maandag 30 oktober 2017

Raddraaien: Stray Cats



Morgen is de laatste dag van de maand en ik heb nog vier berichten te gaan om oktober tot een goed einde te brengen. Wat gaan we daar aan doen? Welnu, ik heb nog twee platen in de oude serie 'Raddraaien' welke ik vanavond tot een besluit ga brengen. Ik kan dan in november van start gaan met een schone lei. Dat betekent dat ik jullie eerst een jaren tachtig-plaat ga voorschotelen en straks nog eentje uit de jaren zeventig. Aansluitend kan ik dan bezig met het opstellen van de nieuwe lijst, want de rubriek blijft 'geven' en dus ga ik stug door met 'Raddraaien'. Nu zet ik eerst de huidige veertigste single uit de tiende jaren tachtig-bak centraal: 'Rock This Town' van Stray Cats (1981).

Waar en wanneer? Gedurende de jaren negentig zijn mijn gevoelens tegenover de jaren tachtig erg gecompliceerd. Naarmate het decennium verstrijkt, laat ik langzaam wat jaren tachtig binnen in de verzameling maar het moeten dan échte favorieten zijn. Vanaf 2003 krijg ik méér nostalgische gevoelens bij de muziek uit de jaren tachtig en kan ik het scheiden van de persoonlijke gevoelens over deze tijd. In sommige gevallen is de herinnering niet erg pijnlijk en daar is deze van Stray Cats een fraai voorbeeld. Ik ben zes jaar oud als dit plaatje hoog op de vaderlandse hitparade staat en dan neemt mijn educatie net de eerste vormen aan. Ik voel me minder 'eenzaam' bij Stray Cats dan bij menig plaat uit 1984 of 1988. Het is pas in 2003 dat ik weer vrijuit kan luisteren naar jaren tachtig-platen. Ik twijfel of ik de single op de 'Pikkepoelie', de overdekte vlooienmarkt in Steenwijk, of bij 'De Gouden Kikker' heb gekocht. Zeker is wel dat dit in februari 2005 is geweest. In geval van de 'Pikkepoelie' ga ik die middag naar Zwolle, waar het carnaval aan de gang is, om enkele nieuwe elpees te kopen. Na afloop drink ik biertjes in de kroeg die ik een jaar ervoor een paar keer heb leeg gedraaid met mijn oorverdovende rock'n'roll. De klandizie kwam voor Elvis en niet voor The Dirtbombs!

Dat ik een plaat uit 1981 pas in 2003 leer waarderen, is op zichzelf geen vreemd gegeven. Het lijkt sinds een paar jaar te zijn gestopt of ik moet een huidige 'revival' van gabberhouse of Britpop over het hoofd zien. Een 'revival' vindt doorgaans twintig jaar later plaats. In 1976 barst de rock'n'roll-revival los met verzamelalbums op K-Tel en lieden als Hank Mizell op de hitparade. In de jaren tachtig staan compilaties van Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick & Tich en Petula Clark tussen elpees van de Dire Straits en Tina Turner in de albumlijsten. In de jaren negentig is het de jaren zeventig-disco en in de nieuwe eeuw de jaren tachtig. Engeland kent daarentegen een paar eigen 'revivals' omstreeks 1979. Tussen de punk enerzijds en de stadionrock anderzijds is opeens plaats voor Northern Soul, Mod en ook rockabilly. In 1979 zijn bepaalde jongeren voortdurend aan het sneupen tussen vodden voor hun 'look', die van de 'teddy boys' uit de jaren vijftig. Klassieke pakken met een zwart leren jack als rebelse ondertoon. Het haar wordt lang genoeg behandeld zodat er een krul op het voorhoofd verschijnt. De 'teddy boys' inspireren uiterlijk weer de Mods en dus is het niet gek dat in 1979 wordt terug gegrepen naar deze kledingstijl. Op Long Island in New York speelt in 1979 een trio dat zich direct laat beinvloeden door de archieven van Sun Records uit de jaren vijftig. Het bouwt wel snel aan een schare fans op lokaal niveau, maar de heren spitsen de oren als ze horen wat daar in Engeland gaande is. Dat klinkt als 'brood op de plank' voor de band en het trio besluit de oversteek te wagen.

Stray Cats wordt in 1979 opgericht door zanger-gitarist Brian Setzer, contrabassist Lee Rocker en drummer Slim Jim Phantom. De naam is eerder gebruikt in de films 'That'll Be The Day' (1973) en 'Stardust' (1974) en, alvorens het trio besluit om deze naam te nemen, speelt de groep als The Teds, The Tomcats en Brian Setzer & The Tom Cats. De groep ontketent niet alleen een rockabilly-revival als het in Engeland arriveert, maar het trekt ook de aandacht van vele muzikanten en platenmaatschappijen. Virgin, Stiff en Arista vechten om de groep binnen te halen en de laatste wint de rechten voor Engeland. Robert Plant, Keith Richards en Dave Edmunds zijn enkele beroemde namen die vanaf het eerste moment 'fan' zijn van de groep en optredens bijwonen. Edmunds heeft in het bijzonder erg veel interesse om te werken met de groep en hij produceert de eerste langspeler van Stray Cats. Het album slaat in als een bom en levert met 'Runaway Boys' en 'Rock This Town' een paar gigantische hits af. Stray Cats zal dan nog twee albums maken die kwalitatief niet onder doen voor het debuut en die beide goede recensies krijgen, maar het levert niet de gewenste verkoopresultaten op. In 1984 is de groep feitelijk nog altijd op een hoogtepunt als er meningsverschillen ontstaan. De groep gaat tijdelijk uiteen, maar zal in de daaropvolgende vijfentwintig jaar vele reünie-optredens doen en ook verschijnt er nieuw werk. EMI-America heeft de Amerikaanse rechten van Stray Cats en brengt in 1983 een album uit dat het beste van de eerste twee Engelse elpees bevat. Ook daar heeft de groep alsnog veel succes.

Brian Setzer is de eerste die de stekker uit Stray Cats trekt. Hij zal kort daarop tijdelijk afscheid nemen van de rockabilly en zich meer toeleggen op 'rootsy' Americana. Phantom en Rocker staan op het podium en in de studio met uiteenlopende muzikanten als Bob Dylan, Keith Richards en The Honeydrippers van Robert Plant. De rock'n'roll en rockabilly van vóór Stray Cats is in Engeland een beetje knullig geweest door toedoen van groepen als Showaddywaddy en The Darts. Stray Cats combineert in kledingstijl de 'teddy boy'-look met punk-elementen en bovendien is het spel van Lee Rocker onnavolgbaar voor menig Engelse bassist. De invloed reikt verder, want nog immer zijn er psychobilly-groepen die Stray Cats als inspiratiebron rekenen.

Voor mij is Stray Cats vooral de band in Toppop met die vreemde 'staande gitaar'. Ik ben zes jaar oud en heb dan nog niet eerder een contrabas gezien. Behalve Frank Noya in 'De Film Van Ome Willem', want die bespeelt eveneens het instrument. Ik zie trouwens net dat hij precies een jaar geleden op 82-jarige leeftijd is overleden. Ik denk dat de grote staande gitaar eerder opvalt tussen de synthesizers en Penny De Jager-dansers in Toppop en dat het daarom extra indruk heeft gemaakt. Ik heb in de jaren 2005 en daarna veelvuldig gebruik gemaakt van de single want het is geheid feest als je deze los laat op het uitgaanspubliek. Ook bij de radio gaat het er altijd in als Friese kruidkoek!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten