woensdag 4 september 2019

Het zilveren goud: augustus 1994 deel V



Mijn eerste bezorgdag na de vakantie. Niet dat het méér ontspannen is om te sorteren maar op een bezorgdag realiseer je jezelf pas echt dat de vakantie voorbij is. Mijn collega heeft zijn laatste week vakantie en daardoor ben ik vandaag en zaterdag in Oosterboer, uiteindelijk mijn favoriete wijk in Meppel. De lucht huilt tranen van geluk dat ik weer terug ben. Ik ben doorweekt als ik klaar ben met bezorgen en tot aan mijn sokken en ondergoed aan toe. De accu van de elektrische fiets is plat maar ik heb ook ontdekt dat de wind erg gunstig is voor de terugweg. Met andere woorden: Ik ben met de motor uit naar Uffelte gefietst en eigenlijk is dat niets zwaarder dan de Puch in Sleen. De fiets is in mijn afwezigheid helemaal nagekeken en afgesteld. Hij loopt nu zwaarder en komt qua topsnelheid niet meer boven de 23, maar daar kan ik prima mee leven. Als ik naar aanleiding van de klacht over de bus (of het ontbreken ervan) in Dwingeloo een gratis dagkaart krijg, zeg ik meteen: ,,Daarvan gaan we nog eens naar Groningen". Niet in de laatste plek omdat het een 'verre' reis is en ik de kaart optimaal wil benutten. Op de laatste dag van mijn vakantie in 1994 ga ik met de laatste zomerzwerfkaart naar Groningen en het resultaat daarvan ga ik vandaag met jullie delen.

Groningen is allesbehalve een wereldreis en toch kom ik er incidenteel. Ik denk dat de dienstkeuring de eerste keer is geweest voor mij. Buiten een vreugdedrankje om op het terras kom ik dan niet in het centrum. Ik heb tijdens de vakantie vijf kaartjes gebruikt en heb nog eentje over die binnen onafzienbare tijd verloopt. Zo komt Groningen in zicht. Toch heb ik nog een extra 'boodschapje'. Doordeweeks lezen we in huize Louwsma de Leeuwarder Courant maar op zaterdag wordt traditioneel de Telegraaf gekocht. Ik speur vooral in de advertenties. Als kind om mijn autokennis op te vijzelen en later op zoek naar platenwinkeltjes. Zo adverteert in 1994 iemand met een jukebox-winkel in Zuidhorn. Dat wordt de eerste stop maar ik kan de betreffende winkel niet vinden. Dan maar verder naar de stad. Ik heb geen oog voor de architectuur in het centrum van Groningen. Het toeristische bezoek bestaat enkel uit het zoeken en vinden van kringloopwinkels en winkels in tweedehands platen. En na afloop moet daar natuurlijk op worden gedronken. Het is zo dat ik voor het eerst in de Ierse pub kom. Ik ken de Guinness van de folk-club in Sneek en hier hebben ze Kilkenny dat me eigenlijk beter smaakt. Anderhalf jaar later, tussen kerst en oud en nieuw in 1995, ben ik opnieuw in Groningen en doe ik een kleine herhaling van de winkels waar ik in 1994 ben geweest.

In 1996 volg ik een cursus 'Journalistiek Schrijven' dat in Groningen wordt gegeven. De eerste middag ga ik zo vroeg mogelijk weg uit Sneek om op tijd in Groningen te zijn. Ik moet immers ook nog zoeken waar de cursus precies wordt gegeven. Ik heb niet meer dan een adres. Ik heb het zo goed aan tijd dat ik eerst ook nog maar een Kilkenny ga drinken in de Ierse pub en té lang in platenzaken blijf hangen. Dan ga ik op het laatst toch op pad maar ik heb de beschrijvingen in de Ierse pub niet goed onthouden en loop wel vier keer hetzelfde blokje om als ik ontdek dat ik een straat té vroeg ben. De receptioniste in het gebouw is verbaasd. ,,Maar, meneer, de cursus begint om vijf uur. Ik denk dat ze al bijna klaar zijn". Zo stap ik een beetje gekleurd het lokaal binnen. Wellicht met een lichte bierlucht in mijn adem, een rugzakje met platen en krentenbollen en het is meteen duidelijk dat mijn verschijning schril afsteekt bij die van de andere cursisten. Onze docent vindt het echter wel vermakelijk. Hij leert dat je niet op een eerste indruk moet af gaan want een paar weken later doe ik hem versteld staan door een bericht aan te leveren waar hij, een zelfbenoemde pietlut, niets op kan aanmerken of corrigeren. Het is de laatste keer dat ik naar de cursus ga nadat ik een pintje heb gedronken en na afloop moet ik toch wel een beetje haasten om op tijd weer bij het station te zijn.

Het is in die tijd een traditie dat een clubje vrijwilligers van Het Bolwerk naar het Noorderslag-festival in Groningen gaan. Dit is in 1994 nog de tweede zaterdag van de maand en Eurosonic staat dan nog in de kinderschoenen. Ik word in januari 1997 gedetacheerd bij de Popkelder, de Sneker muziekoefenruimte welke is gelieerd aan Het Bolwerk. Ik krijg meteen de eerste dag de uitnodiging van Jan om mee te gaan naar Groningen. Ik heb daar wel oren naar want The Gathering is één van de hoofdacts. Als we in het busje zitten naar Groningen blijkt dat Het Bolwerk geen vrijkaartjes meer over heeft en dat het erop lijkt dat de avond is uitverkocht. Ik kan dus in eerste instantie niet mee naar binnen en loop een beetje teleurgesteld naar de Ierse pub. Onder het genot van een Kilkenny doe ik mijn verhaal. Plots steekt een van de toehoorders zijn hand in de binnenzak van de jas. ,,Ik heb dit kaartje gekregen maar heb eigenlijk niet zoveel zin om te gaan. Geef mij een geeltje en je kan naar binnen". Zo maak ik dus alsnog Noorderslag mee en het concert van The Gathering. Ook zie ik hier voor de eerste keer Total Touch. Eerste keer? Ja, ik ben later in 1997 nog eens speciaal een weekend naar de omgeving van Steenwijk (en de caravan) geweest om Trijntje te zien playbacken in een lokale discotheek.

Past het nog op de vingers van twee handen? Ik denk het wel! Ik geloof dat tussen Noorderslag in 1997 en A Silver Mt. Zion in april 2010 een gat zit waarin ik niet in Groningen ben geweest. Die laatste keer kom ik alleen voor het concert en loop na afloop geheel voldaan met elpees onder de arm terug naar Simplon. Ook toen ben ik verder niet de stad in geweest. Moet ik de paar keer meerekenen dat ik op de fiets door Groningen ben gekomen? Hoe je het ook wendt of keert: Als ik in Groningen kom, heeft het voor mij altijd een hoog gehalte van een schoolreisje. Ik heb nog geen concrete plannen over wanneer ik naar Groningen zou gaan. De Ierse pub en Kilkenny sla ik in ieder geval over en ik denk dat ik geen van de bezochte winkels meer terug zal vinden. Buiten platenspeciaalzaak Elpee om want dat is immers een begrip in Groningen.

1932 When Will I See You Again-The Three Degrees (UK, Philadelphia, 1973, re: 1978)
1933 Go Back-Crabby Appleton (NL, Elektra, 1970)
1934 Don't Ha Ha-Casey Jones & The Governors (NL, RCA Victor, 1965, re: 1976)

We beginnen de reis echter met de laatste drie platen van de tocht op de Solex waarbij ik ontdek dat de lekkende jerrycan een bodem benzine in de tas heeft gelekt. Three Degrees is de laatste single uit Gorredijk. Heerenveen heeft op donderdag koopavond en dat betekent dat ik terug kan rijden voor de laatste twee singles van de dag. Die koop ik bij Sunshine Records: Het moederschip van Sunrise in Sneek dat dan al een paar ter ziele is gegaan. Ik denk dat het voor mij de laatste keer is geweest in de platenwinkel. Sunshine bestaat volgens mij nog steeds en het is nu een smart- en growshop. Ik ben in 2007 nog eens met een vriend daar geweest omdat hij iets nodig was voor zijn thuiskwekerij. Ik heb al vaker gezegd dat ik meen dat ik in die tijd mijn aanwinsten op kladpapier heb geschreven en dat ik eerst weer nieuwe kaartjes moest kopen voor de kaartenbak. Ik ben op deze dag niet helemaal zeker ervan of ik al zo ver ben, maar ik wil 'Go Back' van Crabby Appleton als de 2000e single noteren. Ik 'mis' nog altijd platen die ik in die tijd heb gekocht maar, nee, ik zou de 1933 met geen mogelijkheid tot 2000 kunnen uitroepen. Ik heb Casey Jones inmiddels ook op de originele Golden 12 en ik moet nog altijd beide opnames eens naast elkaar leggen. Als ik het vergelijk met een Duitse heruitgave uit 1977 dan is deze Nederlandse vermoedelijk de onuitgebrachte stereo-opname van de originele plaat. Ik heb hem ook op Bellaphon en dat is duidelijk een nieuwe opname.

1935 Baby I'm A Want You-Bread (US, Elektra Spun Gold, 1971, re: 1972)
1936 Three O'Clock Flamingo Street- David McWilliams (België, Major Minor, 1970)
1937 Abracadabra-Steve Miller Band (NL, Mercury, 1982)

Elektra laat er geen gras over groeien. Slechts een jaar na de originele release van 'Baby I'm A Want You' ligt deze Spun Gold-uitgave in de winkel. Op de keerzijde een nóg recenter nummer: 'Everything I Own'. Toch moet ik erkennen dat mijn persing van de late jaren zeventig of wellicht jaren tachtig is. Het catalogusnummer is dan nog dezelfde als uit 1972. Steve Miller Band koop ik bij een kringloopwinkel en ik kan me niet herinneren welke andere singles ik daar zou hebben gekocht. Wel weet ik dat ik deze dag in Groningen 'On The Threshold Of A Dream' van The Moody Blues op elpee heb gekocht. Helaas zonder het boekwerk in de klaphoes maar deze zal ik over een paar jaar in Mossley treffen.

1938 Ain't It A Sad Thing-R. Dean Taylor (Duitsland, Rare Earth, 1971)
1939 Senses Working Overtime-XTC (NL, Virgin, 1982)
1940 Take To The Mountains-Richard Barnes (NL, Philips, 1970)

Ik heb XTC in mijn systeem staan als zijnde een Duitse persing. De Nederlandse Virgin maakt namelijk geen plastic labels. Toch staat de STEMRA vermeldt onder de GEMA (het Duitse equivalent) en lijkt het erop alsof de single niet in Duitsland is uitgegeven. Richard Barnes heb ik gisteravond nog gedraaid in een vinyl-editie van 'Tuesday Night Music Club', de plaat staat op 99 in mijn top 100 van bestverkochte singles in Engeland gedurende de dertien zomerweken van 1970. Overigens is Richard Barnes de eerste uit Harlingen en de opbrengst daarvan gaan jullie de komende twee woensdagen meemaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten