zondag 31 mei 2015

Raddraaien: The Sweet



De tiende serie 'Raddraaien' krijgt drie bonus-afleveringen erbij! Ik heb vrijdag een stapel nieuwe mandjes gekocht bij de Xenos en ben 's avonds druk geweest met het re-organiseren van de bakjes. Dit betekent in de meeste gevallen overvolle bakken verdelen over meerdere mandjes en een aantal bakken weggooien omdat ze geen bescherming meer bieden aan de singles. Het resultaat is dat iedere categorie (jaren 50/60, jaren 70 en jaren 80-en-later) een extra bak heeft gekregen. De volgorde zoals ik deze serie 'Raddraaien' ben begonnen is dan ook helemaal veranderd. Laten we hopen dat ik niet teveel 'dubbel' in dezelfde bakken loop te graaien door deze verandering? Vandaag presenteer ik jullie als eerste een plaatje dat ik als tiener hoog op mijn verlanglijstje heb, maar waarvoor ik moet wachten totdat ik volwassen ben. Qua leeftijd dan... De Raddraaier is 'Teenage Rampage' van The Sweet (1974).

Goed beschouwd zijn ze wel te verenigen: De Engelse mods uit de midden jaren zestig en de glamrockers uit de vroege jaren zeventig. Mods zijn erg modebewust. Dit uit aanvankelijk in het dragen van merkkostuums, maar als de 'flower power' op gang komt, zijn het de mods die als eerste worden gespot met kleurrijke zijden blouses. Zo extreem als de lakleren catsuits gaat het nooit worden en ook durft een mod het niet aan om met make-up te experimenteren, maar als het een hoop geld oplevert? Slade heeft de roots in de mod-scene en middels deze band probeert Chas Chandler in 1969 de 'skinheads' te vermaken. Hij ziet daarbij over het hoofd dat skinheads niet naar rockmuziek luisteren, maar naar reggae en ska. Noddy Holder en zijn companen worden in glimmende overalls gehesen met flinke vegen make-up over het gezicht en de glam is geboren. Marc Bolan is van eenzelfde laken een pak met glitters. Wie de lijn lang genoeg doortrekt, komt bij The Sweet eveneens uit in de hoek van de mods.

Wainwright's Gentlemen. Dat is de groep waarmee het begint, maar aanvankelijk is daar nog geen spoor van een toekomstig lid van The Sweet. Wainwright's Gentlemen doet mee in een landelijke competitie voor bands. Op lokaal niveau troeft het The Detours af met zanger Roger Daltrey. Landelijk eindigt de groep als vijfde. Eind 1964 vinden een paar wisselingen plaats in Wainwright's Gentlemen. Ten eerste voegt Ian Gillan zich toe tot de groep, later gevolgd door zangeres Ann Cully en drummer Mick Tucker. Een half jaar later verlaat Gillan alweer de groep om zich te voegen bij The Episode Six. Later komen we hem tegen bij Deep Purple. Cully vertrekt eveneens en Brian Connolly vervangt hen. Connolly en Tucker hebben het eind 1967 helemaal gezien bij de Gentlemen en richten in januari 1968 hun nieuwe band op: The Sweetshop. Steve Priest wordt aangenomen als basgitarist en leadzanger. Aanvankelijk speelt Frank Torpey bij de groep, maar wordt in 1969 vervangen door Mick Stewart en nog later door Andy Scott. Omdat een andere Engelse groep bestaat met de naam The Sweetshop gaan 'onze jongens' door als The Sweet. In juli 1968 verschijnt 'Slow Motion' op Fontana, een regelrechte flop en een duur betaald collector's item. In 1969 tekent de groep bij Parlophone en maakt drie singles. Deze worden in 1971 door Music For Pleasure verzameld op een elpee met The Pipkins. Dit is de eerste elpee van The Sweet, hoewel het bedoeld is om in te haken op het plotselinge succes van de groep. Andy Scott staat wel op de hoesfoto, maar heeft part noch deel in de opnames.

Middels Phil Wainman komt The Sweet in contact met het songschrijvers-team van Nicky Chinn en Mike Chapman. Zij zoeken een band welke hun bubblegum-repertoire wil uitvoeren. The Sweet is de eerste in een reeks voor Chinn en Chapman. Pretentieloze deuntjes als 'Funny Funny', 'Co Co' en 'Poppa Joe' zijn allen grote hits, ook in Nederland. Alleen 'Alexander Graham Bell' is 'te moeilijk' en doet het een stuk minder. Het mag de pret niet drukken. In 1973 gaat The Sweet op een iets stevigere toer. Het kwartet moet weinig hebben van de hits en weigert deze te spelen tijdens concerten. De b-kanten van de hits laten al een ander geluid horen, The Sweet voelt zich vooral beïnvloed door The Who en Led Zeppelin en 'Funny Funny' en 'Wig Wam Bam' horen daarin niet thuis. Het resulteert in een concert in 1973 waarbij The Sweet van het podium wordt bekogeld omdat het publiek zich niet kan vinden in de harde muziek van het kwartet. Zij willen de hits en dat weigert The Sweet. Overigens speelt de groep tot 'Wig Wam Bam' ook niet zelf op de platen, maar de harmonie-zang is wel afkomstig van de band.

Denemarken spant de kroon in het succes van The Sweet. 'Teenage Rampage' is de negende nummer 1-hit op rij voor The Sweet. 'Alexander Graham Bell' is daar niet uitgebracht en 'Turn It Down' zal in 1974 de rij onderbreken. In Nederland is het de eerste single sinds 'Alexander Graham Bell' dat niet de top tien haalt. In Engeland is het de derde nummer 2-hit op rij. Hoewel ik inmiddels ook een exemplaar met fotohoes heb, koop ik mijn eerste exemplaar in Engeland. Ik bezoek in mei 1999 een 'car boot sale' in Top Mossley. Mossley heeft, zover ik weet, niet echt een 'car boot sale'-traditie, maar wellicht is het ook het zeikweer dat voor de lage opkomst heeft gezorgd. Buiten de Engelse maxi-single van 'Hold Your Head Up' van Argent vind ik hier 'Teenage Rampage' van The Sweet. Hoewel...?

Ik neem de bandnaam maar over van het fotohoesje, maar The Sweet heet sinds eind 1973 officieel Sweet zonder The. In Nederland was de platenmaatschappij daarvan nog niet op de hoogte?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten