dinsdag 7 juli 2015

Raddraaien: The Poni-Tails



Hoewel de bakken er tragischer hebben uitgezien, zijn de reserve-Blauwe Bakken altijd al een 'zootje' geweest. Zo ontdek ik zondagavond tijdens 'The Vinyl Countdown - The 7" Collection' dat ik beide Van McCoy-singles in de jaren zeventig-bak heb gezet. Okay, 'Soul Cha Cha' mag daar blijven, maar 'Change With The Times' is een ander verhaal voor mij. Voor deze aflevering van 'Raddraaien' moet ik bij de derde reserve-bak zijn en daar kom ik zomaar uit bij The Poni-Tails. Waarom? Tja, dat heeft te maken met de fascinatie voor 'girlgroups'. Ik heb de single eind vorig jaar gedraaid toen ik 'The Sound Of The Sixties' een paar maal heb waar genomen en toen ben ik voor de charme van het nummer gevallen. 'Sound Of The Sixties'? Ja, ik ontdek vanavond dat de plaat in werkelijkheid uit 1958 komt en had ergens al een vermoeden naar aanleiding van het Nederlandse Artone-label, maar heb hem ten tijde van de uitzending rond 1962 geschat. Ach, zolang de vaste presentator 'Another Brick In The Wall' van Pink Floyd (uit 1979) en 'Summer Of '69' van Bryan Adams in zijn jaren zestig-show draait, zal niemand zich druk maken over een jaren vijftig-plaatje. Tot een half uur geleden weet ik ook niet meer waar ik de single vandaan heb gehaald, maar dan valt het me plots op dat zoeken naar 'Poni-Tails', 'Nederlands' en 'Artone' opvallend veel Soul-xotica resultaten oplevert. En wat blijkt... ik heb de aankoop hier ooit nog vastgelegd. De 'Raddraaier' van vandaag is de achtste uit de derde reserve-Blauwe Bak en is 'Born Too Late' van The Poni-Tails (1958).

'Alternatief voor schaapjes tellen', luidt de titel van het bericht uit mei 2011. Als ik het lees, komen de beelden vanzelf. Bah! Ondanks redelijk fraai weer voel ik me erg miserabel in deze periode. Ik weet het zelfs zó goed te herinneren dat ik nog een aanvulling kan brengen op het verhaaltje. Ik schrijf op woensdag 18 mei 2011 dat ik mezelf de 'target' heb opgelegd om vóór drie uur thuis te zijn vanwege een afspraak met de psycholoog. Welnu, als ik daar de middag aan kom, blijkt dat ik me in de dag heb vergist. Het is morgen... Ik fiets naar huis en dan lukt het wel om te slapen. De single heb ik bij De Kring gehaald in Meppel, de laatste van de drie kringloopwinkels die ik aan doe op deze woensdag. Bij Hurricane Smith ben ik het 'waar en wanneer' wel vergeten, die single heb ik in augustus 1994 gekocht op de braderie in Workum waar ik wijlen Albert West ontmoet en 'Nightingale' van George Cash verkoop aan Ad Bouman.

Laat me het eens hebben over The Poni-Tails. Veel coryfeeën in de showbiz hebben een armoedige achtergrond. Het podium, het filmdoek of de platenstudio is immers een droom voor menig arme sloeber. Een plek om gezien te worden in plaats van genegeerd worden, maar ook een plaats waar, als je het goed doet, een flinke bom duiten kan verdienen. Van één bad per week woon je plots in een villa met zeven badkamers. Het podium kan ook een vervanging zijn van een vervolgstudie, omdat dat laatste er veel veel armetierige artiesten er niet in zit, hoe graag ze ook hun geld willen verdienen in het onderwijs of als makelaar. The Poni-Tails is een schaarse uitzondering. Toni Cistone, LaVerne Novak en Karen Topinka zijn afkomstig uit Lyndhurst in Ohio. Lyndhurst is een gegoede buurt in Cleveland waar de ouders een universitaire studio in petto heeft voor hun kroost. Popmuziek is een frivole bezigheid volgens de ouders van Cistone, Novak en Topinka. Vooral de vader van de laatste vindt het helemaal niks. Toch ontmoeten de drie meiden elkaar op Brush High School waar ze hun eerste schreden zetten als zanggroepje. Tom Illus komt in het verhaal als belangenbehartiger en hij vindt één van de zelf-geschreven liedjes van de dames erg interessant: 'Que La Bozena'. Illus maakt zijn ronde langs de platenfirma's en komt uit bij het lokale Point-label. Dat brengt 'Que La Bozena' uit als b-kant van 'Your Wild Heart'. De plaat is onderweg naar de hitparade als in Chicago de zangeres Joy Layne haar versie opneemt voor Mercury. Joy gaat er met de hoofdprijs van door. Layne heeft beduidend meer zangtalenten dan het trio en bovendien lijkt ze sprekend op Sandy Duncan en dat maakt dat Joy Layne een twintigste plek in de Billboard haalt met haar versie.

De volgende single heet 'Can I Be Sure' en verschijnt op Marc Records, maar deze flopt meteen. De vader van Karen Topinka dreigt de stekker eruit te trekken, maar het leidt enkel tot het vertrek van Karen bij de groep. Na auditie's wordt Patti McCabe geselecteerd als opvolger van Topinka. Illus is immer actief met het uitventen van de groep en regelt in 1958 een deal met ABC-Paramount. 'Just My Luck To Be Fifteen' verdwijnt even snel als dat het is gekomen, maar dan brengt ABC-Paramount de single 'Come On Joey, Dance With Me' uit. Ook dat lijkt even op niets uit te draaien, maar plotseling zet radio-dj Bill Randall een trend in door de b-kant te kiezen: 'Born Too Late'. Het stoomt in de Billboard door tot een zevende plek, nummer 11 in de R&B en in Engeland bereikt het nummer vijf. Nederland krijgt eveneens een release op het Artone-label, maar wij hebben dan een top tien van Elsevier die al bomvol staat. Het succes is vrijwel eenmalig. 'Seven Minutes In Heaven' (1958) en 'I'll Be Seeing You' (1959) zijn bescheiden hits in Amerika, 'Early To Bed' (1959) bereikt enkel de Engelse top 30. ABC-Paramount heeft desondanks alle vertrouwen in de meiden en biedt hen in 1960 een vijfjarig contract aan. De dames bedanken voor de eer. Ze geven toe aan de wens van hun omgeving om school af te maken en door te leren voor een 'echt vak'. Tevens schijnt een beetje zakgeld en zakken vol fanmail het enige te zijn geweest dat de groep heeft ontvangen over haar hits. Leadzangeres Toni Cistone trouwt ene Costabile en werkt op een 'high school'. Laverne Glivic, voorheen Novak, werkt als makelaar. Over Topinka is niks bekend, maar Patti Barnes, voorheen McCabe, sterft in januari 1989 aan de gevolgen van kanker.

In 1997 doet de groep een eenmalige reünie in Cleveland en vijf jaar later verschijnt een cd die wordt toegeschreven aan The Poni-Tails. Alleen 'Born Too Late' is van The Poni-Tails, de overige liedjes zijn allemaal na 1960 opgenomen en dat is het jaar geweest dat The Poni-Tails is gestopt in de muziek. De foto op het hoesje is ook al niet van The Poni-Tails. Omdat fotohoesjes in 1958 nog redelijk schaars zijn en de tekstboeken dan nog hoogtij vieren, heb ik gekozen voor het tekstboek van 'Born Too Late' met daarop een foto van de dames.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten