maandag 9 januari 2017

Raddraaien: Doris Duke



Ik heb het nog altijd over de 'nieuwe' serie 'Raddraaien', maar het is reeds zeven maanden geleden dat ik deze 'nieuwe' serie ben begonnen. De eerste sinds de invoering van het nieuwe singles-systeem en dat daarbij soms een single of artiest de revue passeert die we al eens eerder hebben gehad, mag in deze serie. Zie hier het onderwerp van vanavond. Een 'Classic Week Spot' van een paar weken geleden en dat herinnert me ook dat ik vanavond weer even in de lijst moet kijken. Morgen ga ik eveneens een 'Classic Week Spot' doen uit de, bijna, vijf jaar Week Spot-geschiedenis. De levenswandel van Doris Duke heb ik ten tijde van de Week Spot beschreven (25 november 2014) en dus wil ik het vandaag onder andere over het platenlabel Contempo hebben. De 'Raddraaier' van vandaag is 'A Little Bit Of Lovin' van Doris Duke (1974).

En zo staan we weer op de hoek van de Kruizebroederstraat in Sneek. Op de plaats is nu een shoarma-restaurant gevestigd en ik mag hopen dat die de boel goed hebben ontsmet. Natuurlijk... het is een nieuw pand want het oude winkeltje is een bouwval. Cees Buster is de uitbater. Als ik zijn naam uitspreek, zie ik moeder rillen. Een 'vieze man', zo herinnert ze zich Buster. Een fervent boekenverzamelaar en -handelaar. Zijn winkeltje ruikt muffig naar uitgedroogd papier, maar ik heb geen aandacht voor de boeken. Ik duik meteen op de grond voor de platen. Sommige elpees zijn tweedehands en hebben foeilelijke witte stickers geplakt over de hoes met het stempel van Buster's winkel. 'Nu afgeprijsd'. Dat is iets van een gulden per stuk en dat is dik betaald! De singles doen me erg 'ouderwets' aan, maar dan weet ik nog niet dat Engeland lang is door gegaan met de 'hartjes' in de single-labels. Het is onbekend territorium voor mij, maar de authentieke labels zorgen ervoor dat ik groots boodschappen doe bij Buster. Opvallend veel Contempo's. Ik koop Doris Duke pas in 1992 maar de plaat 'slaapt' eerst twintig jaar in mijn bakken. Pas in oktober 2012 ontdek ik de schoonheid van het nummer en is het prominent aanwezig in de allereerste 'Do The 45'. In 2014 besluit ik het alsnog Week Spot te maken. Sinds 2012 is het niet vaak meer gebeurd dat een artiest tweemaal de Week Spot heeft gehad, maar Doris Duke is een uitzondering. 'Congratulations Baby' is in augustus nog Week Spot geweest.

De meest opvallende Contempo uit de winkel van Buster is ongetwijfeld 'The Shotgun And The Duck' van Jackie Lee. Ofwel... dat heb ik altijd beschouwd als a-kant, want over het algemeen is 'Do The Temptation Walk' beter bekend en dat staat op de keerzijde. Major Lance' 'Don't You Know I Love You' zit er eveneens tussen. 'Cool Jerk' van The Capitols koop ik eind 1991 bij Looper. Nog steeds weet ik weinig van Contempo af. Het is jaren later dat ik leer dat Contempo een zeer uitgebreide catalogus heeft: Zowel het moeder-label als Comtempo-Raries dat in heruitgaven doet. Niet alleen maar het soul-werk, maar ook rock'n'roll van het vroegere London-label verschijnt in de midden jaren zeventig opnieuw via Contempo.

We maken kennis met John Ernest Abbey, beter bekend als John Abbey. Behalve een gepassioneerde muziekliefhebber ook een gewiekst zakenman. In 1966 start hij met 'Blues And Soul', een toonaangevend magazine dat zal blijven bestaan tot ver in de jaren zeventig. Dave Godin, 'uitvinder' van 'Northern Soul' en 'Deep Soul', zal eveneens zijn bijdrage leveren aan 'Blues And Soul'. Abbey begint in 1967 zijn eerste platenlabel: Action. Dat brengt platen uit waarvan de Amerikaanse maatschappijen geen distributiekanaal hebben in Engeland. Fantastic Johnny C. en ZZ Hill zijn enkele van de 'nieuwe' namen voor de Engelse markt waarvan platen verschijnen op het Action-label. Het blijft actief tot omstreeks 1975 en in het laatst is het vooral reggae dat op Action uitkomt. In 1971 staat Abbey aan de wieg van een volgend label: Mojo.

Het is de Engelse divisie van Polydor dat een soul-label in de markt wil zetten en daarvoor de hulp in roept van de heren Abbey en Bob Killbourn. Beide mannen werken voor 'Blues And Soul' en hebben dus kijk op de zaak. De eerste single op Mojo is meteen de grootste hit: Het vijf jaar oude 'I'm Gonna Run Away From You' van Tami Lynn is in 1971 niet alleen een kneiter in de Northern Soul, maar bereikt ook een vierde plek in de Engelse Top 40. Verder is Mojo nogal een mengelmoes van oudere opnames (typische Northern Soul-hits) en meer recent werk. Het probeert eveneens de meer soulvolle nieuwe blues in de markt te zetten, maar ondanks lovende recensies in hun eigen 'Blues And Soul' zal het niet meer gebeuren voor Mojo. Abbey verlaat het schip tegen het einde van 1972 en het project is in 1973 ten einde. Later zal Polydor Mojo opnieuw leven inblazen en dan vooral ter ondersteuning van James Brown-producties van onder andere Lyn Collins. Abbey start in 1973 Contempo dat via Atlantic een distributie krijgt. Opnieuw een mix van oud en nieuw werk. Abbey bereikt rond dezelfde tijd de Mirwood-archieven als 'the Frenchman' Simon Sousan. De laatste brengt de platen uit als bootlegs op het Soul Fox-label, Abbey brengt nummers als 'Don't Pretend' van The Belles en 'He's All Right With Me' van The Mirettes legaal uit op Contempo. Qua nieuw werk gooit Contempo hoge ogen met 'The Dance Master' van Willie Henderson (1973) en 'Do Me Right' van The Armada Orchestra (1974) en heeft enig succes als 'The Leader Of The Pack' van The Shangri-Las in 1976 opnieuw op de hitparade komt. In 1975 gaat Scepter de Amerikaanse distributie van Contempo verzorgen, maar moet dit een jaar later overdoen aan TK Records. Contempo blijft op de markt tot 1978, de platenzaak gaat een jaar later dicht.

Ik moet toegeven dat ik erg op het vlak ben gebleven van de soul in dit bericht, maar wat te denken van Del Shannon en Johnny & The Hurricanes? Ook zij hebben heruitgaven op Contempo-Raries. Toch zal het voornamelijk vanwege de uitstekende soul-platen worden herinnerd en de dito geluidskwaliteit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten