zondag 15 maart 2015

De dolle roes (3): tussen droom en nachtmerrie



Omdat de Schijf van 5 er over twee weken alweer 'uit ligt' vanwege de Blauwe Bak Top 40, heb ik besloten de serie in april weer op te pakken. Of dan te beslissen om het even op de lange baan te schuiven. 'Even snel' een Schijf samenstellen is niet de bedoeling van de rubriek en de praktijk wijst uit dat ik het tegenwoordig iets te druk heb om al dagen over de Schijf na te denken. We hebben in drie jaar natuurlijk ook al heel wat dingen bij het hoofd gehad. Dan besluit ik vandaag liever 'De dolle roes', het verhaal van een wilde week in België. We zijn aanbeland bij de donderdagmiddag. Het Textielmuseum is de laatste bezienswaardigheid in Gent, want ik moet 'zo nodig' ook naar Sint Niklaas. Dat daar niet alles op rolletjes loopt, is een koekje van eigen deeg. Als ik dit opnieuw had kunnen doen, was ik twee nachten langer in Gent gebleven, maar aan 'verstandig doen' doe ik niet in maart 2005. Ik eet buiten op een bankje mijn lunch op en stap vervolgens op de bus naar het station. Ik pak in de eerste de beste coupé meteen de eerste bank, gooi mijn rugtas in het bagagerek en ga zitten. Ik heb nog een hapje overgehouden van de lunch en daar zet ik mijn tanden in.

Ik word geobserveerd en het is pas na mijn broodje dat ik het goed en wel begrijp. Tegenover me zit een erg leuk meisje. Als ik een snoepje uit mijn broekzak haal, zie ik haar kijken, maar proef ook shagresten aan het kleverige snoepje. Gemiste kans: Ik kan haar niks aanbieden. We blijven elkaar stiekem beloeren en ik neem me voor om na het station van Lokeren een praatje aan te knopen. De trein stopt in die plaats. Ze knikt me nog eenmaal toe en verdwijnt uit mijn gezichtsveld. Ik wil haar nog achteraan, maar hou me in. 'Gemiste kans deel 1'. In Sint Niklaas kan ik merken dat ik meer landinwaarts ben. Een groot contrast met Nederland. Daar is het op donderdag 10 maart 2005 de koudste dag van het jaar met een gevoelstemperatuur van -8. In Sint Niklaas is het lente en kan de jas open. Ik zeil neer in Den Denker, mijn huiskamer voor de komende 36 uur. 's Avonds leer ik het album 'Free The Bees' van The Bees kennen, inmiddels een van mijn favoriete albums. Natuurlijk reken ik weer op slaapplek en regel het ook nog! Ik word die avond echter ook gewaarschuwd. Het is een nationale studenten-feestdag de volgende dag en studenten halen allerhande 'kattenkwaad' uit gedurende deze dag. Het kan dus zomaar gebeuren dat je onder de verf of de yoghurt wordt gespoten. Gezien ik een héle dure wollen mantel draag, zit ik daar niet op te wachten en dus mijd ik die dag de straat zoveel mogelijk. Ik probeer in contact te komen met Jan, die me na afloop van het concert van Fursaxa in Belsele onderdak heeft verschaft. Geen succes. 's Avonds kijk ik even in 'T Ey' in Belsele en dat is evenmin een succes. Verder zit ik te tanken in Den Denker en ik verbeeld me niet dat ik steeds minder populair word in deze nering. Alsof ze de bui zien hangen. En, jawel, het is vroeg in de ochtend als het licht aan gaat en de straalbezopen gast opnieuw om slaapplek bedelt. Ik krijg het niet en dat is geheel terecht!

Zo sta ik buiten in de kou zonder een slaapzak of een deken en, niet te vergeten, zo lam als een deur. Tegen beter weten in probeer ik iets te slapen onder een afdak van een supermarkt, maar weet ook het risico dat ik daarmee loop. Het is niet alleen stervenskoud, bovendien heb ik geen geldig paspoort op zak. Bij Hotel Flandria heb ik datum bedekt met mijn duim en bij 'Geertje Heinkens' hebben ze niet naar legitimatie gevraagd. Het paspoort is twee jaar verlopen... Ik sta weer op en loop maar wat rondjes, maar mijn lichaam schreeuwt om slaap. Ik wandel naar het station en drink daar een stevige bak koffie, maar mijn lichaam wil het niet. Dan maar op de trein naar Antwerpen en mezelf dwingen wakker te blijven. Muziek smaakt me niet, eten evenmin en lezen wil niet. In Berchem wederom op de langzame trein naar Hasselt. Ik knikkebol zo nu en dan, maar van slapen komt het niet. Ik ben een uur voor officiële opening van het K(-RAA-)K3-festival in Hasselt. Buiten ontmoet ik mijn Zweedse vrienden van Träd, Gras Och Stenar. Na een babbeltje mogen zij naar binnen, wij moeten wachten. Eenmaal binnen zweef ik tussen slaap, droom en nachtmerrie. K(-RAA-)K3 is een festival zonder hokjesgeest en heeft een aantal 'unieke' namen op het programma. Eén daarvan is Caroliner Rainbow, een psychedelische noise-show uit Amerika dat buiten dit festival twee dagen geleden in Nieuwleusen heeft gespeeld. Ik kan de kleurrijke drukte niet aan en slaap op een bepaald moment bijna. Toch moet ik wakker blijven...

De hoogtepunten van K(-RAA-)K3? Tja, ik begin pas vroeg op de avond weer iets te 'leven' als ik over een 'dieptepunt' heen ben. Smegma is eigenwijs, maar ik 'snap' het niet. Eerder die dag heb ik kennis gemaakt met het Antwerpse Dirk Freenoise en daarmee ontdek ik ook de prul-noise. De voormalige Finse King Crimson-coverband, een instrumentaal trio, vind ik erg goed. Träd, Gras Och Stenar is fantastisch! Six Organs Of Admittance een regelrechte teleurstelling. De laatste heeft de meeste speeltijd van allemaal, maar vertrekt na een kwartier van het podium. Ik heb nog nooit zo hard 'BOE' geroepen. Ditmaal is de slaapplek wel beter geregeld. Op een bepaald tijdstip, aan het einde van het festival, dienen de logees te verzamelen op een punt. We komen weer in het kraakpand, maar nu op matrassen met dekens op de vloer. Met slapen heb ik geen moeite. Ik word wakker als de vriend van vorige week naast mij zijn spullen inpakt. De liederlijk dronken Gentse dames zijn ook even wakker. Ik krijg een beetje 'sjans' met de ene. Ze twijfelt of ze nog even wil slapen of de eerste trein terug wil pakken. We worden het eens dat we nog even gaan slapen. Als ik wakker word, is ze vertrokken. 'Gemiste kans deel 2'. Rond het middaguur is het kraakpand uitgestorven. Ik laat bij wijze van dank mijn laatste gebrande exemplaar van de Träd, Gras Och Stenar-cd achter in het pand en ga met een Nederlands koppel Hasselt in. We komen terecht in een kroegje waar ik vorige week ben geweest. Vandaag vieren ze daar Internationale Vrouwendag, hoewel het niet de officiële dag is. Ik drink een paar met het stel en dan gaan die op de trein terug. Ik weet niet waarom, maar ik wil blijven. Na een maaltijd in de stad, eens wat anders dan de traditionele friet, probeer ik nog eenmaal in het kraakpand te komen. Geen succes. Ik wandel terug naar de kroeg met Vrouwendag-feest. De vrouwelijke dj draait erg leuke muziek en als daar het doek valt, ga ik op advies van iemand naar 'het laatste café'. Eentje waar ze absinthe verkopen, maar dat mag niet hardop gezegd worden. Tot mijn grote teleurstelling is de laatste ronde daar al geweest en zijn ze zo verstandig om daar geen absinthe bij in te gieten. Ik dwaal nog wat rond door Hasselt, nog eenmaal nul op het rekest bij het kraakpand en dan zet ik koers naar het station.

Ik pak de vroegste trein naar Antwerpen en moet daar even 'overnachten' in de restauratie om de eerste trein naar Nederland te pakken. Rond het middaguur ben ik terug in Steenwijk. Met slapen heb ik uiteraard geen moeite. Het is een wilde, dwaze, week geweest die achteraf gezien precies een maand uitkering heeft gekost. Op een cd van Fursaxa en een plaat van Daniëlle Lemaire na zijn er geen tastbare herinneringen: De rest is opgegaan aan bourgondisch leven en drank. Zullen we dat laatste nu eens zat zijn? Nee, allesbehalve... Volgende maand word ik dertig en dat zal het begin van het einde zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten