dinsdag 30 april 2019

Eindstreep: april 2019



Aan het einde van een maand mag ik altijd even weemoedig doen en terug kijken. Het is onvoorstelbaar dat reeds een derde van 2019 voorbij is. Dat over vier maanden mijn vakantie er bijna op zit. Acht maanden totdat ik de conclusie mag schrijven over het voorbije jaar. Ik denk dat dit er vrij positief uit ziet. Alle begin is moeilijk en ik vermoed dat het vanaf volgende maand weer een stukje eenvoudiger gaat worden. Natuurlijk gaan we eerst de maand april afsluiten. Dat is een 'rustige' maand met de singles, zeker als ik bedenk wat ik in de komende maanden kan verwachten. Ik begin meteen deze maand met het afrekenen bij Mark en dat levert vijftien singles op. Dat is de vangst van deze maand. Vijftien singles die ik nog niet anders in de bak heb staan en hoewel ik de verschuiving in de Blauwe Bak even op 'pauze' heb gezet, komen ze alle vijftien zonder meer in de Blauwe Bak. Het plan voor een derde koffer wordt steeds meer een noodzaak. Dat zijn dus de gegevens voor deze maand: Vijftien singles, allemaal Blauwe Bak. Geen dubbele singles en geen aanvullingen voor de Gele Bak. Ik kan dus meteen overschakelen naar het maken van een top tien van de favoriete platen.

1. Let's Pick Up From Where Left Off-The Dynamics

2. Angel Man-Walter Bee

3. Turn Away From Me-Patti Drew

4. Ain't No Need Of Crying-The Rance Allen Group

5. I Don't Know How To Fall Out Of Love With You-Doris Duke

6. Return To Forever-Minnie Riperton

7. You Do It Cause You Want It-J.J. Jackson

8. Angel-David Sea

9. Lost On A Highway-Final Seconds

10. Show Me How-The Emotions

Week Spot: Jean Carn



Nieuws uit de ziekenboeg? Nee, niet echt opvallend nieuws. Maak jullie geen zorgen: Het gaat opperbest met mij, alleen is de Pioneer een beetje ziek. Desondanks heb ik haar gistermiddag gebruikt voor het ritje van Uffelte naar Meppel en terug. Het is in eerste instantie de bedoeling dat ik met de fiets naar het station in Meppel zou gaan waar een fietsenmaker zit met kennis van ligfietsen. Toch ga ik even langs in Havelte omdat ik denk dat het niet een erg specialistisch klusje is. Vredenburg durft het best aan, alleen... is het meivakantie en heeft het reeds de werkplaats vol staan met gewonde tweewielers. Het kan niet eerder dan volgende week. Ik heb al geregeld dat ik deze week gehaald en gebracht ga worden omdat ik in Zwolle ga bezorgen en opeens ligt de optie open om de Pioneer volgende week in Havelte te laten repareren. Ook zijn mijn collega en ik iets aan de late kant na afloop van het sorteren en moet ik kiezen: Erop gokken of de fietsenmaker op het station nog open is of snel fietsen naar Havelte voor boodschappen. Het wordt het laatste. De Pioneer mag dus nog een week rusten en misschien nóg wel een week. De reparatie komt me financieel erg ongelegen en over twee weken krijg ik mijn salaris. Vandaag sluit ik april af met de nieuwe Week Spot en later de 'Eindstreep'. De Week Spot is 'Don't Let It Go To Your Head' van Jean Carn uit 1978.

Raar maar waar. Ik associeer de naam van Jean Carn meteen met het Motown-label, maar dat blijkt pas later in haar carrière te zijn en bovendien niet iets van lange duur. Voor de variatie kan je nu desnoods een krant vol schrijven over de uitvoerende van de Week Spot en dat is op zichzelf wel weer eens fijn. Even fijn als de Week Spot zélf want dit plaatje is heel langzaam aan gaan groeien bij mij. Het komt me ergens heel bekend voor en dat kan kloppen. Daarover straks meer! We mogen echter eerst weer terug naar de traditie van de dinsdagavond. Trek dus maar het beste pak aan en vergeet niet de bijbel en het liedboek mee te brengen. We beginnen dit verhaal wederom in de kerk.

Voordat de dominee een verhaal gaat vertellen, kunnen we eerst luisteren naar het gospelkoor en meer specifiek naar dat ene kleine zangeresje. Ze is pas vier en heet Sarah Jean Perkins. Haar familie komt van oorsprong uit Atlanta maar de kleine Sarah Jean wordt op 15 maart 1947 geboren in Columbus in Georgia. Haar ouders moedigen haar aan om te gaan zingen en als ze vier jaar oud is, maakt ze haar debuut in de kerk. Ze leert al spoedig piano, fagot en klarinet spelen en heeft een diploma voor alle drie instrumenten. Ze is niet alleen muzikaal onderbouwd maar heeft ook een talenknobbel. Op de high school studeert ze Russisch en bij de vervolgopleiding stort ze zich op zang en theater. Ze schittert in iedere discipline: Van theater tot opera. Ze trekt naar New York om muziek te studeren en daar ontmoet ze haar toekomstige echtgenoot, jazzpianist Doug Carn. Het echtpaar resideert in Los Angeles en Sarah Jean maakt met Doug Carn haar eerste drie elpees voor het kleine Black Jazz-label. Ze zijn kort getrouwd maar Jean blijft de naam Carn gebruiken, ook al vult ze het in de jaren tachtig nog aan met een extra 'e'.

In 1976 krijgt ze een contract aangeboden bij Philadelphia International Records, de maatschappij van de heren Kenneth Gamble en Leon Huff. Haar solo-debuut verschijnt in hetzelfde jaar. De elpee verkoopt slechts mondjesmaat, maar is erg in trek bij meer progressieve verzamelaars van soul. De plaat combineert als geen ander de 'seventies soul' met eigentijdse jazz. De begeleiding wordt verzorgd door zowel MFSB als Instant Funk. 'Free Love' is een redelijke hitsingle in Amerika. Het tweede album komt uit 1978 en heet 'Happy To Be With You'. Muzikaal is het eenzelfde laken een pak en als single brengt het ons 'Don't Let It Go To Your Head'. De halve wereld danst op 'Saturday Night Fever' en de disco-beat is verworden tot een monotone dreun. Alles dat afwijkt wordt tegenwoordig 'rare groove' genoemd en de Week Spot krijgt eveneens dit label op gedrukt. Het heeft echter een zeer aanstekelijke 'hook' en het refreintje komt me ergens bekend voor. Het schijnt dat The Brand New Heavies in de jaren negentig een cover heeft gemaakt van het nummer. Dat album heb ik wel een paar maal gehoord en ik denk dat dit tijdens drankavonturen in De Draai moet zijn geweest, het speciaalbierencafé in Sneek waar ik 'woon' van 1993 tot begin 1996. Hier zou ik kennis hebben gemaakt met 'Don't Let It Go To Your Head' hoewel mijn interesse voor soul dan nog nihil is.

Hoewel Carn goed gedocumenteerd is op het internet is er niet sprake van een 'superster'. Haar platen doen het niet onaardig op de Amerikaanse R&B, maar voor de rest wil ze maar geen aansluiting vinden bij een groter publiek. Vlak voor haar komst bij Philadelphia heeft ze haar enige Billboard Hot 100-hit gehad in combinatie met Norman Connors en Michael Henderson. 'Closer Than Close' uit 1986 zal uiteindelijk op nummer 1 komen in de R&B en alleen 'Let Me Be The One' (1988) tikt de Engelse hitparade aan. De albums brengen het niet tot de top 100 in Amerika. In 1979 verhuist ze van Philadelphia naar het sub-label TSOP (genoemd naar de hit van MFSB), maar het tij zal niet keren voor Carn. Het contract loopt ten einde bij Philadelphia en Carn kan terecht bij Motown. Dat begint hoopvol met een cover van 'If You Don't Know Me By Now' waarop The Temptations de achtergrondvocalen verzorgt. Ook neemt Carn werk op voor een eventuele elpee maar deze zal er nimmer komen. Carn vult haar naam aan met een extra letter en wordt daarmee Jean Carne. In 1986 maakt ze het album 'Closer Than Close' voor Omni. Het titelnummer wordt Carn's grootste R&B-hit in Amerika en het krijgt middels CNR ook een release in ons land. Carn heeft een kudde fans welke haar op de voet volgen, welk avontuur ze ook aan gaat. In de daaropvolgende dertig jaar maakt ze verscheidene albums voor allemaal kleine ondernemingen. Vanaf 2002 is Carn verscheidene malen te zien in jazzclubs en op jazzfestivals in Europa. Ze treedt eveneens aan bij een revue welke het leven en het werk van Gamble en Huff viert met een voorstelling. Het Engelse Soulmusic Records heeft vorig jaar een anthologie uitgebracht van haar werk met onze Week Spot als titelnummer. 'Love Lessons' uit 1996 is voorlopig het laatste eigen album van Carn. Omdat 'Don't Let It Go To Your Head' de naam Jean Carn vermeldt, heb ik deze naam gebruikt gedurende deze alinea. Toch geldt voor haar werk na Motown dat dit als Jean Carne is uitgebracht. Ze is tenslotte nog altijd springlevend, ook al is ze sinds 3008 uit de volgspots verdwenen.

maandag 29 april 2019

Raddraaien: O.C. Smith



Op de valreep deze maand nog een aflevering van 'Raddraaien'. Deze rubriek kan volgende maand er nog wel eens bij in schieten. Er staan veel afleveringen van de 'Singles round-up' op de rol voor de maand mei. Ik ga volgende week weer afrekenen bij Mark en dat is inclusief een 'disco pack' ditmaal. Ik verwacht rond de dertig singles van zijn kant. Verder heeft Baz vandaag de 'novelty'-singles op de post gedaan, dus wellicht kan ik die vrijdag hier behandelen. De enige singles waarvan ik weet dat ze in zijn envelop zijn gegaan zijn 'Highway Code' van The Master Singers en een zeer irritante Readers Digest-promo. De rest is een verrassing! In deze aflevering van 'Raddraaien' mag ik de dertiende single uit de zestiende jaren zestig-bak behandelen. Dat is echter een heruitgave van 'When A Man Loves A Woman' van Percy Sledge. De b-kant van het origineel, 'Love Me Like You Mean It', is twee jaar geleden Week Spot geweest en dus heb ik reeds geschreven over Percy Sledge. Dertien platen verderop vinden we deze van O.C. Smith en dat is een naam die slechts tweemaal is voor gekomen in afleveringen van de 'Singles round-up'. Beide keren niet heel erg enthousiast en dus is dit een uitgelezen kans om wat méér te schrijven over O.D. Smith. De aanleiding is zijn single 'The Son Of Hickory Holler's Tramp' (1968).

Waar en wanneer? Ik denk eerst aan Denemarken, maar daar heb ik 'Little Green Apples' gekocht. Deze single zal ik vermoedelijk in de nieuwe eeuw hebben gekocht? Misschien wel in de tijd dat ik alles aan neem voor Northern Soul hoewel ik me niet kan heugen dat deze in een Blauwe Bak heeft gestaan. 'Little Green Apples' wel voor een tijdje, maar dat is voor de b-kant die ik inmiddels helemaal ben vergeten. Ik heb daarna tweemaal 'gegokt' met goedkope singles van O.C. Smith en beide keren is dat geen succes gebleken. Ik zou hem weg zetten als een country-zanger die op de soul-toer is gegaan, maar daar doe ik de man onrecht mee. Hij heeft niets te maken met country. Zijn roots ligt voornamelijk in de jazz en later zal hij deel uitmaken van een 'scene' waar ik anno 2019 nog minder mee op heb.

Ik probeer altijd de muziek los van de persoon te benaderen. Als een deuntje me eenmaal bevalt, maakt niet uit wie het uitvoert. Ik heb dat in het verleden gehad met Robbie Williams en zelfs Jan Smit (ik wist niet dat hij zong nadat hij de baard in de keel had gekregen) en dat geldt evenzeer voor artiesten die nu worden beticht van onsmakelijke hobby's en dergelijke. Als ik een plaat eenmaal goed heb gevonden, kan dat niet ongedaan worden gemaakt. De 'beach music' is echter een genre dat me nooit veel heeft gedaan. De jaren tachtig- en negentig-equivalenten van 'beach music' zijn me domweg té glad en synthetisch. In 2013 krijg ik op de zaterdagmiddag een 'buurman' die eveneens een soul-show doet. Ik heb het nooit als ideaal ervaren, twee soul-shows na elkaar, maar ook op persoonlijk front hebben we elkaar weinig te melden. Hij heeft het ei van Columbus gevonden en stort zich helemaal op de 'beach music' waardoor hij een chatroom vol bezoekers uit South Carolina heeft. Als ik al geïnteresseerd zou zijn in 'beach music', dan was ik helemaal afgeknapt op deze gasten. Het is echter een klein deel van de bevolking dat 'beach music' waardeert, maar oef... wat een arrogantie. Ik meende alles gezien te hebben met bepaalde Northern Soul-liefhebbers, maar dit slaat werkelijk alles. Toch is het vooral de 'beach music' zélf dat me weinig doet. Bepaalde voorbeelden uit de jaren zestig en zeventig zijn eveneens geaccepteerd in de Northern Soul en crossover-hoek en, jawel, ik heb een paar oudere voorbeelden van 'beach music' in de koffers staan. Toch draait mijn collega voornamelijk van deze gladde soort die ze in Amerika kennen als 'shagging'. Dat heeft in Engeland weer een hele andere betekenis en maakt dat het vooral een hoge giechelfactor heeft in de chatroom.

Otto Christiaan Smith? Nee, zijn echte naam is Ocie Lee Smith. Hij wordt geboren op 21 juni 1932. Niet alleen de start van de zomer maar tegenwoordig ook de datum van 'O.C. Smith Day' in South Carolina. Zijn wieg staat in Mansfield in de staat Louisiana, maar verhuist al snel naar Little Rock in Arkansas. Daar groeit hij op totdat zijn ouders scheiden en hij met zijn moeder naar Los Angeles trekt. Hij studeert psychologie als hij nog in Arkansas woont en ontvangt zelfs een diploma voor zijn inspanningen. Vervolgens gaat Smith in het leger en belandt bij de luchtmacht. Hij ziet tijdens dit werk veel van de wereld. In 1955 verlaat hij de luchtmacht en om brood op de plank te brengen, gaat hij optreden als jazz-zanger. Hij krijgt spoedig een aanbod om in de band van Sy Oliver te zingen, maar timmert ook solistisch aan de weg. In december 1955 verschijnt zijn debuut-single: Een cover van Little Richard's 'Tutti Frutti' op het Cadence-label. Hoewel de hits uitblijven, zijn er verschillende platenmaatschappijen die met Ocie in zee gaan. Van 1961 tot en met 1965 is hij de vaste zanger in de band van Count Basie. Intussen blijven de solo-singles volgen. Nog steeds is een hit nog ver weg. Columbia (onze CBS) staat in 1968 op het punt om zijn contract te verbreken als 'The Son Of Hickory Holler's Tramp' plotseling begint te klimmen in de Engelse hitlijsten. De opvolger heet 'Little Green Apples' en is goed voor een miljoenenverkoop in Amerika. Columbia is blij dat ze nog even geduld hebben gehad en Ocie krijgt na dertien jaar zwoegen eindelijk de erkenning die hij ruimschoots heeft verdiend. Hij gaat zich vanaf dit punt O.C. noemen.

Hoewel zijn muziek wordt weg gezet als 'soul' en 'Long Black Limousine' een tijdje in de Blauwe Bak heeft gestaan, kan ik weinig met O.C. Smith. Té poppy, té 'clean' en meer van dat alles. Een iets meer soulvolle crooner, zou ik hem willen noemen, met een nadruk op 'iets'. Ik hoop nog steeds dat Smith in zijn latere loopbaan een 'killer' heeft gemaakt, maar die ben ik tot op heden nog niet tegen gekomen. Ik sta open voor suggesties! 'The Son Of Hickory Holler's Tramp' bereikt een twaalfde plek op de Top 40 en staat voornamelijk in de jaren zestig-bak omdat het een Top 40-hit is geweest.

We zijn in dit verhaal niet in de kerk begonnen, maar daar eindigen we wel. In de jaren tachtig wordt O.C. dominee en richt een geloofsgemeenschap op: The City Of Angels Church in Los Angeles. Daarnaast blijft hij actief als zanger in het 'beach music'-circuit, scoort hits in de lijst van best verkochte 'beach music'-platen en ontvangt verschillende onderscheidingen op dat gebied. Op 23 november 2001 overlijdt hij echter aan de gevolgen van een hartaanval. Hij is dan pas 69 jaar oud.

Verticaal vijf letters: Zondag 28 april



Ik zou in eerste instantie deze zondag doorbrengen aan de kust van Noordwijk en Katwijk, maar door de fietsperikelen ben ik daar niet aan toe gekomen. Bovendien schijnt het dat de Buienradar voor het westen niet bepaald goede vooruitzichten heeft. Ik heb rond het middaguur nog even contact met W. en op dat moment motregent het in Leiden. Hier is de Buienradar een stuk optimistischer. Hooguit 4 millimeter om vijf uur en ik kan achteraf vaststellen dat dit een 'worst case scenario' is geweest. Ik had de wekker gezet op twaalf uur maar schrik om kwart voor elf wakker van de telefoon. Mijn oudste broer Henk is de vroege vogel van het gezin, hoewel Jelte twintig minuten later belt. Ik moet in ieder geval naar de winkel in Havelte en heb een zeer ambitieus wandelplan. Wellicht is vandaag de uitgelezen dag om dat eens tot werkelijkheid te maken?

Ik loop de Dorpsstraat door naar Frederikshaven en steek daar de brug over en meteen een zijpad in. Dat brengt me bij het Uffelter strandje. Een leuk alternatief voor Katwijk en Noordwijk? Op dat moment motregent het een beetje, de zon speelt verstoppertje en er is volop ruimte op het strand. Ik ga door het bos naar de toegang van het landgoed Rheebruggen, maar verlaat het ook weer meteen. Op de hoek bij de Anserweg ga ik anders rechtsaf om een 'klein blokje om' te gaan, nu ga ik links en de eerste rechts. Dit is een weggetje dat ik zeer regelmatig fiets als ik geen boodschappen in Havelte heb. Het is een ruilverkavelingsweg met drie scherpe bochten. Niet bepaald korter, maar het loopt enigszins parallel aan de rijksweg tussen Uffelte en Havelte. Bij de Lakevelderweg het bruggetje over, nog een stukje bos en dan kom je uit bij de Drentse Hoofdvaart ter hoogte van de Havelterbrug. Ik loop Havelte binnen en doe boodschapjes bij de Albert Heijn. Ik neem ook een paar 'snackjes' mee want de tocht is nog niet ten einde!

Nu loop ik naar de toegangspoort van het Holtingerveld. Tegenover de vlindertuin vind ik een bankje op een heuvel. Daar drink ik een flesje ijsthee en kauw een paar saucijzenbroodjes weg. Het volgende idee is om het stuk achterstevoren te lopen dat ik op de eerste vakantiedag in 2016 heb gelopen. Het komt aardig uit! Achter de schaapskooi een pad in en ik kom langs het gerestaureerde smalspoor. Ik heb vorig jaar gelezen dat een lokale ondernemer het spoor in gebruik wil nemen voor treinfietsen en ik ben de eerste die dat wel eens wil proberen! Toch volg ik niet de complete route van 2016 en dat hoeft me niets te spijten. Ik kom wat eerder uit op de weg langs de hunebedden. Dan loop ik tenslotte nog een stukje over Holtinge en steek de weg over naar het volgende bos. Het is dan half zeven, de regen is achter de rug en... het zonnetje gaat schijnen! Waarvan akte op de foto.

Waar ik me onderweg het meeste over verbaas: Deze tocht is dubbel zo lang als die van afgelopen maandag en toch voel ik me niet ontzettend moe. Het mooiste verjaardagscadeau dat ik mezelf mag gunnen is de gedachte dat mijn conditie momenteel op topsportniveau zit. Hiermee kan ik een volgend jaar tegemoet gaan!

zaterdag 27 april 2019

Het zilveren goud: april 1994 deel VIII



Soms prijs ik mezelf gelukkig dat ik geen koning ben. Moet je weer met je goeie fatsoen en met de hele familie naar Amersfoort terwijl je het altijd weer fantastisch vindt als de trein verder rijdt dan Amersfoort. Ik heb koningsdag gevierd zoals ook onze koning het vast graag had willen vieren. Hij dan samen met zijn lieftallige en met mogelijkheid tot gezinsuitbreiding, in mijn geval solistisch en vooral heel veel slaap. Dat is een tendens met koningsdag voor mij. Alleen in 2016 ben ik vrij actief geweest. Toen met het aansluiten van het internet en het ophangen van lampen in Uffelte. In vroegere jaren ging ik nog wel eens naar festivals of naar vrijmarkten. In Uffelte en Havelte is weinig te beleven op deze dag en 'bandjes kieken' in Meppel zie ik evenmin zitten. Ik heb vanmiddag radio geluisterd en zelf veertig minuten 'ingekleurd' met een show. Dan ben ik best een beetje gaar en ga nog een paar uurtjes rechtuit. Vanavond de show gedaan en nu nog even 'Het zilveren goud' en dan is het tijd voor ontspanning. Morgen moet ik in ieder geval naar Havelte toe en dus kan dat wel eens een 'Verticaal zes letters' worden. Nu de volgende zes singles uit april 1994.

1752 Tonight Is Just Another Night-The Martiniques (US, Roulette, 1962)
1753 Scandale Dans La Famille-Les Surfs (NL, Festival, 1965)
1754 That Girl Belongs To Yesterday-Gene Pitney (NL, United Artists, 1964)
1755 Bloody Mary-Tom & Dick (NL, Philips, 1969)
1756 Tell Me-The Rolling Stones (NL, Decca, 1964)
1757 You Want To Know A Secret-Billy J. Kramer & The Dakotas (Nieuw Zeeland, Parlophone, 1963)

The Martiniques is een groep uit Detroit en is typische doowop. Les Surfs doet een cover van 'Shame And Scandal In The Family' van Shawn Elliott. Gene Pitney heeft origineel een prachtig Favorieten Express-hoesje maar het zal niemand verbazen dat dit accessoire ontbreekt. 'That Girl' is geschreven door Jagger en Richards en is daarmee de eerste hitnotering van het duo op de Amerikaanse hitparade. Billy J. Kramer doet een nummer van Lennon en McCartney dat zij zelf 'Do You Want To Know A Secret' noemen.

vrijdag 26 april 2019

Eretitel: 'Money'



Geld moet rollen en dat doet het al vanuit zichzelf. Zodra het salaris is gestort voor een maand gaan meteen de eerste rekeningen eraf en weet ik mezelf gemotiveerd om weer een maand mijn best te moeten doen om dit 'luxeleven' voort te zetten. Eigenlijk kan 'luxeleven' ook wel zonder aanhalingstekens. Ik hoorde laatst een interview met iemand (ben de persoon vergeten) die vertelde dat zijn vader als een miljonair leefde, maar dat in werkelijkheid niet was. Zelf probeer ik mijn leven niet teveel te laten afhangen van geld en daar slaag ik in het algemeen steeds beter in. Ik kijk maar tweemaal (hooguit) per maand op mijn bankrekening en alles gaat van een leien dakje. Genoeg te eten, drinken, roken en dampen en bovendien wat geld over voor een paar platen en een ijsje. Geld is dus niet mijn favoriete gespreksonderwerp en toch gaan we het vandaag over het ruilmiddel hebben. Gelukkig is het geld verpakt in plaatjes want ik heb niet zo'n trek om mijn huishoudboekje met jullie te delen. De 'Eretitel' is vandaag 'Money'.

3. Pink Floyd (1973)
Vijftien jaar geleden zou dit nummer nog op nummer 1 hebben gestaan, maar dat is erg lang geleden. Hoe je het ook wendt of keert: Pink Floyd hóórt bij de muzikale opvoeding. Het is muziek waarbij je enige moeite moet doen om het te 'begrijpen'. Als je vervolgens de boodschap hebt ontvangen, rest de keuze of je met deze boodschap wilt verder gaan of dat je er zonder kan leven. In geval van Pink Floyd en zeker 'Dark Side Of The Moon' heb ik voor het laatste gekozen. Het album heb ik een beetje stuk gedraaid en dat was op zichzelf al niet heel erg verstandig. Ik denk dat het best een goed album is als je er drie of vier keer per jaar naar luistert. Na driemaal daags geloof je het na een paar weken wel. Jaren later komt de jukebox van Wolfman Radio in het spel en raak ik ieder enthousiasme voor 'Money' en andere nummers van 'Dark Side Of The Moon' kwijt. Dan is het vervolgens 2019 en sta je voor drie titels waaronder eentje van Pink Floyd. Deze zit erin omdat ik een suggestie voor 'Listen Carefully' van een collega-presentator wilde honoreren. Voorwaarde was wel dat Pink Floyd in de lijst zou staan. Bij de nummer 1 meer daarover. Intussen moet Pink Floyd het met een derde plek stellen in de 'Eretitel', daar kan en wil ik niets aan veranderen.

2. The Lovin' Spoonful (1967)
De perfectie van Pink Floyd moet het onder andere opnemen tegen een jugband-deuntje met een typemachine als percussie-instrument. Als ik net mijn interesse ontwikkel voor muziek uit de jaren zestig ben ik een heuse 'fan' van The Lovin' Spoonful. Het resulteert in bijna de complete collectie singles en dat is inclusief deze 'Money'. Toch is The Spoonful na een anderhalf jaar aardig door haar deuntjes heen en wordt het teveel een herhaling van zetten. Dat is eveneens het geval bij 'Money' en dat maakt dat het niet goed genoeg is voor een eerste plek. Maar... het geeft me nog altijd méér plezier dan Pink Floyd!

1. Flying Lizards (1979)
Deze 'Eretitel' heeft als 'Listen Carefully I Shall Say This Only Three Times' in oktober 2017 in de 'Tuesday Night Music Club' gezeten. Het weekend ervoor hebben we op Wolfman Radio onze radio-marathon gedaan: 48 uur non-stop live-shows door (bijna) alle presentatoren. Een paar bevriende muzikanten die Specialized een warm hart toedragen, hebben speciale promo's gemaakt om meer gelden in te zamelen voor het goede doel. Ik besluit mijn duit in het zakje te doen en zoek daarvoor een passend achtergrondmuziekje. Omdat de andere presentatoren voor nogal plechtige muziek hebben gekozen, neem ik de b-kant van 'Money' van Flying Lizards. De gesproken tekst heb ik zomaar bedacht: ,,Who needs money?". Met een tekst die ik in drie takes heb opgenomen. Of het extra geld heeft opgeleverd? Dat weet ik niet. Wel weet ik dat ik hiermee de dub-versie (waarvan de b-kant een wezenlijk onderdeel is) op de kaart heb gezet bij andere presentatoren en dat mijn collega een 'Listen Carefully' suggereert met deze van Flying Lizards en Pink Floyd. Over The Lovin' Spoonful hoef ik niet lang na te denken. Natuurlijk weet ik dat het origineel van Barret Strong is en dat zowel The Beatles als The Rolling Stones covers hebben opgenomen, maar toch kies ik dit 'rare plaatje' van Flying Lizards als de ultieme 'money-spinner'.

Volgende week besluit ik de serie 'Listen Carefully' van 2017 en ga een week later verder met de plaatjes van 2018. In november en december blik ik altijd terug op het voorbije jaar in 'Tuesday Night Music Club'. Voordat we 2017 voorgoed verlaten, is het wellicht goed om ons volgende week af te vragen of dit werkelijk liefde is?

woensdag 24 april 2019

Het zilveren goud: april 1994 deel VII



Werk is méér dan alleen een dagbesteding. Dat is de voornaamste reden waarmee ik spiegel tussen 2000 en 2007 als ik uitgebreid geniet van mijn uitgelopen 'sabbatical'. In 2008 en 2009 geloof ik dan nog heel even dat ik best gelukkig kan worden in een doodsaaie fabriek zolang ik de weekeinden maar goed besteed. Helaas loopt dat steeds vaker uit op drankorgies en is een dj-optreden ook al een aanleiding voor een flinke dorst. Nadat ik ben gestopt met drinken, wordt het me opnieuw duidelijk: Werk is meer dan alleen een dagbesteding. Werk moet leuk zijn of je moet het leuk kunnen maken en anders hoeft het niet van mij. Kieskeurig? Lui? Nee, geen van beide. Het postwerk zit voor mij op een zelfde lijn als radio maken, blog schrijven en fietstochten maken. Het is altijd leuk en als het eens iets minder leuk is, zorg ik ervoor dat het leuk wordt. Toch moet ik erkennen dat het beter is als ik wat werk om handen heb. Ik leef vrijwel anoniem in Uffelte en dus hoef ik hier geen verantwoording af te leggen, maar in Jutrijp in de jaren negentig ligt dat anders. Het geeft een zeker gevoel van trots om samen met het andere werkvolk naar Heeg te rijden op de Solex en 's middags weer thuis te komen. De voorliggende maanden heb ik de druk gevoeld van een dorpsgemeenschap die niet begrijpt of wil begrijpen waarom ik niet aan het werk ben. Volgende maand vindt zelfs een uitbreiding van mijn huidige werkzaamheden plaats.

Ik heb het altijd wel geweten. Van kinds af aan ben ik gefascineerd door autosloperijen. Niet dat ik als kind mezelf waag op een autokerkhof, maar ik kan wel een uur op een industrieterrein toekijken hoe auto's worden geplet bij een dergelijk demontagebedrijf. Ik meen dan dat een sloperij een vuilnisbelt is voor auto's en dat je dus naar hartelust complete wagens kan pletten en vermorzelen. Op 'het stort' komt dit allemaal weer terug. Hier ben ik op een plek waar spul kapot mag en waar het soms ook nog een doel heeft. Hoewel huisraad in principe gewoon in de vuilcontainer kan, leef ik mezelf uit met gereedschap en mankracht om nog hout toe te voegen aan het bouw- en sloopafval. ,,Liever dit dan een bushokje", zullen ze dikwijls op kantoor hebben gedacht. Ik maak echter in deze tijd iets kapot waar ik nog steeds spijt van heb. Je bent jong en je wilt niets. Ik ben niet de gedroomde werknemer en dus moet ik mezelf extra uitsloven. Zo heb ik besloten wasmachines niet op een steekkar te zetten, maar het zo in mijn armen naar de ijzercontainer te brengen. Nog even stoer wat laten opwippen in de armen en ik voel het direct in mijn rug. De wasmachines die worden gedumpt zijn de exemplaren met beton om te voorkomen dat ze de hele bijkeuken rond dansen. Het feit dat ik nu een 'zwakke' rug heb, heb ik direct te danken aan mijn 'stoere' tijd op de vuilstort. Zwak mag inderdaad tussen aanhalingstekens want sinds een jaar of twintig weet ik rekening te houden met mijn rug en heb ik er nagenoeg geen last van, hoewel ik vermoed dat de spit van de afgelopen jaren ergens nog iets van doen heeft met eerdere rugklachten. Ik ga niet meer door mijn knieën om iets op te tillen, zelfs met beleid eindig ik in bed met knallende rugpijn. Dat had dus niet gehoeven!

1746 Little School Girl-Michael & The Continentals (US, Audio Fidelity, 1968)
1747 My Whole World Is Falling Down-Brenda Lee (Nieuw Zeeland, Festival, 1963)
1748 Who Put The Bomp-Barry Mann (NL, ABC Paramount, 1961)
1749 Then He Kissed Me-The Crystals (Nieuw Zeeland, London, 1963)
1750 Lucky Lips-Cliff Richard & The Shadows (NL, Columbia, 1963)
1751 Tamoure-Bill Justis (Nieuw Zeeland, Philips, 1963)

Het is nu voor het eerst dat ik zie dat Michael & The Continentals door Billboard is genoemd in januari 1968. Ik had de single ietsje eerder geschat. De plaat 'slaapt' bijna twintig jaar in mijn collectie totdat ik in Nijeveen kom wonen. Ik ben dan pas goed begonnen met de Northern Soul-verzameling en in dat kader controleer ik oudere singles om te zien of ze geschikt zijn. Ik zie dan dat deze van Michael & The Continentals ergens wordt aangeboden voor honderd dollar. Alleen John Manship durft 100 pond te vragen voor de single, de andere verkopers zitten rond de dertig pond. Geen van de platen is in een bijster goede staat en dus mag ik tevreden vast stellen dat mijn exemplaar de sausemmer goed heeft overleefd! Het is een 'blue-eyed soul'-ding uit New York met een grappige 'novelty'. De drummer is namelijk niet helemaal op de hoogte van wat Michael en de producenten willen horen en gaat tweemaal de mist in na het refrein. Bij het derde refrein heeft hij het begrepen. De plaat staat momenteel in de reserve-Blauwe Bak, maar mag met de Carib-hobby wel bijna weer terug in de koffers. Cliff Richard heeft oorspronkelijk geen hoesje en ik heb mindere exemplaar een paar jaar terug vervangen. Weer opvallend veel Nieuw Zeelandse persingen in deze aflevering van 'Het zilveren goud'. Zaterdag ga ik verder met de volgende zes en dat zou de laatste aflevering van april moeten zijn. Toch lopen de platen van april door tot halverwege mei.

Week Spot: Nickie Lee



Laat me vandaag beginnen met de huishoudelijke mededelingen. Ten eerste een correctie. Maandag schreef ik dat het Uffelter Binnenveld een ANWB-bord had gekregen aan de rijksweg. Het is echter een bord van het Holtingerveld en goed bekeken staat dat dus op de verkeerde plek mits het Uffelter Binnenveld bij het Holtingerveld wordt gerekend, wat ook wel weer zou kunnen kloppen. Het Holtingerveld is de plek waar de Duitsers in de begin jaren veertig hun vliegveld hebben gedroomd en het Uffelter Binnenveld heeft verscheidene barakken om dat grondgebied te beschermen. Ik heb gelezen dat Holtinge meer bombardementen heeft gehad dan de stad Rotterdam. De bomkraters zijn nu vennetjes met een unieke flora en fauna. Ik heb gisteren een verhaal beloofd over 'Whitfriday', maar... dat verhaal bestaat al en kan ik weinig anders aan toevoegen (zie: 'Toeters noch blazen', 6 januari 2012). Tot slot heb ik vanmiddag besloten dat ik zondag thuis blijf en dat het bezoekje aan de kust met een paar weken wordt uitgesteld. De fiets is nog altijd niet gerepareerd en momenteel zijn we in Uffelte in blije verwachting van een tweede bui met een geschatte tien millimeter aan water. Nu ga ik me dan toch eindelijk buigen over de Week Spot van deze week. Een zware bevalling? Ja, dat kun je wel zeggen! De plaat staat al wel een tijdje vast en dan wil ik met frisse moed aan een bericht beginnen. En dan...? De kersverse Week Spot is 'And Black Is Beautiful' van Nickie Lee (1968).

Hoewel 'Goodbye Nothin' To Say' van The Javells & Nosmo King even snel wordt uitgespuugd als dat het wordt verwelkomd, staat als een paal boven water dat het een Northern Soul-klassieker is. Er zijn boeken vol geschreven over Northern Soul maar overal ontbreekt een deugdelijke biografie van The Javells. Middels Youtube-video's en dergelijke weten we dat Nosmo King is afgeleid van een 'no smoking'-bordje in een zaal waar twee Northern-dj's moeten optreden. Op de meeste plekken wordt de plaat echter beschimpt. Ik heb goede hoop als ik heb besloten dat Nickie Lee de nieuwe Week Spot moest worden. De plaat is in 1969 uitgebracht op het legendarische Deep Soul-label en dus verwacht ik een uitgebreide rubriek op de weblog van Sir Shambling. En dan...? Helemaal niks! Het enige dat we weten van Nickie Lee is dat hij dj is geweest bij een station in Miami en ook een plaat heeft gemaakt als Leroy. Zijn gehele output staat op 45cat maar slechts met summiere informatie en slechts een enkele Youtube-link. Daar zal ik het vandaag mee moeten doen.

Er zijn slechts weinig voorbeelden bekend waar een latere persing meer waard is dan het origineel en Nickie Lee is een goed voorbeeld. Hoewel? Ik heb zojuist even gekeken op Discogs naar wat de Deep Soul-persing doet van Nickie Lee en dat valt op zichzelf nog wel mee. Twintig pond is een gangbare prijs voor een 'VG' met het mooiere Deep Soul-label en het oorspronkelijke labelhoesje. Het is echter het dubbele van wat de Mala-persing doet. Ik lees ook op Discogs dat Nickie Lee in 1963 claimt dat hij het wereldrecord radio maken heeft gevestigd. Het record zou dan op negen dagen en tien uren staan en hij moet de poging staken op medisch advies. Hoe wrang ook, maar het Guinness Book Of Records houdt dit soort 'gevaarlijke' records buiten de boeken. Of zijn single als Leroy op het Alberta-label van voor zijn Dade- en Mala-tijd is of van erna, dat is niet bekend. Feit is wel dat Leroy niemand minder is dan Nickie Lee. Er is ook een Jamaicaanse Nickie Lee en die houden we hier buiten beschouwing. Toch heeft Nickie Lee kleine link met Jamaica: Hij neemt in 1967 een erg leuke soul-versie op van Prince Buster's 'Ten Commandments Of Man'. Ook die heb ik even opgezocht en is ook zeer billijk geprijsd. Er kunnen dus meer Nickie Lee-platen volgen in de komende maanden.

Hoewel ik de gele Mala heb, kies ik voor de afbeelding toch voor de Engelse Deep Soul-uitgave uit 1969. Dave Godin heeft hier een paar jaar geleden eens een standbeeld gekregen in de 'Beeldenroute' (3 december 2014). In 1969 is hij de eigenaar van een platenzaak in Londen en geldt als de belangrijkste importeur van zwarte rhythm & blues uit Amerika. De zaak heet 'Soul City' en dat is ook de naam van het eerste label dat Godin opzet in maart 1969. Zijn doelstelling is eenvoudig: Platen waarin hij geloofd en die zijn uitgebracht op onafhankelijke labels zonder een vertegenwoordiger in Engeland. Nu heeft Mala in Bell bijvoorbeeld wel een vertegenwoordiger in Engeland, maar Bell ziet het absoluut niet zitten om de plaat aldaar uit te brengen en dus neemt Godin deze taak op zich. Godin zal later de term 'Northern Soul' bedenken en komt zo ook al snel met 'Deep Soul' op de proppen. David Nathan en Robert Blackmore zijn de compagnons in geval van Deep Soul Records. In 1969 en 1970 verschijnen slechts zes singles op het Deep Soul-label: 'I Still Love You' van Jean Stanback, 'Giving Up' van The Ad Libs, 'And Black Is Beautiful' van Nickie Lee, 'Somebody New' van The Emotions, 'A Love That Never Grows Cold' van Jimmy & Louise Tig en 'Dark End Of The Street' van Roy Hamilton. Vanaf 2016 is Ace Records gestart met een nieuwe serie 'Deep Soul' met exact dezelfde labels en nu met een uitbreiding van de catalogus. Dat herinnert me opeens aan een plaatje dat ik bij Mark in de bestelling had totdat zijn voorraad was uitverkocht. Zojuist nog even geluisterd naar de beide tracks en de single geeft me nog altijd hetzelfde gevoel en ook hier zijn de prijzen niet erg omhoog gegaan.

Zo heb ik toch al een bericht van normale lengte terwijl we niks meer te weten zijn gekomen over Nickie Lee. 'And Black Is Beautiful' sluit naadloos aan in het idioom van 'Say It Loud, I'm Black And Proud'. Tekstueel gezien natuurlijk. Het is het gospelkoortje in de achtergrond dat maakt dat ik helemaal smelt bij het nummer. Hopelijk volgende week weer wat meer biografische informatie over de artiest of band, maar dit móet gewoon Week Spot zijn.

dinsdag 23 april 2019

De ongeadresseerde brief



Ik zal allereerst met het goede nieuws beginnen: Jullie hoeven niet meer te zoeken! Ik heb vanmiddag mijn apparaatje van de SNS gevonden. Na een snelle blik op de rekening kan ik concluderen dat de huursubsidie en zorgtoeslag is bijgeschreven en dat ik nu, in principe, ook het treinkaartje op het internet kan kopen. Hoewel? Er is niet veel geld over voor de komende weken en ik wil eerst kijken wat de reparatie van de Pioneer gaat kosten. Ik heb zin in een nostalgisch tripje vanavond. Dat begint reeds bij het zoeken van de foto. Ik kom deze foto tegen en hier word ik even stil van. Deze moet in de tijd zijn genomen dat ik er heb gewoond want volgens mij is de buurman met de Landrover in 2000 verhuisd. Aan de voet van Queen Street staat ook nog de katoenmolen die inmiddels heeft plaats gemaakt voor een woonblok. Jammer dat ik het nu pas zie. Het hoort bij een krantenbericht uit 2017 waar een ieder wordt opgeroepen die een verhaal hebben bij de Emmaus in Mossley. Dit vanwege het twintigjarig bestaan van de gemeenschap. Het contactformulier werkt anno 2019 niet meer. Ik ben in eerste instantie op zoek naar de muurschilderingen in ons oude cafetaria, maar dat is blijkbaar al verdwenen. Wel zie ik dat het schilderij met de beeltenis van Jimi Hendrix nog altijd hangt te pronken. Toch is het jammer van de muurschildering want daar is Vince maanden mee zoet geweest. Een paar weken geleden zijn we terug in Nederland geweest met vakantie en inmiddels is het bijna 28 april 1999. Het begin van de laatste fase van mijn verblijf in Engeland. Het begint allemaal met een brief...

Anno 2019 kan ik vaststellen dat de recente vakantie als 'ontheemd' heeft aangevoeld. Zover ben ik op dat moment nog niet, hoewel het ergens pijn doet dat ik de 'klik' mis met mijn oude vrienden en vriendinnen. Ik ben me ervan bewust dat ik in een hele andere wereld zit dan die van kroegjes pakken en Bolwerk hangen tot diep in de nacht. Het laatste wat ik me op dat moment realiseer is dat ik nog in een nasleep van een depressie zit. Ik heb eind vorig jaar al geschreven over die periode en hoe ik op doktersadvies aan de Prozac ben gegaan. Een afschuwelijk medicijn! Het duurt eerst een paar weken voordat het effect voelbaar wordt en tot die tijd ben je dusdanig loom dat je dagen achtereen kan slapen. Ik weet niet helemaal precies meer waarom ik er zo acuut mee ben gestopt, maar feit is dat ik na de kerst van 1998 geen pil meer heb geslikt voor de depressie. Inmiddels wordt er van mij verwacht dat ik weer gewone dagen ga draaien in de winkel en op de auto en even later komen de snode plannen om naar Polen te vertrekken. Schijn bedriegt. Ook gedurende april 1999 wil de zon maar niet gaan schijnen voor mij en, nee, dat heeft niets met het weertype in Greater Manchester te maken. Feit is dat we alle neerslag voor Nederland, België en Frankrijk over ons heen krijgen. Zelfs op een zomerse dag wil het nog wel eens drie druppels regenen. Drie keer per jaar regent het twee dagen achtereen en loopt het Huddersfield Canal over. De periode waarover ik nu ga schrijven gaat de zon niet alleen in mijn leven schijnen, maar ook daarbuiten. Het is zeldzaam fraai weer voor Mossley!

In 1998 zit ik net een paar weken in Mossley en wil ik mijn verjaardag in eerste instantie stil houden. Dat lukt niet helemaal en gelukkig maar! Anders was ik de cadeaus mis gelopen. In 1999 sta ik reeds op de verjaardagskalender in het kantoor en reken ik al stiekem op het ene en het ander. Een pakje Benson & Hedges van secretaresse Norah, een geldbedrag van de gemeenschap en een pakje shag van het coördinatorsechtpaar. Maar... ik ben nog niet helemaal jarig! Het is dinsdag 27 april als ik met schrijfblok en cassettebandjes naar de 'top shop' ga aan Manchester Road. Het is weer eindeloos wachten op klanten of mensen die gekscherend wijzen naar het servies in de etalage. Er schiet me opeens '180 pond' door het hoofd en dat kan wel eens de vraagprijs zijn geweest. De staat is dermate belabberd dat het nog niet eens dertig mag kosten. Ik wil nog wel eens weten of ze het ooit nog eens hebben verkocht. De radio en cassettebandjes houden me gezelschap. Ik schrijf vaak brieven in de winkel. De meeste zijn gericht aan vriend Kees, maar ook een onderwijzer van de basisschool kan een brief verwachten. Ook deze dag wil ik een brief schrijven en ik geloof dat het in eerste instantie aan de eerste is gericht. Dat schiet 's ochtends nog niet echt op. De bouwvakkers zijn druk bezig in Longland's Mill om méér kamers en verkoopruimtes te creëren. De opzichter wipt door de deur en laat me achter met een raadsel. Het is een theoretisch verhaal dat, naar later blijkt, wordt toegepast bij sollicitaties. De kandidaat moet binnen een kwartier met het juiste antwoord komen. Ik geloof dat ik het na veertien en een halve minuut weet en dat is niet slecht voor iemand waarvoor Engels niet de eerste taal is en bovendien niet goed heeft opgelet bij wiskunde. Kort daarop volgt de lunch en ga ik 's middags weer terug naar het winkeltje. Dan krijg ik ineens 'de geest'. Het is alsof de pen over het papier zweeft en bepaalt wat op papier komt te staan. Als ik hem een uur later onderteken, biggelen de tranen van mijn wangen. Ik ben even helemaal leeg. Dan lees ik wat ik zojuist heb geschreven. Nee, dit kan niet worden verzonden naar iemand en ik versnipper hem nog dezelfde middag. De boodschap is duidelijk!

Het roer mag en kan om! De 24e verjaardag wordt eentje om nooit te vergeten en van het eerste cadeaugeld koop ik 'The Velvet Underground & Nico' op cd. Een dag later ga ik op stap naar Ashton-under-Lyne waar ik een paar extra neutjes neem op de verjaardag. De grijze, zwarte en andere donkere kleding kan de kast in en ik mag de kleren van drie jaar ervoor weer tevoorschijn halen. Ik ben weer een en al 'hippie'. Het haar begint weer fiks te groeien en dat in combinatie met fleurige en kleurige kleding (en bovendien erg retro) maakt dat menig voorbijganger zich door de ogen wrijft. Voor de Emmaus heeft het ook een direct gevolg. Ik ruim de volledige 'top shop' en stuur het porselein en de ander snuisterijen naar het magazijn. Ik ga 'stunten' met boeken en platen: 25 pence per stuk en vijf voor een pond. Dat ruimt tenminste op! Enkele duurdere platen krijgen hogere prijzen en ook neem ik in de zomer van 1999 een aantal uit mijn eigen collectie mee om daar te verkopen. En zo ontbreekt 'Blue Christmas' van Billy J. Kramer in 'Het zilveren goud'.

Sinds ik in Uffelte woon, voel ik me weer helemaal in balans en écht gelukkig met mijn woonplek. Dat gevoel heb ik slechts eenmaal eerder gehad en dat is deze periode in Mossley. Toch gaan de maanden tellen voordat ik het geluk aan de kant zet en me weer vestig in Nederland. Volgende maand ga ik het over 'Whitfriday' hebben mits ik daar nog niet over heb geschreven.

maandag 22 april 2019

Verticaal vijf letters: Maandag 22 april



Ik heb gisteren al geschreven over de blessure van de Pioneer, maar... ook al was die piekfijn in orde geweest dan weet ik nog steeds niet of ik was gaan fietsen. De combinatie van brandende zon en windkracht drie met vlagen is iets dat ik steeds minder kan verdragen. Ik heb een boodschapje en dat brengt me richting Havelte. Ik zou natuurlijk op en neer kunnen lopen via de snelste weg en ik denk dat ik dit ook nog van plan ben als ik van huis ga. Het is aan het begin van de Uffelterkerkweg als ik het bos in loop en besluit om een toeristische route te nemen door het bos. Het bos in lopen? Ja, er gaat een fietspaadje er dwars doorheen maar ik wijk al snel af van dat paadje en ga het onherbergzame oerwoud in dat het bos van Holtinge is. Het (ver)dwalen van de afgelopen jaren maakt dat mijn richtingsgevoel beter is dan ooit tevoren. Anders probeer ik zo ver mogelijk van de golfbaan af te lopen en nu wil ik er precies achter langs. Dat lukt ook nog goed! En dan? Meteen de woonwijk door en richting het centrum? Dacht het niet! Ik ga de startbaan langs en stel Havelte zo nog een kilometer uit.

Komende zondag vier ik mijn verjaardag en had gepland om dan naar de kust te gaan. Ik ben zeer opgewekt als ik zie dat Albert Heijn juist weer een actie heeft met treinkaartjes en ik moet bekennen dat ik het afgelopen week even was vergeten. Dan blijkt zaterdagmiddag dat ik kwalijk genoeg geld op mijn ene rekening heb om de boodschappen af te rekenen en dat de huursubsidie en zorgtoeslag nog niet is gestort. Daarvan zou ik dan weer het treinkaartje willen kopen. De actie is vandaag voor het laatst en dus hoop ik dat het geld binnen is. Helaas! Nu is er nog een ander aantrekkelijke korting mogelijk via de NS, alleen heb je daar iDeal voor nodig. Vanaf de rekening van de ING gaat dat voorlopig niet lukken en van de SNS is het apparaatje voor thuisbankieren al een tijdje zoek. Daardoor komt het plan voor zondag opeens op losse schroeven te staan. Het hangt ervan af of ik mijn SNS-apparaat op tijd vind om een kaartje te kunnen kopen op het internet. Wens me maar succes want ik heb al overal gezocht...

Toch laat ik mijn humeur niet bederven door dit nieuws. Ik heb nog een paar euro in de zak zitten en koop daarvoor een zak krentenbollen en een blikje cola. De benen zijn nog lang niet moe en dus wil ik verder met het genieten van de fraaie omgeving die ik 'mijn achtertuin' noem. Ik loop richting Havelterbrug en langs de camping en het zandpad naar Meeuwenveen. Daar nuttig ik het blikje cola en gaan de eerste krentenbollen op. De rest is voor het ontbijt van morgen. Dan ben ik nieuwsgierig naar een smal paadje. Het leidt me langs de velden met schapen en paarden aan de Uffelterkerkweg, een stuk dat ik bijna dagelijks fiets en ook vaak loop. Het brengt me uit bij het bankje waar ik dikwijls even ga zitten. Nu ook om aan de nicotinebehoefte te voldoen. Dan ga ik het Uffelter Binnenveld in (dat van de provincie tegenwoordig zelfs een bord aan de rijksweg heeft gekregen). Met de wandeltocht van vorig jaar oktober in het achterhoofd probeer ik richting Uffelte te lopen. Het gaat met een flinke bocht om maar ik ben nog steeds niet moe. Ik heb ook geen benul van tijd. Ik ben uiteindelijk pas tegen zes uur thuis en ben, als ik me niet vergis, om half drie van huis gegaan.

Onderweg zijn er weer enkele mooie plaatjes geschoten van de omgeving en de bovenstaande foto is een 'novelty'. Er komt de laatste tijd vaak een vage gast langs in de chatroom van Wolfman Radio. Hij plaatst een foto van zichzelf, leunend tegen een lantaarnpaal voor een nachtclub in Spanje en schrijft enkel 'KLIK PHOTO'. Op de vraag 'waarom?' antwoordt hij logischerwijs 'To make it big'. Hij was gisteren weer langs geweest en dat inspireerde me tot het maken van deze foto. De camera kon niet hoger waardoor mijn kruin mist en ik hoop oprecht dat de modepolitie een vrije dag heeft genomen. Mijn sandalen zijn echter geen goedkope wegwerp-dingen van twee tientjes en dus heb ik het onvermijdelijke zweet liever in de sokken dan in de schoenen. O ja, had ik al vermeld dat ik me niets aantrek van wat cabaretiers zeggen?

zondag 21 april 2019

Het zilveren goud: april 1994 deel VI



,,Mooi fietsweer", hoor ik van alle kanten, maar helaas... Het zit er voor mij vandaag en morgen even niet in. Op zichzelf hoor je me niet heel erg hard klagen want het ligt in de lijn van de verwachting. Het ketting van de Pioneer loopt voor een gedeelte door een plastic buisje waarvoor tienduizend kilometer de normale levensduur is. Hij is in december 2017 vervangen, tegelijk met het ketting en de tandwielen. Sindsdien heb ik negenduizend kilometer gefietst en is het buisje helemaal 'op'. Het was me een paar weken geleden al opgevallen dat het ergens begon te scheuren, maar nu is het over een aanmerkelijk deel en kan dit het ketting niet meer houden. We hebben gistermiddag, bij wijze van nood, tiewraps om het buisje gedaan en zo ben ik toch nog van Meppel in Uffelte gekomen. Van Uffelte naar de werkplaats in Nijeveen durf ik ook nog wel aan, maar verder is het gedaan met de pret. Niet dat ik ambitieuze plannen had voor vandaag want ik ben, zoals vaker, gewoon 'kapot' op zondagmiddag. Ik heb de show van volgende week zondag voorbereid en een beetje gelummeld achter huis. Morgen ga ik vermoedelijk een eind lopen, onder andere naar Havelte voor een boodschap als de Belastingdienst de huursubsidie heeft overgemaakt. Nu het zesde deel van 'Het zilveren goud' van deze maand en de tweede uit 'de emmer vol singles'.

Ik woon drie jaar in Uffelte en daarmee houdt het op voor mij. Ik kan goed met de buren en meer inspanning wordt er vanaf mijn kant niet verricht om onderdeel van de dorpsgemeenschap te worden. ,,Uffelte? Daar kom je nooit tussen!", zegt de man van het cafetaria in Nijeveen als ik vertel dat ik ga verhuizen. In Uffelte word ik nog wel begroet op straat en dat is iets dat me in vier jaar Nijeveen nooit is overkomen. Ik denk dat ieder dorp een hechte gemeenschap kent waarvoor iemand van buitenaf zonder een 'connectie' (lees: Partner uit het betreffende dorp) serieuze moeite moet ondernemen om onderdeel te worden. Binnen de hechte gemeenschap zullen de praatjes wel net zo vlug gaan als in het dorp waar ik ben geboren en opgegroeid. Vooral ziektes kunnen onmogelijk geheim blijven in een dorp. Zo vernemen we in maart 1994 dat een moeder van vrienden uit 'T Hokje' ernstig ziek is. Ik weet het niet helemaal precies meer, maar het is zoiets van dat ze het slechte nieuws op dinsdag heeft gekregen. Ze heeft dan het vooruitzicht dat het niet te behandelen is en dat het einde nadert. Acute paniek is niet op zijn plaats want het kan nog maanden duren? Drie dagen na het nieuws gaat het bericht door het dorp dat ze is overleden. Ik schat dat ze begin of midden vijftig moet zijn geweest.

Eén van de twee broers heeft bij me in de klas gezeten op de lagere school. Hij brengt zijn weekeinden door in het 'andere' clubhuis. Hoewel we geen minimumleeftijd hebben ingevoerd voor bezoek aan 'T Hokje', zijn een paar jongeren een aparte keet begonnen. Daar zit het oude klasgenootje vooral veel, zijn oudere broer zit bij onze zuipkeet. Kameraden van mij kennen de jongens beter dankzij de voetbalclub en zij zijn vertegenwoordigd op de begrafenis. Toch komt het nieuws als een schok voor ons allen. Haar man tref ik geregeld in het dorpscafé en hij spreekt me een maand later aan. Hij is het huis aan het opruimen en komt dan de platenverzameling van zijn vrouw tegen. ,,Je moet ze compleet houden en ze mogen niet worden verkocht", wordt me op het hart gedrukt. Ik mag ze hebben! ,,Hoeveel zijn het er?", vraag ik hem. ,,Een emmer vol!". Een emmer vol? Ja, de singles zitten zonder hoesjes in een oude sausemmer. Enkele plaatjes hebben zelfs nog wat lak overgenomen uit de emmer en, nee hoor, hij hoeft niet bang te zijn dat ik deze zou gaan verkopen. Daarvoor zijn de platen in een té slechte staat. Ik filter er een paar uit die helemaal niet zijn te draaien en de rest krijgt een plekje in de kaartenbak en de collectie. Woensdag treffen we zo een Blauwe Bak-resident welke onverwacht toch nog heel veel waard blijkt te zijn! Maar... ik heb me altijd aan de belofte gehouden om de platen compleet te houden. Terwijl ik nog een paar pakjes met blanco hoesjes heb, zijn ze té minimaal voor mij om van nieuwe hoesjes te voorzien. Jim Reeves is overigens al een 'upgrade' want ook deze heeft oorspronkelijk geen fotohoes.

1740 Do Wah Diddy Diddy-Manfred Mann (NL, HMV, 1964)
1741 Rock Around The Clock-Bill Haley & The Comets (Duitsland, Brunswick, 1955)
1742 Lucille-Little Richard (US, Moonglow, 1957)
1743 Genuine Imitation Life-Jackie Lomax (US, Epic, 1967)
1744 I Won't Forget You-Jim Reeves (Duitsland, RCA Victor, 1964)
1745 Pied Piper-The Jets (NL, Fontana, 1966)

vrijdag 19 april 2019

Raddraaien: The Albion Band



Het is bijna zeven jaar geleden dat ik ben begonnen met 'Raddraaien'. Toen kwam in eerste instantie een einde aan '20 Years Ago Today', het tegenwoordige 'Het zilveren goud', dat ik vooral in 2011 heb gedaan op Soul-xotica. Iedere aankoop uit die tijd belichten is vanaf 2012 teveel gevraagd met de uitbreiding van mijn 'zakgeld'. Ik heb dan al een opzetje gemaakt voor een nieuwe rubriek. Iets met een 'draaiend rad' met plaatjes achter de nummers. Omdat ik al vroeg wil beginnen, vraag ik een paar maal op Facebook om nummers waarmee ik een plaat kan selecteren voor een bericht. Dat verschuift naar de kappers in de Gouden Gids waarbij de huisnummers opeens belangrijk worden. Sinds een paar jaar heb ik een andere methode. Uit nood geboren omdat ik niet langer een Gouden Gids ontvang. Er zijn tijden geweest dat er wel twee of drie afleveringen van 'Raddraaien' waren en dat is nu een stuk minder. De laatste 'Raddraaier' was op 12 maart. Omdat de singles uit Schotland nog niet zijn gearriveerd, blaas ik het stof van de rubriek en presenteer jullie vanavond de negentiende single uit de eerste jaren zeventig-bak: 'Pain And Paradise' van Albion Band uit 1979.

Waar en wanneer? Ik associeer de single in eerste instantie met de kringloopwinkel in Zwolle, maar dat kan niet het geval zijn. Een andere herinnering zegt dat ik de plaat in 2003 al in de bakken had staan. Het mag duidelijk zijn dat ik de single in de nieuwe eeuw heb gekocht maar hoe en wanneer precies? Dat antwoord moet ik jullie vanavond schuldig blijven. Volgens mij had ik de single al toen ik nog eens geïnteresseerd ben geweest in een optreden van The Albion Band in Groningen. Dat moet omstreeks 2005 of 2006 zijn geweest. Ik betwijfel of ik het echt leuk had gevonden om bij dat optreden te zijn want Albion is nóg twee bruggen verder dan Fairport Convention en bovendien blijft de band altijd erg traditioneel in de leer. Evenals Fairport Convention is ook bij The Albion Band sprake van een instituut. Simon Nicol van Fairport Convention zei eens tegen een journalist. ,,Als een kerkkoor 150 jaar bestaat, hoor je ook niemand over het feit dat er geen oorspronkelijk lid in de bezetting is. Over 150 jaar is er nog steeds een Fairport Convention". Nicol is overigens een mede-oprichter van Fairport, alleen is hij in de jaren zeventig uit de band vertrokken en een paar jaar iets anders gaan doen. Een collega uit de klassieke Fairport-bezetting van 1968-69 zal in 1970 aan de wieg staan van The Albion Band en zal daarbij hulp krijgen van zijn oude maten uit Fairport!

Ashley Hutchings is in 1967 betrokken bij de oprichting van Fairport Convention. Judy Dyble is zangeres op het debuutalbum en als zij met zwangerschapsverlof gaat, hebben de mannen niet direct de intentie om een vervanger voor haar te zoeken. ,,Where is the girl?", wordt een vraag die de band zo vaak wordt gesteld dat het in 1968 besluit om audities te houden voor zangeressen. Richard Thompson herinnert zich nog goed wanneer Sandy Denny de oefenruimte binnen stapt. ,,Wij deden opeens auditie voor Sandy. Wij wilden háár band zijn". Het eerste album is nog niet echt 'folk' te noemen, het is het Britse antwoord op Jefferson Airplane en andere 'Westcoast'-groepen. Sandy heeft dan al folkplaten gemaakt met The Strawbs en haar komst stuurt Fairport in deze richting. Als na 'Unhalfbricking' wordt besloten om Dave Swarbrick op te nemen in de groep resulteert dit in 'Liege & Lief'. Hutchings is dan de basgitarist van de groep en de research voor 'Liege & Lief' heeft bij hem de interesse voor Engelse folk aangewakkerd. Als de rest van de band terug wil naar de basis en Hutchings verder de Engelse folk wil uitpluizen, scheiden hun wegen. Het gebeurt echter zonder bonje. Hutchings' vrouw Shirley Collins heeft in 1970 een band nodig voor haar album 'No Roses' en Hutchings kan daarvoor aankloppen bij zijn oude bandmaten. Dave Mattacks, Richard Thompson en Simon Nicol zijn meteen van de partij. Uit andere hoeken komen Lal en Mike Waterson van The Watersons en Maddy Prior. 'No Roses' van Shirley Collins & The Albion Country Dance Band is een miskende klassieker in het genre. Thompson brengt in 1971 ook zijn vrouw Linda aan boord en in dat jaar neemt Hutchings met zijn maten een eerbetoon op aan de 'Morris dancers', de klompendans die in een aantal regio's in Engeland (waaronder Saddleworth waar Mossley onder valt) erg populair is of was geweest. 'Morris On' wordt door de aanwezigheid van de individuele namen op de hoes aangemerkt als een verzamelalbum en niet als een volgend project van The Albion Band. Als Hutchings serieuze plannen heeft met The Albion Band moeten zijn Fairport-vrienden hem teleurstellen. Martin Carthy, John Kirkpatrick, Sue Harris, Roger Swallow en Simon Nicol vormen de nieuwe bezetting van The Albion Band en nog altijd is het een apparaat om Collins te begeleiden, hoewel de groep ook met eigen werk op de proppen komt. In 1974 trekt Hutchings tijdelijk de stekker uit de groep en blaast het in 1976 nieuw leven in. Daarmee begint een periode van ruim veertig jaar waarin de band vaak een tijdelijke pauze neemt.

Waar andere bands rock toevoegen aan de folk, daar blijft The Albion Band trouw aan de folk. De groep is door de jaren heen een springplank voor nieuw talent in de folk alsook een onderkomen voor gevierde muzikanten. De lijst van tijdelijke leden is eindeloos, iets dat het gemeen heeft met Fairport Convention. Na een paar jaar schrapt de groep het woord 'Dance' uit de naam en in 1978 verschijnt het album 'Rise Up Like The Sun' als The Albion Band. Op dat album vinden we ook de twee tracks van de single. Het album wordt deels geproduceerd door de legendarische Joe Boyd. Deze brengt ons in 1967 Pink Floyd en The Soft Machine en is een paar jaar later verantwoordelijk voor Fairport Convention en Nick Drake. De single ligt twee trappen boven mij en het vooruitzicht om hem te moeten halen? Nee, ik heb de single een paar maal aangeraakt en moet zeggen dat het niet helemaal mijn kopje Engelse thee is. Het is de enige poging van Harvest geweest om een single aan de man te krijgen in Nederland. 'Pain And Paradise' is één van de weinige oorspronkelijke nummers op het album. Het is geschreven door John Tams, een man die in de tweede helft van de jaren zeventig voor een groot deel verantwoordelijk is voor het geluid van de band. Hij heeft zich echter laten inspireren door de 'shanty' 'Riding On A Donkey'. 'Lay Me Low' is een lied dat Addah Z. Potter cadeau krijgt van de Shakers. Potter is dan in dienst van New Lebanon Church Order. Dat was woensdag 181 jaar geleden, want ja... The Albion Band graaft diep in het verleden van de Engelse folk.

Fairport Convention gaat in 1979 voor een periode uiteen en zal in 1985 herrijzen uit de as. The Albion Band neemt veel vaker een pauze en altijd met de belofte dat het terug zal komen. Dat laatste is in 2014 ook weer het geval alleen is vijf jaar later nog geen spoor van de groep te bekennen. Hutchings is in 2011 met pensioen gegaan en heeft de groep overgedragen aan zijn zoon Blair Dunlop. Deze acht een solo-carrière belangrijker en gooit in 2014 tijdelijk de boel op slot.

donderdag 18 april 2019

Eretitel: 'Someone Like You'



Ik heb een half uur geleden 'Afterglow' besloten met drie live-nummers van Bananarama. Voor het derde jaar in successie (en tevens de laatste keer zoals het nu lijkt) hebben we een Bananarama-week op Wolfman Radio. Het is ooit begonnen als een geintje en de lol raakt er een beetje af, hoewel het dit jaar erg mooi uitkomt. Vandaag (vrijdag 19 april) verschijnt namelijk het nieuwe album van Bananarama. Zonder Siobhan Fahey, want die heeft andere zaken aan haar hoofd en is slechts eenmalig komen opdagen voor een reünie. Ik heb beloofd morgenochtend al op de zaak te zullen zijn en dus ga ik het vanavond kort houden. We zitten midden in een grote mailing van de woningstichting met de aankondiging van de huurverhoging. Hier ben ik inmiddels twee dagen zoet mee geweest en morgen dus opnieuw. We hebben al met al nog een week om de duizenden brieven weg te krijgen en dat gaan we op deze manier wel redden. Ik hoef vanavond op zijn minst niet op zoek naar het fotohoesje want deze heb ik een paar weken geleden nog gebruikt. De liedjes hoef ik evenmin te beluisteren en dus kan ik meteen los met de 'Eretitel'. Vandaag staat de titel 'Someone Like You' in de schijnwerpers.

3. Van Morrison (1987)
'Old Smiler' mag op de derde plek. Hoewel het voor echte fans niet uitmaakt, vind ik het werk van Van Morrison wisselvallig als het weer. Het album 'Poetic Champions Compose' heeft me nimmer kunnen boeien en toch levert dat album vandaag de nummer drie voor de 'Eretitel'. Ik moet tevens erkennen dat ik Van niet heel erg volg, maar dat een aantal van zijn oudere albums best leuk hebben geklonken op een zondagmiddag en in 1999 ga ik zelfs even door een 'Astral Weeks'-fase. De Ierse brombeer is onnavolgbaar want hij moet zelf niets meer hebben van 'Moondance' wat toch één van zijn leukere oude albums is. Gemengde gevoelens bij het album, maar 'Someone Like You' zou ik een hoogtepuntje willen noemen.

2. Adele (2011)
De term 'indie' is een begrip in Engeland en toch dekt het niet echt de lading. Veel 'grotere' indie-artiesten staan immers onder contract van grote boekingskantoren en niet zelden maken ze platen voor een 'major' platenmaatschappij. 'Indie' staat voor bands en artiesten die alles in hun eentje doen. De platen worden uitgebracht door onafhankelijke maatschappijen en vaak heeft de manager twintig artiesten onder zijn of haar hoede en moet dan nog steeds onder de stoomfluit of achter het bureau in een kantoor. Als je naar de 'indie'-hitlijsten kijkt, vindt je daar bijvoorbeeld Adele. Is Adele 'indie'? Tja, ze is 'indie' begonnen en maakt nog steeds albums voor een 'indie'-maatschappij. Toch heeft dat een distributiedeal met een 'major' en worden er aantallen omgezet die niet bepaald 'indie' zijn. Toch rekenen de samenstellers van de indie=hitlijsten haar nog steeds tot 'indie'. Mijn liefde voor Adele ontstaat in 2008 met 'Chasing Pavements' en in 2016 heb ik het nog eens geprobeerd met '25'. Op ieder album staan altijd een paar pareltjes hoewel het merendeel van '25' me niet kon aanspreken. Op '21' uit 2011 staat dit 'Someone Like You' en dat is naar mijn mening het prijsnummer van het bewuste album. Het staat evenwel op twee in de 'Eretitel'.

1. Kim Weston (1967)
Daarover kan ik kort zijn. Op 5 februari heb ik het zevenjarig jubileum van de Week Spot gevierd met deze single en heb toen uitgelegd hoe de plaat sinds 2012 in mijn koffers staat. Dat aanvankelijk de aandacht uit gaat naar 'I Got What You Need' omdat ik veronderstel dat 'Someone Like You' ernstig uit het lood is geslagen. Totdat ik erachter kom dat dit manco het geval is bij de emeste exemplaren en dat het minder tragisch is dan dat ik had gedacht. Dat nummer mag vandaag op 1.

'Fingers crossed'. Ik verwacht de platen van Baz elk moment in de bus en wellicht zou dat een 'Singles round-up' kunnen opleveren voor morgen?

woensdag 17 april 2019

Het zilveren goud: april 1994 deel V



Vol goede moed loop ik de trap op. Ik heb de titels in de telefoon gezet en zelfs nog met ruimte voor aantekeningen met betrekking tot de persingen. Camera in de andere hand en, niet te vergeten, Winston G. Deze single kwam gisteren ter sprake toen ik het met Albert had over het overlijden van liedjesschrijver Les Reed. De single lag nog beneden en heb ik zojuist terug gezet in de jaren zestig-bak, hoewel die jaren in de Blauwe Bak heeft mogen vertoeven. Ik kniel neer voor de bak die Elvis' singles uit de jaren vijftig en zestig hoort te bevatten en dan...? Ik begin maar vooraan bij de Duitse 'Jailhouse Rock' en tref alleen 'A Fool Such As I', maar dan de uitvoering zoals ik hem een paar jaar geleden heb gekocht. Geen spoor van de singles die ik nu aan jullie ga voorstellen. Het klopt enerzijds wel. Er is een tijd geweest dat alle singles gemengd op alfabetische volgorde hebben gestaan en met name een gedeelte P en R lijkt te ontbreken. Ik had een deel in een bananendoos in de kamer staan in Nijeveen en vond daar pardoes de single van The Precisions die ik al een paar maal had 'verloren' in veilingen op Ebay. Met andere woorden: Geen foto van singles vanavond maar het hoesje van eentje, hoewel geen van de singles een hoes heeft als ik ze in 1994 aantref. Hoe ik bij dit nestje van Elvis ben gekomen, daar ga ik het binnenkort over hebben. Feit is dat de partij ons bezig zal houden tot halverwege mei! Vandaag ga ik het uitsluitend hebben over de koning van de rock'n'roll en wat hij in mijn leven heeft betekend.

Mijn zus kan het nieuws nog wel herinneren. Zij is dan bijna elf en we zijn op vakantie in Nunspeet. Jawel, ik ben ook al mee! Ze weet nog te herinneren dat heel veel mensen op de radio geschokt waren door het nieuws, hoewel ze zelf nauwelijks iets kende van Elvis. Ik ben pas twee jaar, nog niet zindelijk en fietsen en schrijven moet ik ook nog leren. Vader vertelde wel eens dat hij en zijn maten 'spijbelden' van de zondagschool en dat het kwartje van de collecte in de put ging en dat ze gingen voetballen. Bij minder weer zochten ze onderdak in het plaatselijke hotel waar een jukebox stond. Vader zegt 'Rock Around The Clock' te kunnen herinneren, maar geen woord over Elvis. Moeder is, buiten haar kinderen om, ook bespaard gebleven van de rock'n'roll. Vader investeert eind jaren vijftig flink wat guldens in een verzameling singles en EP's, maar dat is uitsluitend geestelijk repertoire. 'Schlafe Mein Prinzchen' van Papa Bue's Viking Jazz Band is de enige uitzondering op de regel en hoewel ik nog steeds helemaal uit mijn dak ga op het nummer (ik heb de single eens mee uit het huis 'gesmokkeld'), kun je het onmogelijk rock'n'roll noemen. Nee, Elvis is gedurende zijn leven niet tot nauwelijks voorbij gekomen in huize Louwsma.

Op de middelbare school leer ik Henk kennen. Ik ken zijn vader vrij goed omdat die 'inval-melkboer' is en de SRV-man altijd bij ons koffie drinkt op zaterdag. Henk is niet zomaar 'fan' van Elvis: Zijn hele leven staat in het teken van The King. Hij staat op en gaat er mee naar bed. Intussen wisselt hij allerhande details uit over Elvis en weet in veel gesprekken altijd een link te leggen met Elvis. Dat is ook wel eens vervelend. Henk is echter wel de reden dat ik vaker ga opletten als Elvis voorbij komt op de radio. Toch is het de tijd van de jukebox-revival en dan zijn vooral singles uit de late jaren vijftig en vroege jaren zestig erg gewild. Verhoudingsgewijs zijn platen van Elvis dan onbetaalbaar. Elvis blijft dus lange tijd onbereikbaar voor mij met vijf gulden zakgeld per week. Dan is het woesndag 18 juli 1990. Ik word 's ochtends gewekt met het nieuws dat mijn zus is bevallen van een gezonde dochter. Ik ga in de woensdagen in juli en augustus vrijwel wekelijks naar de rommelmarkt en braderie in Workum en vandaag heb ik een extra 'target'. Ik moet een single zien te vinden die ik voor immer kan koppelen aan de geboorte van Anja.

Ik snap het nog steeds niet. Het is de dag van het jaar dat de braderie is uitgerekt door het hele centrum van Workum en heeft dus een lengte van een paar kilometer. Ik kijk haastig op ieder schap en er is werkelijk geen single te vinden. Op eentje na: Deze heeft een paar 'duurdere' singles uit de late jaren vijftig en vroege jaren zestig. En zo sta ik in handen met 'Wooden Heart' van Elvis. Niet bepaald de parel uit zijn rijke repertoire en het plaatje zit slechts verpakt in een flauw plastic hoesje. Het moet 3,50 gulden kosten en ook dat is met eigenlijk té gortig. Toch heb ik geen andere keuze want ik zal en moet vandaag een plaat kopen! Zo komt op deze gedenkwaardige datum (en kan de dag ook nog als gisteren herinneren) de eerste single van Elvis mijn collectie binnen. Een paar maanden later volgt 'Jailhouse Rock' en daarna slaag ik er geregeld in om goedkope singles van Elvis te vinden. Nog steeds leef ik in de veronderstelling dat Elvis en Cliff Richard zonder meer geld waard zijn, evenals The Beatles. Toch zijn de prijzen drastisch gekelderd en zijn alleen de inheemse persingen met fotohoesjes in een sublieme staat een paar euro's of tientjes waard. De stevig gedraaide hits zijn niet meer dan vijftig cent of een euro bij de kringloopwinkel en bij de 'verzamelaarswinkeltjes' worden ze al vaak in de kliko gegooid.

Hoewel ik bepaalde plaatjes van Elvis nog altijd erg geinig vind, is de liefde nooit gegroeid tot proporties zoals bij Henk of mijn latere maat Freddy (waarvan ik in 1997 nog een nestje Elvis-singles koop). In 1994 meen ik nog met echte collector's items te maken te hebben en dat zou hebben kunnen kloppen als de platen in een betere staat waren. Over de staat van de platen ga ik jullie binnenkort meer vertellen, hoewel je het geluid ook zelf kan nabootsen door spekjes op te bakken in de koekenpan. Dit zijn de zeven Elvis-singles die in 1994 mijn collectie binnen komen.

1733 EP Elvis By Request (RCA, Nieuw Zeeland, 1962)
1734 Good Luck Charm (RCA, Duitsland, 1962)
1735 Devil In Disguise (RCA, Nieuw Zeeland, 1963)
1736 A Fool Such As I (RCA, Duitsland, 1959)
1737 Can't Help Falling In Love (RCA, Duitsland, 1961)
1738 Stuck On You (RCA, Nieuw Zeeland, 1960)
1739 Sentimental Me (RCA, Nieuw Zeeland, 1962)

De singles uit de komende afleveringen hebben geen hoes en het ontbreken van zo'n accessoire maakt dat veel singles praktisch niet te draaien zijn. Waarom ze toch mijn collectie binnen komen en waarom ik altijd heb geprobeerd om de collectie compleet te houden, daarover vertel ik jullie de volgende keer meer!

dinsdag 16 april 2019

Week Spot: Billy Butler & Infinity



De mooiste platen uit mijn verzameling zijn degene die meteen al erg mooi of goed zijn, maar die door de aanwezigheid in de koffers en bakken iedere draaibeurt een stukje mooier worden. Er zijn daarentegen ook platen waarbij 'bezit van de zaak, einde van het vermaak' geldt. Zonder dat ze je op kosten jagen, zijn dit platen die na een forse investering stof happen in de koffers. Ik ben voorzichtiger geworden met 'big wants'. Ik heb al jaren een 'big want' en sinds een paar maanden heeft een betrouwbare Engelse dealer één op Ebay staan. De prijs is redelijk maar beduidend meer dan een paar dubbeltjes of euro's. Ik zoek even het juiste moment uit om de plaat te kopen en dan maar hopen dat die me niet gaat vervelen binnen een paar weken. Bij de pagina van Mark is het echter 'snelle handel'. De platen zijn billijk geprijsd en doordat slechts vijf titels per dag worden toegevoegd en menigeen klaar zit met het toetsenbord in de aanslag, moet je wel eens snel reageren. Dit is bijvoorbeeld het geval met de Week Spot. Bij de eerste luisterbeurt ben ik nog niet helemaal zeker, maar mensen... deze plaat is niet een beetje gegroeid! De nieuwe Week Spot is 'Hung Up On You' van Billy Butler & Infinity (1973).

Het verhaal dat ik eerder deze avond heb opgestoken bij Avicii geldt eigenlijk voor alle popmuziek. Er mag dan veel diversiteit zijn in een bepaalde stijl of muzikaal genre, de hoofdlijnen zijn hetzelfde en daar moet je van houden om het helemaal te kunnen waarderen. Neem nou de 'crossover sweet soul' uit de vroege jaren zeventig. Voor iemand die zich niet heeft verdiept in het genre klinkt het allemaal hetzelfde. De kenner herkent uiteraard de bekende elementen, maar hoort vervolgens hoe het ene en het ander is geperfectioneerd. Dat laatste is zeker het geval bij Billy Butler & Infinity. We hebben het immers ook niet over de minste of geringste?

Voor de buitenwacht zal Billy altijd in de schaduw blijven staan van zijn grote broer. Dat is Jerry 'The Ice Man' Butler. Billy wordt vijf-en-een-half jaar na Jerry geboren in Chicago op 7 juni 1945. Billy begint dan ook zijn loopbaan in de band van Jerry. Hij is de gitarist van het gezelschap. Tijdens zijn schoolperiode vormt hij zijn eerste eigen zanggroep: The Enchanters. William E. Butler wordt met zijn volledige naam genoemd op het label van zijn eerste single. Hij schrijft 'Found True Love' samen met buurtgenoot Curtis Mayfield. De b-kant is van zijn eigen hand. Curtis produceert aanvankelijk zijn singles en later wordt dit overgenomen door Carl Davis. The Enchanters gaat The Chanters heten en begeleidt Butler op zijn erste platen. Errol Batts is iemand die gedurende zijn loopbaan in de buurt zal blijven. Zijn grootste hit is 'I Can't Work No Longer' uit 1965 en dit krijgt zelfs een Nederlandse release op Epic mét fotohoes! Toch blijft het succes beperkt tot een zesde plek op de R&B en nummer zestig op de Hot 100. Het is de laatste single met The Chanters als begeleiding.

In mei 1966 keert Butler terug met een solo-single op het Okeh-label. Carl Davis en Gerald Sims hebben dan de productionele leiding over genomen en er heerst anno 2019 grote verwarring bij de 'cracks'. Nu is de Northern Soul voor een groot deel gestoeld op b-kanten, maar bij deze single is niemand het eens. Matrix-nummers zijn verwarrend en een recensie in Billboard helpt ook niet mee. Hoe dan ook: 'Right Track' is de winnaar ten opzichte van 'The Boston Monkey'. De plaat flopt genadeloos maar 'Right Track' zal door Kev Roberts op plaats nummer elf worden gezet van de Northern Soul Top 500. De markt is bezoedeld met vele bootlegs die als twee druppels water op het origineel lijken. Het enige dat niet valt te kopiëren, is de afstand tussen uitloopgroef en rand van het label. John Manship en dergelijke kenners meten deze afstand op van de originelen en laten menig verzamelaar weten dat ze teveel hebben betaald voor een 'nepperd'. Zelf doe ik niet mee aan het verhaal. Eerlijk is eerlijk: 'Right Track' is een échte Northern Soul-klassieker, maar ik heb hem nooit zo belangwekkend geacht om het in de collectie te stoppen. Bovendien is het origineel op styreen en als je die ellende kan voorkomen?

Butler maakt tot april 1968 nog vier singles voor Brunswick en formeert dan een nieuwe groep met compagnon Batts. In 1969 is broer Jerry zijn Fountain-label begonnen en Infinity maakt daarvoor haar eerste single. 'Get On The Case' is een bescheiden hit op de R&B. Er volgen twee singles op Mercury als Infinity Featuring Billy Butler en vanaf 1972 gaat de groep Billy Butler & Infinity heten. Het brengt de groep nog twee kleine R&B-hits. 'I Don't Want To Lose You' is daarvan de grootste. De single op het Memphis-label bereikt een 38e plek in de R&B. Het volgende label dat het wil proberen is MGM en dat brengt Butler onder bij het nieuwe Pride-label. Het resulteert in drie singles waarvan 'Hung Up On You' de tweede is. Het bereikt een magere 48e plek in de R&B. De laatste single op Pride wordt een maand later opnieuw uitgegeven door MGM zélf. In september 1976 brengt Curtom de laatste single uit van Butler: 'She's Got Me Singing'. Intussen is ook 'Right Track' opnieuw geperst en, dank voor de herinnering, het is de instrumentale versie op de heruitgave. Fanatieke Northern Soul-dansers hebben het liefste instrumentale tracks zodat ze niet worden afgeleid door de zangpartijen.

Terwijl Jerry nog springlevend is, overlijdt Billy Butler reeds op 31 maart 2015. Hij is dan nog maar 69 jaar.

Eretitel: 'Silhouettes'



Hoewel het menigeen zal zijn ontgaan, voelt het aan als een smet op het blog. Ik lig een bericht achter op schema en wil dat liever meteen 'inhalen'. Vandaag dus een dubbel bericht met later de kersverse Week Spot. Ik zou voor een aflevering van 'Raddraaien' kunnen gaan, maar op ene of andere manier wil ik vooral tijd vrij maken voor de Week Spot en kies ik voor een 'eenvoudig' verhaaltje. Dat is de 'Eretitel' bij uitstek! Een eindeloze serie want vanavond heb ik wederom een titel toegevoegd aan de lange lijst die nog gaat volgen in de komende jaren. Momenteel zit ik nog bij de titels die ik in augustus 2017 heb gebruikt voor 'Listen Carefully I Shall Say This Only Three Times' in 'Tuesday Night Music Club'. Een eenvoudige 'Eretitel'? Ja en nee. De volgorde is vrij snel bepaald maar het is niet de meest gedenkwaardige 'Eretitel' die ik heb gemaakt. Toch ga ik het nu driemaal doen met 'Silhouettes'.

3. Avicii (2013)
Terwijl de meeste mensen het over een 'dj' hebben in de dance-wereld bekijk ik hen liever als producenten. Een dj is voor mij iemand die platen in elkaar mixt waar hij part noch deel in heeft gehad bij de opnames. Het mixen van bestaande platen. Een 'dj' als Avicii maakt nauwelijks gebruik van bestaand werk en als hij het al doet, vormt hij het om voor een eigen compositie. Zo ontwikkelt hij een stijl zoals Holland-Dozier-Holland en Phil Spector in de jaren zestig hun eigen stijl ontwikkelden. Een stijl die vaak is gekopieerd maar nooit geëvenaard en intussen klinken de eigen producties precies zoals de scheppers het in gedachten hebben gehad. Dat maakt niet alleen het werk van Avicii maar ook van collega-producenten als eentonig en als je dan op voorhand geen fan bent, zal dat uiteindelijk lastig gaan. In de jaren dat ik 'Floorfillers' heb gedaan, ben ik alleen eind 2015 gezwicht voor 'Waiting For Love'. De rest heb ik nooit en zal ik nooit draaien in mijn shows. 'Silhouettes' mag alleen in 'Tuesday Night Music Club' omdat het 'past' in 'Listen Carefully' en verder is dit gewoon het extra wiel aan de wagen van de rubriek. Het zal geen verrassing zijn dat de derde plek voor Avicii is?

2. Of Monsters And Men (2013)
Wat voor Avicii geldt, geldt ook voor Of Monsters And Men. Weliswaar een band van vleesch en bloed met 'echte' instrumenten, maar ook een herkenbaar geluid waar je van moet houden. Het heeft mij nimmer kunnen overtuigen en zelfs vanavond in 2019 heb ik 'Silhouettes' even helemaal gedraaid om te ontdekken of ik toch niet stiekem iets had gemist. Helaas... weer vier minuten van mijn leven naar de haaien! Of Monsters And Men staat op twee.

1. Herman's Hermits (1965)
Laat het tromgeroffel maar achterwege. Na Avicii en Of Monster And Men kan Herman's Hermits niet anders dan de nummer 1 zijn in deze aflevering van de 'Eretitel'. Het origineel is van The Rays en waarom ik die niet hebt gebruikt? Daar heb ik in 2019 geen pasklaar antwoord op. Natuurlijk is Herman's Hermits de voorloper van de teenybopper-groepen uit de jaren zeventig en het is niet toevallig dat hun producent Mickie Most heet. 'Silhouettes' is in 1965 al een soort van novelty en zal dat 54 jaar later nog zijn. In Nederland heeft de single wel een release gehad, maar geen fotohoesje. Het bovenstaande hoesje is de Deense fotohoes welke is gemaakt met dank aan de Noorse divisie van EMI.

Komende week maken we ergens een sprong terug naar een Week Spot van een paar weken geleden, maar nu ga ik jullie voorstellen aan de kersverse Week Spot!

maandag 15 april 2019

Reclameboodschap: Us deodorant



Soul-xotica is reclamevrij. Dat wil zeggen: Blogger biedt de mogelijkheid om inspraak te hebben welke advertenties er op je blog komen te staan en bij iedere 'klik' naar een dergelijke advertentie levert dat contanten op voor mij. Vooral de mode-bloggers hebben hier profijt van. Bij een goed bezochte blog wil een fabrikant graag goederen leveren voor weinig tot niets zodat ze verwerkt kunnen worden in een bericht. Er zijn voorbeelden waar bloggers een goed betaalde baan hebben gekregen met hun uitspattingen. Daar doet Soul-xotica niet aan mee. Ik kreeg laatst nog eens de vraag van iemand of ik reclame kon maken voor zijn zaak en dan zou ik een gastblog op zijn site mogen publiceren. Nee, ook daar doe ik niet aan. De enige winkels die ik adverteer, zijn de zaken waar ik mijn platen koop. En toch kijken jullie vandaag naar een 'reclameboodschap'. Het fenomeen is reeds een paar maal voorbij gekomen in 'Raddraaien' en ik vind het op zichzelf best lollig om naar een plaat én een product te kijken. Ik heb gisteravond deze single gedraaid in 'The Vinyl Countdown' en besloot wat informatie op te zoeken over de single. Dat nodigt uit tot een verhaaltje. Bij deze dus een late 'reclameboodschap' voor Us deodorant en het bijbehorende plaatje: 'You're OK With Us' van The Us uit 1970.

Ik koop de single in 1991 bij Sunrise Records en het meeste vanwege het mysterieuze karakter van de plaat. Er is op dat moment geen informatie te vinden over de plaat. Het fotohoesje toont niets anders dan het bruine behang van de gekopieerde foto en het psychedelisch ogende logo van Us. Dan begint de plaat vervolgens ook nog met een boodschap die ik lange tijd niet heb begrepen. Ik zie de naam van Jeff Wayne op het label staan en daar houdt het mee op. Een paar maanden later ben ik in Leeuwarden bij een platenzaakje en daar staat de single in het vakje van Electric Light Orchestra en solowerk. Ik vraag bij de toonbank of zij de link weten. Nee, het lijkt een beetje een rare gok te zijn. Of zou de plaat wellicht bij David Essex hebben gestaan en vanaf daar per ongeluk naar Electric Light Orchestra zijn verhuisd? Wie het weet, mag het zeggen. Ik kan nu echter stellen dat de plaat niets met ELO van doen heeft.

Jeff Wayne begint zijn loopbaan in de reclamebranche en dit bewuste plaatje is waarschijnlijk het eerste project waar hij samenwerkt met David Essex. David heeft in de jaren zestig reeds een paar singles gemaakt die allemaal genadeloos zijn geflopt. Jeff Wayne produceert vervolgens de single 'Rock On' en zal daarvoor zelfs een onderscheiding krijgen. De rest is geschiedenis. Wayne en Essex zijn onafscheidelijk en het zal geen verrassing heten dat Essex eveneens mee doet aan 'War Of The Worlds'. Het bedrijf Johnson Wax introduceert in 1970 een nieuwe deodorant met de hippe naam 'Us'. Het is het vervolg op de flower power. Anno 1970 worden zweetgeurtjes niet meer getolereerd en natuurlijk wil je dat maskeren met een fijn ruikende deodorant. 'Us' is geen lang leven beschoren en er zijn slechts enkelen die de geur nog weten op te roepen. Iemand heeft het over de geur van 'een jockstrap gedragen door een Turkse worstelaar'. In de reclame zien we jongeren dansen in een discotheek met allemaal nylon blouses aan. ,,Geen wonder dat ze deodorant nodig waren", schrijft iemand op 45cat. Het is niet de enige opdracht die Wayne heeft vervuld voor Johnson. Twee jaar later maakt hij een promo-single voor Pledge en iemand suggereert dat Us deodorant dus eveneens goed was om meubels te poetsen.

De deodorant is helemaal vergeten anno 2019 en nu rest een plaatje in de summiere hoes en het logo op het label. Nog steeds zijn er verzamelaars die een single op de kop tikken en naar huis rennen in de verwachting dat ze iets héél zeldzaams hebben gevonden. Thuis op de draaitafel blijkt het echter niets meer dan groovy pop te zijn en bij navraag op Discogs of 45cat blijkt het niet meer dan een pond te mogen opbrengen. Eentje verwijst ons naar een Duitse dealer op Ebay die de boodschap nog niet heeft door gekregen. Hij hanteert de koninklijke vraagprijs van 86 pond en 34 pence voor een single met enkele kraakjes en kleine beschadigingen aan het hoesje. Zeer zeldzaam? Welnee, bijna iedere verzamelaar blijkt het in de kast te hebben staan.

De boodschap aan het begin van iedere kant is een monotone stem (Jeff Wayne?) die verklaart dat het plaatje je wordt aangeboden door Johnson Wax en dat beide liedjes zijn gebaseerd op de reclames van Us deodorant. 'Tomorrow' is beduidend rustiger dan 'You're OK With Us' en toch is de laatste het meest interessant. Het lijkt erop alsof Johnson aanvankelijk een actie heeft gehad met 'Top Ten'-singles, maar dat dit zo'n groot succes is geweest dat ze deze Us-singles zonden aan hen die achter het net hadden gevist. Ja, de brief heeft het over 'Top Ten' en niet 'Top 6' zoals ik even zou denken. Iemand op 45cat beweert dat dit plaatje uit 1970 komt, maar dat zou ook 1971 kunnen zijn. In dat geval loopt het parallel met de 'Top 6'-singles. Maar nu zie ik dat die 'Top 6 Hits From England' gewoon Nederlandse persingen waren en dus kan ook deze theorie overboord. Volgens de brief zou Johnson 12,000 'Top Ten'-singles hebben gehad waar Us de vervanger van mocht worden. Het grote Us-mysterie is na 28 jaar opgelost voor mij en dat is het meest belangrijke!

zaterdag 13 april 2019

Het zilveren goud: april 1994 deel IV



Vanavond en komende woensdag maar liefst zeven singles in 'Het zilveren goud'. Dit omdat ik het komende woensdag over Elvis wil gaan hebben. Vanavond de vangst van drie zaterdagen en ik geloof dat het ook nog drie verschillende zaterdagen zijn. Bij hoge uitzondering schrijf ik vanavond een verhaaltje erbij met de herinneringen aan deze zaterdagen, want die komen nu stukje bij beetje boven drijven. Ik ben vóór maart 1994 niet minder mobiel dan dat ik nu ben, maar ik ben het fietsen een beetje beu geworden en met de komst van de Solex gaat de wereld weer een stukje verder open. Even een middag naar Leeuwarden gaat nu eenmaal gemakkelijker als je een Solex tot je beschikking hebt. Dat doen we in deze aflevering hoewel ik me nu herinner dat er een kleine noodzaak kleeft aan het bezoek aan de Friese hoofdstad. Tot slot ga ik zeven singles aan jullie voorstellen die ik in deze periode heb gekocht.

Ik begin 'Het zilveren goud' waar ik ben geëindigd: De fancy fair van de gereformeerde kerk in Sneek. Daar komen de eerste twee vandaan. Dan komen we bij de karige vangst op een rommelmarkt in IJlst. Hoewel 'Nevermind' van Nirvana bij mijn muzikale opvoeding hoort, heb ik al een tijd niets meer met de grungeband. Ik leer 'In Utero' pas jaren later waarderen alsook 'Bleach'. Als ik terug kom uit IJlst hoor ik echter het nieuws dat Kurt Cobain zichzelf van het leven heeft beroofd. 's Avonds ga ik naar een concert dat op vele manieren 'speciaal' is. Het gaat sowieso de geschiedenisboeken in als hoe je een evenement niet moet organiseren. Er is rond die tijd een boekingsbureau actief in Friesland dat vooral The Bintangs een podium biedt. Toch meent deze boeker ook zomaar Normaal te kunnen plaatsen in een dorpshuis terwijl die band twee optredens per jaar in Friesland doen waar alle Normaal-fans op af komen. Het optreden in Woudsend kan niet uit. Nu heeft de man het ambitieus aangepakt: Een 'Back To The Sixties'-festival in ijsstadion Thialf in Heerenveen. Hij komt eerst al in de knel als de naam 'Back To The Sixties' wordt opgeëist door een organisatie uit Leeuwarden. Vervolgens stelt Thialf hem voor een keuze. Bij een bezoekersaantal tot vijfhonderd kan er een kleinere ruimte worden gehuurd. Kosten noch moeite worden gespaard voor wat betreft de promotie en de boeker huurt het ijsstadion af. Er rijden speciale bussen in de regio om mensen naar Heerenveen te brengen en weer naar huis. Toch is het niet het succes waar hij op had gehoopt en het zal de genadeklap vormen voor zijn boekingsbureau. Er komen slechts een paar honderd man af op het evenement en we verdrinken bijna in het ijsstadion. Op het programma staat The Bintangs, The Searchers en The Sweet. Ik hang die avond vooral de beest uit met kameraad Willem en heb in de bus terug sjans met een meisje uit ons dorp. Het wordt echter helemaal niks tussen ons. Daarvoor ben ik, in vergelijking met haar, nog té jong en te onervaren hoewel ze slechts een jaar of twee ouder is.

Een week later heb ik net de nieuwe banden om de Solex gekregen en dat wil ik vieren met een testritje naar Leeuwarden en terug. Ik ben ruim een jaar ervoor lid geworden van ECI en dat betekent dat je iedere drie maanden een boek of cd moet bestellen. Als je het niet doet, heb je de aankoopverplichting van het kroonboek. Het is allemaal begonnen met een aantrekkelijke aanbieding, maar het cd-aanbod is karig bij ECI en ik heb geen belang bij de boeken. Het wordt steeds meer een sleur om een cd naar mijn gading te vinden en volgens mij neem ik deze middag de cd mee met muziek uit 'Met Het Oog Op Morgen'. 'Airport Song' van Magna Carta is één van de voornaamste redenen, de rest van het album bevalt me niet echt buiten 'On My Way To L.A.' van Phil Carmen. Ook ga ik langs bij iemand waarvan ik een advertentie in de krant heb gelezen. Ik kom voor singles, maar de man heeft enkel elpees in de aanbieding. Best mooi werk voor stevige prijzen, maar ze zijn het waard! Toch zie ik het niet zitten om elpees mee te nemen op de Solex en dus ga ik verder naar de tweedehands winkeltjes. Daar koop ik de laatste drie singles uit deze aflevering van 'Het zilveren goud'. Woensdag ga ik verder met de eerste zeven singles uit een gigantische partij die ons gaat bezig houden tot halverwege mei. Later meer daarover!

1726 I Didn't Know I Loved You-Gary Glitter (NL, Bell, 1972)
1727 April Love-Pat Boone (Duitsland, ABC, 1976)
1728 Giving It All Away-Roger Daltrey (NL, Track, 1973)
1729 The Innocence Of Youth-Mark Foggo (NL, Boni, 1984)
1730 Suzanne-Leonard Cohen (NL, CBS, 1969)
1731 Tank Esso Mix-The Shoes (NL, Esso, 1968)
1732 Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band-The Beatles (NL, Parlophone, 1987)

Pat Boone is een vreemd geval en ik heb spijt dat ik de plaat alweer terug heb gezet. Het plaatje is ter promotie voor een voorjaarsshow gebruikt en heeft daardoor een 'oversized' hoesje meegekregen. De plaat is in 1976 in Duitsland met een fotohoesje uitgebracht, maar het is een Nederlandse firma. Wellicht nog eens iets voor later. Mark Foggo heeft Friesland in 1984 alweer verlaten, maar is nog altijd een soort van 'local hero'. Foggo komt in 1979 vanuit Engeland naar Nederland en vooral de single 'New Shoes' (1981) is een cult-klassieker. Hij introduceert de 2Tone-ska in ons land. 'Tank Esso Mix' is eveneens een reclameplaatje. Ik heb het intro ooit nog voor een jingle gebruikt: het starten en laten brullen van een Puch-motortje. Verder is het 'Farewell In The Rain' met een alternatieve Nederlandse tekst om de brandstofproducten van Esso aan de man en vrouw te brengen. Ik heb zojuist een Engelsman op 45cat verzekerd van het feit dat 'Sergeant Pepper' in 1987 in ons land als single is uitgebracht. Het is niet helemaal nieuw, want in Engeland is het in 1978 als bonus bij een box-set geleverd. Twintig jaar na de originele release brengt EMI dan eindelijk het album uit op cd en dat is voor menig muziekliefhebber het moment om over te stappen van vinyl naar het zilveren schijfje. Toch levert het deze vinylsingle op en in mijn herinnering heeft het onderaan in de Nationale Hitparade gestaan. Ik hoor het plaatje namelijk op een donderdag bij de Tros en weet zelfs de datum nog te herinneren: 2 juli 1987. Het is de trouwdag van mijn zus en ik hoor het nummer voor het eerst voordat we naar de ceremonie gaan.