maandag 19 december 2016

Week Spot: O.V. Wright



Ja vooruit! Ik heb nog wel moed voor een extra bericht en dus stel ik meteen de Week Spot aan jullie voor. Dat betekent dat ik morgen of woensdag het 'Week Spot kwartet' uit week 52 voorbij laat komen. Ik heb even gekeken en dat wordt inderdaad een kwartet. Het kwartet van de eerste week van 2017 wordt een kwintet dankzij de 'rare' week 53 van vorig jaar. Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken tijdens de Blauwe Bak Top 100: Ik sta sinds een jaar flink onder de invloed van Mark. Ofwel: We hebben muzikaal gezien veel overeenkomsten. Hij neigt nog wel eens teveel naar de ballads en daar moet ik afhaken, maar als hij iets betiteld als 'a quality seventies dancer' dan kan ik vaak niets anders zeggen over dezelfde plaat. Zo adverteert hij op zekere dag deze single van O.V. Wright. Een 'legendarische' naam zonder dat ik daar meteen een liedje aan kan vastknopen. De vraagprijs is zeer billijk en ik besluit in te haken op het aanbod. Afgelopen week biedt hij opnieuw een exemplaar aan en ook deze is binnen mum van tijd verkocht. Een plaatje dat op meerdere fronten buiten de boot is gevallen. Het 'huwelijk' met de single loopt niet altijd even voorspoedig en het is pas tegen het einde van de vakantie dat ik de plaat écht ga waarderen. Nu mag het dus de Week Spot heten en staat het op nummer 31 in de Blauwe Bak Top 100 over 2016: 'We're Still Together' van O.V. Wright (1979).

De naam van O.V. Wright kom ik regelmatig tegen en het heeft iets waardoor het steeds mijn aandacht trekt. O.V. Wright maakt in de late jaren zestig platen voor het Back Beat-label. Ik betaal eens een vorstelijk bedrag voor 'All Of A Sudden' van Jeanette Williams op hetzelfde Back Beat-label en verbaas me erover dat de handelaar nóg een exemplaar heeft van deze gezochte single. Even later leer ik dat de originele single praktisch onvindbaar is en dat de mijne ook een bootleg is uit de midden jaren zeventig. Hij is gemakkelijk te herkennen. Op het label staat een trommel met drumstokjes afgebeeld. Bij de originele single blijft de tekst aan de zijkant uit het drumstokje, bij de bootleg zijn de letters over de tekening geprint. Een hele echte nepperd dus waarvoor ik wellicht een tientje teveel heb betaald. Dan is er ook nog 'Competition Ain't Nothin' van Carl Carlton op hetzelfde Back Beat-label. Een plaatje waar ik drie tot vier jaar geleden even helemaal gek van ben, maar dat ik nu niet meer zou willen hebben. Back Beat trekt dus altijd mijn aandacht en zo zie ik vaak de naam van O.V. Wright.

Overton Vertis Wright is de naam van de beste man en hij wordt op 9 oktober 1939 geboren in Lenow in Tennessee. Hij begint met zingen in de kerk en als hij zeventien is, treedt hij toe tot de gospelgroep The Sunset Travelers. Even later formeert hij zijn eigen gospelgroep: The Harmony Echoes. Liedjesschrijver en manager Roosevelt Jamison ontdekt hem tijdens een optreden van The Harmony Echoes rond dezelfde tijd dat de eerstgenoemde ook James Carr uit de obscuriteit haalt. In 1964 maakt Wright zijn eerste single: 'That's How Strong My Love Is'. Het is de eerste seculiere plaat die Wright maakt en het blijft steken in de 'bubbling under'. Het tij keert als Otis Redding het op de plaat zet, gevolgd door The Rolling Stones in 1965. The Sunset Travelers heeft ooit onder contract gestaan bij het Peacock-label van Don Robey. Als Redding een hit heeft gehad met 'That's How Strong My Love Is' eist Robey hem op voor de rest van zijn carrière. Of hij het nu wil of niet, op latere platen wordt steeds 'credit' gegeven aan ene 'D. Malone', een schuilnaam van Robey, en dit betekent dat Wright geld moet afstaan aan de 'boef' die gevreesd wordt in de muziekwereld.

'That's How Strong My Love Is' verschijnt op Goldwax, de volgende platen komen uit Robey's Back Beat-label. Het levert Wright drie minimale 'pop'-hits op. 'You're Gonna Make Me Cry' (1965) en 'Four Women, Two Men' (1967) zijn top tien-hits op de R&B, maar doen slechts 86 en 80 op de Billboard Pop. Zijn grootste 'pop'-hit is 'Ace Of Spades' in 1970, uiteraard niet het nummer van Motorhead. Het inspireert me wel tot een 'Listen Carefully' voor morgen want Blue Cheer heeft ook een 'Ace Of Spades' als ik me niet vergis. Wright bereikt in 1970 een 54e plek met deze titel. Op de R&B doet hij het een stukje beter. 'A Nickel And A Nail' staat op 19 in de R&B in 1971, de overige 17 singles zullen buiten de top 20 van de R&B pieken. O.V. Wright raakt niet alleen muzikaal van God los, maar in zijn privé-omstandigheden. Hij maakt kennis met de narcotica en dit gaat een groot deel van zijn tijd opeisen. In 1973 maakt hij zijn laatste elpee voor Back Beat en wordt kort daarop gearresteerd voor drugsbezit. In 1977 tekent hij bij Hi Records dat op dat moment al flink op zijn retour is. Sinds zijn vrijlating heeft O.V. Wright nog een paar zeer bescheiden hits op de R&B. De laatste daarvan is 'I Don't Do Windows' in 1978. Bill Gates heeft de boodschap nooit begrepen. 1979 levert geen hits op voor O.V. Wright en daar hoort onze Week Spot eveneens bij.

O.V. is gezegend met een zeer apart stemgeluid. Dit zal eveneens de reden zijn geweest waarom de plaat zo langzaam 'groeit' bij mij. Hij klinkt iets lijziger dan Al Green en in combinatie met een ietwat gladde productie (typisch Hi) wil dit er niet meteen in bij mij. Het blijkt voortreffelijke muziek om bij te wandelen of voor de warmste septemberdag sinds jaren op de 'gewone' fiets en zo stroomt het nummer mijn leven binnen. Toch is 1979 absoluut niet de tijd voor dit, zelfs Al Green moet zijn bakens verzetten om aan zijn boterham te komen. De drugs heeft echter een royaal deel van zijn lichaam weggevreten en hij overlijdt op 16 november 1980 in de stad Mobile in de staat Alabama. Wright is dan 41 jaar geworden.

Zijn 'That's How Strong My Love Is', eigenlijk geschreven door Jamison, gaat na Redding en The Rolling Stones een eigen leven leiden, in ieder geval in Engeland. Bands zo divers als The Creation en The Hollies zetten het nummer op de plaat en volgens 'originals.be' is voormalig The Free-zanger Paul Rogers de meest recente met een cover uit 2014. Zijn Back Beat-singles zijn in trek bij soul-verzamelaars en enkele zijn voor relatief weinig te bemachtigen. Zijn Hi-repertoire is voorbehouden aan de fijnproevers van de soul uit de late jaren zeventig en, nee, dat zeg ik niet om mezelf op de borst te trommelen. Ik heb het nummer in de eerste plaats aan Mark te danken, zonder hem zou ik hem wellicht nooit gehoord hebben!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten