woensdag 3 december 2014

Beeldenroute: Dave Godin



In de Beeldenroute richt ik zeer onregelmatig een standbeeld op voor iemand uit de muziek waarvoor ik een zekere bewondering koester. Natuurlijk zou ik een oerwoud kunnen aanleggen aan zangers, zangeressen en instrumentalisten. Deze mensen staan vaak al op de voorgrond en in een enkel geval krijgen deze artiesten na hun dood alsnog een standbeeld. In de Beeldenroute presenteer ik vanaf de tweede aflevering iemand die een grote rol heeft gespeeld op de achtergrond. Het eerste standbeeld was namelijk voor zanger Lee Dorsey, maar dat heeft hij dubbel en dwars verdiend. Soms valt een arrangeur, orkestleider of producer de eer ten beurt welke eveneens zelfstandige platen heeft gemaakt. Wat dat betreft hanteer ik niet een vast stramien in de Beeldenroute, buiten dat ik een diepe bewondering voor de persoon in kwestie moet hebben. Van de volgende kandidaat in de Beeldenroute bestaan geen stem-opnames, buiten een spaarzaam interview, en het is niet bekend of hij een instrument kon bespelen. En tóch heeft hij platen uitgebracht, heel veel platen! En verrijkte hij de muziekwereld met een paar 'nieuwe' woorden. Vandaag richt ik een standbeeld op voor de grote Dave Godin (1936-2004).

De inspiratie voor deze aflevering van de Beeldenroute komt bij het schrijven over Doris Duke, toen deze een week geleden de Week Spot mocht zijn. Doris Duke is niet de enige die nooit zo ver was gekomen als Dave Godin niet ergens in het verhaal had gezeten. We zijn Godin al een paar maal eerder tegengekomen in de verhalen op Soul-xotica. Vorig jaar was Bettye Swann bijvoorbeeld de Week Spot en ook daarin heeft Godin een belangrijke rol gespeeld. Binnen de Engelse soul-wereld is het een autoriteit, waar men tien jaar na mans' overlijden nog steeds met diep respect zijn naam uitspreekt. Hopelijk gaat dit verhaal duidelijk maken waarom Godin van mij een standbeeld verdient.

David Edward Godin vermeldt zijn paspoort en onder die naam wordt hij op 21 juni 1936 geboren in de Londense wijk Peckham. Hoeveel onwettige broers en zussen hij heeft is niet bekend, wel dat zijn vader melkboer was. Zijn vroege jeugd brengt hij door in Peckham totdat de familie Godin vanwege bombardementen wordt gedwongen te verhuizen. Hij komt vervolgens terecht in Bexleyheath in het graafschap Kent. Daar gaat hij studeren aan Dartford Grammar School en het is 1953 als hij in een jukebox een plaat hoort van Ruth Brown. Deze plaat zal zijn leven voorgoed veranderen, want dit is zijn kennismaking met de Afro-Amerikaanse rhythm & blues. Deze muziek is nauwelijks te horen op de Engelse radio, maar desondanks begint Godin rond deze tijd een verzameling platen op te zetten. Hij attendeert een studiegenoot op de geluiden uit de zwarte rhythm & blues, iets waarvan Godin de rest van zijn leven spijt heeft gehad. De studiegenoot heet Mick Jagger, Godin is op de achtergrond betrokken bij de eerste sessies die zullen leiden tot de oprichting van The Rolling Stones. Godin zou gewenst hebben dat hij toen zijn mond had gehouden, want vanaf de oprichting van The Rolling Stones heeft hij zich altijd tegen de blanke Engelse exploitatie van zwarte Amerikaanse muziek verzet.

Gewetensbezwaren houden Godin uit militaire dienst en hij vervult zijn dienstplicht als portier in een ziekenhuis, verder is hij na zijn studie eerst werkzaam bij een reclamebureau. In de vroege jaren zestig zet hij een club van liefhebbers op van een tweetal platenlabels uit Detroit: Tamla en Motown. Die club heet de Tamla-Motown Appreciation Society, de eerste keer dat beide labels in één adem worden genoemd. De 'fanclub' heeft een wijd bereik en dat is juist op het moment als Berry Gordy overweegt om een meer professionele distributie op gang te zetten in Engeland. Godin wordt de zakenbehartiger van deze onderneming. De eerste Motown-platen zijn in Engeland verschenen via het Oriole-label en Gordy weet dat het aan de distributie is te wijten dat de platen niet grotere hits worden. Godin regelt een distributie bij EMI, van 1964 tot en met april 1965 via Stateside en vanaf die tijd als het zelfstandige Tamla-Motown-label. Let wel: In Amerika worden de maatschappijen gescheiden gehouden. Platen van Stevie Wonder verschijnen daar op Tamla, terwijl werk van The Four Tops en The Supremes op Motown uitkomt. Ook werk op Soul, VIP, Gordy en de vele andere kleine Motown-onderdelen verschijnen in Engeland en Europa voortaan op Tamla-Motown.

Godin komt in 1964 zijn oude makker Jagger tegen bij de opnames van 'Ready Steady Go' waar Marvin Gaye zijn opwachting maakt met 'How Sweet It Is'. Jagger vraagt een gunst van Godin. ,,Kun je me alsjeblieft voorstellen aan Marvin?". Godin voorziet hem van repliek. ,,Donder op! Als je Marvin wilt ontmoeten, ga je jezelf maar voorstellen!". Veertien jaar nadat hij de 'Blackamerican' muziek leert kennen (één van Godin's eigen woorden) opent hij Soul City, een platenwinkel in Londen met louter zwarte Amerikaanse rhythm & blues. Door zijn werk met Motown heeft Godin ook geleerd hoe je een buitenlandse plaat moet distribueren en zo begint hij in hetzelfde jaar, 1967, met het platenlabel Soul City. Als vurig tegenstander van de blanke Engelse rhythm & blues kan hij nu de originele Amerikaanse platen in Engeland uitbrengen. Eén van de eerste titels is 'Go Now' van Bessie Banks, in 1964 succesvol als cover van The Moody Blues. Over het exacte jaartal verschillen de bronnen. Feit is wel dat het woord eerst in 1970 in een krant moet worden gebruikt voordat het algemeen goed wordt in Engeland.

Iedere keer als een noordelijke voetbalclub in Londen moet spelen, merkt Godin op dat supporters van deze club hun tijd doorbrengen in Soul City. Daar waar zijn lokale clientèle voor de actuele hits op de Amerikaanse Rhythm & Blues-lijsten gaan, daar zijn het deze mensen met hun noordelijke accenten die het meest op zoek zijn naar plaatjes met het 'ouderwetse' Motown-geluid. Bij wijze van dienstverlening om tijd te besparen bij de klanten, richt Godin een apart vak in voor deze platen en noemt het 'Northern Soul'. Rond dezelfde tijd brengt Doris Duke haar elpee 'Í'm A Loser' uit. Het is naar aanleiding van dit album dat Godin de term 'Deep Soul' verzint. Bovenal is hij 'redder' van artiesten waarbij de Amerikaanse loopbaan op een dood spoor is gekomen. Major Lance emigreert in 1970 zelfs naar Engeland. Als Godin omstreeks 1971 wordt gevraagd naar zijn favoriete plaat uit recente jaren noemt hij het totaal vergeten 'Make Me Yours' van Bettye Swann. Het veroorzaakt een 'run' op de plaat die tegenwoordig nog altijd te boek staat als een onbetwiste Northern Soul-klassieker. Bettye's latere werk verkoopt ook beter in Engeland dan elders. Toch is hij bij Godin vooral de liefde en passie voor de muziek, het zaken doen bevalt hem niet zo. Soul City wordt nimmer een miljoenen-onderneming. Godin is columnist en middels zijn pen weet hij menig Engelse muziekliefhebber te bekeren tot de soul-muziek. In zijn persoonlijke leven is Godin veganist, pacifist en politiek linkser dan wie dan ook. Dave Rimmer herinnert zich de urenlange conversaties over de telefoon: Van muziek via film via een poging om Rimmer tot Godin's politieke voorkeuren te bewegen via het onrecht in de wereld en vervolgens toch weer uit te komen bij datgene dat hen bindt: De muziek.

Toch heeft Godin nóg een vakgebied: Film. Hij heeft film gestudeerd en staat van 1983 tot 1990 aan het roer van Anvil Cinema in Sheffield, de enige bioscoop in Engeland die in stand wordt gehouden door de lokale autoriteiten. In de Engelse film wordt Godin's naam evenzeer als een instituut uitgesproken als in de Engelse soul-wereld. In de begin jaren negentig stelt hij vier cd's samen voor Ace Records: 'Dave Godin's Deep Soul Treasures'. Hij noemt het zelf het mooiste dat hij in zijn leven heeft gedaan en over het algemeen wordt hij hierom het meest geroemd in de media. Dave Rimmer's aangrijpende 'in memoriam' (een week na Godin's overlijden, vooral omdat eerdere pogingen door Rimmer zijn mislukt) zegt precies waarom Godin een standbeeld verdient: ,,Zijn grootste verdienste is dat hij onze vlam in een vuurhaard heeft weten te toveren. Onze liefde voor Blackamerica". Na een lang ziekbed overlijdt Godin op 15 oktober 2004 in zijn woonplaats Rotherham. Hij is 68 jaar geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten