dinsdag 31 januari 2017

Eindstreep: januari 2017



Dat is lang geleden! Het is jammer dat ik in de eerste jaren van Soul-xotica geen 'Singles round-up' heb bijgehouden en in deze eerste jaren ook niet melding heb gemaakt van iedere gekochte single. Het zou fraai vergelijkingsmateriaal opleveren. In de eerste maand van 2017 is het schraalhans is keukenmeester in het singles verzamelen. Alleen in november en december 2012 koop ik vrijwel niets. Deze maand is er weinig weg te strepen in de Eindstreep of, beter gezegd, helemaal niets! Het is maar goed dat ik geen 'dubbele' singles heb gekocht, anders zou een concessie moeten doen. Ik laat in de top tien altijd de 'dubbele' singles buiten beschouwing. Ook kan ik eens een paar singles weg laten die ik het liefste zo snel mogelijk wil vergeten. Helaas... deze maand zijn het slechts tien singles en dit overzicht vormt de 'Eindstreep'. De top tien moet er dan zo uitzien...

1. One Morning In May-Sundown

2. Black Pearl-Margriet Eshuijs Band

3. Someday We'll Be Together-Diana Ross & The Supremes

4. Heaven Help Us All-Stevie Wonder

5. End Of The Line-The Shoes

6. Look Away-Big Country

7. Spanish Harlem-Aretha Franklin

8. I'm Specialized In You-Time Bandits

9. Funk Factory-Wilson Pickett

10. Sexy Lady-Bobby Walker

Classic Week Spot: Circle Of Kerr



De procedure voor een potentiële Week Spot heb ik onlangs nog beschreven. Het is al lang niet meer het favoriete plaatje van het moment dat ik nog eventueel even op vinyl moet scoren. Het moet een plaat zijn waarover iets valt te vertellen. Wat dat betreft heeft deze van Circle Of Kerr al meerdere malen op de nominatie gestaan om Week Spot te worden, alleen... er is niks geen informatie te vinden over de single. Zelfs over een releasedatum zijn de kenners het niet eens, hoewel ik zelfverzekerd genoeg ben om dit 1978 te noemen. Het catalogusnummer geeft echter geen uitsluitsel. Ik wil eerst nog de hele lijst van 2015 doornemen, maar nee... het is meteen dat ene plaatje. Eén van de eerste die ik in dat nieuwe jaar heb gekocht, deze mag een week voor de vijfde verjaardag van de Week Spot de eretitel dragen. Ook al gaat dit nimmer een bericht van normale lengte worden, zelfs niet met wollig taalgebruik, de plaat mag de 'Classic Week Spot' heten: 'I'm Flying High' van Circle Of Kerr.

Ik staar bijna drie jaar lang alleen maar naar Ebay en in mindere mate Marktplaats. Omdat veel van mijn singles uit het buitenland moeten komen, is Marktplaats gewoon niet zo heel erg interessant. Internationaal is ook méér dan Ebay alleen. Ik ken mensen die zweren bij Soul Source. Hetgeen je op deze specialistische plekken vaak ziet, is ook op Soul Source van toepassing. Singles voor een dubbeltje wordt geen aandacht aan besteed en dus is een single van een dubbeltje al gauw vijf pond. Bij wijze van spreken, want zelfs met vijf pond ben je nog geen rijk man op Soul Source. Dan heb je bijvoorbeeld nog Gemm. Daarvan maak ik eenmalig gebruik als ik plotsklaps erg graag 'It's More Than I Deserve' van Joey Gee wil hebben en deze daar wordt aangeboden. Als ik in de ban ben geraakt van 'Tonight I'm Gonna Make You A Star' van Faye Marshall, vind ik een aardig geprijsd exemplaar op Discogs. Een paar maanden later vind ik daar ook 'Just As Long As We Have Love' van Carolyn Leacock & The Outfit en hoewel de levering van die laatste stroef verloopt, betekent de terugkeer naar Discogs wel het begin van het einde voor mijn Ebay-ervaringen. Op Ebay doe ik hooguit nog zaken met vrienden en kennissen waarmee ik eerder zaken heb gedaan. Discogs blijkt vaak stukken goedkoper te zijn, maar de handel is ook een stukje vrijblijvender. In de eerste twee weken van 2015 heb ik vrij en wat moet je anders doen op zo'n vrije dinsdagavond? Ik ga dus de handel in van de man waarvan ik Faye Marshall heb gekocht. Hij heeft ruim tweeduizend singles voor minder dan vijf pond per stuk en, met Youtube in een extra scherm, ga ik ze allemaal door. Aan het einde van de rit voel ik me zo in mijn nopjes met de selecties dat ik ook een duurdere categorie aan klik. En zo mag 'Deep Love/ Hey Girl' van The Caprells ook nog mee in het pakketje. Een week later bezorgt de postbode me een groot pakket uit Engeland. Faye Marshall heeft me toen al geleerd dat je met een gerust hart van deze man kan bestellen. Hij is een 'pietlut' en geeft zijn platen rapportcijfers op een schaal van 10. Beneden de 7 wordt het minder, maar tot die tijd zijn het slechts details.

Circle Of Kerr is een pure en wilde gok. Het label oogt lekker 'lo-fi', de prijs is bijna kringloopwinkel-niveau en ik ben gewoon nieuwsgierig. De originele single staat in januari 2015 niet op Youtube, wel een moderne remix. Dat brengt me even aan het twijfelen. Is het toch niet stiekem een nieuwe productie van iemand die het voor elkaar heeft gekregen het disco-geluid van 1978 uit een doosje te krijgen? Nee, het blijkt een authentieke jaren zeventig-prductie. Tot mijn teleurstelling is het ook niet de uitstekende remix welke op Youtube staat, maar voor een euro of twee heb je een plaat die niet iedereen in de bakken heeft staan en waarover niks is te vinden. Platen met een achtergrond als deze doen doorgaans een stuk meer onder dj's. Ook rijst de vraag waarom dit plaatje nooit is aangeslagen. Is hier sprake van een plaatje dat nog maar recent is ontdekt in een pakhuis? Bij George Kerr op zolder? Feit is dat de platen vooralsnog voor stuivers en dubbeltjes gaan.

Naamgever van de anonieme groep is George Kerr. Een zanger, liedjesschrijver en producent die wordt geboren in Occilla in de staat Georgia, maar muzikaal het meest actief zal zijn in New York en New Jersey. Hij zingt in de jaren zestig enige tijd bij Little Anthony & The Imperials maar breidt zijn activiteiten uit nadat Raynoma Liles Gordy hem het produceren onder de knie brengt. Raynoma is de tweede vrouw van Berry Gordy in een huwelijk dat stand houdt tot 1964. Ze is de moeder van toetsenist Kerry Gordy en verlaat Berry voor Eddie Singleton met wie ze het legendarische Shrine-label op zet. Haar huwelijk met Singleton houdt geen stand en het merendeel van de Shrine-oplage gaat in 1968 verloren tijdens een brand in het pakhuis. Shrine-singles zijn sindsdien 'holy grail' in de Northern Soul-beweging. Na het Shrine-avontuur is ze echter weer welkom bij Motown. De eerste productie van George is op het Motown-label: 'Only You' van Sammy Turner uit 1964. Hoewel veel producenten onder contract staan van een platenmaatschappij, blijft Kerr liever een vrij man. Hij is één van de eerste freelance-producenten welke een sterke hand heeft in welke producties hij wil doen. Kerr is als producent betrokken bij de legendarische opname van 'You Hit Me (Right Where It Hurts Me)' van Alice Clark, eveneens een voormalige 'Classic Week Spot'. In de begin jaren zeventig blijft hij onafhankelijk, maar gaat wel intensief werken met Sylvia Robinson en haar All Platinum- en Stang-stal. In 1971 maakt hij echter ook een single voor zijn eigen Tod-Ant-label: 'All The Way'. In dezelfde tijd heeft hij ook diverse solo-uitstapjes op All Platinum en zal dit voortzetten op Shout. Zijn producties gaan in een gestaag tempo door. In 1978 produceert hij voor het laatst voor All Platinum en ik heb het vermoeden dat de 'Classic Week Spot' ook uit dat jaar komt. Het vreemde is echter dat de George Kerr-single uit 1971 '101' als catalogusnummer heeft en Circle Of Kerr '100'. Je zou dus zeggen dat het vóór de solo-single moet zijn opgenomen, maar... dat bestaat niet!

Om met de deur in huis te vallen: 'I'm Flying High' is niet een beetje disco! Het heeft bovendien de geluidseffecten welke we in 1978 en de jaren er omheen vaak tegenkomen in de disco. Het label mag een beetje 'lo-fi' lijken, de plaat is het allerminst! 'I'm Flying High' klinkt zeer gelikt en stevig en het had domweg één van de grootste disco-klassiekers moeten zijn. Er verschijnt eveneens een 12"-single met een zes minuten-versie van de single van vier minuten. Toch is 'I'm Flying High' een beetje een miskende cult-klassieker welke beslist nog eens zijn dag gaat beleven. Een filmsoundtrack zou hierbij kunnen helpen of een invloedrijke dj die niet zijn neus ophaalt voor platen onder de vijftig pond. En dit is precies de reden waarom deze plaat, ondanks de matige achtergrondinformatie, al twee jaar Week Spot hóórt te zijn. Dan kan ik verder nog mededelen dat George de vader is van twee dochters: Sandy en Tracy Kerr. Beide zijn ze vooral in de jaren tachtig actief als zangeres, hoewel Tracy reeds in 1972 een héél leuk plaatje heeft gemaakt op Stang. Deze single staat nu opeens heel hoog op mijn verlanglijstje en het goede nieuws is: Hij is relatief goedkoop te bemachtigen. Wordt vervolgd?

maandag 30 januari 2017

Raddraaien: Agnetha Fältskog



Zoals het nu staat, gaat het nog een goede maand duren voordat ook deze serie van 'Raddraaien' ten einde is. Het zal geen verrassing zijn dat ik de serie voortzet. In april viert 'Raddraaien' een experimentele vijfde verjaardag. In de loop van mei en juni 2012 krijgt 'Raddraaien' haar definitieve vorm. Het doel van 'Raddraaien' blijft leuk: Zeer onverwacht een bericht moeten schrijven over een plaatje. Een bericht van normale lengte. Vaak is het een artiest of groep welke normaal gesproken niet aan bod zou komen. Agnetha Fältskog bijvoorbeeld. Ik heb nog genoeg inspiratie voor sprongetjes in de tijd, maar terug gaan naar de zomer van 1983 is niet iets dat me meteen te binnen zou schieten. De 'Raddraaier' van vandaag komt uit de vierde jaren tachtig-bak en is de eerste solo-hit van Agnetha Fältskog sinds het uiteenvallen van Abba. Een bijzonder verhaal over een bijzondere dame. De enige van Abba die al een ster was vóór de monsterzege op het Songfestival en die, bij nader inzien, toch nog het meeste weg heeft van haar moeder. Vanavond in 'Raddraaien': Agnetha Fältskog en 'The Heat Is On' (1983).

In de jaren 2004 tot en met 2008 ben ik een veel geziene gast in de Steenwijker horeca. Of ik een graag geziene gast ben? Tja, dat hangt af van de uitspanning. Er zijn kroegbazen die me liever zien verdwijnen, maar ook café's die als een warm bad aanvoelen. Ik weet niet helemaal precies meer hoe ik in De Boekanier ben terecht gekomen, maar met name de sfeer op zondagavond bevalt me zeer goed. Het doet me denken aan de Tollemache Arms in Mossley. Een vast clubje, maar niet de ordinaire zuiplappen, maar mensen die voor de gezelligheid komen. De muziek achter de bar is van ondergeschikt belang voor mij. Ik hoor hier wel voor het eerst Jan Smit van ná de baard in de keel en De Toppers. Henrie is op dat moment de uitbater van de kroeg en hij vertelt me op een bepaald moment dat hij vroeger dj is geweest in Chez Jean, een roemruchte discotheek in Steenwijk. Het verhaal dat hij met afgepast geld door de eigenaar naar een platenzaak in Emmeloord wordt gestuurd: Genoeg voor twee nieuwe singles terwijl er op dat moment zes belangwekkende nieuwe releases zijn. Waar de singles zijn gebleven? Bij de eigenaar in een pakhuis? Eind 2004 word ik getipt door iemand dat ik eens bij De Gouden Kikker moet kijken. Daar staan namelijk duizenden singles. Het blijkt de collectie uit Chez Jean te zijn. De plaatjes bevestigen de verhalen van Henrie. Naast de dj is er een assistent die de platen terug stopt in de hoesjes. De hoesjes zijn niet zelden verpulverd, maar de platen...? Hoe vaak zal een 'Le Freak' van Chic in deze tent zijn gedraaid? Hij klinkt alsof die hagelnieuw is. De fotohoes heeft de tand des tijds niet doorstaan. Ik koop in de volgende maanden honderden singles uit deze partij en zowel 'Wrap Your Arms Around Me' en 'The Heat Is On' van Agnetha Fältskog zitten hier tussen alsook een paar van Abba.

De zomer van 1983? Ja, nu ik het nog eens bekijk, heeft dat vooral te maken met 'Wrap Your Arms Around Me'. Dat is Alarmschijf bij Veronica op de dag dat ik met vader en moeder een dag naar Appelscha ga. Eerst naar Duinen Zathe, 's middags naar de Kale Duinen en een ijsje na afloop. Dat is een 'gompie', een schepijsje uit een cylinder-vormig bekertje met een kauwgombal onderin. Natuurlijk staat de radio overal afgestemd op Veronica. In de auto naar Appelscha en zelfs in de snackbar van het ijsje. 'Wrap Your Arms Around Me' weerklinkt ieder uur en zo staat een plaat synoniem aan een dag. Dat dertig kilometer verderop mensen staan te dansen op een plaatje dat ik later in de bakken zal hebben? Ik heb in de zomer van 1983 pas twee singles, dus dat is een eind weg.

Agnetha Åse Fältskog is de naam. Op 5 april 1950 wordt ze geboren in Jönköping in Zweden. Vader Knut Ingvar Fältskog is bedrijfsleider van een winkel, maar heeft daarnaast een fascinatie voor showbusiness en muziek. De appel valt niet ver van de boom? Moeder Birgit Margareta Johansson is daarentegen meer het huiselijke type. Voor de buitenwereld lijkt Agnetha ten tijde van Abba als een 'glamour girl', maar diep van binnen wil ze niets liever dan thuis rond de tafel zitten met haar kinderen. Op haar zesde schrijft ze haar eerste liedje, een paar jaar later volgt ze pianolessen. Ze laat haar stem voor het eerst horen in het plaatselijke kerkkoor. In 1960 formeert ze het meidentrio The Cambers, maar het wacht nog steeds op een eerste optreden. In 1965 gaat ze van school en begint als telefoniste, maar zingt in haar vrije tijd bij het dansorkest van Bernt Enghardt. Het laatste vergt al snel meer tijd en op een bepaald moment zegt ze haar baan op. In 1967 eindigt haar relatie met Björn Lilja en dit inspireert haar tot een liedje: 'Jag Var Så Kär'. Bernt neemt een demo op van het nummer met Agnetha op zang en stuurt het naar een producent. Die heeft alleen maar oren voor de zangeres. Daarop verlaat Agnetha de band en neemt een nieuwe versie op van het liedje. In januari 1968 is dit de eerste Zweedse nummer 1-hit voor Fältskog. Er worden meer dan tachtigduizend exemplaren verkocht.

Het zal niet bij deze ene single blijven. Agnetha is één van de meest populaire artiesten in Zweden in de vroege jaren zeventig. Haar albums staan langer in de Zweedse hitlijsten dan die van Abba! Even dreigt een Duitse doorbraak, maar Agnetha haakt af als ze heeft gehoord wat de Duitse producenten in gedachten hebben voor haar. Ze scoort in 1971 met 'Om Tårar Vore Guld' en stapt in hetzelfde jaar in het huwelijksbootje met Björn Ulvaeus. Zijn compagnon Benny Andersson speelt orgel bij de kerkelijke inzegening en ook Anni-Frid Lyngstad is dan reeds van de partij. In 1973 doet het voor de eerste maal mee aan het Eurovisie Songfestival met 'Ring Ring', dan nog onder de eigen namen. Agnetha is dan bekend als Anna. Een jaar later verovert het de wereld met 'Waterloo' en de rest is geschiedenis? Het succes betekent dat Abba de wereld rond gaat en het is met name Fältskog die hier problemen mee krijgt. Haar huwelijk met Ulvaeus loopt in 1978 uit op een echtscheiding, samen hebben ze twee kinderen. Ook tussen Benny en Frida gaat het niet meer als vanouds, maar de dames en heren weigeren om het publiek hier de dupe van te laten worden. En dus wordt Agnetha verplicht om haar ex-man dagelijks te zien tijdens concertreeksen terwijl ze ver weg is van haar kinderen. Peter Van Bruggen observeert terecht de dromerige blik in Agnetha's ogen. Hoewel het Agnetha extra charme geeft, is het in werkelijkheid een blik van vrouw die verlangt naar huis en naar haar kinderen. Abba is, goed beschouwd, niet te stoppen. Als ze door waren gegaan, dan had het nu nog steeds de hitparade bepaald. Voor Abba zit er niets anders op dan op het hoogtepunt te stoppen. Eind 1982 is het afgelopen met het kwartet, maar voor de dames ligt nog wat solo-succes in het verschiet.

Agnetha scoort eerst in 1982 met 'Never Again', een duet met Thomas Ledin. Die heeft in het verleden 'back-up' gezongen bij Abba. Dan verschijnt haar plaat 'Wrap Your Arms Around Me'. Het album is in eerste instantie het meest succesvol aan het vasteland van Europa. In Nederland bereiken zowel 'The Heat Is On' als het titelnummer de vaderlandse top vijf. Het verhaal van Agnetha krijgt nóg een Nederlands tintje. Tijd om Gert Van Der Graaf uit Steenwijksmoer voor het voetlicht te halen. Wikipedia heeft het over een 'niet-bevestigde vriendschap', maar naar ik heb begrepen uit de verhalen is de vriendschap slechts eenrichtingsverkeer. Van Der Graaf is zo ondersteboven van Fältskog dat hij haar rond de eeuwwisseling begint te stalken. Op een gegeven ogenblik krijgt Van Der Graaf een lokaalverbod voor de omgeving van Agnetha's huis en in 2003 zelfs een verbod om Zweden te bezoeken. Dat laatste houdt slechts twee jaar stand en zodra het is vervallen, wordt Van Der Graaf opnieuw in Zweden gesignaleerd. Peter Van Bruggen weet op een bepaald moment het telefoonnummer van deze Gert Van Der Graaf te ontfutselen en krijgt hem zowaar aan de lijn. De reden waarom Van Der Graaf geen commentaar wil geven, is pijnlijk grappig: Hij wil niet lastig gevallen worden.

(Kn)uffelt(j)e: zondag 29 januari



Een beetje stom van me. Ik heb gistermiddag wel mijn fotocamera meegenomen, maar geen plaatjes geschoten. Toen wilde ik vannacht een foto maken van 'Uffelte by night', maar deze foto zou eveneens geschikt zijn voor een prijsvraag: 'Wat moet dit voorstellen?'. Morgen is de laatste van januari en ik zal met vier berichten moeten komen en dus zoek ik even op Google. Eigenlijk zoek ik naar een hele andere locatie, maar kom dan opeens uit bij deze prent. Genomen in de zomer van 2006 met uiterst rechts nog het staartje van 'onze' boerderij. Omdat ik vast niet de enige ben die wel behoefte heeft aan wat zonlicht en hogere temperaturen, denk ik dat dit plaatje goed past bij het '(Kn)uffelt(j)e' van vandaag. Voor de goede orde: Dit is niet de boerderij waar ik residentie hou. Het zijn de buren, maar eveneens één van de drie boerderijen welke in de jaren zeventig is verbouwd tot woningen.

Gistermiddag had ik met W. afgesproken voor een wandeling op de Woldberg. Niet bepaald de achtertuin, maar toch een reden om de camera mee te nemen. Ik heb tijdens de korte wandeling er niet meer aan gedacht en bovendien is het bos nogal troosteloos in januari. Onderweg naar Uffelte heb ik nog wel even het idee gehad, maar het leek me toen teveel moeite om de fiets stil te zetten en de camera uit de tas te halen. Blijkt het ding in mijn jaszak te zitten. Nog flink geluk gehad want ik ben ooit een pakje shag kwijtgeraakt dankzij de gladde jaszak zonder rits of knoop. We maken de afspraak op zaterdagavond en dan ben ik al van plan om zondagmiddag te gaan fietsen. Nu is het alleen geen kilometers vreten geworden, hoewel ik niet tweemaal de kortste route ben gegaan. De heenweg heb ik zelfs een 'nieuw' paadje uitgeprobeerd. Het Eeserwoldpad bestaat een jaar of twee op zijn meest en ik ben het nog nooit gefietst. Leuk paadje! Zelfs nog redelijk snel en direct. Voor als we eens iets minder haast hebben, maar ook geen zeeën van tijd. Het komt uit op het Eeserwold, de prestigieuze villawijk van Steenwijk welke maar niet van de grond wil komen.

Buiten wat kort sms-contact rond haar verjaardag en met kerst en oud en nieuw hebben we elkaar sinds juli niet meer gezien. Veranderd? Jazeker, haar haar is donkerder geworden, maar dat is in haar geval een natuurlijk proces. We hebben afgesproken om kwart voor drie bij de ingang van Fredeshiem, het vakantie-oord nabij de Woldberg en De Eese. Ze is daar niet op de afgesproken tijd, maar... ze moet van het station komen en dus fiets ik een stukje richting Tuk. Geen W. te bekennen. Haar telefoon wordt niet opgenomen. Uiteindelijk is het kwart over drie en fiets ik weer terug naar Fredeshiem. Zij komt op dat moment ook net aan lopen. Ze was een stukje door het bos gegaan en, ja, daar had ik natuurlijk niet aan gedacht. We hebben beide zin in koffie en dus gaan we naar binnen bij Fredeshiem. Later lopen we nog een klein blokje om Fredeshiem heen en wandel ik, met de fiets aan de hand, met haar op tot de Onderduikersweg. Daar nemen we afscheid. Ik heb wind in de rug en vind eerst al een nieuw paadje? Ik vermoed dat ik het wel eerder ben gefietst, maar ben het helemaal vergeten. Het gaat vanaf het café op De Bult naar het centrum van Eesveen. Ik fiets niet meer rond en ga bij Eesveen het fietspad op via Nijensleek naar Frederiksoord en vanuit daar de Van Helomaweg op naar Havelte. Langs de buitenkant van Havelte fiets ik naar Uffelte en ben daar klokslag zes uur. Voor mijn gevoel is januari niet een erg drukke fietsmaand geweest, maar toch... ik zit nog slechts 25 kilometer van de 5500 af terwijl ik vlak voor oud en nieuw de 5000 ben gepasseerd. De mislukte tocht naar Emmeloord en de boodschappen in Dwingeloo zijn 'extra' geweest en wellicht ook de extra keer naar Meppel omdat ik mijn vape had laten staan op het werk. De fiets 'klinkt' en voelt tevreden en we kijken beide uit naar zonovergoten dagen zoals op de foto.

zaterdag 28 januari 2017

Raddraaien: Amsterdam



Is het 'Raddraaien' me voor? Ach, misschien was ik het ook wel weer vergeten, maar ik kreeg afgelopen week het plan om eens aandacht te besteden aan de band Amsterdam. Dit zou samenvallen met 'Het zilveren goud op 33 toeren' van volgende maand. Ik koop op één dag twee verzamelelpees met 'Lucy Lucy' van Amsterdam. In een geval bevat het naast 'Lucy Lucy' ook nog 'Indian Pipe'. Ik ben in eerste instantie het meest nieuwsgierig naar die laatste. De plaat heeft in de vroege jaren zeventig nog eens in de Top 100 Aller Tijden gestaan. In januari 1992 ken ik Amsterdam alleen van een paar titels uit het 'Hitdossier', de volgende maanden zal ik de twee singles van de groep omarmen. Het duurt toch wel enige tijd voordat ik ze ook op single heb. 'Indian Pipe' vind ik in 2000 in een bedenkelijke staat, 'Lucy Lucy' woont sinds mei 2015 in mijn bakken en deze is in een uitstekende staat mét fotohoes. Ook heb ik nog een latere single van de groep op het Pink Elephant-label, maar het is vooral het geluid van de eerste platen van Amsterdam dat me aanspreekt. Ik heb nog geen huiswerk gedaan, hopelijk is er een beetje informatie te vinden naast hetgeen dat ik uit mijn hoofd ken. De 'Raddraaier' is vandaag 'Lucy Lucy' van Amsterdam (1970).

Waar en wanneer? De kennismaking heb ik hierboven al een beetje beschreven, volgende maand zal het uitgebreider aan bod komen met de betreffende verzamelelpees. Het 'waar en wanneer' van deze specifieke single? Dat is de woensdag vóór Hemelvaart in 2015. Ik heb vorig jaar even overgeslagen omdat ik toen in de verhuizing zat. Of... beter gezegd... in de schoonmaak. Het is het laatste weekend dat ik de sleutels van Nijeveen heb. De voorgaande jaren is een kleine traditie ontstaan met Hemelvaart. Omdat ik op donderdagavond mijn show heb, kom ik op woensdagmiddag naar Jutrijp en vertrek een dag later rond dezelfde tijd. In 2015 is een extra stimulans om bij moeder te zijn. Mijn neef is een paar dagen ervoor nog vrij plotseling overleden en moeder is daar, begrijpelijk, erg emotioneel onder. Voordat ik de woensdagmiddag op de trein kan stappen, moet er nog wel iets gebeuren. Ik ben een paar dagen eerder uit mijn broek gescheurd. Niet heel ernstig, maar zó wil ik niet bij moeder arriveren. Ik moet eerst dus nog een broek zien te vinden in Meppel en slaag uiteindelijk bij V&D. Ik had wel een maatje groter kunnen hebben want deze zit ook erg strak. Die zal over een paar maanden ook gaan scheuren. In Sneek stap ik uit de bus en loop resoluut naar een paar kringloopwinkeltjes in het centrum. Dan hoor ik dat bij de Waterpoort een vestiging van De Tafel zit. Daar tref ik een geweldige partij singles aan. In september ga ik zelfs voor een tweede maal terug. De dag voor Hemelvaart koop ik hier 'Lucy Lucy' en ben in de wolken. Voor een vrij grote Top 40-hit is het bijna niet te geloven dat de single zich ruim twintig jaar verstopt heeft kunnen houden. Toch is het weer niet heel erg uniek want mijn verzameling mist nog een paar héle grote hits die ik nooit voor een leuke prijs ben tegengekomen.

De Amsterdamse broers Donald en Martin Van Os richten in 1967 de popgroep Penny Wise op. Martin is de drummer van het stel terwijl Donald de zang en gitaar voor zijn rekening neemt. Verder wordt de groep aangevuld met Jacques Zwart die daarvoor bij Het heeft gespeeld. Penny Wise maakt drie singles waarvan alleen 'Lily Come Near Me' in 1968 in de Tipparade terecht komt. Het is tevens één van de eerste groepen buiten Tee Set zelf dat haar platen mag uitbrengen op het Tee Set-label. Penny Wise zit desondanks al snel op een dood spoor en in 1969 wordt de groep voortgezet als Amsterdam. Dan met gitarist Johan Slager, bassist Robert Verwey en zanger Peter Van Asten.

Een Nederlanse band in de Top 100 Aller Tijden behoeft geen bijzonderheid te zijn, wel als de single zelf erg weinig heeft gedaan op de Top 40. Dat is het geval met 'Indian Pipe', de eerste single van Amsterdam. Dit is het geluid dat je krijgt te horen wanneer je via de Boudisque een elpee koopt welke zijn oorsprong in San Francisco heeft. Akoestische gitaren, prachtige harmoniezang en een lichte psychedelische ondertoon, zowel in muziek als tekst. Ik heb een hekel aan het woord 'on-nederlands' omdat het zou suggereren dat ik laatdunkend sta tegenover het nationaal product, maar op Polydor verschijnen regelmatig producties in 1970-71 welke sterk afwijken van de norm in Nederland. Denk bijvoorbeeld aan Jack De Nijs' fantastische productie van 'No Place For Our Minds' voor Crown's Clan. Toch is Amsterdam in eerste instantie niet 'luid' en kan de muziek probleemloos gedurende de dag worden gedraaid. Veronica kiest zowel 'Indian Pipe' als 'Lucy Lucy' tot Alarmschijf. Beide singles staan vijf weken op de Top 40, de piek-posities liggen nogal ver uit elkaar. 'Indian Pipe' strandt op 29 terwijl 'Lucy Lucy' het tot 13 brengt. Omdat Amsterdam zich daarna even wil profileren met een 'stevige' kant kan er geen vervolg worden gegeven aan dit succes. Van Asten verlaat na de hits de groep en wordt tijdelijk vervangen door Michel Van Dijk. Deze heeft daarvoor bij Ekseption en Les Baroques de microfoon gehanteerd. Van Asten zal een paar singles maken als Peter Bewley en met name in de tweede helft van de jaren zeventig doorbreken als producent en ontdekker van Dolly Dots.

Pas in 1973 komt Amsterdam weer bijeen, ofwel... de gebroeders Van Os. De rest van de band is uit elkaar gevallen en de broers maken sindsdien gebruik van vrienden en toevallige passanten. Voor Pink Elephant worden een paar singles gemaakt. In 1974 is het duo nog druk bezig met de opnames van een elpee en deze zal in de loop van 1975 het levenslicht zien. Amsterdam is in januari 1975 ter ziele gegaan. De gebroeders Van Os verdwijnen helemaal van het toneel. Op 18 juli 2013 wordt bekend dat Martin Van Os is overleden.

Ik denk dat Greenfield & Cook verder is gegaan waar Amsterdam is opgehouden. Een basis van akoestische gitaren met aandacht voor harmoniezang. Psychedelische fratsen worden voortaan weg gelaten, maar de zang herinnert vaak aan The Byrds en ook aan roemruchte bands als Moby Grape.

vrijdag 27 januari 2017

Week Spot kwartet: week 4



Het lijkt erop als ik een bericht ga 'sparen' voor dinsdag zodat ik gewoon de Week Spot nog in deze maand kan houden. Bovendien doe ik dinsdag de 'Eindstreep' voor wat het waard is. Tot nu toe zijn het immers slechts tien singles en dat zou zomaar eens een tendens kunnen worden. 2017 is beduidend 'rustiger aan' dan voorgaande jaren en bovendien 'spaar' ik ook alweer een fraai pakketje in Engeland dat ooit ook eens bekostigd zal moeten worden. Afijn, mij hoor je niet klagen! Het betekent dat ik de afgelopen jaren een fraaie muziekcollectie heb opgebouwd welke mij nu even door een zwaardere tijd heen trekt en ook zijn er plaatjes die ik nog steeds moet 'ontdekken'. Vandaag het 'Week Spot kwartet' dat is blijven liggen van gisteren. De op-een-na-laatste want na volgende week is het balletje rond voor wat betreft de Week Spot's. Ze hebben dan allemaal nog één keer de aandacht gehad. Vandaag het kwartetje singles van week 4 uit de vorige vier jaar.

2013: Little Miss Soul-The Lovettes
'Ons ben zuunig'? Dat kan ik niet over mezelf zeggen in 2012. Als een kip zonder kop stort ik mij in de wereld die Northern Soul heet en doe niet al te vaak gedegen huiswerk bij de aanschaf van een plaat. Neem nou deze witte demo van 'Little Miss Soul' van The Lovettes. Een hele echte 'nepperd' die desondanks redelijk gewild is in dj-kringen. Wat krijg je ervoor terug? Een cassette-opname van een plaatje dat bij de buren wordt gedraaid, vermoedelijk door een openstaand zolderraam. Het is alleen maar 'hoog' en klinkt afschuwelijk. Een bootleg-prijs? Niet bepaald! Sterker nog: Dezelfde dealer heeft een origineel voor slechts tien pond meer en eigenlijk had ik daar moeten doorbijten. Ik zit nu ruim vier jaar opgezadeld met een erg fijn liedje op ronduit bedroevend vinyl. Dat moest natuurlijk nog wel even Week Spot worden, maar verder is de plaat niet tot nauwelijks meer aan bod gekomen. Erg jammer!

2014: I Should Have Treated You Right-Barbara Greene
'Nepperds' zijn niet altijd minder dan het origineel. Hier hebben we overigens te maken met een single die al opnieuw werd geperst toen nog niemand van Northern Soul had gehoord. Gewoon een tweede kans voor een leuk plaatje dat erg minimaal had verkocht in de jaren ervoor. De platenmaatschappij krijgt gelijk want in 1968, vier jaar na het origineel, bereikt 'I Should Have Treated You Right' van Barbara Green de Billboard. Typefoutje? Een erg vreemd geval. 'Onze' Barbara Greene heet eigenlijk Barbara Green en wordt zonder 'e' gepresenteerd op de eerste persing. In 1968 heet ze opeens Greene en dat maakt het weer verwarrend dankzij een andere zangeres met die naam. 'I Should Have Treated You Right' is Barbara's kwartier van beroemd zijn, het enthousiast begeleidend zanggroepje heeft een glansrijke carrière voor de boeg. Dat is het gezelschap The O'Jays.

2015: Too Much Love Making-Gloria Scott
In 2015 gaat niet alleen de deur wagenwijd open voor gospel, maar ook voor 'seventies soul'. Natuurlijk heb ik het dan vaak over originele singles, maar besef me ook dat hier enig gereedschap bij hoort. Een originele 'Too Much Love Making' op single is toch wel een rariteit en mag het nodige kosten. De stevige Engelse Go Ahead-persing mét een fotohoesje is een fraai alternatief. Ik heb al een paar singles op het Go Ahead-label en deze van Gloria Scott is me vóór januari 2015 niet onbekend, maar toch heeft het me nooit zo aangesproken als op dat moment. Nu 'past' het ineens in de hobby waar de fraaie Barry White-productie jaren daarvoor een té schril contrast vormde met de Northern Soul-stampers.

2016: Baby I Love You-Benny Johnson
Aan de ene kant voelt het aan als iets van gisteren, maar tegelijk ook lichtjaren geleden. Waar was ik een jaar geleden? Ik woon op dat moment nog in Nijeveen en dat maakt dat het als lang geleden voelt. De drukke dagen in de post in Zwartewaterland voelt als dat het gisteren is geweest. Dit ga ik zeker missen aan het 'Week Spot kwartet', wellicht dat ik nog iets kan doen met de Week Spot van een jaar ervoor? Om dat bijzondere 2016 nog eens in de schijnwerpers te zetten? Ach, ik heb nog twee weken om iets nieuws te bedenken. Hoe meer 'seventies' en soulvol wil je het hebben dan dit 'Baby I Love You' van Benny Johnson? Het is geen kwestie van 'willen', het is eerder eentje van aan kunnen. Een plaat waar ik nu al naar uit kijk om hem morgenmiddag te mogen draaien. Het 'Week Spot kwartet' mag dan bijna zijn afgelopen, de 'Week Spot Carousel' is al drie jaar een traditie in 'Do The 45'. Tussen drie en vijf 'onze tijd' draai ik de Week Spot-singles uit deze week van 2014, 2015 en 2016 op Wolfman Radio. Wellicht dat ik ook nog een plekje kan vinden voor The Lovettes, een beetje sneu als die een jaar geleden haar laatste optreden heeft gehad.

woensdag 25 januari 2017

Raddraaien: Gary Brooker



Over een paar maanden bestaat ook 'Raddraaien' vijf jaar. Wat dat betreft heeft de lokale bakker een goede klant aan Soul-xotica. Of, moet ik zeggen, de dichtstbijzijnde bakker? Uffelte heeft natuurlijk helemaal niks op dat gebied en dan zit je al snel in Diever of Havelte. 'Raddraaien' begon waar '20 Years Ago Today' in 2012 ophield. Anno 2017 heb ik 'Raddraaien' én 'Het zilveren goud', dus het balletje is rond na vijf jaar. 'Raddraaien' heeft me veel geleerd. Van hoe-het-nu-ook-alweer-zat met Elki & Owen & The Rimramband tot een obscure Ken Bee die opeens helemaal niet zo obscuur blijkt te zijn. Soms wil het me met de billen bloot hebben en vandaag is weer zo'n dag. De opdracht is eenvoudig: De tiende single uit de derde jaren zeventig-bak. Daar staat Freddy Breck te staan met zijn 'Überall Auf Der Welt', gewoon omdat ik té laf ben om het in de kliko te gooien. Moet ik dáár over schrijven? Ik denk dat deze bekentenis genoeg straf is en ga vervolgens voor de twintigste single in die bak. Dat ziet er een stuk beter uit! Als we het over 'radioklassiekers' hebben, dan is dit er eentje van. Ideaal om een show mee af te trappen, genoeg 'links' te bedenken voor een tweede plaat (de laatste keer was dat een titel van Jefferson Airplane) en ook zeer geschikt voor toilet- en koffiebehoeften want de single duurt omstreeks vijf minuten. Het is duidelijk: 'Fear Of Flying' van Gary Brooker mag vanavond 'Raddraaier' zijn.

Waar en wanneer? Goed als ik nog een kop koffie inschenk en nog eens diep ga nadenken? Op een ene of andere manier wil het me even niet te binnen schieten, maar ik móest het weten. Hou maar op... Ik blijf uitkomen bij de platen- en cd-beurs in De Meenthe in Steenwijk. Omstreeks 2002 zijn daar een aantal van geweest en dit zou eind 2002 zijn geweest. Ik kom erg laat en sommige handelaren zijn reeds bezig met inpakken. Een platen- en cd-beurs is iets té hoog gegrepen voor Steenwijk. Ik herinner me nog eentje uit begin 2003, ik ben daar nog op krukken naartoe gegaan en heb toen vooral cd's gekocht. De beurs van 2002 levert me in ieder geval 'Fly Me High' van The Moody Blues op. Een single uit 1967 op het Nederlandse Decca-label dat je niet iedere dag tegenkomt. Het is slechts een paar maanden voor het monstersucces van 'Nights In White Satin' en een tijd waar het steeds belangrijker werd om een hit te scoren. Dan desnoods maar met een commercieel 'prulletje' als dit 'Fly Me High'. 'Fear Of Flying' 'speelt' al voor mij sinds 1989, maar ik heb nooit heel bewust gezocht naar de single. Dat deze alsnog op mijn pad komt, is mooi meegenomen. Het is zo'n nummer dat ik omstreeks 1989-90 honderden keren heb gehoord dankzij de cassettebandjes en de walkman. Desondanks smaakt het bijna vijftien jaar later als vanouds. En nu is het ook alweer vijftien jaar geleden dat de single bij me is komen wonen. Soms word je even wakker geschud door de werkelijkheid. We zijn geen achttien meer...

Nog zoiets... De eigenlijke titel van de plaat is 'Fear Of Flying' met 'No More' soms tussen haakjes. Of dit hem nu aan de Avro of aan de NCRV heeft gelegen, weet ik niet. De NCRV-gids publiceert de speellijsten van 'Arbeidsvitaminen' vooraf en hier staat op een zeker ogenblik 'No More Fear Of Flying' genoteerd. Ik hou dat vervolgens jaren aan als de titel en zelfs nu klinkt het vreemd om het 'Fear Of Flying' te noemen. Net zoiets als met 'Heaven' van Fiction Factory dat ik ook niet anders ken dan 'Feels Like Heaven'. 'Feels Like' staat echter tussen haakjes op het label. Wat te denken van 'Don't You' van Simple Minds? 'Forget About Me' staat wederom tussen haakjes. Genoeg over de plaat? Laten we nu eens de schijnwerpers richten op de boosdoener van deze klassieker. Een man die er bijna in grossiert: Gary Brooker.

Hij aanvaardt het levenslicht op 29 mei 1945 in het Londense Hackney. Als baby verhuist hij naar de kustplaats Southend-On-Sea in Essex en groeit daar op. In 1962 richt hij een band op met zijn gitaar-spelende vriend Robin Trower en noemt het The Paramounts. De groep wordt al snel omarmd door niet alleen het publiek, maar ook door beroemde collega's. Met name The Rolling Stones vraagt The Paramounts talloze keren om het publiek 'op te warmen'. The Paramounts mag een handvol singles en een EP maken voor Parlophone en dit zijn allemaal prijzige plaatjes. Niet alleen vanwege de Procol Harum-link maar ook omdat het uitstekende voorbeelden zijn van Britse rhythm & blues. Hun versie van 'Poison Ivy' is de bekendste van het stel. Toch heeft The Paramounts niet een ruig imago zoals The Stones en The Pretty Things en dit zal hen in 1965 extra werk opleveren. De band wordt ingehuurd om Sandie Shaw te begeleiden tijdens concerten. De rebelse Sandie wil graag nog eens mee in de bus met de jongens en dat zal ook een keer gebeuren. De groep moet nog een aantal kilometers voordat het thuis is als de benzine op is. Iemand komt op het idee om in de benzinetank te pissen en de bus hobbelt wonderwel een paar honderd meter verder. De jongens voorzien om toerbeurt de tank van vloeistof totdat iedereen is geweest. Dan beseft Sandie, volgens haar autobiografie, dat ze nooit één van de jongens zal worden.

In 1966 verschijnt Keith Reid ten tonele. Niet waar. Hij blijft eigenlijk in de coulissen. Keith Reid is een componist die een vehikel zoekt om zijn kunsten tentoon te spreiden zonder dat hijzelf daarvoor het podium op moet. Brooker heeft het wel gehad met de rauwe rhythm & blues en het begeleiden van solo-artiesten en de twee staan aan de wieg van Procol Harum. 'Eleanor Rigby' ten spijt, 'A Whiter Shade Of Pale' zet in 1967 de boel in beweging. Opeens is het 'hip' om klassieke componisten te citeren en te plaatsen in popmuziek. 'A Whiter Shade Of Pale' wordt in eerste instantie toegeschreven aan Brooker en Reid. Organist Matthew Fisher begint in 2006 een slepende rechtzaak. Hij beweert een goed deel van de melodie te hebben gecomponeerd en zou daarom recht hebben op de helft van de royalties. Waarom hij pas veertig jaar later komt met deze bewering is opmerkelijk. Het werkt in eerste instantie ook in zijn nadeel. In 2009 legt hij het voor aan de 'House Of Lords' en het is de eerste keer dat dit gezelschap een uitspraak moet doen over de copyrights van een muziekstuk. Zij besluiten dat Fisher wel degelijk recht heeft op zijn deel uit de inkomsten en sindsdien is het 'Brooker-Reid-Fisher' op de platenlabels. Het succes van de plaat overschaduwt veel van het 'eigen' werk van Procol Harum en dit leidt tot meningsverschillen. Fisher en Trower stappen op en het is vooral Brooker dat Procol Harum begeleidt naar het einde in 1977.

In 1979 verschijnt het solo-debuut van Brooker met het titelstuk als single. Het bereikt in ons land een 21e plek op de Top 40 en is tien jaar later een plaat die door meer 'serieuze' Radio 3-deejays wordt gedraaid. Het betekent eveneens dat wanneer de radiozenders zich meer richten op een jong publiek dat een single als deze snel in het vergeethoekje terecht komt. Niet om mezelf op de borst te kloppen, maar ik doe mijn best om dit te voorkomen! 'Lead Me To The Water' (1982) levert nog zo'n pracht-single op: 'The Angler'. In de midden jaren tachtig is Brooker even erg populair in ons land. Hij zingt op 'No News From The Western Frontier' van Ad Visser en doet een duet met Lori Spee: 'Two Fools In Love'. In 1985 verschijnt de elpee 'Echoes In The Night' en verder in 1996 een live-album met de titel 'Within Our House'. Als gast is hij te horen op 'All Things Must Pass' van George Harrison (piano), speelt met zijn buurman Eric Clapton op diens' album 'Another Ticket' alsook in de live-band van de gitarist en doet mee op Kate Bush' comeback-plaat 'Aerials' uit 2005.

Een bezige bij welke voorlopig nog niet toe is aan pensioen. Hij treedt in de loop der jaren op met de band van Ringo Starr en in Bill Wyman's Rhythm Kings, maar heeft ook zijn Gary Brooker Ensemble. Met dat laatste doet hij vooral concerten om geld in te zamelen voor zijn kerk. Dit liefdadigheidswerk levert hem in juni 2003 een OBE op, een onderscheiding van het koninklijk huis.

dinsdag 24 januari 2017

Classic Week Spot: Z.Z. Hill



Wat maakt een plaat tot Week Spot? In het uiterste begin van de 'Tune Of The Week' maakt het zelfs niet uit of ik de fysieke plaat heb. Soms gaat de 'tune' op dat moment in de bestelling. Het is puur gericht op de muziek. Het is een plaatje dat me op dat moment moet aanspreken. In mei 2012 begin ik dan met het publiceren over de Week Spot en in het begin gaat me dat nog redelijk goed af. Nu is het niet zo dat ik nu niet meer kan publiceren over een Week Spot, wél komt het steeds vaker voor dat er totaal geen informatie is te vinden over dat plaatje dat me deze week zó aanspreekt. Tegenwoordig is een beetje informatievoorziening of een sterke herinnering bij de desbetreffende plaat hét criterium geworden voor de Week Spot. Over twee weken bestaat het 'instituut' vijf jaar en tot die tijd pik ik een plaatje uit ieder jaar dat nog niet de Week Spot is geweest. Deze week moet de plaat in 2014 zijn gekocht. Ik twijfel even bij 'We Need Hearts' van Gladys Knight & The Pips, 'The Lovin' Side' van The Daydreams, 'Shame' van Evelyn 'Champagne' King, maar doet me weer terugkeren bij dit plaatje dat al jaren in de reserve-Blauwe Bak staat. De 'Classic Week Spot' van deze week is 'Second Chance' van Z.Z. Hill.

Ik ben geen voetballiefhebber om het zwak uit te drukken. Toch is het sinds het toernooi van 2000 dat ik 'de gezelligheid' kan waarderen. Met een club vrienden voor de televisie zitten en het team van keuze aanmoedigen onder genot van een drankje en een hapje. Vaak mis ik de eerste wedstrijd van Nederland en moet het al even flink in het toernooi zitten, wil ik de tijd nemen om te gaan zitten kijken. In 2014 ben ik er vroeg bij. De Buze gaat bijna dicht voor de verbouwing maar desondanks word ik uitgenodigd om de eerste wedstrijd op groot scherm te kijken. De tweede keer is op een woensdagavond en dan ben ik wederom van de partij. De derde keer is op een maandag en dan moet ik aan het werk. Dat is tevens de laatste keer in De Buze geweest. Dan gaat de verbouwing écht beginnen. Bij Wolfman Radio hebben ze plezier. Ik heb immers aangekondigd dat áls Nederland in de finale komt, dat ik dan niet in staat ben om mijn zondagavondshow te doen. Het is op de woensdagavond op een troosteloze Markt in Steenwijk dat duidelijk wordt dat die afspraak kan door gaan. Buiten een troostfinale ligt Nederland uit het toernooi. Ondanks dat ik niets heb gedronken, voel ik me de volgende dag brak. Ik neem aan dat ze me vanmiddag kunnen missen op het werk en fiets naar het station. Het is té mooi weer om te werken (en kom er deze dag ook nog mee weg!). Ik stap op de trein naar Zwolle en doe vooral 'boodschappen' bij Diskid uit de uitverkoopbak. Daar zit ook deze van Z.Z. Hill bij, de onversneden originele uitvoering van vijf minuten. De plaat begint namelijk met een gesproken intro dat voor de single-versie eruit is geknipt. Zonder het intro zou het nu wellicht geen Week Spot zijn geweest?

Arzell J. Hill is de naam. Hij wordt op 30 september 1935 geboren in Naples in de staat Texas. Hij noemt zichzelf gedurende zijn hele carrière Z.Z. dat gewoon als 'ZZ' als in 'ZZ Top' uitgesproken dient te worden ('Zie-zie'). Over zijn achtergrond is weinig bekend, wel weten we dat Hill zijn loopbaan begint met gospelgroepen en zijn oudere broer de platen-producent Matt Hill is. In de late jaren vijftig toert Hill met The Spiritual Five door Texas. Hij raakt onder de invloed van Sam Cooke, B.B. King (naar wie hij zichzelf heeft vernoemd) en Bobby 'Blue' Bland en gaat in de vroege jaren zestig solistisch optreden in clubs in en rond Dallas. Hij leidt ook een paar bands in die tijd en wordt opgemerkt door Otis Redding. Die spoort hem aan om naar Los Angeles te gaan en de hulp in te schakelen van Matt Hill. In 1964 verschijnt de eerste single van Z.Z. Hill op het familie-label M.H. Records en staat een week genoteerd op nummer honderd in de Billboard Hot 100. Van 1964 tot en met 1968 staat Hill onder contract bij Kent. De platen vallen indertijd nauwelijks op in de massa, maar staan sinds de jaren zeventig hoog aangeschreven bij liefhebbers van 'Southern Soul'. In 1968 tekent Hill bij Capricorn, maar het komt niet tot platen voor die firma. Hill krijgt het aan de stok met de eigenaar en vlucht dan in de armen van iemand die erover kan mee praten: Jerry 'Swamp Dogg' Williams. De man die maximaal één elpee per platenmaatschappij maakt, ontfermt zich over de stijfkoppige Hill en brengt hem onder bij zijn Mankind-label.

Feitelijk neemt Williams het contract over van Capricorn en is Hill nog steeds zo vrij als een vogel. Broer Matt helpt hem naar binnen bij United Artists en dat resulteert in zijn grootste hit: 'Don't Make Me Pay For His Mistakes' bereikt in 1971 een 62 plek op de Billboard en 17 in de R&B. Kent speelt erop in door het oude 'I Need Someone' opnieuw uit te brengen en dat is Hill's derde en laatste notering op de Billboard. De overige platen zijn middenmoters op de R&B. Hill kan bij United Artists rekenen op hulp van onder andere Allen Toussaint en Lamont Dozier, maar neemt de benen zodra het nieuws bekend wordt dat zijn broer is overleden. Z.Z. Hill tekent bij Columbia en maakt twee albums met arrangeur en producent Bert De Coteaux. Het levert hem in 1977 zijn grootste R&B-hit op met 'Love Is So Good When You're Stealing It'. In 1980 gaat hij terug het diepe zuiden in en keert terug naar de blues. Hij maakt een paar platen voor Malaco. In februari 1984 raakt Hill betrokken bij een verkeersongeluk na afloop van een optreden. Hij overleeft dit in eerste instantie en gaat verder met optreden. Toch heeft zich een bloedprop gevormd in zijn lichaam welke hem op 27 april 1984 fataal zal worden. Hij overlijdt ten gevolge van een hartaanval en is slechts 48 jaar oud.

De muziek uit het zuiden van de Verenigde Staten is altijd een soort van smeltkroes geweest. Blues, soul, gospel, bluegrass en country... het loopt allemaal dwars door elkaar in het zuiden. Soms bepaalt het aanwezige studiopersoneel de stijl van een plaat. Zo kun je gospelkoortjes verwachten in country en soms een pedal-steel in de soul. Z.Z. Hill is niet per definitie een zanger met een specialisme in soul, blues of gospel. Hij doet het allemaal tegelijk! Toch is het de blues welke overheerst en dat geldt ook voor mans' opnames uit de vroege jaren zeventig. Onze Week Spot is meer een blues, hoewel onze grote held Swamp Dogg funky blazers toevoegt om het weer op het pad van de soul te brengen. De lief van Z.Z. Hill erkent dat ze fouten heeft gemaakt en wil graag dat het weer goed komt. Sterker nog: Ze belooft beterschap, maar Hill is daar niet zo zeker van. Als lied zou het niet overtuigend genoeg zijn geweest en dus stelt Williams voor een dialoog te doen als intro. De luisteraar hoort een dame met krokodillentranen en in haar stem kun je de leugens horen. Vervolgens twijfelt Hill of hij haar terug zal nemen, maar roept dan uit 'oh no, not gonna happen baby' en het feest gaat niet door. Dan begint het nummer zelf en hoor je de dame gedurende de coupletten op de achtergrond smeken om aandacht. Het maakt een klassieke 'Southern Soul'-ballade met het kwaliteitskeurmerk van Swamp Dogg.

maandag 23 januari 2017

Dodenrit: Jaki Liebezeit en Tommy Tate



Doorgaans gaat er slechts één artiest mee in de 'Dodenrit', hoewel ik vorig jaar eens een uitzondering heb gemaakt. Toen met Vanity en Vi Subversa en vanwege het contrast. De vrijpostige Vanity die later werd opgeslokt door het geloof en de moeder-met-kinderen met een gezonde feministische voorkeur die in een anarchistische band ging spelen (Poison Girls). De twee heren die vanavond plaats nemen in de 'Dodenrit' lijken op het eerste gezicht tegenpolen, maar toch hebben ze iets gemeen. Laat maar meteen met de deur in huis vallen: Beide heren zijn fanatieke drummers. Jaki Liebezeit breekt door met de groep Can, hoewel de 'doorbraak' niets met Top 40-hits van doen heeft. Tommy Tate treedt op een zeker moment toe als drummer bij een band, maar leent al snel zijn stem voor hun muziek en zal uiteindelijk beroemd worden als zanger. En 'beroemd' heeft hier niets te maken met villa's, limousines en miljoenenverkoop. Zowel Liebezeit als Tate zijn 'helden' in een kleine 'scene'. Mannen die hun stempel op de muziek hebben gedrukt, maar buiten dat kleine wereldje niet zoveel hebben voorgesteld. Nu moeten ze dan ook nog een 'Dodenrit' delen. Jaki Liebezeit is gisteren op 78-jarige leeftijd overleden. Tommy Tate is ons afgelopen weekend ontvallen en is 71 jaar geworden.

Ik begin bij de laatste. Ik heb al een 'Dodenrit' met Jaki Liebezeit in gedachten als ik het nieuws over Tommy Tate verneem via Mark. Een 'Southern Soul'-legende. 'The best singer you've never heard', is een titel die hij sinds jaar en dag draagt en het is slechts een handjevol dat hem kent. Tate is slechts eenmaal in de buurt geweest van een hit en dat is als 'School Of Life' uit 1972 op het Ko Ko-label enthousiast wordt ontvangen bij de radiostations. Tommy wordt op 29 september 1945 geboren in Homestead in Florida. Hij maakt in 1965 zijn debuut met de single 'What's A Matter' op het ABC Paramount-label. De volgende plaat verschijnt onder de naam Tommy & The Derby's, maar is in werkelijkheid Tim Whitsett & The Imperial Showband met Tate op leadzang. De opname vindt plaats in Jackson in Mississippi en het achtergrondkoor is een samengeraapt zootje dat op dat moment in de buurt is. Eén van de zangeressen is Dorothy Moore dat later zelf succes zal kennen. In 1966 maakt Tim Whitsett met band en Tate op tweede zang een 'novelty' als The Turrabull Brothers. Whitsett probeert vijftig jaar later te herinneren wat ook alweer zo grappig was aan het plaatje, maar kan het niet meer verklaren. Tate brengt in 1966 een tweede solo-single, nu op het legendarische Okeh-label. Op 'Stand By Me' van Tim Whitsett & The Imperial Showband wordt de naam van Tate voor het eerst expliciet genoemd en even later verschijnt een tweede single op Okeh. Ook een single op Verve als Tommy Yates en maakt hij een opname welke in 1968 onder de naam Andy Chapman wordt uitgebracht op Atco.

In 1968 zijn de laatste opnames met Tim Whitsett en tekent Tate bij Malaco als solo-artiest. In 1970 zal hij het kort levende groepje The Nightingales leiden dat een paar plaatjes maakt voor Stax, omstreeks 1972 komt Tate onder contract van Ko Ko. Ko Ko is evenals Malaco een 'trademark of quality' voor solide 'Southern Soul' en Ko Ko oogst vooral lauweren met Luther Ingram. De hitparade blijft altijd een stap té ver, maar voor de liefhebbers van 'Southern Soul' klinkt zijn catalogus als één grote 'greatest hits'-compilatie. Een cult-figuur in de soul. Tate's meest recente album is van 1992, maar de liefhebbers blikken liever terug op de opnames uit de vroege jaren zeventig. Naar het schijnt is Tate al geruime tijd ziek en hij is vrijdag op 78-jarige leeftijd overleden in Jackson, Mississippi.

Gelukkig is de wind uit het westen zodat het vlotje vanaf Amerika redelijk snel naar Europa drijft. Daar koers ik aan op één van de meest progressieve rockbands die Europa rijk is geweest: Can. Irmin Schmidt maakt in 1966 een uitstapje naar New York. Hij ontmoet daar de invloedrijke avantgardisten Steve Reich, LaMonte Young en Terry Riley. Hij maakt eveneens kennis met de wereld van Andy Warhol en Velvet Underground. Thuis in het Duitse Keulen gaat hij de impressies van zijn reis gebruiken voor zijn dagelijkse beslommeringen. Hij doet in die tijd piano-recitals van klassieke componisten als Brahms, Chopin en Beethoven. Al gauw verplaatst de interesse naar Stockhausen en Boulez en onderzoekt hij mogelijkheiden om de invloed van Sly Stone en James Brown in de klassieke muziek te verweven. Hij wordt daarin bijgestaan door muziekleraar Holger Czukay en de Amerikaanse avantgarde-componist David C. Johnson. Michael Karoli en Jaki Liebezeit completeren de band. Net zoals Amerikanen zich niet gediscrimineerd voelen wanneer je een Amerikaanse slee als 'Yank tank' typeert, voelen Duitsers zich evenmin tekort gedaan als je de term 'Krautrock' gebruikt. Het Engelse muziektijdschrift 'Melody Maker' komt met de naam en het is al snel een begrip dat globaal, ook in Duitsland, wordt gebruikt.

Can zet in de vroege jaren zeventig een geluid neer dat generaties van muzikanten zal inspireren. Waar een band als Tangerine Dream zichzelf verliest in een eindeloos landschap van monotone muziek, daar heeft Can een duidelijke 'backbeat'. Is het een drumcomputer? Zelfs de leden van Can hebben wel eens eraan getwijfeld, maar het is toch een mens van vlees en bloed. Jaki Liebezeit is de naam. Hij wordt op 26 mei 1938 geboren in het Duitse Dresden. In de midden jaren zestig is hij een lid van een zéér vroege 'free jazz'-groep, maar wordt opgeslokt door de psychedelische rock als hij in 1968 toe treedt tot Can. Op de elpee 'Tago Mago' (1971) staat 'Halleluhwah' waarin Liebezeit een drumsolo weggeeft waarover 45 jaar later nog steeds wordt gesproken. In 1979 komt Can tot een halt. De band zal later nog vele malen kortstondig bijeen komen, maar Liebezeit heeft andere bezigheden na 1979. Hij mag niet de 'bekende naam' van Holger Czukay hebben, maar nog steeds is hij een welkome gast op platen van vurige bewonderaars als Depeche Mode en Brian Eno. Zijn meest recente muzikale bijdrage is een EP van de gelegenheidsgroep Cyclopean. Dat brengt Liebezeit weer samen met ex-Can-oprichter Schmidt en de EP is later verkrijgbaar als download via het Mute-label. Jaki is gisteren bezweken aan de gevolgen van griep. Hij 78 jaar geworden.

zondag 22 januari 2017

Van hit naar her: London Grammar



Dat Engeland voor een Brexit heeft gekozen, verbaast me eigenlijk niet zoveel. Engeland is een land dat op zichzelf staat, dat onmogelijk een deel van een groter Europa kon zijn en dat op haar best is met haar eigen politieke sores. Een grappig eiland. Het kan bepaalde nieuwsfeiten hebben dat Engeland compleet op zijn kop zet en dan zijn ze verbaasd dat wij, Europeanen, er niet tot nauwelijks oog voor hebben. Meem bijvoorbeeld de hysterie in Engeland rondom de dood van Maggie Thatcher. Hier alleen voorpagina-nieuws op de dag van overlijden en misschien een foto van de, in Engeland omstreden, staatsbegrafenis. In de jaren 1998 en 1999, de tijd dat ik in Engeland woon, heb ik hetzelfde gezien met de muziek en dat is iets dat nog altijd speelt. Natuurlijk zijn er legio artiesten uit Engeland die wereldwijd doorbreken, maar Engeland heeft ook een keur aan artiesten en bands die 'wereldberoemd in Engeland' zijn, maar aan de overkant van het water volslagen onbekend zijn. Toch loont het de moeite om de Engelse pop-scene in de gaten te houden. Voor je het weet is er zo'n eigenzinnig groepje waarop de muziekwereld al een paar jaar wacht. Niet de zoveelste Adele (de Engelse zangeres, niet die van 'Citroentje Met Suiker') of Coldplay-kloon, maar een gezelschap met een fris nieuw geluid. Ik merk London Grammar eind 2013 voor het eerst op naar aanleiding van hun samenwerking met Disclosure. Hoewel de stemmen steeds luider worden in de afgelopen maanden blijft London Grammar een herinnering uit de Floorfillers-periode van 2013-2014. Totdat ik de laatste single hoor van het gezelschap. Een beetje toekomstmuziek in 'Van hit naar her': De single is vier weken geleden uitgekomen en staat vooralsnog in de 'bubbling under' van de Engelse Top 40. Met het resultaat van London Grammar tot dusver op de Nederlandse hitparade, vrees ik hier het ergste. Toch zet ik de single vandaag centraal in 'Van hit naar her': 'Rooting For You' van London Grammar.

De oorzaak ligt hem aan het feit dat ik pas in de zomer van 2013 met 'digitale' programma's begin en op dat moment ook nieuwe muziek in de shows wil hebben. Hierdoor ben ik een paar maanden te laat met London Grammar, maar zal de schade in 2014 inhalen. Ik moet op dat punt dan ook krediet geven aan Disclosure. Zonder hun samenwerking was de groep me vast even ontgaan. Die single heet 'Help Me Lose My Mind', maar doet niet meteen een deuntje spelen in mijn oren. Toch weet ik uit mijn hoofd dat ik de plaat zeer regelmatig heb gedraaid in 'Floorfillers'. Ik heb zojuist even mijn geheugen opgefrist en weet het weer. Het is een Engelse hit in de vroege zomer van 2013 maar staat desondanks nog hoog in de Engelse dance-charts als ik 'Floorfillers' moderniseer. De overige liedjes van London Grammar zijn minder geschikt voor de show en omdat ik dan nog geen 'Tuesday Night Music Club' of 'Afterglow' heb, blijft het voorlopig bij deze introductie. Totdat ik twee weken geleden kennis heb gemaakt met 'Rooting For You'. Tijd om eens in de recente geschiedenis te duiken.

Voor mijn gevoel komt London Grammar uit dezelfde hoek als Clean Bandit. Dat blijkt niet helemaal waar te zijn, maar toch brengen beide een fris en nieuw geluid in de Engelse muziekwereld. Het verhaal begint in 2009 op de universiteit van Nottingham. Hannah Reid en Dan Rothman komen beide oorspronkelijk uit Londen en het eerste contact ontstaat als Rothman op Facebook een foto ziet van Reid met een gitaar. De daaropvolgende 'date' is puur artistiek. Dominic 'Dot' Major komt uit Northampton en voegt zich bij Reid en Rothman als toetsenist. Omdat tweederde van London Grammar uit de hoofdstad komt, besluiten ze dit te verweven in de bandnaam. Tevens omdat het een internationale naam heeft en London Grammar goed 'bekt'. In 2011 rondt het trio haar studie af en gaan rechtstreeks de muziek in. Conor Wheeler helpt hen aan een aantal kleinschalige optredens, maar toch gaat de naam rond als een lopend vuurtje. Al gauw bevinden zich A&R-mensen van grote platenmaatschappijen onder het publiek en gaat London Grammar met het platenlabel Ministry Of Sound in zee. Het overige management wordt door Big Life verzorgd. In 2012 brengt het London Grammar in de studio met onder andere Rollo Armstrong van Faithless en Tim Bran van Dreadzone. In december 2012 presenteert de groep haar eerste single op Youtube: 'Hey Now' slaat in als een bom en trekt meteen veel kijkers.

In 2013 verschijnt de EP 'Metal And Dust' en dat is het eerste tastbare schijfje muziek van London Grammar. De EP bereikt met name in Australië een topverkoop. 'Wasting My Young Years' is in juni 2013 de eerste single, kort daarop gevolgd door 'Help Me Lose My Mind' van Disclosure. Beide doen het erg goed op de Engelse hitparade. Op 1 september 2013 is 'Strong' eerst de nieuwe single en dat valt zelfs op in ons land. Nadat 'Hey Now' in de Tipparade is blijven steken, komt 'Strong' op 8 februari 2014 op nummer 27 de Top 40 binnen. Een week later staat het opnieuw op 27 en dan? Een week later is het verdwenen! In Engeland verschijnt een week na 'Strong' het debuutalbum 'If You Wait'. Het zijn ongetwijfeld drukke jaren geweest voor het trio, maar over het algemeen lijkt het daarna vrij rustig rondom London Grammar. 'If You Wait' heeft een goede verkoop, er verschijnt een remix-single van 'Hey Now', maar bovenal hoor ik het laatste jaar de naam steeds vaker vallen. Heb ik iets gemist?

Ja, ik geloof dat ik even een inhaalslag moet maken, want 'Rooting For You' smaakt naar meer. De single is op 1 januari 2017 gepresenteerd en is de 'smaakmaker' van het nieuwe album dat nog geen titel heeft gekregen. Vooralsnog piekt de single op 45 in Schotland, 55 in Frankrijk en 58 in Engeland. Gelukkig heeft London Grammar een bekende naam en verwacht ik dat het nog wel gaat gebeuren. Ik moet eerlijk zijn: Het is niet de meest geknipte radio-hit. Geen 'groove' of een 'hook', maar daar staat zoveel moois tegenover. Muzikaal is het slim opgebouwd en Hannah's stem gaat werkelijk door merg en been. 'Rooting For You' doet me ergens denken aan 'Song For The Siren' van This Mortal Coil en ook dat heeft ooit 'gewoon' in de Top 40 gestaan. Het is vroeg in het nieuwe jaar, maar ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken dat het zonder meer één van de mooiste singles van 2017 gaat worden.

zaterdag 21 januari 2017

Raddraaien: Sister Sledge



Toch nog maar even publiceren. Ik had de 'Raddraaier' al opgezocht en twijfel nog bij een andere uit dezelfde bak. Ik heb Sister Sledge immers al eens in de Week Spot gehad en heb daarbij het volledige verhaal van de zussen uit de doeken gedaan. Ik zou nu 'copy-paste' kunnen doen of een verhaal schrijven met dezelfde strekking, maar het komt me eigenlijk wel gelegen. Ik doe vanavond een korte 'Raddraaien'. Als ik een verse foto had gehad, zou het een '(Kn)uffelt(j)e' zijn geweest, maar helaas. Gemiste kans, want ik heb de afgelopen week even nagedacht over een kerstkaarten-business voor later dit jaar. Uffelte lijkt als een sprookje in wintertooi, maar je zit opnieuw aan het voeteneind van de wereld en niet overal wordt even goed gestrooid. Dat maakt ook een las naar mijn korte publicatie van vandaag. Iets voor in de tweede alinea zodat ik nog eentje kan spenderen aan de 'Raddraaier' van vandaag. Het is een single uit een jaren zeventig-bak en een voormalige Blauwe Bak-bewoner: 'He's The Greatest Dancer' van Sister Sledge (1979).

Ik ben vroeg wakker en dat is goed ook want ik heb ambities sinds gisteravond. Het fraaie winterweer combineren met het nut van een supermarktbezoek. Ik zou naar Havelte kunnen lopen en terug. Dat is aanvankelijk het plan. Bij de tweede kop koffie bedenk ik me iets anders. Het is ruim vier uren voordat ik voor Wolfman Radio 'in de lucht' ga en ik heb alles al voorbereid. Waarom stap ik niet even op de Pioneer en doe de boodschappen in Dwingeloo? De heenweg tot Wittelte langs de rijksweg, dan bewaren we het stukje door het bos voor de terugreis. Dat klinkt als een plan! Vanuit Wittelte zou ik weer hetzelfde paadje kunnen fietsen als dat ik die zaterdagmorgen in juli heb gedaan. Dat klinkt eveneens als een plan. Last van goede ideeën op deze vroege ochtend?

'Waar ben ik aan begonnen', denk ik even als ik de doorgaande weg in Wittelte heb verlaten voor het fietspaadje naar Dwingeloo. Eigenwijs als ik ben, fiets ik monter door. Dit paadje is duidelijk de hele week niet sneeuwvrij gemaakt en er is evenmin gestrooid. Het is een bende! Meteen in het begin een s-bocht. In de tweede bocht staat een auto geparkeerd, de bestuurder is hout aan het inladen. Ik knijp hem wel even als ik door de bocht ga, maar het gaat goed. Alles onder controle. Tijd om weer te accelereren. En dan gebeurt het... Ik voel het achterwiel weg glijden en er is geen houden meer aan. In geval van ligfiets kapseist het en glij je van de stoel. Boem! Vol met de kont op de weg. Aangezien ik al niet veel kont heb, komt dat hard aan! Gelukkig weet ik de fiets omhoog te houden en klapt het frame ditmaal niet op mijn scheenbeen. Wel is mijn nek pijnlijk, maar het is vooral het achterwerk en aanvankelijk de schrik. De Pioneer mankeert niks. Alleen iets met het ketting maar dat komt waarschijnlijk omdat ik in stilstand heb teruggeschakeld. Later tijdens de tocht hoor ik het niet meer. De chauffeur van de auto komt in paniek naar me toe gerend, maar er is niks aan het handje. Tanden op elkaar en het glibberige fietspad aflopen totdat het beter wordt. De weg wordt later beter. Duidelijk dat dit niet het beste plan van de dag is geweest!

In Dwingeloo doe ik boodschapjes bij de Albert Heijn en fiets daarna via de gangbare paden terug. Het laatste stukje bos wordt afgelast na de eerdere ervaring en de aanwezigheid van glazen potten in de tas. Ik ben vlak in de buurt van de kringloopzaken van zowel Dwingeloo als Dieverbrug, maar ik moet momenteel mijn geld even anders investeren. Bovendien zal het ook vast weinig soeps zijn wat er ligt. Om twee uur ben ik terug in Uffelte en heb ik ook nog even lopend eieren gehaald. Nek en achterwerk smeken om bed, mijn wollige taalgebruik maakt dat het al bijna echt een verhaal is zonder dat ik het over de single heb gehad.

Waar en wanneer? Dat is begin 2013 geweest. Ik ben op dat moment op zoek naar 'The Night' van Frankie Valli & The Four Seasons en iemand op Marktplaats biedt deze aan in een partij Four Seasons-singles. De prijs is billijk. De overige titels zijn veelal de BR-uitgaven uit de late jaren tachtig, maar dat deert me niet. Helaas heeft hij net de partij verkocht. Ik kijk even bij zijn overige handel en zie dan het partijtje singles van Sister Sledge. Inclusief 'Love Don't You Go Through No Changes On Me' in de Duitse fotohoes. Hier ben ik wel op tijd. Een uur later een mailtje van deze beste man: Hij heeft nóg een exemplaar gevonden van 'The Night'. Dat heet twee vliegen in één klap ook al krijg ik nog een stel Sister Sledge-singles op de koop toe. Of heb ik 'He's The Greatest Dancer' nu toch in 1995 in Oosthem gekocht? Hier twijfel ik even, maar het geeft niets. Sister Sledge speelt vooral de laatste paar jaar een rol in mijn leven. Bernie Edwards en Nile Rodgers zijn bijna kind-aan-huis in 'Floorfillers', de dance-show die in juli ter ziele is gegaan en 'He's The Greatest Dancer' is ook vaak van de partij geweest. Ik hou de Sister Sledge-singles lange tijd in de Blauwe Bak, maar heb de meeste er nu uitgefilterd buiten 'Love Don't You Go Through No Changes On Me' en 'Thinking Of You' om. Ik ben tevreden over de lengte van het bericht en ga voor één keer luisteren naar mijn lichaam.

vrijdag 20 januari 2017

Dodenrit: Hans Breukhoven



De 'Dodenrit' is ruim een jaar geleden van start gegaan. In januari doet 2016 al een beetje doorschemeren hoe het de boeken zal in gaan: De 'opruiming' in de popmuziek. Toch blijf ik relativeren en zijn in de voorgaande jaren ook artiestn van allerhande pluimage ons ontvallen waarvan menigeen niet tot nauwelijks in het nieuws is geweest. David Bowie, Prince en George Michael zijn wat dat betreft de zwaargewichten, vergelijkbaar met het verlies van Lou Reed en Michael Jackson. Het jaar 2017 kan zomaar nóg erger worden nu weer een aantal coryfeeën de zeventig is gepasseerd, maar vooralsnog houdt 2017 zich rustig. Tot nu toe alleen Peter Sarstedt en de wederhelft van Jimmy Somerville in Bronski Beat welke ons zijn ontvallen. Vandaag komt het nieuws dat Hans Breukhoven is overleden. Niet een kunstenaar of een muzikant, maar als ondernemer heeft hij met zijn keten van platenwinkels een significant verschil gemaakt. Vandaar de reden dat ik deze man opneem in de 'Dodenrit'. Breukhoven is na een lange ziekte overleden. Hij is zeventig geworden.

In Sneek zit Free Record Shop aan de Oosterdijk, maar de familie Louwsma loopt daar de deur niet plat. Looper, Minkema en V&D zijn aanvankelijk de leveranciers voor platen in Sneek. In het cd-tijdperk ben ik eerder geneigd om een paar deuren verderop binnen te gaan: Music Store. Later in de jaren negentig komt daar Ear & Eye bij in de Galigapromenade. Natuurlijk heeft ook Music Palace van de gebroeders Rosenau platen in de aanbieding, maar nee... het zijn genoemde zaken die het meeste verdienen aan onze familie. Free Record Shop heeft daarentegen altijd 'uitverkoop' en uit die bakken haal ik omstreeks 1995 nog wel eens de meest waanzinnige cd's. 'Down In The Basement - The Chess Years' van Sugar Pie DeSanto bijvoorbeeld. De cd is overal, meestal op bestelling, omstreeks dertig gulden, bij Free Record Shop ligt die voor een rijksdaalder. Op een zekere middag hang ik rond in de winkel en zie achter de toonbank de picture disc-single van 'When I Come Around' van Green Day. Een stuiver bij aankoop van de cd-single van 9,95 gulden, maar... ik heb enkele weken ervoor ook al 'Dookie' gekocht op cd. Toch investeer ik het tientje in de picture disc en heb in de loop der tijd ook 'Longview' gevonden op hetzelfde formaat.

Als ik in 2000 in Tuk ga wonen, kom ik weer regelmatig bij de Free Record Shop in de Oosterstraat in Steenwijk. De zaak wordt op het laatst gerund door een gepassioneerde muziekliefhebber die met lede ogen aanziet hoe de muziek steeds verder verdwijnt. Een paar jaar later heeft de winkel alleen nog 'mid-price' titels op voorraad, gaan nieuwe cd's op bestelling (dat kunnen we zelf desnoods ook doen via Bol) en bestaat de zaak voor negentig procent uit games, telefonie en loopt zelfs het actuele dvd-aanbod al snel achteruit. Meppel heeft een flinke voorraad dvd's en daar ga ik in 2010 en 2011 regelmatig 'shoppen'. Steenwijk is met de eerste problemen meteen al dicht, Meppel houdt het vol totdat het faillisement wordt uitgesproken. Sinds V&D eveneens uit het straatbeeld mist, kan ik me niet een plek bedenken in Meppel waar je een nieuwe recente cd kan kopen. Een boekwinkel in Meppel heeft wel 'Music On Vinyl'-albums, maar de cd is uit Meppel vertrokken zoals het lijkt.

Johannes Arie Breukhoven ziet op 31 oktober 1946 het levenslicht in Rotterdam. Zijn vader werkt op een arbeidsbureau, zijn moeder wordt na de scheiding de eerste schoonheidsspecialiste van Nederland. Hans slaagt voor de Mulo en volgt een opleiding tot Hofmeester. Vervolgens werkt hij twee-en-een-half jaar als gastheer op de Holland-Amerika-lijn. In New York regelt hij een korting bij platenzaak Sam Goodies welke de platen sowieso al guldens goedkoper heeft dan in Nederland. Al gauw vertrekt Hans uit Rotterdam met lijstjes van vrienden. Twintig procent van de verkoop steekt hij in eigen zak en de kameraden hebben goedkope elpees. Met zijn compagnon Reus heeft hij even later een textielgroothandel en een handel in pruiken, maar in 1971 acht hij de tijd rijp om zich uitsluitend bezig te houden met de import van platen. Hij opent een winkel in Schiedam. Niet alleen platen uit Amerika, maar ook uit Zuid- en Oost-Europa. Overal waar de elpees goedkoper zijn dan in Nederland, daar doet Breukhoven zaken mee. Hij kan ruim een kwart eeuw zijn gang gaan, pas in 1997 gaat de parallelle import van geluidsdragers definitief op slot. Als een plaat of cd een legale Nederlandse uitgave kent, mag deze niet uit het buitenland worden geïmporteerd. Het is eveneens in de vroege jaren zeventig dat Nederlandse elpees naar België worden geëxporteerd en daar opeens goedkoper zijn dan bij de platenmaatschappij of Nederlandse groothandel. Die 'platenoorlog' speelt zich in het begin af in het zuiden des lands, maar door Breukhoven's handel maakt de rest van Nederland spoedig kennis met deze import. ,,De platen zijn gratis, je betaalt alleen de hoezen", is het credo van Free Record Shop. In de grensstreek zijn het vaak platen zonder buitenhoes die slechts in binnenhoes of plastic hoes zijn gestoken en de helft goedkoper zijn dan een reguliere plaat met buitenhoes. Bij Free Record Shop vindt je alle varianten: Ook 'cut-outs' waarbij een hoek van de hoes is afgesneden, maar ook een veelvoud aan exotische persingen. De handelswijze van Breukhoven is succesvol maar ook omstreden. Het kost menig kleine platenhandelaar de kop en de vakvereniging ziet Breukhoven's imperium liever vandaag dan morgen verdwijnen.

Toch blijft de politiek tot omstreeks 1996 doof voor de argumenten en kan de parallelle import gewoon doorgaan. De Expert is eentje die het op het laatst ook doet met Amerikaanse cd's. Bij hun zitten de cd's steevast een tientje onder de gewone prijs. In 2008 heeft Breukhoven 182 winkels in Nederland en 66 in België. Hoewel Breukhoven de fout legt bij ene of andere manager in de Free Record Shop-constructie spelen meerdere factoren mee in het ten ziele gaan van het keten. Het einde van de parallelle import is eentje, maar ook het thuiskopiëren en downloaden van films en games maakt dat het niet de meest bloeiende tak van de detailhandel is. Jaren geleden werd Breukhoven eens geschat op 72 miljoen euro, later is dat bedrag gehalveerd. Hij heeft geld zitten in SnowWorld, een indoor-skipiste, en Fame Music (een muziekwarenhuis aan de Amsterdamse Kalverstraat). Die laatste gaat in 2011 dicht, even later verkoopt Breukhoven zijn aandeel in SnowWorld. In mei 2013 wordt Free Record Shop failliet verklaard. Een jaar eerder is Breukhoven verhuisd naar Londen. In oktober 2014 wordt alvleesklierkanker bij hem vastgesteld en hij is vandaag op zeventig-jarige leeftijd hieraan bezweken.

Zelf ken ik Breukhoven nog voor een deel uit de roddelbladen. Moeder heeft wel eens een stapeltje Privé en Story's liggen voor de vakanties en tien-tegen-één dat Hans en Connie daarin worden genoemd. Cornelia Jacoba Witteman wordt op 25 juli 1951 geboren in Voorburg. Connie trouwt als achttienjarige een schatrijke ondernemer en vertrekt voor enige tijd naar Amerika waar ze als Coco werkt als fotomodel. Daar loopt het huwelijk op de klippen en Connie gaat terug naar Nederland om haar doodzieke zus Lidia te verplegen. Ze trouwt nog eens, maar dat houdt ook geen stand. Op 20 november 1987 treedt ze in het huwelijksbootje met Hans Breukhoven. We kennen Connie dan al zes jaar als Vanessa. Een zangeresje waarvan de muziek niet veel om het lijf heeft. Zullen we het niet over haar tieten hebben? Hans en Connie adopteren een stoet kinderen welke zijn te horen op het tenenkrommende 'War Is Over', de meest extreme verkrachting van het John Lennon en Yoko Ono-nummer. Vanessa brengt David McWilliams eenmalig terug op de hitparade met het duet 'Can I Get There By Candlelight', bezingt haar zus in 1995 in 'Lidia' en brengt een single uit dat een standbeeld voor Pim Fortuyn moet realiseren. De verkoop is nog niet genoeg voor de sokkel. Op 11 augustus 2009 komt het nieuws dat het paar uiteen is. Connie gebruikt de naam Breukhoven tot de zomer van 2014, sindsdien heet ze weer Witteman.

Week Spot kwartet: week 3



Zojuist even gecontroleerd en ik ben dus inderdaad in week 6 van 2016 begonnen met het 'Week Spot kwartet'. Dat betekent dat er nog drie afleveringen zijn en dan de cirkel rond is. Ik heb reeds enkele ideeën opgedaan voor de donderdagavond maar heb nog drie weken om daar een definitief besluit over te nemen. Vandaag eerst maar het 'Week Spot kwartet' want dat is blijven liggen van gisteravond. Verder bestaat de kans dat vanavond een aflevering van de 'Dodenrit' plaats vindt, maar dat hangt af van de hoeveelheid inspiratie en informatie omtrent het beoogde onderwerp. Ik wil binnenkort ook weer een 'Van hit naar her' doen, dus aan onderwerpen geen gebrek. Nu eerst de Week Spot-singles van de vorige vier jaar.

2013: Moving Hands Of Time-Derek Martin
Als ik de 'Blauwe Bak Top 40' over het tweede kwartaal van 2012 heb samengesteld, hoop ik in de berichten in de volgende edities méér van Derek Martin te kunnen presenteren. Helaas... Gisteren nog een 'beat ballad' van de man gehoord, maar de prijzen liegen er niet om. Roulette-singles van Derek Martin zijn erg in trek bij dj's en verzamelaars en de corresponderende bedragen wegen vaak niet op tegen het plezier dat ik ga beleven aan zo'n schijfje. De uptempo dingen zijn domweg onbetaalbaar, dat is vooral het territorium van de Mods. De ballades heb ik beter gehoord en dus blijft het bij deze 'Classic Week Spot'. Een single die ik in augustus 2008 in Rotterdam heb gekocht en dat op oudejaarsavond 2012 de rol van 'Hey Jude' en 'Nights In White Satin' speelt. Zo'n klassieker die je niet iedere dag wilt horen, maar die op een weemoedige avond als deze (ik ben alleen op oudejaarsavond 2012 en ben druk met singles zoeken voor het Pandje-optreden van de volgende dag) als geen ander past. Dit met een recente interesse voor de Teddy Randazzo-magie maakt dat Derek Martin ruim vier jaar na aanschaf alsnog de Week Spot-titel in ontvangst mag nemen.

2014: Walking Up A One Way Street-Willie Tee
Vorige week was het drie jaar geleden dat ik het weekend in Engeland heb doorgebracht en ik schrik daarvan. Ik kan me de kleinste details nog herinneren en, volgens mij, zit er nog klei aan de zolen van mijn Doc Martins. Ik heb even daarvoor ein-de-lijk dit plaatje van Willie Tee gewonnen in een veiling. Ik verlies dezelfde avond overigens opnieuw 'Why Girl' van The Precisions, niet wetende dat de single al tien jaar een beetje oneerbiedig in een bananendoos in de woonkamer staat. De divisie 'moeten-we-nog-eens-uitzoeken'. Willie Tee heb ik nog niet maar heb van de man wel de eenzijdig bespeelbare Sonic Wax-uitgave 'You Got To Pay Your Dues'. 'Walking' is mans' absolute klassieker en één van de grootste Northern Soul-dansers uit de geschiedenis. Hoewel de Northern nog maar weinig aan bod komt op de draaitafel is Willie Tee desondanks keer op keer een feestje.

2015: It Ain't No Big Thing-The Electrons
Luidt dit plaatje een nieuw tijdperk in in de Blauwe Bak? Niet helemaal. In 2014 heb ik al enkele 'nieuwe' toevoegingen dankzij Dorothy Morrison en The Kaldirons, maar toch voelt deze van The Electrons wel aan als een plaat waarna alles anders is geworden. De heren dj's zijn het er niet over eens, maar bij mij gaat de voorkeur uit naar deze van The Electrons in vergelijking met het origineel van The Radiants.

2016: What Is Soul-Ben E. King
Toeval? Bestaat niet! Toch kijk ik niet naar vorige edities van de Week Spot als ik een nieuwe Week Spot kies. Toch is het opvallend dat Carla Thomas (2017), Willie Tee (2014) en deze van Ben E. King alledrie op Atlantic zijn. Terwijl de Atlantic-soul niet bepaald de overhand heeft in de Blauwe Bak. Ik ken 'What Is Soul' van onze eigen Rob Hoeke en vind deze een beetje duf klinken. Ik verwacht dus niet veel van Ben E. King, hoewel de man me maar zelden in de steek heeft gelaten. Het resultaat is overdonderend! Ik laat me niet graag de les lezen, maar King mag het doen met zijn definitie van soul.

woensdag 18 januari 2017

Het zilveren goud: januari 1992



Ik woon in december 2010 nog in Steenwijk en loop 's ochtends naar het werk. Muziek in de oren en gelegenheid tot het roken van een paar sjekkies plus dat ik eens kan nadenken over bepaalde dingen. Soul-xotica is dan één van mijn 'zorgen'. De erg melige 'redactie' ontstaat tijdens deze wandeling, de 'Schijf van 5' en ook '20 Years Ago Today'. Het plan is eerst om alleen in 2011 terug te blikken op de plaatjes die ik twintig jaar daarvoor heb gekocht. Het liefste op de dag zelf zodat we soms wel drie tot vier keer '20 Years Ago Today' op het programma hebben staan. In maart 2012 moet het al in een paar delen en in april kom ik vast te zitten met de serie. Vanaf april 1992 gaan de sluisdeuren open in de singles-verzameling. 'Raddraaien' gaat de serie vervangen en in de aanloop tot juni 2014 doe ik 'De pre-historie' met de plaatjes die ik vóór juni 1989 heb gekocht. Met ingang van 2014 start ik met 'Het zilveren goud' en hou het bij een overzicht van de maand van kwart eeuw geleden. Waar nodig met een extra 'Op 33 toeren'-editie. Hoe lang nog? De elpees lopen in de kaartenbak tot en met de zomer van 1992 en daarin gaat het 'wild' in de laatste maanden. De singles gaan door tot ver in 1994 dus daar kunnen we nog wel even mee vooruit. 1992 is een druk jaar voor de platen, we kopen er dit jaar maar liefst vierhonderd (inclusief fouten in de kaartenbak). In de privé-sfeer is 1992 eveneens een bewogen jaar, maar eentje waar ik met genoegen op terug kijk. Januari 1992 begint daarentegen zéér rustig.

,,Ik denk dat ik maar eens minder ga drinken". Nee, het is geen citaat van mezelf. Ik weet wel beter: Het is stoppen of doorgaan en niets er tussen. Het is afkomstig van een meisje dat pas zestien is geworden. Het is ruim tien jaar geleden als ze met een clubje minderjarigen De Buze binnenstapt. Mevrouw is de woordvoerder. Ik ken haar moeder goed en die zegt op een bepaald ogenblik tegen mij: ,,Ik heb liever dat ze een biertje drinkt onder jouw toezicht dan dat ze sterkedrank nuttigen in het park en experimenteren met drugs". Toch mag ik haar geen drank verkopen, maar ze heeft het naar de zin in De Buze en de meute komt langs als de halveliter-blikken bier op zijn. Koffie en thee is namelijk gratis in De Buze. Soms is er een 'after hours' en dan krijgt ze van mij ook gewoon een biertje. Ze is overigens heel goed terecht gekomen. Is fors geminderd (of misschien gestopt?) met de drankjes en woont samen met een lieve vriend. Toch moet ik even aan haar denken als ik denk aan mijn januari in 1992. Ik ben zestien en zou dus in principe wel een biertje mogen drinken. Toch heb ik mezelf een paar jaar ervoor uitgeroepen tot geheelonthouder en spuug zelfs likeur-bonbons uit. Op nieuwjaarsochtend 1992 neem ik het besluit om 'weer te gaan drinken'. Het vervolg op de shandy als twaalfjarige en het glaasje wijn met de kerst. Toch duurt het eerst wel een paar weken voordat ik een biertje drink, maar dit vormt de opmaat naar het rock & roll-jaar dat 1992 is.

De eerste singles van het nieuwe jaar vallen samen met een kappersbezoek. De eerste keer met lang haar en alleen de dode punten eruit? Verder modder ik maar wat aan op het KMBO. Met Nederlands en Engels ben ik bijna klaar terwijl ik nog moet beginnen met de administratieve vakken. Feitelijk zal ik daar nooit mee beginnen. De meeste klasgenoten zijn al met stage geweest, de mijne staat gepland voor februari en maart. Op zaterdagmorgen ga ik vaak naar de molen en 's middags wordt benut door middel van een lange fietstocht. Zondag fiets ik ook vaak. Sinds kerkbezoek onder 'vrije wil' valt, laat ik daar mijn gezicht niet meer zien maar volg wel catechisatie. De predikante kent me als 'die knaap met de moeilijke vragen'. Als het Sneeker Nieuwsblad de start is van mijn schrijversloopbaan, dan vier ik dat jubileum volgende week en zal daar vast even aan refereren. Hoever ik daar vanaf sta, blijkt als ik in een doos een paar berichten van 'Rockandroll.nl' tegen kom van, daar hebben we hem, Sideburner. Eentje is een aankondiging van een concert in het Nederlands en ik krijg de tranen in de ogen als ik dat lees. Die gemene tak op dat fietspad! Het schrijven kost me niet alleen meer moeite dan vóór 2009, bovendien mis ik de beeldspraak. Wellicht dat ik dit bericht als leidraad ga gebruiken voor het jubileum van volgende week?

Traditiegetrouw begin in 'Het zilveren goud' met de singles die ik bij Sunrise heb gekocht, alleen wordt het hard minder met mijn vangst bij de coffeeshop-annex-platenzaak. De politiek doet verwoede acties om de zaak te laten verdwijnen en de platenvoorraad wordt niet meer aangevuld. Uiteindelijk zal Sunrise het uithouden tot maart of april. Ik treur wel een beetje, maar... aan de andere kant? Looper is twee maanden geleden begonnen met de leegverkoop van de platen, V&D is in januari 1992 met hetzelfde bezig. Het merendeel van de singles komt van het laatste adres en is dus meer recent werk. Toch begin ik eerst met Sunrise. Twee singles van een gulden en ons fotomodel van vandaag voor vijf gulden. Hoezo dik betaald?

603 Why Baby Why-Ray Buckingham (US, Bell, 1957)
607 Sweet Surrender-Bread (NL, Elektra, 1972)
610 How High The Moon-Gloria Gaynor (Duitsland, MGM, 1975)

De nummers 596 tot en met 602 koop ik tegelijk met het kappersbezoek op een donderdagmiddag bij V&D. Ik heb dan pas ontdekt dat deze winkel eveneens opruiming houdt in het vinyl. Wederom de meest exotische platen die ik nooit eerder in een uitverkoopbak heb gezien. Zouden ze stiekem hebben gehoopt op een succesvolle 're-issue' zoals dat de afgelopen jaren wel eens vaker is gebeurd? Denk dan bijvoorbeeld aan 'Hot Hot Hot' van Buster Poindexter & His Banshees Of Blue die ik twee maanden voor de 'nieuwe' hitnotering nog voor een gulden uit de uitverkoopbak heb gehaald.

596 The Long And Winding Road 'live'-Paul McCartney (EEG, Parlophone, 1990)
597 Walk Away-Del Shannon (Duitsland, Silvertone, 1991)
598 Waterloo Sunset-The Kinks (NL, Sound Products, 1967, re: 1991)
599 You're So Cool-Jacques Kloes (NL, CNR, 1990)
600 Burbujos De Amor-Juan Luis Guerra (Duitsland, Ariola, 1991)
601 So Like Candy-Elvis Costello (Duitsland, Warner Bros., 1991)
602 War... No War-Black Lake (NL, CNR, 1990)

Ray Buckingham komt van Sunrise alleen twijfel ik of ik die werkelijk in januari 1992 heb gekocht of eerder. Het volgende nummer is namelijk een latere toevoeging. Ik koop 'Hello Josephine' van The Scorpions in november in de hoop dat die nog een beetje wil draaien. Het is vooral de tekst op het label dat mijn hart doet smelten, toch vervang ik de plaat in mei door een beter exemplaar. De eerste eigenaar heet Jos en heeft in 1967 weinig met zijn huiswerk. 'Bah! Huiswerk', schrijft hij bij een datum in 1967. De boeken zijn aan de kant gelegd en toen heeft hij geprobeerd iets creatiefs te doen met plaat en aansteker. CNR-vinyl is echter té dik om te buigen en dus is een golvende ribbel het gevolg. Ik neem dan ook meteen de 'overige' singles mee. De nummer 606 komt mee van een fietstocht op een zaterdagmiddag. Een rommelschuur in Dronrijp heeft geen platen. Franeker ligt slechts een paar kilometer verderop en ik ga andermaal langs 'T Allegaartje. Ik heb weinig geld en moet het bij één plaat houden en dan is dit mijn keuze van de dag. De nummer 611 komt bij Looper vandaan.

604 Hello Josephine-The Scorpions (NL, CNR, 1965)
606 Vehicle-The Ides Of March (NL, Warner Bros., 1970)
611 Right Back Where We Started From-Maxine Nightingale (US, United Artists, 1975, re: 19??)

De laatste singles van deze maand komen wederom van V&D. De nummer 608 hoort bij het 'huiswerk' voor de eerste recensie. De single is dan al opgegeven en Margriet heeft op dat moment een prachtige nieuwe single uit die, zo mogelijk, nog harder flopt.

605 Carrying A Torch-Tom Jones (Duitsland, Dover, 1991)
608 Take It Out On The Street-Margriet Eshuijs (Duitsland, Ariola, 1991)
609 Fast Movin' Train-Restless Heart (Duitsland, RCA, 1991)
612 Baila Mi Rumba-Rumba Tres (NL, Dino, 1991)

Volgende maand is de terugkeer van 'Het zilveren goud op 33 toeren' dankzij vier platen op dat formaat. Daarnaast verzamel ik twintig singles in februari 1992.

dinsdag 17 januari 2017

De Schrijf van 5 (en twintighonderd)



In het begin van Soul-xotica vier ik uitgebreid feest per ieder honderste bericht. Eigenlijk ook best terecht! Jullie zijn getuige van een 'project' dat ik bijna zeven jaar rollend hou. Ik zal niet zeggen dat ik niet beschik over discipline, maar heb nog wel eens de neiging om na verloop van tijd de aandacht te verslappen tot het moment waarop je denkt 'hee, ik heb dit of dat ook al niet meer gedaan in een week'. Vaak zijn het dan ook dingen waar iedereen zonder kan leven en is opnieuw een einde gekomen aan een hoofdstuk. Tenminste, ik ga er niet van uit dat als ik een week niet zou publiceren mijn mailbox zou vol stromen met 'waar blijft het volgende bericht?', dus in die zin mag ik best een beetje trots zijn op dit 2500e bericht. En is het feest van de eerste jaren van 200 en 300 alleen maar een bewijs dat ik discipline heb gevonden in publiceren, dus zonder die feestelijke gelegenheden had ik vandaag niet nummer 2500 kunnen presenteren.

Wat doe ik zoal vóór 2 maart 2010? Nou, in de jaren 2004 tot en met 2009 stel ik iedere maand (...) een Top 100 Aller Tijden samen. Net als de huidige Top 2000 wordt dat ook langzamerhand een sentimentele dweil waar bepaalde platen 'niet mogen ontbreken'. Sommige artiesten krijgen op een bepaald ogenblik de overhand en 'als de rook om mijn hoofd is verdwenen' in de zomer van 2009 voel ik helemaal geen behoefte meer aan een Top 100. Een jaar eerder hebben we ook even de smaak te pakken met 'SoulteXt', maar dat is weer iets met datalimiet. KPN vindt het niet tof dat ik de telefoon gebruik voor Youtube en het feit dat ik nog wel eens iets download ten grootte van King Crimson of Frank Zappa. Op 2 maart 2010 begin ik 'weer eens' met een blog gezien Blogger had laten zien dat dit het concept is dat ik wil gebruiken voor een weblog. Bij aanvang voelt het als een kortstondig avontuur. Twee, misschien drie maanden? Het zou me ook niet verbazen als ik over een maand iets anders doe. Dan krijg ik mijn eerste volgers en die blijken nog flink kritisch te zijn, dus een beetje blaten in de ruimte kan ook al snel niet meer. Ruim een maand later krijg ik het idee om dagelijks te publiceren, want... 'zo hoort dat eigenlijk ook met een weblog'. 2010 is qua berichten een 'rommeltje'. Met ingang van 2011 eindig ik ieder jaar met evenveel berichten als dat het jaar dagen heeft gehad.

Ik heb zondagavond nog geprobeerd een opzetje te maken voor een lijstje. Ik wil van iedere honderdste het bericht hebben met uitzondering van de 'feestnummers' 500, 1000, 1500 en 2000. Ik ko er niet uit. 2400 zou dan drie maanden geleden gepubliceerd zijn en daar verwijder ik de lijst. Ik doe dus lekker niks met 2500. Het laatste feest? Tja, na 1000 kan alleen 250 interessant zijn, maar na 2500? Dan is de volgende mijlpaal over bijna zeven jaar: Het 5000e bericht. Wat kan er allemaal veranderen in zeven jaar van een mensenleven? Sla Soul-xotica erop na, dit is wat mij is overkomen de afgelopen zeven jaar. Jullie mogen de komende zeven jaar ook deelgenoot zijn van mijn ervaringen want 2500 is écht te laat om te stoppen! Op naar de vijfduizend...

maandag 16 januari 2017

Classic Week Spot: Carla Thomas



Vandaag alvast de Week Spot en morgen nummer 2500. Ik heb nog geen idee hoe ik dat luister bij wil zetten, maar in ieder geval niet als onderdeel van de Week Spot. Dat is immers een feest op zichzelf. Over een paar weken bestaat de Week Spot vijf jaar en in de komende weken werk ik naar deze verjaardag toe. Vorige week was het een plaat die ik in 2012 heb gekocht, deze week moet die in 2013 zijn gekocht. Dat is een zware bevalling! Ergens heb ik zin om 'How's Your New Love Treating You' van The Debonaires nog eens te doen, maar ja... die zijn al Week Spot geweest en toen heb ik alles geschreven dat over het groepje is te vinden. The Autographs heb ik in 2012 eens in 'Uit de jeukdoos' gehad, maar ook niet met informatie uit de diepte omdat dit domweg ontbreekt. Hun 'Sad Sad Feeling' heb ik in 2013 gekocht en 'werkt' sinds een paar maanden weer voor mij. Ik ga de complete lijst door van 2013 en twijfel even bij Larry Santos. 'Can't Get You Off Of My Mind' is uitgegroeid tot een Blauwe Bak-favoriet van de bovenste plank, maar nee... ook hij wordt het niet. Dan zie ik het onderwerp van de 'Classic Week Spot' van vanavond. Een 'vergeten' plaatje uit de Blauwe Bak welke ik beslist weer eens moet draaien. Bovendien een artieste die best eens in de schijnwerpers mag staan op Soul-xotica en ik doe het middels de 'Classic Week Spot'. Dat is deze week 'B-A-B-Y' van Carla Thomas (1966).

Het zou zomaar eens vijf jaar geleden kunnen zijn! Ik heb nog niet heel lang de sleutel van Nijeveen, maar heb desondanks al wel een paar adreswijzigingen doorgegeven. Omdat ik een tijdje niet in Nijeveen ben geweest, fiets ik deze middag naar het huis om de post te halen. Natuurlijk met de 'Northern Soul Jukebox' op de hoofdtelefoon. Het is al wat later op een zondagmiddag en de duister zet snel in, maar desondanks heb ik wel zin een stukje fietsen. Dat gaat over Kolderveen en vervolgens 'dwaal' ik in het duister over onverlichte landbouwwegen. Ik kom na veel bochten en rondjes uit op de Gasthuisdijk en het is op dat moment dat mijn oren worden getrakteerd op 'B-A-B-Y' van Carla Thomas. Eigenlijk is het best verfrissend! Ik ben op dat moment nog niet zo thuis in de Northern Soul en het meeste werk is onbekend voor mij. 'B-A-B-Y' is zo'n plaatje dat ik meteen kan meezingen en het geeft me een heerlijk gevoel op deze kille en donkere zondagavond in de groene woestijn van Kolderveense Bovenboer. 'B-A-B-Y' blijft een resident op de 'Northern Soul Jukebox' voor de volgende maanden en toch 'vergeet' ik iedere tijd even rond te kijken voor de plaat. Dan zie ik hem in juni 2013 staan bij een Franse dealer maar voordat ik toehap, wil ik eerst even op andere plekken kijken. Marktplaats levert niks op. Ebay biedt een fraaie Engelse persing voor een vriendelijke prijs. Dat is uiteindelijk de single die ik nu in de Blauwe Bak heb staan. De rode Engelse Atlantic met het bovenstaande label. Ik heb een tijd getwijfeld of dit een heruitgave is, maar nee... dit ís het origineel!

Carla Thomas vergelijken met Willeke Alberti? Nee, waarom zou ik? Okay... goed dan, Carla heeft het ene en het ander te danken aan haar beroemde vader. Carla is de dochter van zanger Rufus Thomas. Carla Venita Thomas wordt geboren op 21 december 1942 in Memphis. De familie Thomas woont op dat moment in een woningproject, maar tevens dicht in de buurt van Palace Theatre. Rufus is de 'master of ceremonies' aldaar en de kleine Carla staat eveneens vroeg op het podium. Dat geldt overigens ook voor Marvell en Vaneese, maar het is Carla die er uitspringt van de drie kinderen. In 1952 werkt Rufus als presentator voor het radiostation WDIA en dat werkt mee aan een roterende gospelgroep van talentvolle tieners. Isaac Hayes is bijvoorbeeld ook begonnen in de Teen Town Singers. Voorwaarde is dat de kinderen van de 'high school'-leeftijd zijn en toch is Carla slechts tien lentes jong als ze zich aansluit bij de groep. Dat is andermaal de invloed van Rufus. Hoewel haar schoolwerk ernstig lijdt onder de muziek blijft ze de Teen Town Singers trouw totdat ze buiten de leeftijdscategorie valt. In 1960 neemt ze haar eerste single op voor Satellite (distributie door Atco) en dat is een familie-aangelegenheid. Het is een duet met haar vader en Marvill speelt toetsen tijdens de opname. 'Cause I Love You' levert echter geen succes op voor vader en dochter. Hoewel het tot 1963 zal duren eer Thomas senior zijn eerste grote hit heeft, hij heeft al platen gemaakt sinds 1950, heeft Carla tegen het einde van 1960 haar doorbraak. Ze is nog maar zeventien en 'Gee Whiz' verschijnt aanvankelijk in oktober op het Satellite-label uit Memphis. Dit laatste moet even duidelijk worden aangestipt omdat er andere labels zijn met dezelfde naam. Zelf heb ik bijvoorbeeld platen van het Satellite-label uit Chicago. Toch neemt Atlantic al snel de distributie op zich en is de plaat opeens overal te koop. De plaat piekt op vijf in de R&B en blijft steken aan de rand van de top tien in de Billboard. Een fenomenaal succes dat leidt tot een album en het vertrouwen van Atlantic om haar platen rechtstreeks op de markt te brengen.

'A Love Of My Own' is een kleine teleurstelling in commercieel opzicht en de daaropvolgende jaren zijn niet de gemakkelijkste als het komt tot platenverkoop. In 1963 heeft Rufus een grote hit met 'Do The Dog' voor het Stax-label dat dan eindelijk zelfstandig opereert. Carla zal pas vanaf 1965 rechtstreeks uitkomen voor Stax. Carla heeft in 1962 nog een top tien op de R&B met 'I'll Bring It Home To You', natuurlijk een antwoord op Sam Cooke's 'Bring It On Home To Me'. Toch kan ik niet anders dan een flinke sprong maken van 1962 naar 1966. Intussen levert het album 'Comfort Me' in 1965 een gestage verkoop op en de singles doen de onderste regionen van de Hot 100. Boze tongen zouden kunnen beweren dat ze een eendagsvlieg is met de miljoenenhit 'Gee Whiz', maar daar komt in 1966 verandering in met de plaat die ik deze week de 'Classic Week Spot' noem.

Isaac Hayes en David Porter zijn verantwoordelijk voor deze pop- en soul-klassieker. Het is de openingstrack van de elpee 'Carla' en gooit als single hoge ogen. Het bereikt een derde plek op de R&B en veertien is het hoogst haalbare in de Billboard. Toch blijft 'B-A-B-Y' door de jaren heen onder de aandacht. In 1967 neemt de Engelse groep The Ferris Wheel een versie op van het nummer, in de jaren zeventig scoort Rachel Sweet ook in ons land met de cover op het Stiff-label. Ik kan helemaal geen informatie vinden over een hitnotering in Engeland en volgens mij is dat wel correct. 'M. Keyes' had gewoon een uitmuntende muzieksmaak? Zo te zien had die in ieder geval een platenwisselaar. De plakbandjes op de labels suggereren dat, hoewel het geen enkel nut heeft. Het plakband en de naam maakt de plaat 'waardeloos' voor menig verzamelaar, maar ik ben nog altijd erg in mijn nopjes met de single. Nu staat die op Discogs in een matige staat voor vijf pond, in mijn herinnering doet een 'Minter' van deze Engelse persing omstreeks twintig pond.

Carla zal het daaropvolgende jaar triomfen vieren met haar duetten met Otis Redding. Ze blijft actief in de muziek ook al wordt het in de jaren zeventig een stuk rustiger. De enige andere Carla Thomas-plaat die ik heb in de Blauwe Bak is haar 'demo' van 'I May Not Be All You Want' (1973). Eentje die ik ook al in tijden niet meer heb gedraaid! Vanaf de midden jaren negentig is ze weer iets actiever en ontvangt in de daaropvolgende jaren ook een aantal prestigieuze prijzen, maar toch moet gesteld worden dat ze altijd een 'underdog' is gebleven voor wat betreft het nalatenschap van Stax.