woensdag 20 november 2019

Het zilveren goud: november 1994 deel III



Ik heb vanavond het laatste deel van de 'virtuele kaartenbak' van 1995 afgesloten. Dat betekent dat 'Het zilveren goud' doorgang kan krijgen in het volgende jaar. Volgens mijn berekeningen moet ik in ieder geval 220 singles hebben gekocht. In ieder geval... want er zijn nog altijd platen die ontbreken of die ik ben verloren in de afgelopen vijfentwintig jaar. De lijst van 1995 is eentje van 'associaties'. In sommige gevallen weet ik alweer dat ik jaren té vroeg ben met het noemen van bepaalde singles en kan ik er echt niet op komen wanneer ik bepaalde platen heb gekocht. In juni ga ik zelfs een 'opruiming' houden van platen waarvan ik zeker ben dat ik ze vóór 1995 heb gekocht maar welke niet in de kaartenbak zijn terecht gekomen. De berichten op woensdag gaan weer omlijst worden met een verhaaltje over die tijd en dat is misschien nog wel het zwaarste waar ik tegenop kijk. 1993 is redelijk heftig geweest en toch ben ik erin geslaagd om dit aan het papier toe te vertrouwen. 1994 is wat dat betreft een stilte voor de storm want in 1995 gaan de sluisdeuren wagenwijd open en stroomt het meeste vuil uit mezelf. Ik zal zo nu en dan even met de billen bloot moeten, maar hee... het is vijfentwintig jaar geleden en ik heb mijn gedrag flink aangepast door de jaren heen. Vandaag zijn we andermaal te gast in november 1994 en ga ik het hebben over een fenomeen in ons dorp: De jaarlijkse playbackshow.

Het eerste jaar dat ik in Uffelte kom wonen, maak ik (op afstand) kennis met de jaarlijkse dorpsfeesten. Er is voor de vrijdagavond een lokale talentenjacht georganiseerd. Niet zozeer een zangwedstrijd, maar meer een 'Uffelte Got Talent'-ding. Uitkomst van het geheel: De avond is afgelast vanwege een té gering aantal aanmeldingen. We mogen dus stellen dat Uffelte vrij talentloos is. In Jutrijp en Hommerts is het eigenlijk al niet anders gesteld. De playbackshow voor volwassenen is een jaarlijks terugkerend fenomeen maar net als bij de liedjeswedstrijden op de televisie gaat het vooral om de presentatie en de uitstraling. Ik doe in 1992 voor het eerst mee met een groep vrienden dat uiteindelijk de eerste bezetting van Horrible Dying zal worden, maar eveneens een bezetting die het nooit tot de oefenruimte heeft gebracht. We doen een nummer van Morbid Angel na en dat past goed bij de Smurfen (die de bewuste wedstrijd hebben gewonnen). Ik heb een 'synthesizer' gemaakt van schuimplastic welke ik vermorzel na het instrumentale intro. Het levert ons geen extra punten op, wel zal de schoonmaker zoet zijn geweest met ons optreden. In 1993 doe ik solistisch mee met een oude akoestische gitaar maar wederom geen prijzen. Ook veel té netjes, dat optreden. In november 1994 zijn we terug op het podium van het dorpshuis en nu wordt het zeker een dikke keet!

Ik kan niet meer bedenken welk liedje we hebben uitgevoerd, maar feit is dat ik een oud elektronisch orgel mee het podium op neem. Intussen staat in de oefenruimte een mooie, maar ook loodzware, Würlitzer welke me zou moeten gaan vergezellen bij optredens. Het ding gaat in januari 1995 nog wel mee naar het café maar we hebben niet aan versterking gedacht en bovendien kan ik helemaal geen orgel spelen en is het voor mij nog het meeste om het instrument uit de kerk in de deathmetal te betrekken. Pure rebellie. Achteraf gezien had ik gewild dat ik de 'electronic noise' had gekend. een bak hoge piepjes als intro voor de woeste nummers? Het optreden tijdens de playbackshow wordt niet al te serieus genomen en wij zijn meer opgewonden over hetgeen dat gaat komen. Op de hoek bij de inrit naar het dorpshuis staat de pastorie. Daar op de hoek gaan we het orgel ritueel verbranden met beukende deathmetal vanaf de ghettoblaster en demonische kreten uit onze kelen. Potje bier erbij en gaan met die banaan. Oh man, wat waren we een partij stoer in die tijd! Overigens wel weer met kleine hartjes want we hebben de volgende dag de rotzooi opgeruimd.

De orgelverbranding vormt een opmaat naar ons eerste optreden dat in januari gaat plaats vinden in de lokale kroeg. Daar heb ik in 2012 al eens over geschreven, maar mag binnenkort weer even terug naar die bizarre avond en de voorbereidingen van het optreden. O ja... Had ik al gezegd dat deze stoere deathmetal-gast intussen uithangt bij folkconcerten en nog gewoon vredelievende singles uit de jaren zestig en zeventig koopt? Vanavond zelfs met eentje uit de jaren tachtig en dan ook nog meteen één van de meest irritante!

2030 Penny Lane-Kenny Rankin (NL, Warner Bros., 1975)
2031 Every Day Hurts-Sad Café (NL, RCA Victor, 1979)
2032 Finders Keepers-Salt Water Taffy (Duitsland, Buddah, 1968)

Kenny Rankin is een vreemde eend in de bijt. Een jazzy zanger die blijkbaar de coupletten van 'Penny Lane' is vergeten en zich vrolijk een eind door de verzen heen 'tiet', 'poept' en 'doept'. Altijd leuk om Beatles-fans mee te stangen. Sad Café is natuurlijk een klassiekertje. Van Salt Water Taffy heb ik in Denemarken al eens een leeg fotohoesje gevonden en dat maakt me nieuwsgierig naar deze single. Ik heb zojuist via Youtube even naar de b-kant geluisterd: 'He'll Pay' en dat is erg fijne harmony-pop in de stijl van The 5th Dimension. 'Finders Keepers' heeft een kinderkoortje in het intro en dat doet me al snel afhaken. Opvallend: Buddah is weinig consistent in het uitbrengen van stereo-singles. Salt Water Taffy is prachtig stereo uit 1968 terwijl het label in 1970 nog durft om mono-singles los te laten op het publiek.

2033 Explosion-Soul Survivors (US, Crimson, 1967)
2034 I Am The Walrus-Spooky Tooth (NL, Island, 1970)
2035 Babaji-Supertramp (NL, A&M, 1977)

Ik heb Soul Survivors een paar maanden geleden in de 'Blauwe Bak Veteranen' gehad en heb toen al met stijgende verbazing geluisterd naar de b-kant, 'Dathon's Theme', en doe datzelfde opnieuw. Ik moet die kant echt gaan herwaarderen en de plaat terug zetten in de koffers in plaats van de reserve-Blauwe Bak. Alsof 'Penny Lane' van Kenny Rankin niet genoeg leed heeft veroorzaakt bij Beatles-fans gooien we ook nog de rigoureuze cover van 'I Am The Walrus' er tegenaan. Supertramp koop ik vooral vanwege 'From Now On' op de keerzijde, de enige mogelijkheid om de lange albumtrack op 45 toeren te verkrijgen. Ik denk dat ik 'Even In The Quietest Moments' dan al in de kast heb staan, maar ja... elpees doen nooit mee bij mij.

2036 Voyage-Discotch (NL, Friends, 1981)
2037 All Day Music-War (NL, United Artists, 1971)
2038 Tell Me Baby-Windows (Duitsland, Golden 12, 1972)

Voyage sla ik meteen maar over. War komt in 2013 ter sprake in de radioshow van een toenmalige Wolfman Radio-collega en een chatroom-bezoeker, eigenaar van een Mod-drive in show, vertelt me dat hij 'All Day Music' als eerste plaat heeft gedraaid tijdens een 'Weekender'. Dat inspireert mij om dit hele leuke plaatje weer tevoorschijn te halen. Het staat al jaren in de reserve-Blauwe Bak en het is iedere keer een feestje als die op de draaitafel ligt. Andere War-singles zijn inmiddels wel naar de jaren zeventig verhuisd. Tenslotte het duo Windows. In mijn herinnering een weinig interessant deuntje. 45cat vertelt me dat het duo bestaat uit Peter Petrel en Jeannette Gallacher. Is 'Funny Girl' niet de meest interessante kant? Het valt me op dat de plaat als laatste is gedraaid maar ik heb weinig zin om de apparatuur aan te zetten. Gelukkig is er Youtube. Nou? Als dit de meest interessante kant is? 'Tell Me Baby' lijkt veel op 'How Do You Do' van Mouth & Macneal en dat is geen toeval: Die Windows heeft een Duitse nummer 1 gehad met een Duitse vertaling van het nummer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten