dinsdag 19 november 2019

Week Spot: Street Players



Over twee weken mag ik mezelf schrap zetten voor de samenstelling van de Blauwe Bak Top 100. Een voorlopige telling geeft me 173 kandidaten. Omdat ik verschillende elementen op de draaitafels heb en ik de Top 100 graag op de radio wil doen, maakt dit de samenstelling een stuk aardiger. Ik ga het styreen en de échte waardevolle platen scheiden van het vinyl en van elk een top 50 maken en deze tegen elkaar uitspelen voor de top 100. Consequentie is ook dat ik gedurende de weken van de Blauwe Bak Top 100 een plaat uit de top 20 van dat weekend moet uitzoeken om Week Spot te worden. Waarschijnlijk worden dat 'gemakkelijke' berichten met platen waarover simpelweg niets valt te schrijven. Toch doe ik Street Players nu alvast even. Ik meen even dat ik een label-special moet maken met deze single en vind dan op de valreep hele interesse informatie. Als ik de twee samenvoeg, zou dat tot een verhaal van normale lengte moeten komen. De Week Spot is deze week voor Street Players met 'Ain't No Doubt' uit 1979.

Ik ben jaren op zoek geweest naar de elpee van de Bergense groep Mayfly welke in 1973 op Ariola is uitgebracht. Zelfs als de plaat als heruitgave binnen handbereik ligt, heb ik opeens geen belangstelling meer. Het maakt wel dat ik een gevoel heb gehad bij een plaat op het Ariola-label en dat is op zichzelf wel aardig. Verder is het toch vooral een commercieel label en net iets teveel standaard-popmuziek. O ja, dan is daar ook nog de Nederlandse persing van 'Days Of Pearly Spencer' van David McWilliams, uitgebracht op het rode Ariola-label dat ik vooral associeer met kneuterige schlagers. Ariola wordt in 1958 in de markt gezet in Duitsland door uitgeverij Bertelsmann. Vanaf de vroege jaren zeventig heeft het ook in Nederland een eigen divisie dat aanvankelijk aan de weg timmert met Wally Tax en verder de distributie op zich neemt van verschillende labels. Zo verschijnen de latere T.Rex-singles niet op EMI in Nederland maar via Ariola. Hetzelfde geldt voor Dave & Ansil Collins (op Trojan) en 'Samba D'Amour' van Middle Of The Road (op RCA). Het zijn vooral Martin Duiser en Wally Tax die de Nederlandse tak van Ariola figuur geven. Na 1976 gaat Ariola zich inzetten in de Eurodisco en begint al vroeg met de 12"-singles. In 1976 begint het ook in Amerika met een afdeling: Ariola America. 'Torn Between Two Lovers' van Mary McGregor is een plaatje dat ook in ons land als een Ariola America wordt uitgebracht. Waar menig soul-liefhebber zijn neus ophaalt voor de Europese Ariola-platen, daar wordt Ariola America een kwaliteitslabel en, op een enkele uitzondering na, blijft het vrijwel 'underground' in Amerika.

Ariola America brengt bijvoorbeeld 'Dottie's Party' van The Caprells opnieuw uit, maar ook een album en een single van Street Players. Beide staan hoog aangeschreven bij de soul- en discoliefhebbers. Er zijn echter weinig pagina's gewijd aan de groep en dus moet ik uiteindelijk gaan kijken in de 'credits' op het album. Dan duikt opeens een 'bekende' naam op: Cash McCall. Hij is behalve producent en arrangeur ook leadzanger en gitarist van Street Players, hoewel de band niet in zijn biografieën wordt genoemd. Cash McCall wordt op 28 januari 1941 geboren als Morris Dollinson Jr. in New Madrid in de staat Missouri. Nadat hij in het leger is geweest, neemt hij intrek in de stad Chicago. Daar speelt en zingt hij in 1964 met de band The Gospel Songbirds met Otis Clay. De groep maakt platen voor het Excello-label. Morris heeft dan, onder eigen naam, al een single uitgebracht in 1963: 'Earth Worm'. In 1966 schrijft Dollinson samen met Monk Higgins 'When You Wake Up'. Bij Thomas Records geven ze hem de naam Cash McCall en de plaat wordt een grote hit op de R&B-lijst en kent een aantal succesvolle opvolgers. In de vroege jaren zeventig wordt McCall huis-producent bij het Chess-label en is het Minnie Riperton die hem aanspoort om zelf een live-band te formeren. Er worden in de biografieën over Cash McCall niet gesproken van een naam maar het lijkt me aannemelijk dat dit Street Players moet zijn. Het neemt in 1979 een disco-album op voor Ariola America en er verschijnt een single: 'Boogie Down'. Als je dat plaatje omdraait, krijg je het zeer interessante 'Ain't No Doubt' dat ik altijd als topkant heb beschouwd.

McCall blijft in de decennia daarop vooral op de achtergrond werken en brengt in 2018 nog een nieuw album uit. Hij lijdt echter ook aan longkanker en deze ziekte wordt hem op 20 april van dit jaar fataal. Morris is 78 jaar geworden. 'Ain't No Doubt' staat veertig jaar later nog altijd als een huis en dus presenteer ik het deze week met trots als kersverse Week Spot!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten