woensdag 25 oktober 2017

Week Spot: J., J. & G.



Vandaag toch maar even de schade inhalen. Vanavond vanzelfsprekend weer een aflevering van 'Het zilveren goud' en dan zit ik weer op schema. Ik mag tot dinsdag één bericht 'morsen' zodat ik die dag de Week Spot en de 'Eindstreep' kan publiceren. Op zichzelf ga ik een 'rustig' weekend tegemoet zonder een show op zaterdag, dus zou ik die avond eigenlijk nog wel kunnen schrijven. Waarschijnlijk doe ik zondagmiddag om drie uur (onze tijd) een 'Do The 45' op Wolfman Radio, want ik wil de nieuwe dingen laten horen. Vanmiddag zijn de vier Marktplaats-singles binnen gekomen en het is niet te geloven: De platen zijn stuk voor stuk in een topstaat! Ik ga vandaag evenwel het nummer aan jullie voorstellen dat sinds ontvangst minstens één keer per dag op de draaitafel heeft gelegen. Eentje die erom smeekt om Week Spot te worden, maar ik voorzie ook een 'lastig' verhaal. Een Youtube-uploader geeft me echter een paar handvaten en daarmee kan ik aan de slag. De kersverse Week Spot is 'That's What I Get (For Loving You)' van J., J. & G. (1972).

Ik heb het altijd over de 'soul-wereld', maar weet van collega-verzamelaars en dj's dat het in de reggae, ska en rockabilly (om een paar stijlen te noemen) niet anders is. Iedere 'scene' heeft haar 'snobs'. In alle gevallen gaat het immer om het zeldzame origineel ook al klinkt deze als spekjes in de koekenpan. Voor bootlegs wordt de neus opgehaald. Let wel: Ik heb het dan over de nieuwere reproducties waarbij het duidelijk te zien is dat het niet om het origineel gaat. 'Counterfeits', vervalsingen in keurig Nederlands, is een smerige handel. Dat lokt vele euro's, ponden en dollars uit de zakken van verzamelaars om erachter te komen dat je een 'nepper' hebt gekocht met een waarde van vijf euro. Maar goed, ik ben verder niet van plan om vandaag heel diep in te gaan op de bootleg-handel. Aanleiding is wanneer ik de nieuwe aanwinsten van vandaag beluister en ik de puntgave Rare Gems Odyssey hoor voor een prijs waarvoor je in Engeland helemaal niks hebt. De eigenlijke waarde ligt vier tot vijf keer boven de betaalde prijs en, nee, dat is niet een paar euro. Menig Marktplaats-'klant' zou dat niet bieden voor een single. Meer daarover in een latere 'Singles round-up' en wellicht in de Week Spot van volgende week. J., J. & G. valt niet in bovenstaande categorieën. Mark schrijft de prijzen met potlood op de neutrale hoesjes en zo zie ik dat hij tien pond heeft gevraagd voor deze single. Veel méér klasse kun je je eigenlijk niet wensen, maar dan opnieuw... voor de Northern Soul-gasten is het veel té moeilijk!

'That's What I Get' is een 'builder' zoals 'Under The Spell' van Burke Family, 'Guessing Again' van Vicki Collins en 'I Can See The Hurt' van Gale Eason. Er komt praktisch geen einde aan! Net als bij Vicki Collins heeft het een terugkerend stukje dat je als refrein zou kunnen interpreteren, maar het klinkt iedere keer anders. Tussen die stukjes door is het ook één groot avontuur. Je weet nooit welke kant het nu gaat op draaien. Het is geen '100 miles-per-hour stomper' voor de Northern Soul en die moeten doorgaans niets hebben van wiskundige crossover en sweet soul. Maakt niet uit, ik maak radio en daar werkt het uitstekend, hoewel ik meer progressieve soul-dj's ken die zoiets durven los te laten op de dansvloer. Geen idee hoe je daar op moet dansen. Of toch wel? In 1997, binnenkort meer daarover, bezoek ik een aantal drum & bass-feesten en ook daar volg je, in principe, de vierkwartsmaat zonder je iets aan te trekken van het 'geklungel' binnen die vierkwartsmaat. Er wordt in de jaren negentig vooral geput uit jazz-platen. Wat dat eerdere betreft ben ik gelukkig met mijn radioshow. Ik hoef de mensen niet op de dansvloer te lokken, ze kunnen gewoon vanuit hun leunstoel luisteren naar de fraaie platen.

J., J. & G. heeft haar roots in Washington. In 1958 formeren John King, James 'Jimmy' Falwell, Gilbert Farrell en de gebroeders Oliver en Gerald Crosby de band The Velons. De leden zitten dan nog gewoon in de schoolbanken en dus duurt het een decennium voordat het professioneel wordt. De Crosby's hebben het schip dan al verlaten en James 'Buddy' Owens stapt over van The Versatiles naar The Velons. In 1968 is de Vietnam-oorlog de angst van menig Amerikaanse tiener. Het is ook de tijd dat de 'Vietnam-discs' op gang komen. The Velons willen de strijdmakkers een hart onder de riem steken middels de single 'Why Don't You Write?'. Dat verschijnt in 1968 op het kleine BJM-label. 'That's What Love Can Do' is de titel van de tweede single die in 1968 verschijnt en beide platen zijn enkel regionale hits. Zanger Jean Quander voegt zich in 1969 bij de groep en dat begint met de opnames van een elpee. Deze zal echter nooit het daglicht zien en in datzelfde jaar gaat The Velons uit elkaar.

Falwell, King en Farrell bereiken in 1972 wat The Velons niet is gelukt met haar twee singles. Het zijn deze John, Jimmy en Gilbert die verantwoordelijk zijn 'That's What I Get'. De plaat verschijnt aanvankelijk op het TEC-label (van de Direct Current-single uit een vorige 'Singles round-up'), maar dan verschijnt Atlantic in het verhaal. Dat wil, zoals bij veel platen uit de jaren zeventig, eerst uitproberen of de plaat genoeg wordt opgepikt door radiostations. Er verschijnt dus een promo met alleen dit nummer. Op één kant de stereo-opname zoals de klant het later zal kopen, de andere kant is mono voor de AM-stations. Blijkbaar zijn de reacties lovend want Atlantic gaat over tot een officiële uitgave. Daar strandt het project evenwel, want de hitparade is te hoog gegrepen voor deze plaat. Buddy Owens neemt in 1972 een single op voor BJM, maar deze blijft op de plank liggen. De uploader op Youtube heeft het erover dat The Velons 'tijdelijk' uit elkaar is gegaan. Toch eindigt het verhaal bij de video in 1972 en ik ben daar content mee. Hoe vaak kan ik twee alinea's vol feitelijke informatie schrijven over een Week Spot? Dat bedoel ik!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten