maandag 6 juli 2015

Raddraaien: Hurricane Smith



Zoals het nu is, mag het voor mij de rest van de zomer wel blijven. Nu is Nederland van nature een klaag-land, maar de hitte van het afgelopen weekend heeft me geen goed gedaan. Met name gisteren was ik de warmte helemaal beu. Dat heeft trouwens niet alleen met de temperatuur te maken maar ook met mijn buren die, zoals het lijkt, hun echtelijke ruzies opsparen totdat het weer is om in de tuin door te brengen. Enerzijds mezelf behelpen om me staande te houden in de hitte en aan de andere kant de frustratie over een agressief schreeuwende buurman, nauwelijks kunnen slapen en vervolgens wakker worden in een plas zweet, nee... laat de temperatuur maar mooi onder de 25 graden blijven! Vandaag ga ik Raddraaien met een artiest waar ik tot ongeveer een week geleden weinig tot niks over weet, maar ik ga gaandeweg steeds meer van deze man houden. Hij zou bijna een standbeeld verdienen, maar ik hou het toch maar bij een aflevering van Raddraaien: Hurricane Smith met zijn grootste hit 'Oh Babe What Would You Say' (1972).

Voor de Gele Bak Top 100 maak ik gebruik van de singles-discografieën op 45cat. Dat scheelt op en neer lopen naar de verschillende singles-bakken. Als ik over 'Don't Let It Die' van Hurricane Smith wil schrijven, zie ik dat de man een biografie heeft op 45cat. Erg beknopt, maar de informatie prikkelt me meteen. Nu ga ik dan het volledige verhaal doen. Dat begint op 22 februari 1923 in Edmonton in Middlesex. Hij werkt tijdens de Tweede Wereldoorlog als piloot voor de Engelse luchtmacht en probeert daarna aan de bak te komen als jazzmuzikant. Als dat mislukt, meldt hij zich bij EMI en in 1959 begint hij als leerling-technicus bij de platenmaatschappij. Als The Beatles in 1962 een contract tekent bij Parlophone, is Norman Smith de aangewezen persoon om de opnames van het kwartet aan de band toe te vertrouwen. In 1965 promoveert hij tot producer en werkt met The Beatles tot en met het album 'Rubber Soul'. John Lennon, immer een observator, komt met de koosnaam 'Normal', vooral vanwege Smith's ongedwongen karakter. Volgens het boek 'The Beatles Recording Sessions' zou Dick James Music, de uitgeverij van de liedjes van The Beatles, Smith een bedrag van vijftienduizend pond hebben geboden voor een liedje dat hij had geschreven. Welk liedje en of deze 'deal' is door gegaan, is dan weer niet bekend.

Er zijn mensen die een eeuwige jeugd lijken te hebben en Smith is daar eentje van. In 1967 komt de psychedelica op gang en in dat jaar gaat Smith met een nieuwe band werken: Pink Floyd. Het is de tijd waarin een band zich eerst moet bewijzen middels singles en in het geval van Pink Floyd is het meteen raak met 'Arnold Layne', ondanks een ban van de BBC, en 'See Emily Play' en dit geeft Smith en Pink Floyd het groene licht om de studio in te gaan voor een elpee. Smith produceert de albums 'The Piper At The Gates Of Dawn' (1967), 'A Saucerful Of Secrets' (1968) en 'Ummagumma' (1969). Tijdens de opnames van 'Remember A Day' schiet Nick Mason helemaal in de stress als deze niet het juiste drum-patroon weet te vinden. Smith stelt hem gerust, neemt zijn drumstokken over en speelt vervolgens zelf de partij in. Daaruit mag worden geconcludeerd dat aan Smith een groot jazzmuzikant verloren is gegaan, want de drumpartij heeft een erg lastige constructie. In 1968 produceert Smith de eerste 'rock-opera': 'S.F. Sorrow' van The Pretty Things. Hoewel 'Tommy' later dezelfde titel krijgt toegezwaaid, zijn zowel 'Tommy' als 'S.F. Sorrow' feitelijk geen opera's, maar suites. Pete Townshend heeft menigmaal toegegeven dat hij is beïnvloed door The Pretty Things, maar met name de Amerikanen (waar 'S.F. Sorrow' pas in 1970 voor het eerst verschijnt) verdenken The Pretty Things van plagiaat.

In 1969 komen alle elementen samen in Barclay James Harvest, waar Smith eveneens een aantal platen van produceert. De mannen van BJH staan stevig met beide voeten op de grond en zijn vurige bewonderaars van The Beatles. Met name het album 'Once Again' wordt door critici bejubeld en ook hier is de productie in handen van Smith. In 1971 neemt Norman Smith een liedje op dat hij heeft geschreven met John Lennon in het achterhoofd. Als freelance-producent Mickie Most de demo hoort, spoort deze Smith aan de demo uit te brengen als single. 'Don't Let It Die' bereikt een tweede plek in Engeland en bereikt bij ons de top vijftien. Onze Raddraaier is echter Smith's grootste solo-hit. Het bereikt een eerste plek in de Cashbox en een derde in de Billboard in Amerika. Engeland noteert een nummer 4-notering en Nederland ziet de plaat stijgen tot nummer 3. 'Who Was It', een cover van Gilbert O'Sullivan, en 'My Mother Was Her Name' zijn eveneens hits in Nederland en Smith heeft nog een paar meer in Engeland. Hij stelt een band samen uit de, tijdelijk opgeheven, groep van Bob Miller en gaat hiermee op tournee langs clubs in het noorden van Engeland, compleet met een revue-entourage. Eind 1973 verschijnt Smith's tweede solo-album: 'Razzmahtazz Shall Inherit The Earth', maar verder hitsucces ligt niet meer in het verschiet voor de 'bejaarde' artiest. 'Theme From An Unmade Silent Movie' is een instrumentaal nummer dat Smith schrijft en opneemt en dat wordt door de Engelse radiopresentator Tony Butler gebruikt als thema-muziek voor zijn sportprogramma. Hierdoor wordt dit het onofficiële clublied van Aston Villa dat geregeld wordt gespeeld voor de wedstrijd en na de eerste helft.

In 2004 brengt Smith een cd uit met nieuwe opnames van zijn hits 'Don't Let It Die' en 'Oh Babe What Would You Say' en in het cd-boekje zijn bijdragen te vinden van Paul McCartney en leden van Pink Floyd. Op 16 maart 2007 treedt Smith op tijdens een Beatles-conferentie in New Jersey. Smith heeft voor deze gelegenheid een autobiografie geschreven, 'John Lennon Called Me Normal', dat in een beperkte oplage is verschenen. Er staan nooit eerder gepubliceerde foto's in, historische feiten over The Beatles en Pink Floyd en zijn leven als piloot voor de luchtmacht.

Het zal een van de laatste publieke optredens zijn geweest van Smith. Op 3 maart 2008 overlijdt hij thuis in het Engelse East Sussex. Smith heeft dan de bewonderenswaardige leeftijd bereikt van 85 jaar. Hoewel ik niet veel op heb met zijn solo-werk, buiten 'Don't Let It Die', heeft de man genoeg feiten verzameld om een standbeeld te verdienen. Zijn werk voor The Beatles, de eerste albums met Pink Floyd, 'S.F. Sorrow' en Barclay James Harvest... het verhaal van Norman Smith is eentje van een 'unsung hero'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten