dinsdag 6 juni 2017

Week Spot: Jimmy Coleman



Afgelopen zaterdag heb ik het, na lang wikken en wegen, toch openbaar gemaakt: Er komt zeer waarschijnlijk een einde aan 'Do The 45' op de zaterdagmiddag. Kijk! Ik gebruik weer 'zeer waarschijnlijk' en dat geeft hopelijk aan hoe pijnlijk deze beslissing is. 'Do The 45' op de zaterdagmiddag is voor mij het begin geweest op Wolfman Radio en ik zou in november het vijfjarig jubileum hebben van de show, maar zal het geld moeten volgen en mezelf beschikbaar stellen voor de postbezorging op zaterdag. 'Do The 45' wordt dan een 'eens-in-de-zoveel-tijd'-aflevering van 'The Vinyl Countdown' op zaterdagavond en ik heb, vermoedelijk, tot het einde van dit jaar om dat uit te smeren over drie uren. De Week Spot is echter begonnen zonder 'Do The 45' en zal dus ook als vanouds door gaan. Toch merk ik bij het schrijven van de Week Spot dat ik de meeste 'logische' artiesten en groepen al eens heb behandeld want vandaag is andermaal een zware bevalling. Dan kijk ik even in het archief. Ik meen namelijk dat ik over het platenlabel heb geschreven. Dus niet en dat redt me vandaag uit de ernstigste problemen. De kersverse Week Spot is 'Cloudy Days' van Jimmy Coleman (1967).

Als je 'Fikkie' roept, is het te hopen dat je een aardappelzak vol met hondenkoekjes hebt. De kans dat je een hele roedel op je af krijgt is aanwezig! Hetzelfde geldt ook voor mensen die James Coleman heten, behalve dat deze geen hondenkoekjes lusten. Er zijn verschillende 'beroemde' mensen met de naam James of Jimmy Coleman, maar geen van hen loopt ermee te koop dat zij de Week Spot hebben toevertrouwd aan het vinyl. Ik zie politici en hoogwaardigheidsbekleders. Ook enkele sporters met deze naam. De muzikale Jimmy Coleman's zijn allemaal té jong om in 1967 deze plaat te hebben gemaakt. Zo is daar de drummer Jimmy Coleman die weliswaar in de soul en r&b werkt, maar blijkbaar nog een toekomstwens is als in 1967 'Cloudy Days' verschijnt. Bovendien zou ik in dat geval spectaculaire drums hebben verwacht op de plaat. Er is nóg een Jim Coleman en die maakt deel uit van een samplers-collectief. Geen informatie over 'onze' Jim. Hij brengt in 1967 eerst 'Cloudy Days' uit bij een kleine platenmaatschappij en doet dat als Jim Coleman. Als de plaat een nationale distributie krijgt via Revue is zijn naam verbasterd tot Jimmy Coleman. Het is, tot zover bekend, de enige plaat van deze Coleman. 'Cloudy Days' doet bij het intro denken aan 'When A Man Loves A Woman' van Percy Sledge en verblijft in dezelfde stijl: 'downtempo southern soul'. Als de plaat arriveert, ben ik even niet zo zeker, maar ben er inmiddels achter dat het de 'atmosfeer' is die me aanspreekt. Dat is eveneens de reden geweest om de plaat te reserveren.

Bij gebrek aan informatie over deze Jimmy Coleman ga ik nu dan toch eindelijk eens aandacht besteden aan het platenlabel Revue. Het is verschillende keren voorbij gekomen in berichten en in 2013 heb ik al eens een Week Spot op het Revue-label: 'Run Baby Run' van Alder Ray. Hoewel het Revue-label geen 'million sellers' heeft uitgebracht, is het beduidend minder obscuur dan het lijkt. De 'moeder' van Revue heet MCA. 'Music Corporation of America' dekt de lading niet bepaald want tot de jaren zestig is de filmindustrie in al haar facetten de belangrijkste bron van inkomsten voor MCA. In 1962 neemt het echter de Amerikaanse tak over van het Britse Decca-label en dat bevat eveneens Brunswick en Coral. In 1966 wordt in Californië het Uni-label opgezet en vanuit daar het soul-label Revue. Dat laatste zal stand houden van 1966 tot en met 1970. Uni verdwijnt ook niet lang daarna, terwijl MCA zich steeds meer gaat manifesteren als zelfstandig platenlabel. Toch is Revue een springplank. Als een plaat flink verkoopt, is de kans groot dat de artiest of groep voor Uni of MCA mag uitkomen. Dat geldt onder andere voor The Mirettes, Garland Green en The Chi-Lites. Toch is het merendeel van de discografie van Revue weinig succesvol en is het tegenwoordig een gewild label onder verzamelaars en dj's.

Ik heb drie singles op Revue in de Blauwe Bak zitten. De eerste is 'We're Gonna Stay In Love With Each Other' (Revue R 11039) van het duo Lonnie B. & Viki G. Het gaat mij dan vooral om de meer uptempo b-kant 'High On The Mountain'. Lonnie en Viki hebben meerdere platen gemaakt voor Revue en de b-kant is tot tweemaal toe gebruikt voor een single. Dit is de laatste single van het duo uit 1968. Genoemde Alder Ray heeft 'R-11014' als catalogusnummer en stamt uit 1967. 'Love Will Let You Down' is de eigenlijke a-kant, maar het draait vanaf dag 1 bij mij om 'Run Baby Run', hoewel die andere kant ook niet te versmaden is. Het is de enige single van Ray voor Revue. Ik kom haar op het spoor door haar fantastische stamper op Minit Records: 'My Heart Is In Danger' uit 1966. Na deze single op Revue zal ze platen maken als Alder Ray Mathis en Alder Ray Black. Via 45cat leer ik de nieuwe informatie dat Ray heeft gezongen bij de meidengroep The Delicates uit Los Angeles.

Hoe onbekend de man zélf ook blijkt te zijn, van Jimmy Coleman weten we dat dit zijn enige single is geweest. De plaat verschijnt aanvankelijk bij Sir-Rah Records. Volgens datzelfde 45cat is dat een onderdeel van Super Sonic, een maatschappij uit Detroit. Dat staat het 'southern soul'-gevoel dan hevig in de weg. Sir-Rah zou gelinkt zijn aan het Sport-label waarvoor The Dramatics een plaat maakt en dat de originele 'Pearl Time' van André Williams op de markt brengt. De eigenaar van Sport is niemand minder dan Andrew Harris. Bingo! Die zien we terug op de labels van de Jimmy Coleman-single. De plaat verschijnt als 'Revue R-110002' en is de tweede uit de catalogus van het label. Als Revue alle catalogusnummers heeft benut, dan zouden er twaalf elpees en een zeventigtal singles moeten zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten