woensdag 25 januari 2017

Raddraaien: Gary Brooker



Over een paar maanden bestaat ook 'Raddraaien' vijf jaar. Wat dat betreft heeft de lokale bakker een goede klant aan Soul-xotica. Of, moet ik zeggen, de dichtstbijzijnde bakker? Uffelte heeft natuurlijk helemaal niks op dat gebied en dan zit je al snel in Diever of Havelte. 'Raddraaien' begon waar '20 Years Ago Today' in 2012 ophield. Anno 2017 heb ik 'Raddraaien' én 'Het zilveren goud', dus het balletje is rond na vijf jaar. 'Raddraaien' heeft me veel geleerd. Van hoe-het-nu-ook-alweer-zat met Elki & Owen & The Rimramband tot een obscure Ken Bee die opeens helemaal niet zo obscuur blijkt te zijn. Soms wil het me met de billen bloot hebben en vandaag is weer zo'n dag. De opdracht is eenvoudig: De tiende single uit de derde jaren zeventig-bak. Daar staat Freddy Breck te staan met zijn 'Überall Auf Der Welt', gewoon omdat ik té laf ben om het in de kliko te gooien. Moet ik dáár over schrijven? Ik denk dat deze bekentenis genoeg straf is en ga vervolgens voor de twintigste single in die bak. Dat ziet er een stuk beter uit! Als we het over 'radioklassiekers' hebben, dan is dit er eentje van. Ideaal om een show mee af te trappen, genoeg 'links' te bedenken voor een tweede plaat (de laatste keer was dat een titel van Jefferson Airplane) en ook zeer geschikt voor toilet- en koffiebehoeften want de single duurt omstreeks vijf minuten. Het is duidelijk: 'Fear Of Flying' van Gary Brooker mag vanavond 'Raddraaier' zijn.

Waar en wanneer? Goed als ik nog een kop koffie inschenk en nog eens diep ga nadenken? Op een ene of andere manier wil het me even niet te binnen schieten, maar ik móest het weten. Hou maar op... Ik blijf uitkomen bij de platen- en cd-beurs in De Meenthe in Steenwijk. Omstreeks 2002 zijn daar een aantal van geweest en dit zou eind 2002 zijn geweest. Ik kom erg laat en sommige handelaren zijn reeds bezig met inpakken. Een platen- en cd-beurs is iets té hoog gegrepen voor Steenwijk. Ik herinner me nog eentje uit begin 2003, ik ben daar nog op krukken naartoe gegaan en heb toen vooral cd's gekocht. De beurs van 2002 levert me in ieder geval 'Fly Me High' van The Moody Blues op. Een single uit 1967 op het Nederlandse Decca-label dat je niet iedere dag tegenkomt. Het is slechts een paar maanden voor het monstersucces van 'Nights In White Satin' en een tijd waar het steeds belangrijker werd om een hit te scoren. Dan desnoods maar met een commercieel 'prulletje' als dit 'Fly Me High'. 'Fear Of Flying' 'speelt' al voor mij sinds 1989, maar ik heb nooit heel bewust gezocht naar de single. Dat deze alsnog op mijn pad komt, is mooi meegenomen. Het is zo'n nummer dat ik omstreeks 1989-90 honderden keren heb gehoord dankzij de cassettebandjes en de walkman. Desondanks smaakt het bijna vijftien jaar later als vanouds. En nu is het ook alweer vijftien jaar geleden dat de single bij me is komen wonen. Soms word je even wakker geschud door de werkelijkheid. We zijn geen achttien meer...

Nog zoiets... De eigenlijke titel van de plaat is 'Fear Of Flying' met 'No More' soms tussen haakjes. Of dit hem nu aan de Avro of aan de NCRV heeft gelegen, weet ik niet. De NCRV-gids publiceert de speellijsten van 'Arbeidsvitaminen' vooraf en hier staat op een zeker ogenblik 'No More Fear Of Flying' genoteerd. Ik hou dat vervolgens jaren aan als de titel en zelfs nu klinkt het vreemd om het 'Fear Of Flying' te noemen. Net zoiets als met 'Heaven' van Fiction Factory dat ik ook niet anders ken dan 'Feels Like Heaven'. 'Feels Like' staat echter tussen haakjes op het label. Wat te denken van 'Don't You' van Simple Minds? 'Forget About Me' staat wederom tussen haakjes. Genoeg over de plaat? Laten we nu eens de schijnwerpers richten op de boosdoener van deze klassieker. Een man die er bijna in grossiert: Gary Brooker.

Hij aanvaardt het levenslicht op 29 mei 1945 in het Londense Hackney. Als baby verhuist hij naar de kustplaats Southend-On-Sea in Essex en groeit daar op. In 1962 richt hij een band op met zijn gitaar-spelende vriend Robin Trower en noemt het The Paramounts. De groep wordt al snel omarmd door niet alleen het publiek, maar ook door beroemde collega's. Met name The Rolling Stones vraagt The Paramounts talloze keren om het publiek 'op te warmen'. The Paramounts mag een handvol singles en een EP maken voor Parlophone en dit zijn allemaal prijzige plaatjes. Niet alleen vanwege de Procol Harum-link maar ook omdat het uitstekende voorbeelden zijn van Britse rhythm & blues. Hun versie van 'Poison Ivy' is de bekendste van het stel. Toch heeft The Paramounts niet een ruig imago zoals The Stones en The Pretty Things en dit zal hen in 1965 extra werk opleveren. De band wordt ingehuurd om Sandie Shaw te begeleiden tijdens concerten. De rebelse Sandie wil graag nog eens mee in de bus met de jongens en dat zal ook een keer gebeuren. De groep moet nog een aantal kilometers voordat het thuis is als de benzine op is. Iemand komt op het idee om in de benzinetank te pissen en de bus hobbelt wonderwel een paar honderd meter verder. De jongens voorzien om toerbeurt de tank van vloeistof totdat iedereen is geweest. Dan beseft Sandie, volgens haar autobiografie, dat ze nooit één van de jongens zal worden.

In 1966 verschijnt Keith Reid ten tonele. Niet waar. Hij blijft eigenlijk in de coulissen. Keith Reid is een componist die een vehikel zoekt om zijn kunsten tentoon te spreiden zonder dat hijzelf daarvoor het podium op moet. Brooker heeft het wel gehad met de rauwe rhythm & blues en het begeleiden van solo-artiesten en de twee staan aan de wieg van Procol Harum. 'Eleanor Rigby' ten spijt, 'A Whiter Shade Of Pale' zet in 1967 de boel in beweging. Opeens is het 'hip' om klassieke componisten te citeren en te plaatsen in popmuziek. 'A Whiter Shade Of Pale' wordt in eerste instantie toegeschreven aan Brooker en Reid. Organist Matthew Fisher begint in 2006 een slepende rechtzaak. Hij beweert een goed deel van de melodie te hebben gecomponeerd en zou daarom recht hebben op de helft van de royalties. Waarom hij pas veertig jaar later komt met deze bewering is opmerkelijk. Het werkt in eerste instantie ook in zijn nadeel. In 2009 legt hij het voor aan de 'House Of Lords' en het is de eerste keer dat dit gezelschap een uitspraak moet doen over de copyrights van een muziekstuk. Zij besluiten dat Fisher wel degelijk recht heeft op zijn deel uit de inkomsten en sindsdien is het 'Brooker-Reid-Fisher' op de platenlabels. Het succes van de plaat overschaduwt veel van het 'eigen' werk van Procol Harum en dit leidt tot meningsverschillen. Fisher en Trower stappen op en het is vooral Brooker dat Procol Harum begeleidt naar het einde in 1977.

In 1979 verschijnt het solo-debuut van Brooker met het titelstuk als single. Het bereikt in ons land een 21e plek op de Top 40 en is tien jaar later een plaat die door meer 'serieuze' Radio 3-deejays wordt gedraaid. Het betekent eveneens dat wanneer de radiozenders zich meer richten op een jong publiek dat een single als deze snel in het vergeethoekje terecht komt. Niet om mezelf op de borst te kloppen, maar ik doe mijn best om dit te voorkomen! 'Lead Me To The Water' (1982) levert nog zo'n pracht-single op: 'The Angler'. In de midden jaren tachtig is Brooker even erg populair in ons land. Hij zingt op 'No News From The Western Frontier' van Ad Visser en doet een duet met Lori Spee: 'Two Fools In Love'. In 1985 verschijnt de elpee 'Echoes In The Night' en verder in 1996 een live-album met de titel 'Within Our House'. Als gast is hij te horen op 'All Things Must Pass' van George Harrison (piano), speelt met zijn buurman Eric Clapton op diens' album 'Another Ticket' alsook in de live-band van de gitarist en doet mee op Kate Bush' comeback-plaat 'Aerials' uit 2005.

Een bezige bij welke voorlopig nog niet toe is aan pensioen. Hij treedt in de loop der jaren op met de band van Ringo Starr en in Bill Wyman's Rhythm Kings, maar heeft ook zijn Gary Brooker Ensemble. Met dat laatste doet hij vooral concerten om geld in te zamelen voor zijn kerk. Dit liefdadigheidswerk levert hem in juni 2003 een OBE op, een onderscheiding van het koninklijk huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten