maandag 23 maart 2015
Raddraaien: P.J. Proby
Lang leve 'Raddraaien'! De serie is bijna drie jaar oud en ik zit in het staartje van de negende serie. 'Raddraaien' heeft een nieuwe dimensie gegeven aan Soul-xotica. '20 Years Ago Today' werd, zoals verwacht, té vol in begin 2012. Ik heb in dat jaar ruim vierhonderd titels toegevoegd en om deze allemaal een plekje te gunnen op Soul-xotica? Het avontuur van 'Raddraaien' is niet weten waarover het bericht zal gaan. Soms brengt me dat dingen waar ik het bestaan niet van weet, maar er zijn ook dagen dat ik me verbaas dat ik ruim vijf jaar nog nooit aandacht heb besteed aan een bepaalde artiest of groep. Vandaag is zo'n dag want de kapper uit de Gouden Gids brengt me bij P.J. Proby. 'Een kleurrijk figuur' is zelfs nog een 'understatement'. Ik ga dan ook met veel plezier aan dit bericht beginnen! De centrale schijf is Proby's laatste Nederlandse hit: 'Today I Killed A Man' (1969).
Onder het mom van 'lekker leesvoer' koop ik na afloop van mijn vakantie in Nederland de laatste 'Record Collector': Hét Engelse tijdschrift voor de (serieuze) platenverzamelaar. Ik vermaak me uitstekend van Rotterdam Centraal tot aan Queen Street in Mossley en nog daarna. Deze bewuste uitgave heeft twee diepgravende interviews: Eentje met Ritchie Blackmore en de andere met Charles Blackwell. Blackmore verhaalt over hoe Screamin' Lord Sutch hem van zijn podiumangst 'afhelpt', de talrijke sessies waaraan hij heeft meegewerkt, de eigenaardigheden met Deep Purple en Rainbow en tot slot het project met zijn vrouw: Blackmore's Night. Charles Blackwell is een klinkende naam in de wereld van de popmuziek. Als arrangeur, producer en schrijver heeft hij in bijna iedere discipline van de popmuziek van zich laten spreken: Van twist tot en met disco. Blackwell haalt graag herinneringen op aan P.J. Proby. Het heeft hem enkele grijze haren bezorgd, want Proby is allesbehalve een gemakkelijke artiest. Geregeld krijgt Blackwell telefoon van een verdwaasde Proby die om de gekste redenen niet naar de platenstudio kan komen. Andere keren laat hij helemaal niks van zich horen terwijl de muzikanten in de studio staan om zijn plaat op te nemen. ,,Gek werd je ervan", verzucht Blackwell. ,,Hij had altijd wel iets. Ik belde dan maar weer een taxi om hem op te halen en als Proby in de studio zijn strot open trok, was je alles opeens weer vergeten".
P.J. Proby is gewoon één van de grootste popzangers ooit. Punt. Geen discussie mogelijk. Waarom wordt hij dan niet in dat rijtje genoemd? Welnu, daar heeft de man zelf voor gezorgd. Proby zegt zelf dat de eerste keer een 'incident' was, maar de daaropvolgende keren heeft hij het zorgvuldig geregistreerd. Bij een optreden in het ABC-theater in Croydon barst Proby uit zijn broek. Vanaf dat moment laat hij zijn broeken zó maken dat het kruis praktisch met één draadje vastzit en twee maten te klein is. Bij de geringste beweging scheurt de broek en hangt zijn kruis buitenboord. Dat grapje zorgt er in 1965 voor dat Proby wordt verbannen van de ABC-theaters in Engeland en bovendien niet meer op de televisie mag bij de BBC. Dit betekent een nekslag voor de man's carrière, maar zelf kan hij daar allerminst mee zitten.
James Marcus Smith wordt op 6 november 1938 geboren in Houston, Texas. Hoewel Smith zijn onderricht volgt in militaire richtingen gaat hij na zijn studie naar Californië om acteur en zanger te worden. Zijn manager geeft hem de naam Jett Powers. 'Go Girl Go' en 'Loud Perfume' worden op onafhankelijke platenlabels uitgebracht als zijn eerste singles. Ook speelt hij een paar kleine rollen in films. Omdat dit allemaal weinig oplevert, bekommert Sharon Sheeley zich over hem en geeft hem de naam P.J. Proby naar een ex-vriendje. Sheeley is de vriendin van de overleden rocker Eddie Cochran. Sheeley en Jackie DeShannon brengen hem onder de aandacht van de Engelse televisie-producer Jack Good. In 1964 maakt Proby de oversteek naar Engeland en is prompt te zien in een televisie-special van The Beatles. De eerste P.J. Proby-single in Engeland is 'Hold Me' en deze maakt vanaf de eerste noot duidelijk dat dit niet zomaar een zanger is. Dat hij in meerdere registers uitblinkt, blijkt een jaar later met zijn vertolking van 'Somewhere'. Qua stem is hij zelfs onderweg om de ouders van Beatles-fans in te pakken als het incident met de broek dat verpest. De hits drogen op in Engeland, maar hij heeft in Amerika een onverwachte grote hit met 'Niki Hoeky' in 1967. Proby blijft echter een schare volgelingen houden, want The Beatles geven hem zomaar 'That Means A Lot'. In 1968 schrijven de heren Reed en Mason een liedje voor Proby's elpee 'Believe It Or Not', maar de opname valt buiten de boot voor het album. Het duo neemt het dan maar op met Tom Jones en het resultaat is 'Delilah'. Proby's versie is sinds een paar jaar beschikbaar op cd.
Proby heeft in 1964 al samengewerkt met Jimmy Page, dan evenals voorgenoemde Ritchie Blackmore een studiomuzikant. In tegenstelling tot Blackmore heeft Page een hele boekhouding bijgehouden op welke nummers hij heeft meegespeeld. Page en Big Jim Sullivan spelen mee op Proby's 'Together', de opvolger van 'Hold Me'. In 1969 wil Proby een album opnemen met country- en blues-invloeden en nodigt hiervoor Page uit met zijn 'nieuwe' groep. Die groep heet 'The New Yardbirds' en is feitelijk een voortzetting van de oude Yardbirds, maar dan met een compleet nieuwe bezetting. Ene John Bonham op drums, John Paul Jones op basgitaar en een harmonica-speler met de naam Robert Plant. The New Yardbirds speelt mee op Proby's album 'Three Week Hero'. De single 'Today I Killed A Man' wordt bij ons een hit en moet in de hitparade wedijveren met The New Yardbirds. Die laatste groep heet dan inmiddels Led Zeppelin en heeft een hit met 'Whole Lotta Love'.
P.J. gaat begin jaren zeventig de theaters in en vertolkt een paar maal de rol van Elvis Presley. Proby is de aangewezen persoon, daar hij in 1962 demo's heeft opgenomen voor Elvis. Later vertolkt hij ook Roy Orbison in de musical 'Only The Lonely'. In de midden jaren tachtig doet Proby weer van zich spreken op de plaat. Hij neemt een reeks eigenzinnige covers op van onder andere 'Smalltown Boy' en andere 'moderne' hits. In 1987 verschijnt het omstreden 'M97002 Hardcore' met een 'credit' voor Madonna als gastzangeres. Dat blijkt niet waar te zijn, maar geeft hem wel weer de nodige publiciteit. Hij heeft in 1996 nog eenmaal een Engelse hit in een duet met Marc Almond: 'Yesterday Has Gone'. Buiten de musicals om toert hij onder andere met The Who in 'Quadrophenia' en doet een aantal 'revival'-tournees. Van februari tot en met mei 2006 toert hij dwars door Australië en slijt in die concert-reeks maar liefst zes roadmanagers. Hij mag dan een beetje grijzer zijn geworden, de Proby, zijn wilde haren heeft hij niet verloren.
In 2012 is hij nog eenmaal in het nieuws als hij heeft gefraudeerd met uitkeringen. Hij wordt vrijgesproken van iedere aanklacht en viert het met een nieuwe single. In 2002 heeft Van Morrison een liedje opgenomen met de titel 'Whatever Happened To P.J. Proby', dit jaar (2015) heeft Proby een nieuwe opname gemaakt met Morrison dat op de cd 'Duets: Re-Working The Catalogue' van de Ierse brombeer verschijnt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten