zondag 10 april 2022

Singles round-up: april 1


Terwijl ik 's ochtends nog een paar euro moet achterlaten op het postkantoor in ruil voor een hagelnieuwe single bezorgt een 'oranje' collega een groot pakket singles van Mark op mijn adres. Gek dat deze pakketten steeds geruisloos langs de douane gaan terwijl de opgegeven waarde een stukje hoger is dan de nieuwe single. Enfin, je hoort mij niet klagen. In plaats van een geplande 'Singles round-up' met vier singles heb ik opeens zesendertig singles die ik met jullie mag delen. Omdat ik deze maand niet alleen maar 'Singles round-up' wil doen, heb ik besloten tot vier afleveringen van negen singles. Iedere aflevering acht uit de partij van Mark en als laatste één van de vier hagelnieuwe releases. Ik heb de platen gisteren allemaal gedraaid in 'Do The 45' en de show staat op Mixcloud. Wellicht dat ik na het vierde bericht de link ga plaatsen maar met 'WolfmanradioShows' en Mixcloud komen jullie er ook wel? Ik trap nu af met de eerste negen singles.

* Bryan Austin- Sunday (UK, ZIP Promotions, 2016)
Dit is in 2016 de eerste plaat voor ZIP Promotions dat een jaar later de naam zal veranderen in Izipho. 'Sunday' is de b-kant waarvoor ik de plaat ook heb gereserveerd. De a-kant heet 'What Would Marvin Say' en het schijnt dat Janie Bradford dit heeft geschreven met Bryan Austin in het achterhoofd. 'Sunday' is een cover van het gelijknamige nummer van Sylvia welke eveneens is opgenomen door The Moments. Ik ben al vrienden met Patrick als hij dit plaatje op de markt brengt maar het is dan nog totaal niet aan me besteed. De a-kant verzandt in teveel effecten naar mijn smaak. 'Sunday' is dan een stukje interessanter. Het haalt het niet helemaal bij de uitvoering van Sylvia maar dat is ook geen bezwaar. Het is weer eens wat anders?

* Little Johnny Blair- Easier To Say Than To Do (UK, Pye Disco Demand, 1971, re: 1974)
De a-kant heet 'Momma's Gone' is en is opnieuw uitgebracht ten behoeve van de Northern Soul. Hoewel ze bij Pye best een neus hebben voor potentiële hits in deze scene is dit nummer een beetje teveel 'anything goes'. Little Johnny Blair is immers een Southern Soul-muzikant en buiten een lekkere beat en wat blazers om wordt het nergens geschikt voor Northern. Ik heb het plaatje echter gekocht voor de b-kant en dat is deep Southern soul op zijn best. Blair mag dan, volgens zijn naam, klein van stuk zijn, zijn stem is groots in dit nummer en het komt hem vanuit de tenen.

* Solomon Burke- I Got To Tell It (US, MGM, 1972)
Solomon Burke is een lastig verhaal voor mij. Zijn jaren zestig-platen zijn zeker niet slecht, maar ze zijn vaak niet heel interessant voor mijn collectie. Maar... als het tot de jaren zeventig komt? Ik heb een paar van zijn Chess-platen van omstreeks 1975 en deze smaken naar meer. Een paar jaar eerder laat hij ons al kennismaken met zijn nieuwe stijl. 'Spoken word' over een dreigend intro en daarna mans' eigen zang erbij in de mix. Het levert spannende soul op in de traditie van The Temptations maar dan zonder een Motown-geluid. Ik lust hier wel pap van!

* Carl Carlton- Everlasting Love (België, ABC, 1974)
Mark biedt zo nu en dan een aantal singles aan in Europese fotohoesjes. Vaak is het niet zo interessant voor mij maar soms heeft hij aardige kassakoopjes. Daartoe reken ik deze van Carl Carlton. De zanger doet hier een cover van het Robert Knight-nummer dat algemeen de meeste bekendheid geniet dankzij The Love Affair. Het is erg kort door de bocht een vroege disco-versie. Niets nieuws onder de zon maar wel een leuk plaatje voor erbij.

* Clarence Carter- Warning (UK, ABC, 1974)
Veel beter dan deze worden ze niet.  Dat kan ik alvast verklappen. Ik geloof dat dit binnenkort maar eens de Week Spot moet worden. Waar collega Carlton richting de disco neigt, daar blijft Carter keurig aan de kant van de lijn qua soul en pop waardoor een zeer prettig soort crossover ontstaat.

* Creation- It's Gotta Be This Way (UK, Atlantic, 1974)
Nee, de Engelse persingen zijn niet nieuw voor mijn collectie, maar het gaat wel steeds meer een ding worden in mijn soul-verzameling. De meeste 'serieuze' dj's gaan voor de Amerikaanse originelen waardoor de Engelse persing vaak voor minder zijn te krijgen. Ik heb al vaker uitgelegd dat ik Engelse persingen superieur vind ten opzichte van Amerikaanse en Europese persingen, voor de overige dj's geldt dat het een 'origineel' moet zijn. De Engelsen zijn vaak opnieuw gemastered en dat haalt een streep door het besef van een 'origineel'. Deze van Creation is een demo, herkenbaar aan de 'A' op het label. Niet te verwarren met de Mod-band uit de jaren zestig, dit is een formatie met een zangeres op de lead en een gezellige funky soul-sound.

* The D.C. Blossoms- I Know About Her (UK, Shrine, 1966, re: 2013)
Het Shrine-label geldt als 'holy grail' in de Northern Soul. Het platenlabel is in 1965 opgericht door een voormalig zakenpartner van Berry Gordy uit de begintijd van Tamla. Toch zijn de enveloppen met payola te dun in vergelijking met de beloftes van Motown en floppen de platen stuk voor stuk. Na de moord op Martin Luther King breken in diverse steden in Amerika onlusten uit en in Detroit worden een paar pakhuizen in lichterlaaie gezet. Eentje daarvan is in gebruik van Shrine en dus verbrandt bijna de volledige oplage van de singles. Originele Shrines zijn uiterst zeldzaam maar dankzij Goldmine en Inferno zijn een aantal titels bereikbaar voor de kleine man. 'Hey Boy' is de eigenlijke a-kant en dat is stampende Detroit soul welke zomaar uit de Motown-studio's had kunnen komen. 'I Know About Her' is een miskend stukje klasse op de b-kant van de single. Beide nummers zijn geschreven en geproduceert door Keni St. Lewis en hem komen we straks tegen.

* Lenny Dexter- Let's Do It Again (US, Tenacious, 1973)
Boem! Lenny Dexter heeft een grootse stem waar ik met plezier naar zou luisteren als hij het telefoonboek zou voorlezen. 'Let's Do It Again' is een heerlijk 'feelgood'-nummer met enthousiaste zangeressen en een wah wah-gitaar. 'Move On' is een ballade welke niet onaardig is, maar ik heb hier minder mee. Zijn zang lijkt bij vlagen een beetje op die van Ronnie Limar en dat verklaart ook waarom ik hier prima naar kan luisteren.

* Keni Lewis- Ba'e Brother (UK, Epsilon, 1969, re: 2022)
Keni Lewis is eigenlijk Keni St. Lewis en hij is in de eerste plaats liedjesschrijver en producent. Hij werkt in 1966 voor Shrine en werkt zodoende mee aan een rits platen die nu stuk voor stuk erg gewild zijn. In 1969 brengt hij zijn eerste solo-plaat uit en dat is deze 'Ba'e Brother'. De plaat verschijnt meteen al in een gelimiteerde oplage en originele exemplaren zijn bijna niet te vinden. Yann Vatiste heeft toestemming gekregen van St. Lewis om het plaatje opnieuw uit te brengen en hier is het resultaat. In geval van Epsilon ben ik vooral geïnteresseerd in de zeldzame funk-dingen uit de jaren zeventig en in eerste instantie zal ik 'Ba'e Brother' niet bestellen. Dan beluister ik het nog een paar keer en ben dan vlug bereid. Hoewel het wordt aangeprezen als Northern Soul is het toch de gruizige funk zoals ik dat van Epsilon ben gewend en uiteindelijk ben ik zeer in mijn nopjes met de plaat. Op de keerzijde staat de instrumentale versie en die is nog nooit uitgebracht in deze vorm. Ik heb vanmiddag overigens de laatste Epsilon afgerekend en die gaat naar verluid morgen al op de bus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten