dinsdag 19 mei 2015
Raddraaien: The Golden Gate Quartette
Ik twijfel even als ik de 76e single uit de zesde jaren zestig-bak vis. The Golden Gate Quartette? Hebben we die niet eerder gehad? Welnu, ik heb Soul-xotica erop nageslagen, maar nee... deze is nog niet aan bod geweest. Terwijl ik straks eigenlijk een Week Spot moet presenteren en nog geen flauw idee heb welke dat gaat worden, is de eerste gospel-Week Spot nog altijd een feit. Toch heeft The Golden Gate Quartette niets van doen met die recent opgedane fascinatie voor gospelmuziek. Het vertelt echter het verhaal van een vriendschap. Eentje die ik andermaal op het spel heb gezet. Ik zou mezelf niet 'ondankbaar' willen noemen, maar in mijn 'goedigheid' zie ik wel eens dingen over het hoofd en ben daar niet genoeg dankbaar voor. Ik denk dat dit de kater bij Bill heeft veroorzaakt, hoewel we nog altijd (Facebook-)vrienden zijn en nergens een spatje kwaad bloed valt te bekennen. En ikzelf? Tja, ik ben zeventien jaar ouder en een tikkeltje wijzer. De 'Raddraaier' is een titelloze EP van The Golden Gate Quartet en blijkbaar de enige die met de naam 'Quartette' is uitgebracht. Deze Engelse EP stamt uit 1956.
Het verhaal begint andermaal in Sneek. Ditmaal bevinden we ons in de midden jaren negentig en zien we een jong heerschap. Of hij nu op de fiets is gekomen of op de Solex, evenmin is het belangrijk of het koud genoeg is voor zo'n leren harnas, uw 'razende reporter' gaat immer getooid in een zwarte lange leren jas. Op een zaterdagavond kom ik als Sneeker Nieuwsblad-recensent terecht bij een optreden van de Engelse blues-zanger Al Dickinson. Het concert is georganiseerd door Douwe die ik ken uit Amicitia. Hij werkt daar als medewerker voor de films, zelf kom ik naar Amicitia voor de folk-concerten en op een bepaald moment wordt de foyer een alternatieve hangplek voor mij. Douwe houdt me op de hoogte van de tournees van Engelse bluesmuzikanten welke hij organiseert en zodoende maak ik eerst kennis met Al Dickinson en vervolgens met Gypsy Bill Williams. Douwe regelt ook nog een optreden voor John Wright in Drachten en daar heb ik de eer om bij te mogen zijn. De Engelsen kijken hun ogen uit, want er wordt volop 'geblowd' in de kroeg. Gypsy Bill zie ik voor het eerst in De Karre in Tuk, 's avonds rij ik mee terug naar huis (dan nog in Jutrijp). Bill en Del zijn ruim een week in Nederland en hebben een handvol optredens. Té weinig om van te bestaan. Ik hou ze een paar avonden gezelschap in hun Volkswagen-camper op het terrein van de Veemarkthal. Mijn wens om nog eens naar Engeland te gaan, komt ook ter sprake. ,,Als je naar York komt, ben je altijd welkom", laat Bill weten. Je zegt wel eens vaker iets? Ik weet niet of hij zo gastvrij was geweest als hij het achteraf had geweten?
Na de kerst van 1997 heb ik opeens de enorme behoefte om mijn oud en nieuw elders te vieren. De 'Moordlijst' van de VPRO inspireert me om naar Engeland te gaan en natúúrlijk wordt York de eindbestemming. Ik ben toch altijd welkom? We gaan op de dolle roes, want zo groot is York niet en iedereen moet Gypsy Bill kennen. Geen slaapzak, geen overnachting, helemaal niks. Driedagen-retourtje van Rotterdam naar Hull en terug en een enkele ticket voor de 'National Express' van Hull naar York. Het blijkt tegen te vallen. 's Avonds heb ik telefonisch contact met Douwe in Sneek en hij is ook blij verrast over mijn 'avontuur'. Ik krijg het telefoonnummer van Bill en Del, maar geen antwoord. Oud en nieuw 'overleef' ik door een uitnodiging voor een huisfeestje, dat toch niet het feest is dat het moet zijn. De volgende dag probeer ik Bill opnieuw en krijg hem aan de lijn. De 'Old Orleans', de pub waar ik zit, blijkt om de hoek te zijn van Bill's appartement. De vrijdag zou ik weer naar huis moeten, maar dan heb ik al besloten het eens in Engeland te proberen. Bill zorgt dat ik bij het jongerenhotel op Bishophill Senior voor langere tijd terecht kan en helpt me bij de inschrijving van het arbeidsbureau. 's Avonds bezoek ik geregeld de optredens van Gypsy Bill, hij heeft een aantal wekelijkse residenties, en blijf niet zelden een nachtje slapen. Bill helpt me aan mijn pak voor mijn eerste sollicitatie en... hij geeft me meteen de eerste avond zijn verzameling singles en EP's!
Bill is een blues-man in hart en nieren en heeft een gigantische collectie platen, cd's en banden. Van 'mainstream' Chicago-spul tot onontdekte veldopnames. De singles en EP's vormen de meest compacte verzameling in de kast. Het zijn er een stuk of vijftien. De EP 'Up The Country Blues' van Mike Cooper zit er tussen, in 1968 is dit de eerste country-blues-plaat gemaakt door een Engelsman. Hoewel de tracks algemeen bekend zijn, is het topstuk een EP van Muddy Waters met Little Walter. Deze is in 1957 in Engeland uitgegeven en de hoestekst is van een wild enthousiaste, maar ook nog volslagen onbekende, Alexis Korner. De overige platen zijn 'The Good, The Bad And The Ugly' van Hugo Montenegro, EP's van Jimmy Yancey, Django Reinhardt en Otillie Patterson. Ook twee EP's uit de jaren vijftig van The Golden Gate Quartet. Ik heb vrijwel niets met gospel in 1998, hoewel ik in die tijd nog wel aan 'reli-shoppen' doe en ik op dat moment bij de Methodist Church zit. Toch blijft de plaat in de verzameling vanwege de herinnering aan die dwaze eerste maanden van 1998.
The Golden Gate Quartet is één van 's werelds oudste en nog steeds bestaande gospel-groepen. Het wordt in 1934 opgericht door vier studenten van de Booker T. Washington COllege in Norfolk, Virginia. Hoewel enkele bronnen de namen van Robert 'Peg' Ford en A.C. 'Eddie' Griffin vermelden, wordt de bezetting van Willie Johnson (bariton), William Landford (tenor), Henry Owens (tweede tenor) en Orlandus Wilson (bas) vaak als de originele bezetting aangeduid. Landford en Wilson zouden volgens enkele bronnen Ford en Griffin hebben vervangen in 1935. The Golden Gate Quartet maakt al snel furore dankzij optredens voor radio stations, waarbij het kwartet laat zien over dezelfde gave te beschikken als The Mills Brothers: De leden kunnen de stemmen eveneens gebruiken om een trein na te bootsen.
Ik maak even een hele grote sprong. In 1955 toert The Quartet, dat enkele malen van bezetting wisselt, door Europa en na optredens in Parijs wordt hun ster daar gevestigd. In 1959 besluit de groep zelfs vanuit Frankrijk te opereren en vooral Europese tournees te doen. Elvis Presley zoekt hen in 1959 op en steekt zijn bewondering voor The Quartet niet onder stoelen of banken. Als eerbetoon neemt Elvis het Golden Gate-arrangement van 'Swing Down Chariot' over voor zijn elpee 'His Hand In Mine'. Het zal jullie niet verbazen dat geen van de originele leden meer in leven is. Wilson is de laatste die ons in 1998 verlaat. Tegenwoordig bestaat het kwartet uit de heren Paul Drembly, Frank Davis, Thierry Francois en Timothy Riley.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten