zondag 18 december 2016

Blauwe Bak Top 100: 50-41



Na de vier uren 'The Vinyl Countdown' van vanavond ben ik doodop en dat is niet anders te verwachten. Vier uren radio-maken met vinyl en presentatie staat gelijk aan zes uren radio met digitaal. Platen moet je opzetten, scherpstellen en vooral wanneer je met singles van twee tot drie minuten werkt, levert dit veel werk op. Om de twee platen de microfoon aan voor een verhaaltje en daarbij eveneens proberen om nuttige informatie uit te spuwen in plaats van de gebruikelijke kolder. Ik zeg niet dat het té zwaar is, want het moet wel gezellig blijven. Toch reken ik met mezelf niet meer op teveel nevenactiviteiten bij zo'n 'marathon'. Ik ben meteen gaan slapen, maar... dan is het vijf uur en ben ik opeens klaarwakker. Mijn maag vraagt om wat vulling want dat is een ander punt bij het radio maken: Ik kan niet vlak voor een uitzending eten en dat is er vanavond dus bij in geschoten. Meteen slapen na de maaltijd lukt evenmin en dus ga ik nu ervoor zitten en schrijf eerst het zesde deel van de Blauwe Bak Top 100. Dan kan ik bij deze mededelen dat ik donderdag met de Top 40 ga beginnen in plaats van vrijdag. Nu dan de nummers 50 tot en met 41.

50 Les Fleur-Minnie Riperton (UK, Original Sound Track OST009T, 1971, re: 2001)
Hoe komt het dat een gezond mens om vijf uur plotseling wakker wordt? Okay, ik zal toegeven dat er wat dingen 'spelen' waardoor een goede nachtrust niet vanzelfsprekend is geworden. Echter moet ik benadrukken dat zoiets in Nijeveen of Steenwijk voor een acute slapeloosheid zou hebben gezorgd met een rothumeur tijdens de dag. Dat laatste wíl niet meer. 'Uffelte heeft een uitwerking op mij', zal volgende week ongetwijfeld een aantal keren vallen en het is waar. Je mag dan weliswaar aan het voeteneinde van de wereld wonen, Uffelte brengt ook een serene rust teweeg. In juni heb ik even rondgekeken wat zoiets zou kosten, maar heb daar toen vanaf gekeken. Stiekem noem ik 'haar' wel zo als ik thuis kom. Ik wil mijn huisje 'Les Fleur' noemen. Minnie is erbij als ik op zondagmiddag de eerste keer de boerderij binnenstap en geldt sindsdien als dé plaat van Uffelte. De originele single is zéér moeilijk te vinden en dan zie ik op Discogs deze 12" staan. Eigenlijk de keerzijde van een remix die ik nog steeds niet heb beluisterd. Ik ben zó in mijn nopjes met deze fantastisch klinkende 'Les Fleur'. Een 12" past niet in de Blauwe Bak en dat is het enige nadeel. Toch kan ik deze plaat niet weg laten uit mijn Top 100 en zou het héél stiekem ook de nummer 1 moeten zijn. Vanwege het afwijkende formaat staat het op vijftig. Voor de foto heb ik een kunstwerkje gemaakt rondom de 12", het middelste label is van Minnie Riperton.

49 You Turn Me On-Labelle (NL, Epic EPC 3141, 1975)
Komende week een voorbeeld van een Nederlandse single die ik toch bij Mark vandaan haal. Die ben ik dan nog niet eerder tegengekomen in ons land. Op dinsdagmiddag biedt hij meestal twee of drie 'Eupics' aan: Platen met Europese fotohoezen. Vaak zijn dat Nederlandse fotohoesjes want Mark heeft 'iets' met ons land. Zo zie ik deze op een middag staan. 'Listen Without Prejudice' is een titel van George Michael, maar is eveneens van toepassing op deze van Labelle en dat spreekt eveneens uit de advertentie van Mark. 'You Turn Me On' is de b-kant van 'Are You Lonely', ook al een stuk rustiger dan 'Lady Marmalade', maar op 'You Turn Me On' horen we een Labelle die ik niet kende. Een zeer fraaie ballade waarbij het Patti Labelle en de overige dames uit de tenen komt. Toch kijk ik bij deze single eerst even op Marktplaats en zie hem dan staan bij iemand in Groningen. Ik plaats een zeer bescheiden bod en heb dezelfde dag nog bericht: Verkocht. De plaat staat trouwens ook al een half jaar geadverteerd en is maar een paar keer aangeklikt. En dus vinden we op 49 een hele échte 'underdog'.

48 I’m A Little Bit Smarter Now-White Family Band (US, Duke DK-479, 1972)
De nog staande pakhuizen met jaren zeventig-singles moeten allemaal wel eens leeggeroofd zijn of, erger nog, afgebrand, maar niets is minder waar. Een 'record buying trip' naar een gemiddelde grote stad in Amerika kan nog steeds een doosje van één en dezelfde single opleveren. Zo is er begin dit jaar een vriend op Facebook die een dealerschap is begonnen: Hij heeft een ongeopend doosje met singles van White Family Band opgedoken. De plaat is niet erg onbekend en helaas is het geen ontdekking welke voor honderden of duizenden ponden weg kan. Wel schijnen bestaande exemplaren vaak in een slechte staat te verkeren en dus is zo'n doosje nieuwe platen nog altijd vrij uniek. Hij vraagt desondanks een reële prijs zonder dat het minder dan tien pond is en de vijftien singles zijn in een dag uitverkocht. Duke staat vooral te boek als blues-label en White Family Band doet iets met blues om het eigentijdser te maken in de vroege jaren zeventig. En dus huurt het een orkest in en zet de voet op het gas qua tempo. Het resultaat is mid-tempo 'crossover' en niet te versmaden!

47 Ghetto Child-The (Detroit) Spinners (Duitsland, Atlantic AT 10359, 1973)
Totdat ik in Mossley kom wonen, weet ik niet anders dan dat er één groep is die The Spinners heet. Ik snap niet waarom deze groep in de jaren zeventig wordt aangeduid als The Detroit Spinners. Dat verandert als we een elpee binnen krijgen van The Spinners. Nee, niet de Motown-groep, maar de folkgroep uit Liverpool. Deze knapen (inclusief een gekleurde jongeman wat wel erg opvallend is voor een puur folk-gezelschap) zorgen ervoor dat The Spinners uit Detroit hun naam moeten aanpassen voor releases en bezoeken aan Engeland. Een aantal landen volgt het voorbeeld van Engeland, maar toch is er geen lijn op te trekken. Australië noemt de Motown-groep in 1970 gewoon The Spinners. Frankrijk doet 'Could It Be I'm Falling In Love' verschijnen als The Spinners terwijl de Nederlandse release voor The Detroit Spinners is. Duitsland zal ook de stad hebben genoemd in de naam want 'Ghetto Child' is een opvolger van 'Could It Be I'm Falling In Love'. 'It's A Shame' staat al een paar jaar in de koffers en de adoratie voor 'Could It Be I'm Falling In Love' en 'I'll Be Around' is al een tijdje aanwezig, het is pas in 2016 dat ik scherper ga luisteren naar platen van The Spinners. Daarbij is deze 'Ghetto Child' een voorbeeld hoewel ik de plaat aan het begin van de zomervakantie op waarde ga schatten. Het staat aanvankelijk oneerbiedig in de reserve-Blauwe Bak, maar sinds een paar maanden in de koffer.

46 Baby Let Me Get Close To You-Baby Washington & Don Gardner (US, Master Five 252, 1972)
En óf ik geluk heb gehad met Uffelte! Strikt gezien kon ik de verplichte informatie niet aanleveren en dat zou bij een andere woningstichting hebben betekend dat het huis naar de volgende ging. Het hangt af van de Inkomensverklaring. Ik heb die echter in december aangeleverd bij de inschrijving en ik ontdek op de maandagochtend van het gesprek dat ik precies dezelfde verklaring aan vraag. Actium erkent het als een fout van hun dat de Inkomensverklaring van december niet te vinden is en zo krijg ik alsnog het huis. Een week later moet ik wel terugkomen met het benodigde formulier. Omdat ik geen trek heb om een uur bij de bushalte te wachten, reis ik via Hoogeveen. Daar zoek ik een kringloopwinkel om wat tijd te doden en vind eentje met een paar duizend singles. Deze van Baby Washington & Don Gardner is een pure gok en ik verwacht er niet veel van. Blijkt uiteindelijk de nummer 46 in de Top 100 te zijn! Ik heb inmiddels een tweede single van het duo 'gereserveerd' bij Mark met opnieuw 'Baby Let Me Get Close To You' op de keerzijde. Ze hebben dat nummer een paar keer gebruikt naar het schijnt, maar dit is de enige originele uitgave van het nummer.

45 Be Here In The Morning-The 2nd Verse (US, IX Chains NCS 7004, 1974)
'Workin' On A Groovy Thing' van The 5th Dimension is ooit nog Week Spot geweest, maar staat inmiddels in de reserve-Blauwe Bak. Alleen 'Dontcha Hear Me Callin' To Ya', de keerzijde van 'Aquarius/Let The Sun Shine In', staat in de koffer. Overige singles staan in de jaren zeventig en ik juich niet meer bij iedere single van het groepje. Ik laat ze vaak liggen want bijster interessant wordt het nergens. Eigenlijk is The 2nd Verse dan weer een variant op The 5th Dimension. Niet alleen qua naam maar ook qua stijl. Het is vooral de fascinatie voor het obscure IX Chains-label en de info dat het een promo is met een wit label, dat me over de streep helpt. Muzikaal ben ik enerzijds gezwicht maar aan de andere kant weet ik ook dat dit gewoon een verkapte 5th Dimension is. Desondanks heeft de plaat een stevige positie veroverd in de Blauwe Bak.

44 There’s Something On Your Mind-Little Johnny Taylor (UK, Mojo 2092-044, 1972)
Eind jaren zestig, begin jaren zeventig, is iedere muziekstijl onderhevig aan veranderingen. In de meer traditionele hoeken is het een tweespalt: Of vasthouden aan het oude geluid of 'experimenteren' met andere stromingen. Dat geldt ook voor de blues. Natuurlijk gaat er niets boven een Delta-blues uit de jaren dertig maar bewijs je deze mensen eer door dit in 1972 opnieuw te vertolken? Zelfs een B.B. King zoekt andere manieren zoals mag blijken uit 'The Thrill Is Gone'. De 'nieuwe' beweging blijft onderbelicht, maar in Amerika is omstreeks 1972 iets aan de hand in de blues. De muzikanten maken het, volgens de puristen, té poppy, maar feit is dat ze afwijken van het bestaande stramien en ook andere invloeden binnenlaten. Little Johnny Taylor is daar eentje van, ook al levert het hem geen miljoenenhit en een trofee op. Hier is sprake van 'crossover'. Niet snel genoeg voor een Northern-dansvloer maar geliefd bij meer progressieve soul-liefhebbers. Ik vermoed dat Mark de originele Amerikaanse persing heeft gevonden. Dit is de Engelse Mojo dat in de vroege jaren zeventig erg interessante soul-platen uitbrengt.

43 I’m Com’un Home In The Morn’un-Lou Pride (US, Suemi ST 4567, 1970, re: 1975)
Nee, de Northern-hobby is nog niet helemaal verdwenen uit de Top 100. Op 43 vinden we nota bene een plaat die voor velen in de top tien thuis hoort. Toch ontstaat mijn liefde voor Lou Pride erg laat. Het is pas als ik meer in de 'seventies soul' zit als ik 'I'm Com'un Home In The Morn'un' ga waarderen. Het origineel is onvindbaar en zelfs de legale heruitgave is aan de prijs. Dan is deze bootleg de volgende stap. Toendertijd in Engeland verkocht als 'origineel' heeft dit plaatje een duidelijk verschil met het origineel. De Engelse bootlegger heeft gedacht het meer Amerikaans te maken door het op styreen te persen, hoewel het origineel op vinyl is. Qua label is het echter een rechtstreekse kopie dus voor het oog is het een 'counterfeit', maar de kenners weten wel beter.

42 Keep Holding On-Ace Spectrum (US, Atlantic 45-3296, 1975)
Met sommige platen kan ik me niet meer voorstellen dat ik er ooit zonder heb moeten stellen. Ace Spectrum is daarvan een fraai voorbeeld. Ik ben al weg van 'Don't Send Nobody Else' en 'Live And Learn', maar deze klinkt helemaal alsof ik hem al jaren in de bakken heb staan. Wellicht dat die over een paar maanden even hoger had gestaan?

41 Girl-Bloodstone (UK, Decca F 13303, 1972)
Tot slot de single die ik in het begin van de mixen vaak verwar met 'Ghetto Child' van The Detroit Spinners omdat ze beide in dezelfde mix zitten. Het is iedere keer weer een verrassing als het Bloodstone blijkt. Het is in mei ook al een verrassing geweest want dít verwacht je niet als je alleen 'Natural High' kent van de groep. Ik sluit deze aftelling met louter jaren zeventig af met een lekker funky soul-nummer op zowaar een 'major'-platenlabel. Morgen ga ik het 'Week Spot kwartet' van week 51 onder de loep leggen omdat ik donderdag al begin met de Top 40.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten