vrijdag 13 september 2019

Huiswaarts mars!



Therapeutisch schrijven... mag dat? Van mij in ieder geval wel. Het is bijna twee jaar geleden dat ik ben gaan kijken naar mijn levenswandel van twintig jaar ervoor en het heeft gemaakt dat ik voor eens en voor altijd heb 'gesproken' over bepaalde dingen. Het voelt zelfs alsof ik de dingen 'een plek' heb gegeven sinds de publicatie van het bewuste bericht. Over de zomer van 1999 is veel te berichten, maar dat heb ik al een aantal malen gedaan op Soul-xotica. Zo is de vakantie in 1999 legendarisch dankzij de zonsverduistering. 'The summer of love' van 1967 en het originele Woodstock van 1969 is ver voor mijn geboorte, maar ik beschouw de zomer van 1999 als mijn persoonlijke 'Summer of love'. Alles lijkt mooi, zacht en lief te zijn in deze zomer en dat heeft niet alleen te maken met de groene inhoud van de sigaretjes. Toch zal dezelfde zomer een keerpunt worden voor mij. Iets waar ik nog geen weet van heb als ik met de bus naar Hull ga vóór de vakantie, maar iets dat definitief is geworden als ik terug ga naar Mossley: We komen zeer binnenkort weer terug in Nederland. Mijn dagen in Engeland zijn geteld. Laat me terug gaan naar een tijd waarin ik enerzijds met de benen op de grond kom maar aan de andere kant ook weer achterlijk aan het zweven ben.

Ik leer op het Dicky Woodstock-festival van 1998 Kees kennen. Als ik de Kees van 1998 moet omschrijven dan klinkt dat als 'een man in zijn midlife crisis die van zijn pa in 1968 geen hippie mocht zijn en het dertig jaar later na een forse burnout nog eens dunnetjes overnieuw doet'. Toch ziet hij twee jaar later wel in dat zijn vader wellicht gelijk heeft gehad want het 'vrije leven' is ook niet aan hem besteed. Als bewoner van een idealistische commune zweef ik eveneens volop. Wij, de mensen in de groep in Mossley, gaan langzamerhand deze wereld leren hoe je met elkaar moet leven. Althans, dat is mijn mening en niet die van de anderen in de commune. De Friese broers en Des completeren de vakantie van 1998. Een gezamenlijke voorliefde voor muziek, gezelligheid rond het kampvuur en wat lekkers te roken. In de zomer van 1999 verblijf ik eerst een paar dagen thuis bij mijn ouders en ga dan voor een week naar Kees. Aansluitend is het Dicky Woodstock-festival en daarna ontstaat erg spontaan het idee om de totale zonsverduistering op te zoeken in Duitsland. Ik drink op de boot terug naar Hull nog een zwaar Engels biertje en dat gaat een uur later de toiletpot in. Ik ben de drank even helemaal zat geworden en besluit een tijdje zonder te gaan. Ik vraag me nu oprecht af of ik tijdens de laatste weken in Mossley nog wel eens een biertje heb gedronken? Het kan zomaar zijn dat ik nuchter ben gebleven.

Heb ik alle reden om op een wolk te leven in 1999 en erover na te denken hoe de wereld te veranderen? Nee, ik zit zelf nog met een enorm probleem dat alleen maar minder wordt. Daarvoor moet ik terug naar de berichten uit de eerste weken van 2018. De eerste weken in York is het eigenlijk best 'feest'. De pinautomaat blijft me onbeperkt geld toeschuiven hoewel ik wel weet dat dit niet kan kloppen. Zoveel geld heb ik niet meer gekregen van de sociale dienst ondanks het feit dat mijn vakantiegeld erbij in zit. Als op de bewuste middag in York mijn pinpas wordt ingeslikt met de mededeling dat ik contact moet opnemen met de Rabobank weet ik eigenlijk wel wat er me boven het hoofd hangt. In Nederland heb ik geen recht op krediet en zodra de teller op nul staat, krijg ik geen dubbeltje van de bank. Voor het buitenland is geregeld dat je duizend gulden extra kan pinnen om je niet in verlegenheid te brengen bij pech tijdens een vakantie. Er komt geen loon meer binnen op mijn rekening en verdien té weinig in Mossley om het tekort aan te vullen. Bovendien krijg ik iedere drie maanden een klap rente erover heen. In de zomer van 1999 zit het al rond de 1400 gulden en dat gaat vanaf nu erg hard. Tijdens de eerste week bij Kees komt de situatie ter sprake. ,,Daar moet je echt iets aan doen voordat het een levensgroot probleem wordt", is zijn advies. Hij begrijpt ook helemaal hoe belangrijk het idealisme voor me is en biedt daarbij zijn hulp aan. Als ik nu eens binnenkort een paar weken bij hem kom 'logeren' en een paar krantenwijken neem...? Dan zou ik binnen een paar maanden de schuld helemaal kunnen aflossen. Anno 2019 denk ik dat wel een jaar moet bezorgen om 700 euro bijeen te krijgen. Eén ding is klaar als een klontje: Er verandert niets aan de situatie als ik in Mossley blijf hangen. Sterker nog: Het wordt alleen maar erger.

Ik ga dus terug op de boot naar Hull met het idee dat ik binnenkort weer in Nederland ga wonen om eerst de schuld weg te werken en daarna verder mijn idealisme ga uitventen in het Poolse Lublin. Anno 1999 is het internet nog erg beperkt en lopen de indrukken van Lublin uiteen van een pijpenla en een soepkeuken voor daklozen tot een gigantisch complex dat is te vergelijken met Mossley. Google laat me zien dat het anno 2019 het laatste is. Dit is een indruk van het meubelmagazijn. De illusie om naar Polen te gaan zal ik uiteindelijk in februari 2000 helemaal verliezen maar het zal in eerste instantie voelen alsof ik op doorreis ben. Hoe is het gesteld met Mossley in de zomer van 1999? De verbouwing is achter de rug en heeft een twintigtal nieuwe kamers gerealiseerd. Dat betekent dat de gemeenschap explosief groeit. Ook nemen we de nieuwe keuken en eetzaal in gebruik en dat is voor mij het begin van het einde. De oude keuken had zo zijn charmes. Je zat samen aan twee lange tafels naast of tegenover elkaar. Je kon niet lang ruzie hebben met iemand want je zou hem binnen een paar uur treffen in de keuken. De nieuwe opzet heeft meerdere kleine tafels met ruimte voor vier mensen en verspreid over een grote ruimte. Je krijgt 'clubjes' mensen en dat is bij mijn laatste bezoek in 2001 zo erg dat ik durf te wedden dat sommige bewoners nog nooit met elkaar hebben gesproken. In dat opzicht is de zomer van 1999 ideaal om Mossley te verlaten. Ik beschouw het kleinschalige als het hoogtepunt van Mossley.

Op dat moment verblijft ook Zuid Afrikaanse John in Mossley. Een blanke Afrikaan met een Engelse achternaam die nog wel eens een beetje Nederlands probeert te spreken. Het is deze John die me vertelt over de Nederlandse communes en het feit dat je, als Nederlander, een uitkering mag ontvangen tijdens je verblijf. Voor de goede orde: Het heeft niet mijn voorkeur, maar... met twee maanden uitkering heb ik totaal 2800 gulden waarvan ik de schuld ineens kan weg werken en dan hou ik een spaarpotje voordat ik terug het idealisme (en de bijbehorende armoede) in ga. Het klinkt als een meesterplan. Het is nu alleen de vraag waar ik terecht kan. De meeste gemeenschappen zien het uitkeringsverhaal niet zitten en het is uiteindelijk eentje dat toe hapt. Hoewel niemand in mijn stampub Tollemache Arms me wil geloven, vertrek ik op 11 oktober 1999 uit het Engelse stadje. Ik kom nog eenmaal terug tijdens de 'Monstertocht' van 2001 en dan is duidelijk dat ik niets meer heb te zoeken in de commune in Mossley. Later in hetzelfde jaar zal mijn laatste beetje Emmaus-idealisme helemaal de grond ingeboord worden, maar dat is weer een ander verhaal.

Toch een kleine link met muziek? De bijbehorende soundtrack van deze tijd komt van Steely Dan. De zaterdag na de zonsverduistering hoor ik 'Can't Buy A Thrill' van Steely Dan en een week later, in Engeland, koop ik een cd met de grootste hits van Steely Dan. 'Dirty Work' en 'Midnite Cruiser' zijn vooral nummers die ik in deze tijd grijs zal draaien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten