woensdag 22 juli 2015

Week Spot: Jean DuShon



Onder enkele Wolfman Radio-collega's is het al een begrip: 'Doing a Gerrit'. Terwijl een collega zijn naam heeft verbonden aan het enthousiast in de microfoon blaten terwijl dat deze niet aan staat, heeft het begrip met mijn naam vooralsnog weinig met radio van doen gehad. Het is even een dutje doen en vervolgens een hele nacht doorhalen. Zoals gisteravond. Ik heb van maandag op dinsdag dramatisch slecht geslapen, moest overdag post bezorgen in de brandende zon en ben compleet gaar als ik 's middags thuis kom. Maar... ik heb Tuesday Night Music Club om zeven uur en durf niet een dutje vooraf te doen in de vrees dat ik een uur na de show wakker word. Ik tank maar wat extra koffie en doe de show. Daarna kan ik niet eens meer normaal denken en dus wil ik even een 'knippertje' doen van een uur en vervolgens verder gaan met Soul-xotica en speellijst voor de ontbijtshow. Jullie raden het al? Ik ben vanmorgen om half negen uit bed gestapt. Maar ja... heb ik maandag dubbel gepubliceerd om 'in te halen' en nu is het weer dezelfde situatie? Laten we eerst beginnen met de Week Spot, dan kan ik altijd nog zien of ik de puf heb voor een tweede bericht. De Week Spot is deze week van Jean DuShon en heet 'All Of A Sudden My Heart Sings' (1966).

De keuze voor de Week Spot is ook een kleine worsteling. Ik heb nog steeds geen definitief oordeel geveld over welke kant van The Majestic Arrows het beste vind. Maar... dan is er ook nog 'de duurste' single uit de laatste veiling: 'Falling In Love With You Girl' van The Star-Tells. Ik zoek naar wat informatie en kom dan opeens uit bij een Nederlandstalig weblog. Geschreven door iemand die heel toevallig ook een Week Spot heeft! Ofwel, opeens weet ik weer te herinneren waarom dat, vrij obscure plaatje, zó bekend in de oren klinkt: The Star-Tells zijn James en David Martin die eveneens actief zijn geweest als The Chymes. Hun 'My Baby's Gone Away' is niet alleen mijn ultieme favoriet uit 2014, maar is op 21 oktober ook Week Spot geweest. Gezien dat al een erg lastig bericht is geweest en ik daarin alles heb gepompt wat ik heb kunnen vinden over de gebroeders Martin, besluit ik maar een andere Week Spot te kiezen. Dan ligt Jean DuShon voor de hand. Ik zit in de laatste tien minuten van de veiling en er heeft nog niemand geboden. Een vluchtige beluistering doet mijn duim omhoog gaan. ,,Voor het startbedrag wil ik hem wel hebben", mompel ik. Ik haal de single probleemloos binnen voor het startbedrag van acht dollar en dat grapje zal ik een paar maal herhalen. Ook haal ik The Majestic Arrows voor dezelfde belachelijke prijs binnen, maar die komt binnenkort aan bod.

Anna Jean Harris wordt op 23 augustus 1939 geboren in Detroit in de staat Michigan. Zoals praktisch iedere gast (m/v) in de Week Spot begint ook zij met zingen van Gods' Woord in de plaatselijke kerk. Als vijftienjarige gaat ze verder als professionele zangeres in nachtclubs en ze wordt daarbij zwaar beïnvloed door Dinah Washington. Op een bepaald ogenblik staat Washington tegenover haar, maar ze is allerminst blij. Ze verwijt DuShon dat ze haar kopieert. Een mooier compliment kun je niet krijgen? Ze studeert vervolgens aan het conservatorium en komt dan in contact met John Levy. Hij is als manager wegwijs in de harde muziekwereld en heeft Nancy Wilson onder zijn vleugels. Opnieuw krijgt DuShon te maken met scheve gezichten ten aanzien van haar talent als Wilson zich beklaagt dat Levy probeert DuShon een grotere ster te maken dan haar. DuShon zit er niet mee. Zij stapt rond dezelfde tijd in het huwelijksbootje met Freddie Atwell. Hij wordt haar manager en het stel verhuist naar New York. Ze wordt lid van de band van Cootie Williams. Ahmet Ertegun, de president van Atlantic, ontdekt DuShon persoonlijk en introduceert haar bij een jong aanstormend producer: Phil Spector. Spector produceert een enkele single van haar, een cover van 'Talk To Me, Talk To Me' van Little Willie John. Het verschijnt in 1961 op Atco maar is geen succes. Ze heeft daarvoor al een single gemaakt voor ABC-Paramount, uitgebracht in maart 1960: 'Is It Wrong To Be Right'. 'Second Class Lover' verschijnt in 1962 op Okeh en is, misschien nog het meeste vanwege de cultstatus van dat label, een populair ding in de Engelse Mod-scene. Het wordt in 1998 opnieuw uitgegeven in Engeland. In mei 1963 maakt ze een single voor het Lenox-label: 'It Won't Stop Hurtin' Me', maar geen van de titels zet zoden aan de dijk.

In 1964 tekent ze bij Chess dat haar onderbrengt op het Argo-label. Omdat Engeland een folk-label kent met dezelfde naam en hun merknaam een flinke opmars maakt, besluit Chess Argo een andere naam te geven: Cadet. Dat is omstreeks november 1965 als DuShon haar tweede single voor het Chess-concern uitbrengt: Een smakelijke versie van 'Feeling Good' uit de musical 'Roar Of The Greasepaint Smell Of The Crowd' en dan reeds een 'evergreen' in de jazz. Deze single verschijnt eerst op Argo, maar is het meest algemeen op Cadet. Ik heb hetzelfde geval met 'Do I Make Myself Clear' van Etta James & Sugar Pie DeSanto, dat ik op de eerste Argo-persing heb maar dat algemener is op Cadet. Evenals voorganger 'More' (met een combi met The Ramsey Lewis Trio op de b-kant) en opvolger 'Out In The Cold Again' levert het haar staande ovaties op zonder dat ze ook maar een exemplaar verkoopt van de plaat. Dan maakt ze kennis met een jongeman genaamd Ron Miller. Hij heeft een liedje dat hij verder wil perfectioneren en vraagt Jean DuShon haar uitvoering op te nemen. Het is de zomer van 1966 en het liedje heet 'For Once In My Life'. DuShon doet wat er van haar wordt gevraagd en brengt een uiterst soulvolle vertolking hoewel Miller abusievelijk van het label wordt gehouden. Zijn mede-schrijver, Orlando Murden, krijgt wel krediet op het etiket. De single verschijnt in september 1966 op de markt en is een regionale hit. Miller staat eigenlijk onder contract bij Motown als songschrijver en als Berry Gordy eerst het nummer van Jean DuShon hoort en vervolgens dat de songschrijver bij hem in dienst is, smeekt hij Chess om de plaat niet te promoten. Dat doet wat er van hen wordt gevraagd en Jean DuShon's versie wordt geen nationale hit.

Is DuShon's versie het origineel? Lastige vraag. Jack Soo en Connie Haines zijn enkele mensen die beweren dat ze al in 1965 hun 'For Once In My Life' hebben gezongen. Bovendien heerst er twijfel over de opname van Barbara McNair. Zijn neemt een langzame versie op van het nummer en volgens sommige bronnen moet dat vóór DuShon's versie zijn geweest. Het nummer verschijnt pas in november 1966 op de elpee 'Here I Am'. Jean DuShon's versie is de eerste die op plaat verschijnt, in het geval van Soo en Haines zijn ze nooit uitgebracht. Veteraan Tony Bennett scoort in 1967 al een hit met 'For Once In My Life', maar alles is totaal vergeten als Stevie Wonder in oktober 1968 zijn snelle versie doet verschijnen.

In november 1966 verschijnt de laatste plaat van DuShon: 'As I Watch You Walk Away', waarna ze Chess verlaat en nimmer opnieuw een studio zal binnen stappen. Wel blijft ze een veel gevraagde jazz-zangeres en treedt in 1992 aan op een gala voor presidentskandidaat Bill Clinton. Haar plotselinge afscheid van de platenbusiness heeft van alles te maken met 'For Once In My Life'. Ze zegt later nog steeds teleurgesteld te zijn. 'All Of A Sudden My Heart Sings' is de keerzijde van 'For Once In My Life' en feitelijk ook de kant die wordt 'gepromoot' door de dealer. Hoe triest het ook mag zijn voor DuShon, maar in geval van 'For Once In My Life' sla ik haar uitvoering liever over. 'All Of A Sudden' is een solide Chess-productie met een jazzy gevoel, precies dat geluid dat ik graag mag horen bij deze temperaturen.

1 opmerking:

  1. Hi, mooi artikel over een superbe zangeres. Ze is nadien nog een paar keer in de studio geweest, doch vooral als backing vocalist, o.a. op 'Moon Rappin'' van Brother Jack McDuff (en nog een paar van hem). Ze heeft gelukkig voor haar nog een mooie (Off) Broadway carrière kunnen uitbouwen, en speelde daarnaast nog in jazzclubs te N.Y. Bedankt, leg ik haar nu even op - grtz Chris

    BeantwoordenVerwijderen