woensdag 20 mei 2015

(Classic) Week Spot: Maurice Williams



Het is geen gebrek aan inspiratie voor 'nieuwe' Week Spot's, maar eerder een geval waar de liefde voor een plaatje na ruim vijf jaar eindelijk tot bloei komt. Vandaar dat ik 'Classic' tussen haakjes heb gezet. Een 'Classic Week Spot' wijst er echter op dat het geen recente aankoop is en dat gaat voor de Week Spot van deze week helemaal op. De plaat stamt ergens zelfs van een 'geboorte' van de Blauwe Bak, maar dan opnieuw... de verzameling heeft meerdere impulsen gehad en deze single heeft destijds totaal geen invloed. Een schone slaper die pas drie jaar geleden door mij is 'erkend' en waarvan de b-kant twee jaar geleden mij heeft overtuigd. Bijna zeven jaar na aankoop 'mag' de single dan Week Spot zijn: 'Sweetness' van Maurice Williams (1970).

In de zomer van 2008 ben ik nog altijd een stevige innemer van alcoholische versnaperingen en hoewel de fietstocht tijdens de vakantie een sportieve prestatie is, wordt de tocht voor een deel bepaald door de drankjes. Ik heb daar twee jaar geleden over geschreven in 'Het Veerse (on)weer' (5 augustus 2013). De twee nachten vóór Veere heb ik doorgebracht in het allerminst schilderachtige Hellevoetsluis. Dit is in eerste instantie niet gepland, maar tijdens een kroegbezoek op vrijdagavond passeert er een 'hete' tosti welke de volgende dag mijn spijsvertering even flink in de war heeft gestuurd. Het vooruitzicht van 'nodig moeten' in 'the middle of nowhere' lokt me niet aan en dus plak ik een dag eraan vast. Die avond opnieuw naar hetzelfde café en dan komt het tot afspraken: Ik zal over een paar weken in Hellevoetsluis komen om muziek te draaien. Een overspannen eindversterker (door toedoen van de psychobilly-band), de alcoholconsumptie, de gastvrijheid van het café en 'omdat het kan', draai ik de avond erna opnieuw. Intussen heb ik in Rotterdam flink boodschappen lopen doen bij een boetiekje waar ik in vier jaar niet ben geweest. Een paar van de gekochte platen maken hier, in het niet meer bestaande café 'Het Tolhuis', voor het eerst hun opwachting. Dan denk ik vooral aan 'Fresh Out Of Tears' van Joe Tex en 'Let's Stay Together' van Margie Joseph. Ik heb nog ergens een clipje vanaf de Nokia N95 waar ik overdag de laatste draai in dit café. De honden van de eigenaar zijn figuranten. Het duurt jaren voordat ik eerst 'Whirlpool' van Maurice Williams leer waarderen, maar sinds 2013 slaan de wijzers steeds vaker over naar het meer ontspannende 'Sweetness'. De laatste paar weken is de plaat bezig aan een opmars in zowel mijn radioshows als tijdens het doordeweekse ontbijt.

Over het geboortejaar van Maurice Williams verschillen de bronnen, maar ik vind de lap tekst van Bruce Eder op Allmusic zó volledig dat ik hem volg. Maurice Williams wordt dan geboren op 26 april 1938, hoewel de meeste bronnen hem twee jaar jonger willen hebben. Hij leert piano spelen via een oudere zus en op zijn tiende heeft hij dit instrument zo goed onder de knieën dat hij vriendjes op bezoek krijgt voor 'jamsessies'. Williams zingt ook in de kerk, maar zijn voorkeur gaat uit naar popmuziek en in 1953 formeert hij zijn eerste groep. The Royal Charms bestaat uit Earl Gayney (tenorzang, gitaar), Willie Jones (bariton-zang), William Massey (tenor- en bariton-zang, trompet) en Norman Wade (bas) en natuurlijk Maurice Williams. Als vijftienjarige heeft Williams zijn eerste liedjes al geschreven waaronder twee die zijn loopbaan drastisch gaan bepalen.

Als zestienjarige weet Williams Ernie Young te overtuigen van zijn kwaliteiten. Young is de baas van Excello Records en nodigt Williams en zijn kornuiten uit om vanuit Lancaster naar Nashville te komen. De auditie vindt plaats in december 1956 en Williams moet flink sparen voor de reis, maar het is het waard. Eén van de liedjes heet 'Little Darling' en daar is Young erg van onder de indruk. Hij past enkel een arrangement toe en staat erop dat de naam wordt veranderd. Iedere 'doowop'-groep uit die tijd heeft immers het woord 'Royal' of 'Charm' in de naam zitten, ook zijn 'dieren' als band-naam uitgesloten. Young stelt vervolgens een bloemennaam voor: The Gladiolas en onder die naam verschijnt 'Little Darling' als single op het Excello-label. De single waggelt naar nummer elf in de R&B, maar op de Hot 100 komt het niet verder dan een teleurstellende 41e plek. Intussen wordt het nummer opgenomen door een blanke Canadese groep voor Mercury: The Diamonds. Het is die uitvoering die een eerste plek haalt in de Amerikaanse hitparade. De uitvoering van The Diamonds is 'strakker' geproduceerd dan die van The Gladiolas. Vervolgens doet Ernie Young een geste dat vrijwel uniek is in de popmuziek: Hij geeft alle songschrijvers-credits aan de jonge Maurice Williams. Hij leert Williams de versie van The Diamonds te benaderen als songschrijver. Het levert hem een aardig salaris op en het maakt dan niet uit of The Gladiolas of The Diamonds voor de verkoop zorgen. Williams erkent zelf naïef genoeg te zijn geweest in 1957. Young had hem eenvoudig kunnen uitkopen, maar in plaats daarvan leert hij hem de zakelijke kant van de muziek kennen.

Hoewel Williams het ver had kunnen schoppen op de universiteit, heeft hij het té druk met de muziek. The Gladiolas wordt in 1958 als helden onthaald in South-Carolina, de thuishaven voor de groep. Young heeft 'Little Darling' volledig aan Williams gegeven, hij bezit nog wel de rechten op de naam. Als The Gladiolas in 1958 weigeren hun contract met Excello voort te zetten, is het een voorbij scheurende Ford Zodiac dat de nieuwe naam brengt: Maurice Williams & The Zodiacs. The Zodiacs tekent bij Herald en brengt in 1960 hun volmaakte versie uit van een liedje dat Williams zeven jaar eerder heeft geschreven: 'Stay'. De falsetto in het nummer is van Shane Gaston. De plaat zélf verbreekt alle records en wordt door een keur van artiesten opgenomen. Maurice Williams & The Zodiacs kunnen het succes echter geen vervolg geven. In 1965 brengt Williams, inmiddels solo, de single 'May I' uit, een nummer dat pas vijf jaar later een hit zal worden door de blanke groep Bill Deal & The Rhondells. 'Return' verschijnt voor het kleine Deesu-label en daar horen we Gladys Knight in de achtergrond. Een andere Deesu-single, 'Being With You', groeit uit tot een Northern Soul-klassieker van formaat. In 1970 verschijnt onze Week Spot, een nog altijd gruwelijk ondergewaardeerde pracht-plaat van Williams. Hij heeft ditmaal de nummers niet zelf geschreven, maar zijn uitvoeringen zijn wel de meest definitieve! De productie is in handen van Mancha & Mancha. Dat moeten de broers Steve en Don Mancha zijn, lange tijd werkzaam in Detroit voor Golden World en Solid Hit. Het arrangement en de productie bevestigen dit, dit is andermaal een zeer grote klasse!

Maurice Williams denkt kort na zijn 77e verjaardag nog altijd niet aan stoppen. Hij schrijft en zingt nog dagelijks, hoewel de optredens iets minder zijn geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten