dinsdag 11 oktober 2016

Week Spot: The Rance Allen Group



Voordat ik over ga naar de Week Spot, eerst een paar huishoudelijke mededelingen. Ten eerste ga ik de komende dagen 'vooruit' werken. Dit weekend heeft Wolfman Radio opnieuw een 52-uurs radiomarathon en houdt in dat de radio mijn weekend volledig absorbeert. Om niet achteraf veel te moeten inhalen, werk ik liever even vooruit met de komende 'Singles round-ups'. Na dit bericht komt het tweede deel van zondag. Ten tweede: Ik heb tijdens een 'Week Spot kwartet' laten vallen dat er misschien weer een Nederlandse week zou komen. Nee, ik zie er vanaf. Misschien dat we volgende week desondanks een Nederlandse Week Spot hebbem want ik heb wel eentje op het oog, maar verder hou ik het bij 'Raddraaien', 'Het zilveren goud' en wat meer de revue gaat passeren. Vandaag de tweede gospel-Week Spot in successie. Ja, ik kan gewoon niet langer meer om dit nummer heen en bovendien heb ik beloofd nog eens 'uit de kerk te klappen'. Omdat er geen telefoonboeken zijn geschreven over The Rance Allen Group, ga ik de twee combineren. 'There's Gonna Be A Showdown' van The Rance Allen Group (1972) is de Week Spot.

Aanvankelijk zoek ik naar een label-scan op 45cat en zie dan opeens een Nederlandse persing. Ik wist niet dat die bestond, maar het verbaast me ook helemaal niks. Even kijken of www.singlehoesjes.nl hem heeft en, jawel, daar hebben we de Nederlandse fotohoes voor de Stax-single uit 1972. Zelf heb ik de Amerikaanse op Gospel Truth, het sub-label van Stax. Ik heb in 2007 eens een 'sampler' gekocht uit de vroege jaren zeventig met 'hits' op het Stax-label en daar staat ook Rance Allen tussen met 'Showdown'. De naam klinkt de laatste tijd steeds harder doordat 'The Man Who' (1973) meer in trek raakt en wereldbedragen moet opbrengen. De overige platen van Allen zijn zonniger geprijsd en doen in kwaliteit niet onder. Wellicht dat 'Showdown' een iets te grote hit is geweest dat dit nooit is aangeslagen in een 'scene' waar alles draait om exclusiviteit. Ik heb daar sinds mijn geboorte in 1975 al lak aan en dus presenteer ik vandaag deze gospel-hit als de Week Spot.

Rance Allen wordt op 19 november 1948 geboren in Monroe in de staat Michigan. Sinds 1970 leidt hij zijn eigen groep dat aanvankelijk vooral een familie-aangelegenheid is. Drummer Tom, bassist Steve en percussionist Esau zijn allemaal broers van Rance welke met zijn zeer buigzame stem de geboren leider is. Stax-promotor Dave Clark zit in 1970 in de jury van een gospel-talentenjacht in Detroit en 'ontdekt' The Rance Allen Group. Hij zet in 1971 het Gospel Truth-label op en 'Showdown' is het eerste resultaat. Hoewel gospel op dat moment ver buiten de 'mainstream' wordt gehouden, presteert Rance Allen het om een wezenlijk onderdeel te worden van de Stax-stal in de vroege jaren zeventig. Hij stippelt de weg uit die later door onder andere Andrae Crouch zal worden bewandeld. 'I Belong To You' is in 1978 nog een grote Amerikaanse hit. Kort daarna loopt het contract bij Stax af, maar... The Rance Allen Group is tot op de dag van heden actief. Daarnaast is Allen gepromoveerd tot bisschop en staat op de kansel van New Bethel Church Of God In Christ in Toledo, Ohio. Hij is sinds de oprichting van de kerk in 1985 hieraan verbonden.

Tot zover de informatie over The Rance Allen Group. Vorige week heb ik beloofd iets te vertellen over 'de kerkelijke achtergrond en hoe ik los ben gekomen' en waarschijnlijk gaat me dat meerdere delen kosten. Met steeds weer dezelfde boodschap ten aanzien van de gospel-collectie: Nee, ik ben niet een praktiserend christen en moet de eerste gospel-dj nog tegenkomen die dat wél is. Ik ben grootgebracht in een Nederlands Hervormd gezin. Hoe noordelijker, hoe vrijer de Hervormden en hoe strenger de Gereformeerden. Eens per zondag is wel genoeg voor ons en je mag best eens overslaan. Voor de maaltijd is er gebed evenals een dankwoord na het eten. Eens per dag lezen we uit de Bijbel, hoewel dat later al snel een bijbels dagboek wordt. Buiten bidden de vogels voor ons als we gaan eten en als we met vakantie gaan, hebben we ook verlof gekregen van God. Hoe groter het contrast: De vakanties vieren we in Nunspeet op een camping vol Hervormden van de Zuidhollandse eilanden en Zeeland. We zijn 'zondaars'. Op zondag gaan we in korte broek naar de zwemplas. Ik zit op een christelijke basisschool en slik het allemaal voor zoete koek, ook al beangstigen een aantal verhalen me wel. Het is een ongeschreven wet dat we tot onze dertiende levensjaar 'verplicht' zijn om mee te gaan naar de kerk. Daarna worden we 'vrij' gelaten. In de brugklas van het voortgezet onderwijs leren we bij godsdienst over het Hindoeïsme en later eveneens over de Islam. Het is vooral de eerste dat mij het meeste inspireert. Ik denk dan al eens: Als ik van verschillende religies en geloofsvormen dingen zou kunnen pakken en deze samenvoegen tot 'mijn geloof'. Achteraf bezien heb ik dat jaren later gedaan. Op mijn zestiende heb ik het even gehad met de kerkgang op zondagochtend en lonkt het uitgaansleven op zaterdagavond.

Met Horrible Dying heb ik flink gerebelleerd tegen de godsdienstige gemeenschap in het dorp en het is september 1996 als ik even 'fulltime' werk voor het Sneeker Nieuwsblad. Ze doen het erom natuurlijk! Youth For Christ bestaat vijftig jaar in 1996 en viert het met een tournee van een Australische gospelrockband. Dat doet ook de Veemarkthal in Sneek aan en ik moet er naartoe om een sfeerverhaal te schrijven over de avond. Ik kom daar erg 'opgewekt' vandaan en een dag later moge het duidelijk zijn: Ik heb 'Het Licht' gezien. Dit brengt me eind 1996 weer terug in de kerk, alleen nu een stuk extremer. Het is een evangelische gemeenschap met een rockband in plaats van een orgel en de diensten duren vaak drie-en-een-half uur. Een mindere ervaring maakt dat ik in april 1997 gillend de kerk uit ren. Ik probeer het nog bij de Doopsgezinden, maar ga in de zomer van 1997 weer feestvieren. De eerste avond in York, oudejaarsdag 1997, kom ik 'toevallig' de Methodist Church binnen. Omdat ik vier maanden in York zal blijven wonen, ga ik voortaan iedere zondag naar de Methodist in Clifton. Als ik in Mossley kom, ga ik meteen de eerste zondag naar de Methodist daar, maar... ik proef een verschil. York is een kerk waar de gemeenteleden wordt gemotiveerd om 'actief te zijn' en in Mossley lijkt men weer rustig te wachten op de komst van Jezus. Ik ga zondagmorgen weer uitslapen en het is pas eind 2001 als ik een laatste strohalm heb: Het Leger Des Heils.

Enig probleem hier zijn de rangen en standen waar ik als anti-militarist niks van wil weten. Verder alleen maar lovende woorden over de maatschappelijke instantie, maar de kerk kan me opnieuw weer geen voldoening brengen. Ik ben een regelmatig bezoeker als ik word uitgenodigd voor de Alpha-cursus. Hier 'leer' je een betrokken lid van de kerk te worden, alleen heeft dit het tegengestelde effect bij mij. Ik word opnieuw geconfronteerd met dilemma's. Voor mij is dit het moment om de kerk vaarwel te zeggen. Ik doe wat ik in 1989 al had willen doen: Ik pak het 'beste' van de verschillende religies en voeg het samen tot een leven waarmee ik content ben. Godsbesef: Ja. Godsbeeld: Nee. Leidraad om te geloven: Nee. Voor mij geen profeten of enige zoon, ik kan het zonder hen doen. Toch besef ik dat ik geregeld iets anders zeg als ik weer eens loop mee te lallen met een recente gospel-aanwinst, maar daarnaast meen ik ook niet veel van de liefdesverklaringen of van de hartenpijn die ik heb gezongen. Wat ik door de kerkelijke jaren heen wel heb geleerd, is dat een 'aanraking' iets heel persoonlijks is en dat gospel vaak dichter bij de 'soul' staat dan een universeel liefdesliedje. En het is díe fascinatie dat maakt dat ik inmiddels over de vijftig gospel-singles in een koffer heb staan.

En... boven mijn verwachting heb ik het hele verhaal in één bericht kunnen houden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten