maandag 13 juli 2015

1946: nog één keer



We zitten in de aftelling naar het tweeduizendste bericht op Soul-xotica. Eis en weder dienende bereik ik begin september de mijlpaal. Tot die tijd neem ik een jaar uit de twintigste eeuw als uitgangspunt voor een bericht. Omdat dit het 1946e bericht is, ga ik het over iets hebben dat met 1946 heeft te maken. Ik had dit onderwerp al eerder willen aansnijden, maar kom er vervolgens achter dat ik 'te laat' ben. De geschiedenis van de jukebox voert immers terug naar 1890. Toch is 1946 een belangrijk jaar in de historie van de muziekautomaten. Dat jaar brengt Wurlitzer de 1015 op de markt, de meest succesvolle jukebox aller tijden en sindsdien een stijlicoon. Vreemd genoeg wordt het in dat laatste idioom vaak gekoppeld aan de jaren vijftig, maar de 1015 zélf is van 1946 tot en met 1948 in productie en wordt maar liefst vijftigduizend maal verkocht. De 1015 leeft voort in albumhoezen en in de jaren tachtig komt de 1015 in een gemoderniseerde uitvoering opnieuw op de markt: Eerst als singles-jukebox en vervolgens met een ingebouwde cd-speler. In de late jaren tachtig beleeft de jukebox namelijk een 'revival' en ik val met mijn neus in de boter als ik begin aan mijn platenverzameling.

Het is mei 1989 wanneer ik met de buurtvereniging ga bowlen in Joure. Heit is dan al jaren gestopt met zijn werk voor de buurtvereniging en het bestuur heeft een verjongingskuur ondergaan. De tijd van de schuurfeesten en de 'droppings' zijn verleden tijd en dus gaan we nu bowlen. Hoewel ik nooit een sportman ben geweest en mijn vertraagde motoriek dat ook niet toelaat, heb ik het bowlen toch wel goed onder de knie. Een buurtbewoner ziet het talent en met een beetje advies ben ik erg succesvol die avond. Ik richt me geheel op het spel totdat ik even 'vrij' ben en bij een paar leeftijdsgenoten ga staan. En die staan voor een jukebox. Het apparaat staat op vrij en verzorgt aan de lopende band de muziek in het bowlingcentrum. Ik raak onmiddellijk gefascineerd door het apparaat en de singles. Op een bepaald moment moet ik weer gooien en word ik opgehaald door een teamgenoot. Ik stuur hem weg en blijf zitten waar ik ben: Mijn ogen gefixeerd op het mechanisme dat de singles eruit pikt en op de platenspeler legt. Plotseling liggen er boeken van de bibliotheek over jukeboxen op mijn kamer en ik teken de meest waanzinnige modellen en geef ze namen en types.

Een paar weken later spreek ik een invalkracht op school. Fris van de PABO en misschien maar tien jaar ouder dan mij. Zij luistert vol interesse naar mijn verhalen over de jukeboxen. ,,Ben je wel eens in De Draai geweest?". Nee, maar daar zit ik een kwartier later wél. Vóór de Wurlitzer 1015 'One More Time', de vinylsingle-versie. Het zit boordevol plaatjes uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig. Twee muziekjes voor een gulden. Ik heb maar vijf gulden zakgeld in die tijd, dus een gulden voor de jukebox is al een investering, laat staan een glaasje cola. Bovendien hebben ze, begrijpelijk, in het café ook niet zoveel zin om hun eigen muziek te moeten afzetten voor een paar krasserige singles uit het jaar nul. De jukebox dient daar ook meer als decoratiestuk.

Eerst is er 'The Fonz' dat later Jaarsma Jukeboxen gaat heten (en dat ik onlangs heb genoemd in 'Het zilveren goud'), dan Twister waar we eveneens 'boodschappen' doen in 1989 en 1990. Na een kleine stilte opent Klaas 'Golden Years' in 1992. Eerst in het oude pand van Twister en later in de zaak waar Sunrise heeft gezeten. Bij Klaas ben ik kind aan huis. Ik haal er in 1992 en 1993 tal van singles, mag eens een jukebox vullen met eigen singles en als ik leer spijbelen en anderen naar de koffiebars De Witte Kat en La Bohéme ('Het Lab') gaan, hang ik rond in de werkplaats van Klaas. Het is in het voorjaar van 1993 dat ik lucht krijg van iemand die in de maag zit met een jukebox. Ik kan het voor een 'zacht prijsje' overnemen. Alleen... hoe krijg je zo'n ding thuis? Bovendien heb ik ook geen plek voor het ding, maar dan heb ik iets bedacht. Er is een hip restaurantje geopend waar ik overdag wel eens een biertje haal. Ik ben stiekem verliefd op serveerster (die overigens gelukkig is getrouwd met de eigenaar). Ik heb haar bijna zo ver dat de jukebox daar mag staan en dat ik de conservator mag zijn van de singles. De eigenaar steekt er een stokje voor en ontzegt me even later de toegang. De jukebox zelf is iets waarmee je in de maag zit: Het is een 'dekenkist' van NSM en er is 'iets' met een tandwiel. Volgens Klaas is er dan, in 1993, niet te komen aan onderdelen van NSM en kost zo'n tandwiel al snel 600 gulden. De 'kist' is ook een zootje en dus bedank ik voor de eer. Het ding moest driehonderd gulden opbrengen.

In 2009, in het opgeruimde huis, verlang ik nog even naar een jukebox en doe een bod op eentje op Marktplaats. Véél te laag, volgens de eigenaar. In 2011 loop ik tegen een 'dichte' jukebox aan in De Kring. Het ding wordt verkocht zonder singles en is me meteen té duur. Er gaat intussen wel iets van de prijs af, maar niet ver genoeg voor mij om tot aanschaf over te gaan. Ik heb mezelf beloofd dat als hij zeshonderd euro zou worden, dat ik hem van mijn verhuispremie zou kopen. Dat gebeurt niet. De jukebox heeft al met al ruim 3,5 jaar in de winkel gestaan en is onlangs verkocht. De aanhouder wint?

Zo héél nu en dan bloeit de liefde weer even op en verlang ik naar zo'n machine, maar... het is net als met de Solexen. In de late jaren tachtig had je een 'dichte' jukebox voor een paar honderd, nu is een paar duizend euro het minste voor een goed spelende jukebox. Solexen gaan immers ook niet meer voor een kratje pils. De 1015 op de bijgaande foto is een originele uit 1946 met 24 selecties. Het is de meest bekende van Paul Fuller, ontwerper bij Wurlitzer. Fuller hanteert het principe van de veranderende lichtbuizen voor verschillende types jukeboxen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten