maandag 20 november 2017

Raddraaien: Dee C. Lee



Vorige maand heb ik nog wel eens de turbo aangezet om de oude serie 'Raddraaien' te voltooien, maar sinds de nieuwe serie is het vrij stil. Dit is pas de tweede uit de serie die ik twee weken geleden ben gestart. Plannen voor deze week? Niet echt, hoewel ik in blijde verwachting ben van een stapel Blauwe Bak-aanwinsten. Waarschijnlijk in of rond het weekend een 'Singles round-up' met de eerste vangst? Verder ben ik weken geleden blijven steken in het ADM-verhaal en wil nog zeker eens opnieuw twintig jaar geleden in de tijd. Of anders vijf jaar geleden, naar hoe en precies ik nu dan toch nog bij de radio ben gekomen. Genoeg onderwerpen om over te schrijven, het is alleen de tijd die me soms een beetje in de steek laat waardoor het dagelijks publiceren lastig is. Vergeet niet dat ik sinds een paar maanden méér uren ben gaan werken. Hoe dan ook, ik wil deze week ontspannen beginnen met een aflevering van 'Raddraaien' en tot mijn grote vreugde heeft de serie een single in petto die ik vorige week zondag nog heb gedraaid (en, geloof ik, ook genoemd op Soul-xotica). De 45e single uit de zesde jaren tachtig-bak is 'See The Day' van Dee C. Lee uit 1985.

Waar en wanneer? Dan moeten we de Noordzee oversteken. Wanneer...? Dat zal ergens in oktober of november 1998 zijn geweest. Ik woon dan een half jaar in Mossley en leer nog steeds de omgeving kennen. Ik mag graag op zaterdagmiddag een eind uit wandelen, al dan niet met hond Sadie, maar deze bewuste middag ben ik alleen. Ik loop langs het Huddersfield Canal naar het nabijgelegen Stalybridge. Hoewel het stadsbestuur er alles aan doet om het 'beter' te maken, vind ik Stalybridge altijd een 'smerig' stadje. Veel industrie, autowegen die door het centrum lopen en grijze grauwe bouwwerken. Er is niemand die honderd kilometer gaat rijden om Stalybridge te bezoeken. Het is typisch zo'n stadje in het noordwesten van Engeland. Voor de lokale bevolking is alles te koop, een toerist heeft hier niets te zoeken. Ik wandel vooral naar Stalybridge voor de prachtige looproute langs het kanaal (ook al gaat het dichtbij Stalybridge half over een illegaal autokerkhof) en, uiteraard, op zoek naar plaatjes. Ik ontdek deze middag een 'charity shop' een aardig eindje buiten het centrum. De platen zijn 10 pennies per stuk en dat geldt voor zowel singles als elpees. Als ik de winkel aan Manchester Road mag omtoveren tot boeken- en platenparadijs, zal ik nog enige tijd 'inkopen' doen bij deze winkel. Natuurlijk zijn wij ook een 'charity' dat niet aan inkoop doet, maar ik vind zelf de platen goed staan in onze winkel en dus doneer ik ze vervolgens. Dee C. Lee heeft er ook een tijdje gestaan, maar die mag op het laatst toch mee terug naar Nederland. Het kan ook zomaar zijn dat de single van oktober 1999 tot en met februari 2001 in Mossley heeft gestaan en dat ik de plaat pas heb meegenomen na de 'Monstertocht'.

De afgelopen 'Big One' stond in het teken van The Jam en door de link tussen Paul Weller en Dee C. Lee besluit ik de single op zondagavond af te stoffen en als laatste plaat te draaien. Het wordt eens hoog tijd dat ik me verder ga verdiepen in Dee C. Lee en het verhaal komt me redelijk bekend voor. Diane Catherine Sealy is haar volledige naam. Ze komt op 6 juni 1961 ter wereld in Balham in Zuid-Londen. Als twintigjarige krijgt ze haar eerste baantje in de popmuziek als achtergrondzangeres van Wham! Ik doe intussen even huiswerk en zie dan dat Dee C. Lee met Shirlie Holliman deze taak vervult. De laatste zijn we eens eerder tegengekomen in 'Raddraaien' met Pepsi & Shirlie. Dee C. Lee heb ik dus nog niet eerder gehad. Dee C. Lee is nog prominent aanwezig in de videoclip van 'Club Tropicana' en kort daarna legt Wham! het loodje. Dee C. Lee maakt een solo-single, 'Selina Wow Wow', maar dat is geen hit ondanks redelijke airplay. Ik moest even kijken of ik het nog kon herinneren, maar nee... typisch zo'n springerig jaren tachtig-plaatje dat niet in het collectieve geheugen is blijven steken. De single brengt het in Engeland tot nummer 88 in de Top 100. The Jam is in 1983 uiteen gegaan en Paul Weller zoekt naar een nieuw avontuur. Mick Talbot heeft daarvoor toetsen gespeeld bij The Merton Parkas, Dexy's Midnight Runners en The Bureau en vindt in Paul Weller een ideale partner voor The Style Council. Weg uit de stereotiepe Mod, dieper duiken in de materie die de Mod-scene heeft gemaakt tot wat het is en serveren als een commercieel radio-geluid. Zo zou ik The Style Council willen omschrijven en dat is tevens de reden waarom veel Mods en The Jam-fans afhaken bij The Style Council. Steve White wordt aangesteld als drummer en Dee C. Lee verzorgt de achtergrondzang. Ook wordt ze smoorverliefd op Weller en de liefde is wederzijds. In 1987 stappen de twee in het huwelijksbootje.

Toch is Lee niet getrouwd met The Style Council. Ze probeert intussen zelf ook nog een succesje te scoren en dat lukt in december 1985 met haar zelf geschreven 'See The Day'. Op de achterkant van het hoesje vinden we een persoonlijke notitie van Lee waarbij ze zich bijna verontschuldigt voor het feit dat haar 'sound' is veranderd. Ze hoopt dat we nog steeds vertrouwen hebben in haar en dat we haar nieuwe muzikale koers kunnen waarderen. Maar natuurlijk! 'See The Day' is van start tot einde een prachtig nummer waarin Lee haar kunsten kwijt kan in een prachtig arrangement. Paul Weller en Mick Talbot worden bij naam genoemd op de b-kant van de single, maar de a-kant is vooral Dee C. Lee met een orkest. De plaat bereikt de top tien in Engeland en blijft bij ons steken in de Tipparade. Een jaar later verschijnt haar debuutalbum 'Shrine'. Paul Weller staat bekend als een Northern Soul-verzamelaar met een bijzondere voorliefde voor het Detroit-label Shrine en hoewel het nergens wordt bevestigd, kan ik me bedenken dat ze de titel heeft 'bedacht' toen ze in Weller's kostbare singleskoffer heeft gekeken. De relatie met Weller houdt stand tot 1998 en er worden twee kinderen uit dit huwelijk geboren: Dochter Leah en zoon Natt. De laatste werkt inmiddels zelf als muzikant en heeft samen met zijn vader opgetreden.

The Style Council wil in 1989 een album uitbrengen, maar platenmaatschappij Polydor laat het op de plank liggen. Het zal pas tien jaar later verschijnen op een box-set van de groep. Na Style Council gaat Lee werken met Robert Howard van The Blow Monkeys. Als Slam Slam brengt het een serie dance-platen uit die het goed doen in de clubs, maar op de hitparade weinig voorstellen. In 1993 zien we haar eenmalig terug in de schijnwerpers met Guru's project Jazzmatazz en de redelijk succesvolle single 'No Time To Play'. In 1994 maakt ze het solo-album 'Things Will Be Sweeter' en in 1998 ziet 'Smiles' het levenslicht. Dan wordt het negen jaar rustig rondom Dee C. Lee. Rond 2007 speelt ze een paar rollen in films en doet een paar eenmalige optredens onder andere voor de televisie. Op oudjaarsavond 2010 doet ze een optreden met een 'all star'-project en dat is voorlopig het laatste wat we hebben vernomen van de zangeres.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten