraak hebben last van zelfoverschatting. Vooral als het aankomt op een nauwkeurige beschrijving voor wat betreft de conditie van een plaat. Het is, ondanks strakke richtlijnen, ook moeilijk te doen. Er zijn verzamelaars die alleen maar voor 'Mint' gaan en de helft van mijn Blauwe Bak in de Kliko zouden laten zakken. Je hebt 'conservative graders' die praktisch geen plaat boven de 'VG-' hebben, terwijl dat deze platen nog erg goed zijn te draaien. Eén categorie is erg zeldzaam en ik heb nu reeds twee getroffen op Discogs. De experts die, al dan niet met een eigen puntensysteem, de platen tot in de puntjes beschrijven. Als je het liedje kent en je leest hun signalement dan hoef je bij wijze van spreken niet eens de plaat op de draaitafel te leggen om te weten hoe het gaat klinken. Het is pas de eerste keer dat ik platen koop van verkoper 'Record Cellar' uit Manchester, maar denk dat de man nog een aantal bestellingen tegemoet kan zien. Bijkomend voordeel is dat-ie spotgoedkoop is. De komende zeven singles hebben samen niet meer dan 25 euro gekost! Aan het einde presenteer ik nog de 12"-single die een week geleden is binnengekomen.

* Brook Benton- Makin' Love Is Good For You (US, Olde World Records, 1978)
Ik word eerst al op het spoor gezet van deze latere singles van Brook Benton door een aanbod van Mark. Dat gaat om een andere single van Benton uit deze periode en op het Olde World-label. 's Avonds zie ik deze in de handel van 'Record Cellar' nadat ik op zoek ben gegaan naar The Persuaders. Ik luister heel vluchtig naar een Youtube-clip van de a-kant en besluit dat dit koren op mijn molen is. Sinds vanmiddag lokt de b-kant me nog veel meer aan, maar feit is dat ik voor zéér weinig een erg leuke 'double-sider' heb gekocht. 'Makin' Love Is Good For You' is het resultaat van het onderzoek van liefdesdokter Tony Joe White. Benton is uiteraard het beste bekend van zijn ballad-werk uit lang vervlogen tijden en persoonlijk vind ik hem daar ook het meest in uitblinken. Dan is de b-kant opeens genieten geblazen: 'Better Times' is voor mij zonder meer de winnaar en de reden waarom de single in de koffers komt in plaats van de reserve-bak.

* Brenda & The Tabulations- One Girl Too Late (UK, Epic, 1973)
Ik ben niet snel jaloers op een andere verzamelaar en dat hoeft bij dit voorbeeld ook helemaal niet het geval te zijn. Collega Lee Madge vertelt me op een dag dat hij deze single voor 50 pence in een 'charity shop' heeft gekocht. Jaloers is niet het juiste woord. Wél een gevoel van 'waarom heb ik die al niet in de bakken staan?'. Een paar weken geleden zie ik de single bij Mark staan en dan opnieuw bij 'Record Cellar'. Het moge duidelijk zijn: De single is allesbehalve een 'exoot' in Engeland en de vijftig pence van Lee is nog altijd een gangbare prijs aldaar. Ik ben reeds jaren geleden gegrepen door de 'Van McCoy-magie' en een aantal van zijn klassieke voorbeelden zijn met Brenda & The Tabulations uit de vroege jaren zeventig. 'One Girl Too Late' klinkt meteen een heel stuk 'moderner' dan 'Right On The Tip Of My Tongue' of 'A Love You Can Depend On'. Het klinkt her en der zelfs een beetje funky, maar bovenal drijft het geheel in een onweerstaanbare saus welke is gecreëerd door McCoy. Ietsje duurder dan een pond, maar daar heb je dan wel een 'knaller' voor en precies zoals beschreven op Discogs.

* Ruth Brown- Sugar Babe (UK, President, 1976)
'Bargain!' en de beschrijving 'Mint'. Dit in combinatie met de vraagprijs (vier pond) is genoeg om mij overstag te laten gaan. Ruth is uiteraard een rhythm & blues-legende die haar beste werk in de jaren vijftig en zestig heeft gemaakt. In 1976 wordt ze voor een laatste keer naar de studio gelokt door mijn grote held Swamp Dogg. Deze tracht Ruth te laten slagen in een disco-achtig avontuur dat vooral alle ingrediënten van een Swamp Dogg-productie bevat. De publieke opinie is gelijk voor wat betreft 'Sugar Babe' en ik geef zelf het nummer nog het voordeel van de twijfel. De meeste fans vinden het echter een blamage ten aanzien van Brown's oudere werk. Op de keerzijde staat een iets meer beheerst nummer, 'Stop Knocking', met opnieuw weer zo'n mooie Swamp Dogg-tekst. De directheid en het gebruik van vrij eenvoudige woorden (die vaak 'not done' zijn in meer poëtische popmuziek) maakt dat het weer uit het leven is gegrepen. Het is meer een 'novelty' en een koopje omdat het de President-demo is in absolute nieuwstaat.

* The Foundations- Back On My Feet Again (UK, Pye, 1968)
Ik ben nog alleen maar zijn soul-handel door geweest, maar het is duidelijk dat hij een dealerschap heeft van een aantal singles. Opvallend is deze van The Foundations. Ik heb hem zeker zes keer gezien, steeds deze Engelse persing uit 1968 en met wisselende prijzen. De goedkoopste is 50p en heeft een hoorbare kras. Die van 79p vertrouw ik wel. En hier is die dan: Een prachtige staat en met het originele Pye-hoesje geheel intact. Voor de illustratie boven dit bericht vind ik de Nederlandse persing dan meer geschikt. 'Back On My Feet Again' mag zeker een tijdje in de reserve-Blauwe Bak doorbrengen naast 'Baby Now That I've Found You'. Ik had gehoopt de b-kant te 'herontdekken', maar vind Herman's Hermits' versie uiteindelijk beter. Dit soort 'kassakoopjes' vind ik leuk en ik ga zeker eens bij zijn 'algemene' jaren zestig-singles kijken voor dergelijke aanbiedingen.

* The Persuaders- Some Guys Have All The Luck (UK, Atlantic, 1973)
Ongeveer een jaar geleden koop ik 'Now That We've Found Love' van The O'Jays. Ik ben op dat moment 'vergeten' dat er nog een origineel vóór Third World is. Bij 'Some Guys Have All The Luck' speelt hetzelfde. Mijn favoriete cover is die van Maxi Priest hoewel Rod Stewart en Robert Palmer het al eerder hebben gedaan. Wie het origineel doet? Daar had ik twee weken geleden geen antwoord op geweten. Aha, The Persuaders dus! En deze single is nog steeds voor een paar centen in Engeland te krijgen. Robert Palmer had sowieso met zijn vingers moeten afblijven van het nummer. Verder ligt deze single helemaal in de lijn van Maxi Priest, dezelfde zoete uitvoering met nu alleen geen reggae-ondergrond. Ik heb nog niet over een Week Spot nagedacht, maar... wie weet?

* The Supremes- Up The Ladder To The Roof (UK, Tamla Motown, 1970)
Ook een 'kassakoopje', omdat we nu toch bezig zijn. De vaste volger van Soul-xotica zal weten dat ik 'iets' heb met The Supremes van na het vertrek van Diana Ross. Dat heeft overigens niets met de zangeres te maken, maar ik denk vooral omdat de latere Supremes-platen in het grootste deel van de wereld met de rug worden aangekeken. In Engeland is Tamla Motown in de vroege jaren zeventig op een hoogtepunt qua populariteit en zo kan het gebeuren dat deze Discogs-dealer de singles aanbiedt voor bedragen waar sommige collega's alleen al het originele Tamla Motown-hoesje voor zouden verkopen. Het licht-psychedelische in 'Up The Ladder To The Roof' maakt dat ik helemaal smelt bij deze single en het mag gewoon bij de overige late Supremes-singles in de Blauwe Bak-koffer.

* Clara Ward- Help! (US, Verve, 1966)
Ik ken Clara Ward uit de gospel. Haar Clara Ward Singers is één van de meest invloedrijke gospelgroepen in de jaren vijftig. In 1964 besluit Ward de gospel even te laten voor wat het is en begint in de 'seculiere' muziek (jargon in de gospel voor niet-gelovige muziek). Het schijnt dat deze 'move' ervoor heeft gezorgd dat Aretha Franklin hetzelfde is gaan doen en de rest is geschiedenis. Op deze single horen we Clara Ward tweemaal met een bigband. Ik noem hierboven de a-kant en dat is uiteraard een cover van The Beatles. Dat werkt alleen als 'novelty' en past leuk in het rijtje bij 'Please Please Me' van Mary Wells en eentje die me nu even is ontschoten. Op de b-kant staat een cover van 'Smile', het Charlie Chaplin-liedje dat door velen is gedaan. En dat nummer raakt bij mij de juiste snaar! Het is voor mij de reden om plaats in te ruimen in de Blauwe Bak-koffer voor deze single.

* Tom Glide & Hil St.Soul- Soul Train (UK, Ramrock, 2017)
Ik ben sinds een paar weken 'lid' van een Facebook-groep waarin artiesten, managers en platenmaatschappijen hun nieuwe soul-titels kunnen aanbieden. Het is dan vooral de springplank van 'independent' artiesten en maatschappijen. Voorwaarde is dat ieder bericht een link heeft naar de verkoopsite. Ik kom daar voor het 'huiswerk', het staat geen reclame voor radioshows toe. Twee weken geleden hang ik een beetje rond op Facebook als ik even kijk in deze groep. Ik zie de advertentie voor deze 12"-single en wordt doorverwezen naar Bandcamp. Ik heb altijd een verkeerde indruk gehad van Bandcamp. Ik dacht dat het een moderne uitvoering was van MySpace (dat anno 2018 is overgenomen door rondborstige dames die de opslagcapaciteit benutten met foto-albums van alle voorkomende lichaamsdelen) en waar je digitale downloads kon aanschaffen. Ik wist niet dat het een 'muzikanten-Markplaats' was voor fysieke geluidsdragers. Er staat geen vaste prijs voor de koopwaar. Er is een minimumprijs en vervolgens 'pay what you can afford'. Ik ga bij 'Soul Train' van Tom Glide & Hil St.Soul voor het minimale en dat betekent dat ik voor vijftien euro (inclusief verzending) een splinternieuwe 12"-single heb. Een plaat met toekomst? Ja, het kan over een paar jaar zomaar de 'Modern Soul Winner' zijn waarvoor dj's honderd euro of meer betalen! De plaat is in een oplage van driehonderd stuks. De snelle beslisser kan Ramrock zoeken op Bandcamp, want er zijn letterlijk een handvol over op dit moment. Ik beperk me tot de a-kant. De b-kant bevat twee remixen van Ashley Beadle die ik nog niet de kans heb gegeven. 'Soul Train' klinkt als het werk van Incognito met Jocelyn Brown uit de vroege jaren negentig. 'Soulful house', wordt het door sommigen genoemd. Het nummer refereert niet aan de tv-show uit de jaren zeventig, maar noemt wel een fiks aantal artiesten en platen op die aanwezig zijn op het vervoersmiddel. Ik had achteraf wel ietsje meer willen doneren aan dit 'goede doel', ook voor twintig euro was dit nog altijd een 'koopje' geweest voor mij.

maandag 17 september 2018

Hier en nu: The Molochs



Het gaat erg vaak over muziek van gisteren en eergisteren op Soul-xotica. Toch ben ik van mening dat 'goede muziek' altijd zal bestaan en dat 'commerciële meuk' van alle tijden is. Dat heeft zijn weerslag op mijn radioshows en met name 'Tuesday Night Music Club' en 'Afterglow'. Het is een gezonde nieuwsgierigheid. Ik ga iedere week door een database met nieuwe of recente albums en singles en het is de John Peel-intuïtie die bepaald welke platen ik eruit kies om te beluisteren of te draaien in mijn shows. De afgelopen jaren heb ik hier geregeld 'Van hit naar her' gebracht dat zich vooral richt op de hitparade. Tegenwoordig is dat overgenomen door 'Hier en nu' zodat ik niet meer gebonden ben aan de hitparade. Vandaag wil ik jullie kennis laten maken met een duo dat voor een deel mijn 2017 heeft bepaald en nu met een volgend album op de proppen is gekomen: The Molochs. Ik moet nog even wennen aan de nieuwe plaat, maar ik weet zeker dat dit goed gaat komen. Alleen al vanwege 'America's Velvet Glory', de vorige plaat, verdient het duo een plekje op Soul-xotica.

Het nieuwe jaar is kwalijk begonnen of ik roep iets in de trant van 'het beste album van 2017'. Het staat een lange tijd op de 'shortlist' totdat ik kennis maak met het debuut van Bedouine (zie: 'Terug naar een voortkabbelende bron' op 17 juli 2017). Pas tegen het einde van het jaar zie ik 'America's Velvet Glory' weer in de lijst en moet ik concluderen dat het op een tweede plek hoort. Of 'Flowers In The Spring' zo ver gaat komen? Bij mijn weten heb ik op dit moment nog geen album dat eruit springt als ultieme favoriet, hoewel ik wel een paar kanshebbers weet. 'Flowers In The Spring' moet ik, zoals ik aangeef in de introductie, nog even verder op me in laten werken. Het is geen liefde op het eerste gezicht zoals bij 'America's Velvet Glory'. Maar goed... wie zijn die twee 'nerdy' ogende jongemannen op de foto?

Het zijn Lucas Fitzsimons en Ryan Foster. Twee mannen met een voorliefde voor de jaren zestig. Ze nemen hun naam van een Allen Ginsberg-publicatie welke Moloch voorstelt als de allesvernietigende god. 'America's Velvet Glory' heeft een typische New York-sound. Het klinkt alsof Syd Barrett en Lou Reed bij dezelfde snoepwinkel zijn geweest en een jam doen met de overige leden van Velvet Underground. Het resultaat is vuig klinkende rock. Volgens de publicist die het verhaal schreef voor hun Facebook-pagina laat 'America's Velvet Glory' horen wie The Molochs zijn. 'Flowers In The Spring' moet de luisteraar tonen wát de mannen zoal kunnen doen. Dat geeft meteen een ander geluid. Het is meer open en frisser dan de naar de zelfkant riekende sfeer van 'America's Velvet Glory'.

De band staat nog in de kinderschoenen. 'Flowers In The Spring' is pas de tweede 'full-length' van het duo na een single en een EP met overige opnames uit de sessies voor 'America's Velvet Glory'. Het bouwt nog enthousiast aan een eigen geluid en het is een volslagen verrassing hoe de derde plaat van de groep zal gaan klinken. Daar hebben ze nog geen tijd voor gehad om daaraan te werken want veel van 2018 heeft in het teken gestaan van concertreeksen door Amerika en Europa en het bespelen van festivals. Persoonlijk hou ik van het 'donkere' geluid van het debuut en moet 'Flowers In The Spring' nog even op me in laten werken. Wie weet dat we het album in december nog in een lijstje tegenkomen?

zondag 16 september 2018

Door het oog van de naald



Ik heb gisteravond al zitten dubben met dit verhaal en ik ben er klaar voor. Ik ben nog vrij energiek uit de radioshow vandaan gekomen en heb nog wel even behoefte om te schrijven. Ik had eerst het bericht over het kledingstuk van 1993 willen schrijven, maar dat kan later altijd nog. Het kledingstuk kan ik nu wel verklappen: Het is de lange leren jas. De lange leren jas doet in begin september zijn intrede en zal meteen een 'verandering' teweeg brengen die ik misschien liever had willen voorkomen. Het is een verhaal waar ik nooit over mocht praten van de familie. Enerzijds is het goed te begrijpen, maar aan de andere kant is het nu vijfentwintig jaar geleden en merk ik dat ik al heel veel details ben kwijt geraakt. Ik ben in september 1993 voor de omgeving opeens van de aardbodem verdwenen. Er worden door de hele provincie zoekacties op touw gezet maar zonder resultaat. Er gaat zelfs een delegatie naar het 'Racism Beat It'-festival in Amsterdam om me daar te zoeken, maar nee... ik kom uit eigen beweging na bijna een week weer terug. Nadat ik het verhaal één keer heb verteld, moet ik er voor de rest van mijn leven over zwijgen. Nu wil ik dan tóch proberen om naar boven te krijgen wat ik nog weet te herinneren van deze spannende week.

Op 15 augustus 2014 publiceer ik 'Een midweek op eigen benen', een gezellig vakantieverhaal over mijn eerste zelfstandige vakantie in de zomer van 1994. De conclusie daar is dat ik eigenlijk blij ben dat 'de proeftijd van het op eigen benen staan voorbij is'. Het is dan echter al niet de eerste poging. De laatste dag van die vakantie breng ik door in Amsterdam en weet achteraf dat ik op vrijdagmiddag nog bij Ko aan de deur heb gestaan. Ja. Anno 2018 lopen de rillingen me over de rug. Ik beschouw hem in 1994 blijkbaar nog altijd als 'vriend'. In dat bericht komt ook naar voren dat Amsterdam anno 1994 nog 'een magische betekenis' heeft voor mij. Het heeft allemaal te maken met de bewuste week in 1993. Vluchten of weg lopen is niet helemaal nieuw voor mij. De eerste keer is een vlucht voor het gesprek op school met mijn ouders. Het is dan december 1992 en de spanningen voor dit gesprek zorgen ervoor dat ik het bont maak op mijn stageplek in Lemmer. Omdat de buskaart alleen geldig is voor het traject van Jutrijp naar Lemmer, loop ik eerst die plaats uit en lift en loop naar Emmeloord. Ik wil naar Zwolle, maar krijg een lift naar Steenwijk. Dat is de eerste keer dat ik in De Karre kom en dat is meteen het eindpunt. Een uur later word ik door mijn ouders opgepikt en de volgende dag ga ik van school.

In april 1993 vlucht ik vanaf mijn werk in Hoogezand en dan gaat de reis tot Slochteren. Ook nu word ik weer opgepikt, maar krijg ik minder op mijn lazer dan de vorige keer. Ik werk dan bij de man met de garagedeuren en het loodzware werk en het zwart werken is mijn vader een doorn in het oog. Als ik in september de leren jas koop, is het al langere tijd niet helemaal in orde. Ik ben inmiddels vier maanden werkloos en kan daar weinig aan doen. Hoe vaak ik ook langs de uitzendbureaus ga... er is gewoon geen werk in de zomer van 1993. In een dorp als Jutrijp moet je over drie lagen huid beschikken en ik heb in september 1993 slechts één huid. Ik krijg geregeld dingen na geroepen die 'erin hakken'. Ik moet hier weg! Maar? Waar naartoe? Op een ochtend gaat het mis. Ik moet eigenlijk naar Leeuwarden naar de beroepskeuzecursus maar ren ineens heel hard weg. Halverwege de ruilverkavelingsweg kijk ik om. Er komt me niemand achterna. Tegelijk lijkt het alsof de weg afloopt. Er is geen weg terug en dus moet ik doorgaan. Vanaf Heeg ga ik liften en dat zijn in eerste instantie korte stukjes. In Oudega tref ik een kennis maar die vraagt zich blijkbaar ook niet af wat ik op dit tijdstip in het dorp doe. Dan krijg ik een lift naar Bolsward. Ik kijk bij nog een kameraad, maar die heeft weinig tijd voor mij. Als hij had geweten wat er in mijn hoofd zat, had hij me hoogstpersoonlijk terug gebracht naar Jutrijp! Ik krijg een lift van Bolsward naar Witmarsum. Daar vandaan loop ik naar Zurich en koop mij de melkboer iets te eten. Dat is de plek waar het politie-onderzoek ophoudt. Ik krijg vervolgens een lift over de Afsluitdijk van een chauffeur uit de Achterhoek. Het nieuws over mijn vermissing zal binnen de provinciegrens blijven en vandaar dat hij niet heeft kunnen reageren.

Had ik al gezegd dat ik onderweg ben naar Amsterdam? Vanaf Den Oever ga ik naar Den Helder. In 1997 zal ik ook nog eens fout rijden vanuit Ruigoord. In Den Helder heb ik het snel bekeken, ook omdat hier kennissen van mijn ouders wonen. Het begint al te schemeren als ik bij Bergen een lift krijg naar de hoofdstad. Ik word af gezet bij het Olympisch Stadion. Ik heb onderweg, geloof ik, geen vragen gehad. Ik weet ook niet meer of ik een verhaal had ingestudeerd, maar ik zal niemand van mijn snode plannen hebben verteld. Een paar uur later ben ik in het centrum van Amsterdam. Plots komt er een oudere man naast me lopen. Het is een beetje een vaderfiguur en blijkbaar heeft hij een goed instinct.
,,Jij komt hier zeker niet vandaan?", vraagt hij opeens. Ik antwoord dat ik uit het noorden kom.
,,En waar slaap je vanavond?", is zijn volgende vraag. Hee, dat komt goed uit! Ik heb immers een slaapplek nodig vanavond?
,,Je kan wel bij mij op de bank pitten", hoor ik hem zeggen. ,,Okay", is mijn antwoord. We lopen door Centraal Station en pakken de veerpont achter het IJ. Hij heeft me verteld dat hij Ko heet en hij heeft duidelijk een paar borrels achter de kiezen. Hij woont pal aan de overzijde aan het IJ. Dan staan we bij hem voor deur en kan hij de sleutel niet vinden.
,,Die heb ik natuurlijk in de kroeg laten liggen en die is nu dicht. Maar ik weet wel iets! Even verderop woont een vriend van mij en die wil ons vast wel helpen". Deze vriend heet Henk en ik zal de komende dagen bij hem overnachten.

Henk is een Groninger van geboorte en misschien herkent hij iets van zichzelf in mij. Hij waarschuwt me de volgende dag dat ik nóóit met Ko naar huis moet gaan mits ik het lekker vind om een mannelijk geslachtsdeel tussen mijn billen te krijgen. Het mag duidelijk zijn: Er heeft een engeltje op mijn schouder gezeten toen Ko de huissleutel niet kon vinden. Henk trapt me iedere dag rond het middaguur uit het huis en vertelt dat ik om tien uur weer welkom ben. Hij zal begin dertig zijn geweest. Hij is in 1980 betrokken bij de krakersrellen bij de kroning van Beatrix. Inmiddels is hij 'afgegleden' tot huisdealer. Ik zie hem iedere dag zijn shot crack voorbereiden en maak ook een deel van zijn klantenkring mee. Sommige zijn wantrouwend, maar Henk stelt ze gerust. ,,Dat is Gerrit, hij lust wel een jointje maar doet niet mee aan ons spul. Hij is okay". En dan zie ik vervolgens hoe geld uit de broekzak wordt gehaald en ze weer weggaan met een envelopje. Eén keer gooit Henk een tientje naar me toe, maar dat blijft eenmalig en hij geeft me op mijn donder als blijkt dat ik daar geen shag voor heb gekocht en dus weer ga bietsen bij hem. Aan het einde van de tirade schuift hij met een zucht zijn pakje shag toe. ,,Voor deze keer".

Wat doe ik overdag? Rondhangen. Met wildvreemde mensen praten. Bijna op een uitnodiging in gaan om met een echtpaar mee te gaan naar huis totdat een andere zwerver me op de schouder tikt. Niet doen! Rondhangen op en rond de Wallen. Ik doe niks dat verboden is en heb ook geen kwaads in de zin en zo lijk ik nog het meeste 'toerist'. De warme maaltijd is wel steeds langer geleden. Ik heb in 1993 nog geen pinpas en haal iedere vrijdagavond een contant bedrag op bij de plaatselijke Rabobank. Het maakt niet uit hoeveel ik nu op mijn rekening heb. Ik kom er gewoon niet bij. Van een paar dames van lichte zeden krijg ik een restje nasi. Sommige rijstkorrels zijn rood van hun lippen en, nee, zover kan ik mezelf ook niet verlagen. Het wordt op het laatst een heel zuinig patatje en bij Henk kan ik wel weer een broodje eten.

Zo gaan de dagen voorbij in Amsterdam. Ik heb op zaterdag nog wel even idee bij dat 'Racism Beat It'-festival, maar weet het niet te vinden. Ik weet niet meer of het zaterdag- of zondagavond is geweest. Mijn geld is op, ik heb honger en verlang naar een sigaretje. Even voor mij loopt een kakmadam. Zou ik naar haar toe kunnen lopen, een klap op de kop verkopen en haar tas mee kunnen grissen? Nee. Dat kan ik niet. Ik kom snel tot een conclusie: Deze wereld is niet die van de lieve onschuldige Gerrit met een zuiver geweten. Ik moest maar weer terug naar Friesland en het wellicht later nóg eens proberen...

Op maandagavond ben ik weer terug in Jutrijp. Ik verwacht boze ouders. Er staan echter dolgelukkige ouders die blij zijn dat ik weer thuis ben. Maar ook verdriet. Ik heb me in 1993 niet gerealiseerd dat ik mijn ouders vooral veel verdriet heb aangedaan met deze actie en daar heb ik anno 2018 nog immer een schuldgevoel over. Henk heb ik nooit weer gesproken of gezien, maar middels de hoeveelheid crack die hij in 1993 rookte, zou ik me kunnen voorstellen dat hij niet meer onder ons is. Ik ben hém anno 2018 nog wel dankbaar en ook de anonieme zwerver die me voor het echtpaar waarschuwt. Ik ben in 1993 zó naïef dat ik zelfs zou geloven dat koeien kunnen vliegen. Hoe anders het had kunnen lopen? Tja, daar wil ik gewoon niet aan denken. Punt uit!

Nog eens rechts inhalen



Ik maak me momenteel op voor wéér vier uren radio. Het is erg leuk om te doen, maar heb morgenavond ook weer een show om negen uur en moet intussen gewoon aan het werk. Ik denk dat publiceren er vandaag andermaal bij in gaat schieten. Gisteravond zou ik beginnen aan 'het verhaal', maar begon opeens te twijfelen waardoor het er niet van is gekomen. Bovendien heeft de postbode me nog niet gelukkig kunnen maken met de Engelse of de Italiaanse singles en moet ik de 'Singles round-up' tot nader orde uitstellen. Ik lig inmiddels een flink stuk achterop schema, maar dat gaat komende week helemaal goed komen? Voor de vakantiefoto keer ik opnieuw terug naar de fietstocht van de dinsdag. Ik moet volgend jaar zeker eens terug naar dat hoekje Groningen. Dit is de eigenaardige draaibrug in Musselkanaal, vlak vóór het buurtschap met de legendarische naam: Jipsingboermussel. Radioheld Rob Stenders heeft daar ooit een 'feature' van gemaakt in een radioshow totdat de eigenaar van een discotheek in Musselkanaal heb uitnodigde om het eens in levende lijve te zien. Het is gewoon een 'rustig' stukje aan het kanaal tussen Musselkanaal en Ter Apel. In de zoemr, zoals op de foto, nog redelijk druk met bootjestoeristen. Over een half uur knal ik 'de lucht in' met vier uren muziek uit 1982 en jullie zijn uiteraard van harte welkom!

vrijdag 14 september 2018

Eretitel: 'Leave Me Alone'



Het is nog stil op het gebied van de singles. Ik hoop dat de zeven Engelse singles voor het middaguur arriveren zodat ik een paar kan meenemen in 'Do The 45'. Deze show vindt morgen voor één week plaats op de plek waar het is begonnen: De zaterdagmiddag. Van drie tot vijf (onze tijd) kunnen jullie genieten van 'soulful, groovy, funky and gospel 45s'. Hopelijk dus ook een paar van de nieuwste aanwinsten, hoewel de 12"-single morgen in ieder geval is vertegenwoordigd. Morgen en zondagavond begin ik iedere avond om tien uur (onze tijd) met 'The Summer Spirit Of 1982'. Ik heb de afgelopen maanden 'The Summer Spirit' gedaan in het 'slot' van 'The Vinyl Countdown' op zondagavond: Een top 50 uit de jaren zestig of zeventig of een top 40 uit de jaren erna. Als ik een paar weken geleden de Top 40 van 1982 aan het voorbereiden ben en de rest van de lijst bekijk, is het idee snel ontstaan. Ik ga dit weekend de laatste 'Summer Spirit' van dit jaar doen en ga daarbij de volledige top 100 draaien. Morgenavond de nummers 100 tot en met 51 en zondag de top 50. Jullie zijn van harte welkom! Sommige titels uit 'Listen Carefully' ben ik een beetje 'vergeten' en dat is andermaal het geval bij 'Leave Me Alone'. Het is blijkbaar ingegeven omdat 'Another Time Another Place' van The Rolling Stones dan recent aan de catalogus is toegevoegd en ik daar 'Leave Me Alone' op de tracklist zie staan. Vandaag mogen jullie me dus driemaal in de steek laten.

3. Santana (2016)
Het is een 'Eretitel' met gemengde gevoelens. Over geen van de drie artiesten kan ik de loftrompet afsteken en toch moet ik bekennen dat alle drie de titels erg leuke liedjes zijn in mijn beleving. We beginnen met 'The Artist Formerly Known As Devadip'. Zo! Dat is de eerste sneer naar Carlos Santana. Hij bekeert zich tot het Hindoeïsme en noemt zich een tijdje Carlos Devadip Santana. Het debuutalbum van Santana heeft me een tijdje kunnen onderhouden, maar bij het latere werk heb ik al snel zoiets van 'laat maar'. Het zijn dan vooral de singles die ik kan genieten en zou een 'Greatest Hits' uitroepen tot mijn favoriete Santana-elpee. Toch slaagt de gitarist erin om 'cool' te blijven op een bewonderenswaardige manier. In 2016 verschijnt het album 'Santana IV'. Het is een verwarrende titel omdat de 'nummering' reeds in 1971 stopt met 'Santana III', waarna de groep titels gaat gebruiken voor de albums. Het heeft dan natuurlijk ook al 'Abraxas' uitgebracht. In 2016 keert Santana terug naar het concept uit de vroege jaren zeventig en... ook muzikaal komt het in de buurt van deze platen. Op 'IV' is een speciale gastrol weggelegd voor Ronald Isley, maar deze krijgt geen credit op 'Leave Me Alone'. Het is niet essentieel Santana-voer, maar goed te genieten. Beter dan zijn Hendrix-tribute van een paar jaar geleden!

2. Michael Jackson (1987)
Op Facebook 'feliciteert' een vriend Amy Winehouse en vanavond hoor ik eveneens 'Rehab' op de radio met eenzelfde verwijzing. Amy zou vandaag 35 zijn geworden als ze een beetje verstandiger was geweest. Het is een zeer hoge leeftijd als je het afzet tegen haar levensstijl in 2011 en als ze het allemaal had overleefd? Dan was het nu een zielig hoopje wezen geweest en had haar stem er vast onder geleden. Is vijfendertig al een mijlpaal? In het geval van Amy wilde ik liever even wachten tot veertig of vijftig, maar wil ook benadrukken dat het vooral de combinatie van Mark Ronson met Amy is die maakt dat ze nog steeds wordt herinnerd. Ze zou deze magie hebben verloren in 2018, daar ben ik zeker van. Dan gaan we meteen verder naar de 'King Of Pop', zoals velen hem durven te noemen. Ik moet bekennen dat ik niet een koning heb in de popmuziek, maar de Michael Jackson-hysterie heb ik evenmin begrepen. Niet tijdens zijn leven en niet rond en na zijn dood. 'Bad' is een album dat me gestolen kan worden en weer moet ik bekennen dat 'Leave Me Alone' erg leuk klinkt als ik het even in herinnering roep voor deze 'Eretitel'. Het mag op een tweede plek.

1. The Rolling Stones (ca. 1963-64)
Er is het misverstand gerezen dat ik geen Beatles-fan zou zijn. Dat is niet waar. Als ik de keuze heb tussen The Stones of The Beatles, dan ga ik zeer zeker voor de laatste, maar zou wellicht vragen of het mogelijk is om The Kinks of The Who te antwoorden. Daar komen we meteen bij het punt dat ik heb met The Beatles en The Rolling Stones. Beide bands worden nogal overgewaardeerd waardoor soms betere bands over het hoofd worden gezien. Geen Stones-fan en toch de Stones op 1? In 2016 verschijnt 'Another Time, Another Place'. Het is een voortzetting van het album 'Unsurpassed Masters' (als variant op 'Past Masters' van The Beatles). Het bevat demo-opnames van liedjes die nooit eerder op de plaat zijn verschenen. 'Another Time' heeft zo bijvoorbeeld de demo van 'That Girl Belongs To Yesterday' dat in 1964 'exclusief' door Gene Pitney op de plaat wordt gezet. Het bevat ook dit 'Leave Me Alone' dat past in het rijtje van 'Come On' en dus ook niet langer mag duren dan een minuut en vijftig seconden. De fijne platen van Santana en Wacko Jacko ten spijt: The Stones mag op 1 in deze 'Eretitel'.

Nadat jullie me vanavond driemaal in de steek hebben mogen laten, stel ik jullie volgende week in de mogelijkheid om drie maal te roepen om mij. Ik zal dan geheel tot uwer beschikking staan.