donderdag 16 april 2015

Week Spot 2012/16: Mike Cotton Sound



Ik ben vanmiddag vóór het werk even naar 'De Tafel' geweest, maar de vangst is beperkt. Bart had maar een paar 'nieuwe' singles toegevoegd en de andere dealer helemaal niets nieuws. Billy J. Kramer & The Dakota's mag nog een weekje logeren in Meppel. Ik heb drie singles uitgekozen, maar dit vind ik te minimaal voor een 'Singles round-up' en dus schuif ik die mee naar een volgende aflevering. Op soul-gebied ligt de handel op dit moment even stil en dat mag ook gerust als je ziet hoeveel ik sinds de jaarwisseling heb gekocht. Vandaag dan maar de Week Spot van drie jaar geleden. Evenals Kent & The Candidates van vorige week is dit opnieuw een single die ik al jaren in mijn bakken heb. Of...? Tja, de plaat is gedurende ruim tien jaar zó onvindbaar dat ik een vermoeden heb dat die is zoekgeraakt. Bij de verhuizing van Steenwijk naar Nijeveen komt de plaat, tot mijn grote verrassing, toch nog uit een 'vergeten' doos rollen. Het heeft niet mooier kunnen treffen, want een paar maanden ervoor ben ik immers net 'serieus' begonnen met de Northern Soul en deze single past prima in dat idioom, hoewel de plaat de cult-status heeft te danken aan de Mods. De Week Spot van week 16 in 2012 is 'Soul Serenade' van The Mike Cotton Sound (1968).

Ik krijg pas in 2006 te horen dat ik 'Northern Soul' draai. Voor die tijd weet ik niet zo goed wat ik met die term moet. Toch wel een beetje bizar als je bedenkt dat ik anderhalf jaar in het centrum van de Northern Soul heb gewoond. Nee, niet letterlijk, want ik ben Mossley nog nergens tegengekomen in de verhalen. Toch is Wigan slechts 51,5 kilometer vanaf Mossley, volgens Google Maps. Ik ben eenmaal langs Wigan gereden, toen onderweg voor dat rampzalige weekend in Blackpool. Maar nogmaals... Wigan betekent dan weinig anders voor mij dan de thuishaven van The Verve. De enige keer dat het begrip 'Northern Soul' is gevallen tijdens mijn verblijf in Mossley, is in de eerste weken aldaar. Ik ben met Mike de zolder aan het opruimen. Er staat een aangesloten platenspeler en het muzikaal repertoire is de 'handel' die we hebben staan. Het is de beurt aan Mike om een plaatje uit te zoeken en dat wordt 'Sad Sweet Dreamer' van Sweet Sensation. ,,Nothing wrong with some Northern Soul", hoor ik hem nog zeggen.

Maar misschien is het waar. Misschien is Northern Soul een beetje langs Mossley gegaan. Als ik naar de platen kijk die binnenkomen, daar zit geen spoor van Northern Soul tussen. Als ik niet regelmatig een handvol in de container had gegooid, dan hadden we een voorraad van tachtig keer 'The Floral Dance' van Brighouse & Rastrick gehad. Of wat te denken van het Seekers-achtige folkpop-gezelschap The Fivepenny Piece? Je zou het riviertje de Ouse compleet kunnen dempen met de hoeveelheid James Last-platen in de winkel. Op het gebied van de grote Northern Soul-clubs zijn 'Samantha's' in Sheffield en 'The Casino' in Wigan beide even ver van Mossley. Na heel veel spitten, kom ik dan toch nog eentje tegen. In de midden jaren zeventig zit in Ashton-under-Lyne een tent genaamd 'The Birdcage'. Dat heeft vooral feesten op zondagmiddag en dat kunnen wel eens 'afterparties' zijn geweest van 'The Casino'? De lokale bevolking weet de club te herinneren, maar in de landelijke media is het één van de zovele clubs in het noordwesten van Engeland. In de tijd dat ik in Mossley woon (van april 1998 tot en met oktober 1999), is 'The Birdcage' al lang ter ziele en afgebroken. En de Northern Soul zélf? Dat begint net weer aan een wederopstanding, maar het is allemaal nog pril.

In Mossley hebben we twee winkels. De meubelwinkel in Longlands Mill en de 'top shop'. Die laatste zit op de hoek van Manchester Road (de doorgaande weg in Lower Mossley) en Queen Street (de stille zijstraat waar Longlands Mill staat). Aan de overkant van de straat krijg ik, als ik de scepter zwaai over de 'top shop', nieuwe buren. Het echtpaar begint een cafetaria. Eigenlijk kan ik me het niet permitteren om buiten de deur te eten of te drinken, maar hier maak ik eens per maand een uitzondering. Het cafetaria schenkt namelijk Douwe Egberts en dat zie je niet vaak in Engeland! Op een gegeven ogenblik organiseert het echtpaar een rommelmarkt in de achtertuin, waar ze hun overbodige spulletjes aan de man/vrouw proberen te brengen. Ik koop de singles op en daar zit de Week Spot van vier jaar geleden ook bij. Ik heb op dat moment de 'Record Collector Rare Record Price Guide' van 1995 en deze vermeldt de single met een prijskaartje van 25 pond. De mijne is in een zeer fraaie staat. Overigens ontdek ik later dat op een ander hoesje uit dezelfde partij is geschreven dat het 'Long After Tonight Is All Over' van Jimmy Radcliffe moest bevatten, maar dat is niet het geval. Tot zover ik weet, zat die er ook niet tussen. Ik heb van de partij een aantal achtergelaten in Mossley en ik hoop toch zó dat dit niet Jimmy Radcliffe is geweest. Ik weet dan de waarde en de status nog niet van het plaatje, maar het is één van de vaste drie platen waarmee de 'allnighters' in Wigan worden besloten. Toch nog een heel klein stukje Northern Soul meegepikt in Mossley!

Michael Edward Cotton komt op 12 augustus 1939 ter wereld in Tottenham en woont tegenwoordig in Hackney. In de vroege jaren vijftig formeert hij zijn eerste band: The Mike Cotton Jazzmen. De 'trad jazz'-rage is dan net op gang gekomen met mensen als Chris Barber aan het roer. In 1962 kiest hij voor een meer 'poppy' benadering en doopt de band om tot The Mike Cotton Sound. In 1963 scoort hij onder die naam zijn enige Engelse hit met 'Swing That Hammer'. Het piekt bescheiden op een 36e plek tussen het Merseybeat-geweld. Cotton bespeelt trompet, flugelhorn en harmonica en is ook niet te beroerd om de microfoon in de hand te nemen. Dave Rowberry is één van de leden van de vroege Mike Cotton Sound en hij verlaat in 1965 de band om zich te voegen bij The Animals nadat Alan Price is opgestapt. Er vinden audities plaats om zijn plek op te vullen. Elton John en Joe Cocker zijn twee kandidaten die worden afgewezen. Het baantje is voor Steve Gray, die we in 1980 tegenkomen in het pretentieuze Sky. In 1966 maakt Cotton kennis met het soul-geluid uit Amerika. Daarmee versterkt hij de groep met een tweede zanger. Bruce McPherson Lucas is een Amerikaan die via de luchtmacht in Engeland is terecht gekomen. Hij heeft al bij een paar bands in de omgeving van Norwich gespeeld als hij zich voegt bij Mike Cotton. Bruce werkt onder zijn achternaam: Lucas. Hij maakt één single waarop hij met die naam wordt vermeld: 'We've Got A Thing Going Baby' als Lucas & Mike Cotton Sound. Als je het plaatje omdraait, krijg je Cotton's versie van 'Soul Serenade'. Het nummer is geschreven door Luther Dixon en Curtis Ousley. Die laatste is beter bekend als King Curtis en hij voert het origineel uit op de gelijknamige elpee uit 1964. In 1968 bereikt Willie Mitchell de Engelse hitparade met zijn uitvoering van 'Soul Serenade'. Het zal in dezelfde tijd zijn geweest dat Cotton deze single heeft uitgebracht. Mike Cotton's versie beukt net even harder dan die van Willie Mitchell, maar dat luidruchtige is iets dat in goede aarde valt bij de Mods. Deze zorgen eigenhandig ervoor dat 'Soul Serenade' van Mike Cotton Sound een bepaalde cult-status krijgt, waardoor de single in waarde stijgt. Vijfentwintig pond in 1995. Daar krijg je de single nu niet meer voor. Discogs heeft momenteel drie exemplaren staan. John Manship heeft een 'VG+' voor 40 pond, een particulier heeft eentje in dezelfde staat voor 35. Vervolgens waagt eentje het met vijftig pond voor een 'Near Mint', maar heeft een hele slechte reputatie. Ik zou die vijftig pond nog liever in een fruitautomaat gooien.

Maar goed... de single verdwijnt op een gegeven ogenblik uit mijn vizier en de bladzijde met The Mike Cotton Sound in de 'Price Guide' wordt steeds pijnlijker. Bij de verhuizing vind ik hem dan toch weer en ik besluit hem niet veel later tot Week Spot te bombarderen. Cotton zélf is nog immer actief. In 1969 doopt hij de groep om tot Satisfaction dat één album maakt voor Decca. In de eerste helft van de jaren zeventig speelt hij geregeld met The Kinks, onder andere op de elpee 'Muswell Hillbillies'. Daarna keert Cotton terug naar de jazz. Tegenwoordig maakt hij deel uit van The Stars Of British Jazz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten