woensdag 6 september 2023

Uffelter vergezichten: Woensdag 6 september


Het is tijdens de beruchte fietstocht van Tuk naar Maastricht en weer terug in september 2001. In het grensgebied van Brabant en België ontdek ik de fietsknooppunten. 'Wat zou het mooi zijn als dit ook in het noorden zou zijn'. Mijn gebeden zijn verhoord want een paar jaar later kennen we ook de fietsknooppunten in het noorden en inmiddels is het door het hele land gemeengoed geworden. Ik raadpleeg de borden vaak en veel. Niet altijd om een route uit te stippelen maar anders wel om me te oriënteren. De vakantie in Sleen is dankzij zo'n bord tot stand gekomen. Op de meeste plekken heeft een fietsknooppuntenbord een reikwijdte van ongeveer dertig kilometer. Ideaal om te oriënteren als je naar een bepaalde plaats wilt fietsen. In het oosten zijn de borden meer gedetailleerd en hebben een reikwijdte van ongeveer acht kilometer. Als je er niet bekend bent, weet je dus nooit wat er na deze acht kilometer staat te gebeuren. Ik heb mezelf vandaag laten verleiden door deze borden. Omdat ik even wil weten hoe ver het hemelsbreed is naar Mariaparochie vul ik de gegevens in op de routeplanner van de Fietsersbond. En... wat blijkt? Op een paar kleine details na is de route grotendeels de 'makkelijk doorfietsen'-variant en wordt uitgerekend op 67,5 kilometer. Ik durf daar 75 van te maken. Dan ben ik er nog niet want ik ben hopeloos verkeerd gefietst in Almelo en ik moet nog terug. Ik geloof dat ik vandaag ruim 150 kilometer asfalt (en een paar gruiswegen) onder mijn trappers voorbij heb zien glijden.

'Morgen gaan we naar Salland'. O ja? Het plan is weer om naar Hellendoorn en Nijverdal te gaan. Het is verleidelijk om dezelfde route te fietsen als vorig jaar maar... dat voelt niet goed aan. Ik ga na Dedemsvaart bewust tegen het oosten aanleunen om voortdurend wind om me heen te hebben. Met bordjes van maximaal acht kilometer wordt het één groot avontuur en tot mijn grote verbazing zit ik even later twee kilometer boven Almelo. Oeps! Ik start om half tien in de ochtend. Het eerste stuk is 'memory lane'. Over Ansen naar Ruinen en door naar Echten en Zuidwolde. Het is inmiddels bijna elf uur als ik Zuidwolde verlaat. Bij de winkel heb ik een pak karnemelk gekocht. Ik zou nu over Linde kunnen fietsen maar nee... ik wil iets anders. Ik ga over Vuile Riete en geniet daar op een bankje van de karnemelk. Ik kom nog door het dorp Drogteropslagen en eindig in Dedemsvaart precies bij het 'mysterieuze' paadje dat ik vorig jaar ben gefietst. Mysterieus? Ja, vorig jaar weet ik niet hoe ik ben gefietst en kan het niet reconstrueren. Het is de Smalle Wijk en is een fraai bospad dat langs Rheezerveen gaat. Je komt bijna in Hardenberg maar gaat daar verder in het volgende bos. Aan de andere kant is het dorp Rheeze en daar moet een pontje de Vecht over gaan. Ik fiets eerst verkeerd en moet een stuk terug. Het pontje lijkt op die bij Kraggenburg van zaterdag. Een kabelpont welke bediend moet worden door een van de reizigers. Het heeft enige ondersteuning dankzij de zonnepanelen maar er zit niet veel vaart in het geval. Aan de andere kant van de oever ga ik tegen de oostenwind aanleunen. In Bergentheim haal ik het volgende pak karnemelk.

Ik fiets een stuk langs het kanaal en ga dan vrij willekeurig linksaf. De weg leidt naar Sibculo. Waarom Sibculo? Het klinkt wel leuk en het gaat het oosten in. Vanaf Sibculo steek ik de weg over en ga naar Paterswal. Hoewel het prachtig fietsen is in deze omgeving heb ik geen flauw idee waar ik me bevind in het grotere plaatje. Ik ga achter Vriezenveen langs en heb een lange stop bij een boerderijwinkel voor twee koppen koffie en heerlijke zelfgemaakte vlaai. Ik zit op het grensgebied van de gemeentes Twenterand en Tubbergen. Dat laatste jaagt me de stuipen op het lijf. Ben ik al zó zuidelijk. Dat zal blijken als ik op een kaartje kijk en het blijkt dat ik twee kilometer boven Almelo en Wierden zit. Niks geen Nijverdal of Hellendoorn. Almelo gaat mijn keerpunt worden. De geplande fietstocht door Almelo gaat niet werken. Ik fiets hopeloos verkeerd en moet vooral de wind in de gaten houden om de juiste kant uit te fietsen. Ik krijg het wel voor elkaar om Wierden te mijden. Ik wil even de fietssnelweg op naar Nijverdal maar nee... ik ga Nijverdal dit jaar overslaan.

Inmiddels loopt het tegen zessen en ik heb al besloten dat ik onderweg ga eten. Ik hoop even op Daarle maar daar ben ik al voorbij voordat ik het in de gaten heb. Aan de bovenkant van het bord is een grotere plaats zichtbaar met eetgelegenheden, alleen... valt de naam buiten het gezichtsveld van het bord. Als ik dichterbij het dorp kom, kan ik het al raden. Dat moet Den Ham zijn! Ik vind een shoarmazaak en bestel een groot bord met shoarma, kipshaslick en aardappelschijfjes. Het is eeuwig zonde want het eten ziet er goed uit, maar ik snak al naar adem als ik het grote bord met voer zie. Dit wordt helemaal niks! De aardappeltjes maak ik zo goed als op, de shoarma vind ik niet heel erg daverend en de stukjes kip zijn daarentegen erg lekker. Toch denk ik dat er nauwelijks een derde van het bord in mijn maag is gekomen. Ik neem nog een kop koffie (na twee cola's) en zet weer koers richting huis. Tot mijn grote geluk kan je de Vecht bijna 'ruiken' vanuit Den Ham. Ik zal eerst nog toeristisch fietsen maar zie dan een 'shortcut' naar Ommen. Zes kilometer langs een provinciale weg. In Ommen haal ik nog wat proviand bij de Albert Heijn en zet koers naar Balkbrug. Daar is de snackbar nog open en kan ik terecht voor een milkshake. Dan de laatste loodjes. Over Oud-Avereest richting De Wijk, de snelweg onderdoor naar Koekange en via Weerwille naar Oosteinde. Inmiddels is het donker maar dat deert me niet. Hier ken ik iedere kuil in de weg. Ik ga via de Madeweg terug naar Uffelte. Ik ben precies een halve dag onderweg geweest. Het zal me niet verbazen dat ik morgen voor Pampus lig, maar heb nog een héél klein plannetje voor een gezellig regiotochtje. We zullen zien...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten