maandag 12 juni 2017

Van harte waterschap



Komende zaterdag is mijn platenverzameling jarig. Ik reken 17 juni 1989 als startdatum van de collectie en dat is zaterdag achtentwintig jaar geleden. Komende week neem ik jullie mee naar de vinyl-aankopen uit juni 1992, maar ik kan niet langer wachten en wil vanavond alvast een kwart eeuw terug in de tijd. Juni 1992 is de tijd van mijn tweede stage en veruit de leukste die ik heb gehad, ook al leer ik hier wel een eigenaardigheid die niet zou mogen. Deze stage is bij het waterschap dat het bovenstaande logo voert, maar helaas... het bestaat niet meer. Volgens Wikipedia is het in 1997 opgegaan in een fusie en volgens mij kan ik dat ook nog wel herinneren. Wie ben ik in juni 1992? Welnu, iemand die heel ver van me af staat, maar waar ik wel met genegenheid naar kan kijken. ,,Komt allemaal goed, jongen". Vanavond dus eerst terug naar juni 1992.

Ik heb me er tijden tegen verzet, maar zal op een bepaald moment toch aan de crème moeten om van de puisten af te komen. Tot zover ik me kan herinneren, ben ik de pukkels in juni 1992 al kwijt. Lang sluik haar en dat is een heel klein beetje 'in' geworden dankzij Kurt Cobain en Nirvana. Er is niemand in mijn omgeving die écht bezwaar maakt of het kan me niks schelen. Ja, wellicht ook dat laatste, want ik ben een flinke puber als ik zeventien ben. Een aanstormend journalistiek talent dat zijn eerste schreden zet met muziekrecensies. Hoofdzakelijk de 'alternatieve' concerten in Het Bolwerk, maar in juni 1992 bijvoorbeeld ook een folk-concert in een houtzaagmolen. Ik heb de 'grapjes' al dagen van tevoren bedacht. Dat je de muziek niet kan vergelijken met het gezaag van de balken. En nog een paar van die 'kneiters' waar menig oudere lezer amusant bij heeft gelachen. De volgende avond sta ik weer vooraan bij een punk-concert want zo gaat het leven van een lokale muziekrecensent. Qua schrijfstijl durf ik al eens een harde noot te kraken, maar verder ben ik nog veel té 'lief' als recensent. De eerste 'vijanden' krijg ik pas in 1993.

Toch kan ik niet bestaan van het recenseren alleen en zal dus naar school moeten om een diploma in de wacht te slepen. ,,Dat zal vast wel goed komen", hoor ik de recensent uit 1992 zeggen. Ik ga niet zeggen dat het niet goed gaat komen, maar als we het over mijn schoolprestaties hebben? De motivatie zakt al na de eerste paar weken KMBO en zonder de noodzakelijke stok achter de deur begin ik gewoon niet met bepaalde vakken en heb bij Nederlands en Engels een voorsprong. Je moet helemaal zelfstandig werken. Je rooster is een soort van leidraad wat je binnen een periode van zeven weken zou moeten hebben afgerond, maar de controle of dat wordt nageleefd, ontbreekt gewoon. En dát heb ik nu juist nodig op die leeftijd. Even een kleine correctie van bovenaf. Doordat ik achterop lig met bepaalde vakken ga ik ook steeds 'laat' op stage. De tweede stageplek is wederom zeven weken en beslaat de gehele maand juni. Ik word geplaatst op het kantoor van waterschap De Middelsékrite. Een fraai gelegen stadsvilla even buiten het stadscentrum van Sneek. Het is één grote hectiek als ik binnenstap voor mijn eerste stage-dag. Een kakafonie van ratelende typemachines. De aanslagen gaan deze week de deur uit. Ik weet niet precies meer wat mijn aandeel is geweest, maar ik denk dat ik adresstickers moet plakken. Wellicht ook enveloppen dichtplakken. Op vrijdag zijn alle brieven de deur uit.

De tweede week ben ik vooral bezig met telefonisch doorverbinden. De ontvangers van de aanslagen kunnen reageren en doen dat in grote getalen. Ook héérlijke telefoontjes. Ik herinner me nog een echte Friese boer die me in het meest platte Fries begint toe te snauwen dat het perceel niet meer van hem is. Ik leg uit dat mijn collega druk in gesprek is en dat ik wel wil vragen of hij hem terug wil bellen. ,,Dat is goed", roept de boer en smijt de telefoon erop. Natúúrlijk weten we niet wie het is, maar hij belt zelf een uur later terug. Nóg nijdiger dan de eerste keer. Mijn collega breekt een ander gesprek even af en staat deze man te woord. Zo gaat het de hele week door. ,,Ik zal u even doorverbinden naar mijn collega", terwijl ik de halve inhoud van de aanslag in mijn oor krijg getetterd. Tegen het weekend wordt het rustig en dan...? Vijf weken niks!

Het is 1992 en van een rookvrije werkplek heeft niemand gehoord. Ik heb pas mijn tweede pakje sigaretten gekocht nadat ik ruim een maand met de eerste heb gedaan. In de laatste vijf weken van de stage 'leer' ik roken. Ook leer ik hoe het voelt als je iedere keer je kopje naar voren schuift als de koffiepot rond gaat. Een opzichter probeert me nog eens een ochtend van de tabak af te helpen. Ik mag met hem de natuur in, op voorwaarde dat ik de sigaretten op kantoor laat liggen. Het helpt geen zier want ik paf weer zodra we het kantoor zijn binnengestapt. De overige vijf weken mag ik in alle rust werken aan mijn stage-verslag. Dat gebeurt héél rustig! Ik benut de tijd ook om mijn eerste interview voor de Sneeker uit te werken en ga soms 's middags even de stad in omdat er niets anders te doen is op kantoor. Eén collega meent me op een bepaald moment in de zeik te moeten zetten en dan loop ik weer tegen een pijnpuntje aan. De 'korte kop' is iets dat in de familietraditie zit gebakken en dit loopt met name op de stage-adressen even goed spaak. Bij het waterschap loopt het overigens met een sisser af. Ik weet niet precies meer wat er gebeurd is, maar wel dat ik iets heb gedaan of gezegd waarvan ik meteen spijt heb. ,,Maak je geen zorgen, knul. Ook dat zul je in de komende vijfentwintig jaar af leren!". Het einde van de stage valt ook samen met het eerste lesjaar op het KMBO. Ik moet alleen mijn stage-verslag binnen een week na einde inleveren.

De Middelsékrite is één van de eerste, zogenaamde, fusiewaterschappen in Friesland. Het begint in 1979 als vier waterschappen samen gaan. In de jaren 1980 tot en met 1982 komen er nog 33 waterschappen bij en tenslotte in 1987 en 1988 nog twee. Het gebied beslaat praktisch elke polder ten zuiden van Leeuwarden tot aan Gaasterland toe. In 1997 fuseert De Middelsékrite met waterschap De Marne en in 2004 gaat het geheel op in Wetterskip Fryslân. De villa ligt tussen de Leeuwarderweg en de Oudvaart en is daarmee centraal gelegen voor het gebied. Door het pand is het huiselijker dan de andere stage-adressen en hoewel ik praktisch geen namen meer weet te herinneren, is het een fijne groep collega's waarmee ik werk. Toch is het jammer dat het voor een stage-plek té weinig leermomenten heeft, de nicotine-hobby daar gelaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten