donderdag 19 maart 2015

Raddraaien: The Dixie Cups



Je hebt soms van die niet-geplande themaweken, maar vooruit maar. Ik heb de afgelopen weken al vaker zitten woelen in de eerste weken van 2012 en bij deze aflevering van Raddraaien is het andermaal raak. Vier platen vanaf 'It Doesn't Matter' van Neice Dezel vinden we dit erg leuke kantje van The Dixie Cups. Gekocht in de veiling met onder andere The Cooperettes en als zodanig nog genoemd in een recent bericht. De veiling gaat uit van een oud-dj die alle singles heeft verpakt in van die authentieke bruine kartonnen hoesjes met cellofaan aan de binnenkant. Opvallend is ook dat hij de platen heeft gerubriceerd op titel. 'Iko Iko' van The Dixie Cups staat weggeschreven op de 'G'. Vreemd? Nee hoor... In de hele veiling wordt niet gerept over 'Iko Iko', dat ontdek ik pas als de single is gearriveerd. De reden waarom dit eerder in de koffers van een Northern Soul-dj heeft gezeten, is ook de reden waarom het bij mij al drie jaar op die plek staat: De b-kant. 'Gee Baby Gee' van The Dixie Cups (1965) is zo'n nummer dat het nooit heeft gemaakt in de nationale clubs, omdat het té eenvoudig verkrijgbaar is, maar dat ondanks alles prima in het idioom past. Vandaar dat ik jullie vandaag deze titel ga presenteren in deze aflevering van Raddraaien.

De zussen Barbara Ann en Rosa Lee Hawkins vormen in 1963 een trio met Joan Marie Johnson. De meisjes zijn alle drie opgegroeid in het Calliope-district in New Orleans. Wij zouden het sociale woningbouw noemen. Op school zingen de meiden al samen, maar het is in 1963 als ze besluiten het in de muziek te proberen. Ze noemen zich Little Miss & The Muffets en er meldt zich meteen een geïnteresseerde. Joe Jones heeft in 1960 een grote Amerikaanse hit gehad met 'You Talk Too Much' en hij wordt hun eerste manager. Hij neemt hen mee naar New York. Daar komt het trio onder contract van Red Bird, de nieuwe platenmaatschappij van de succesvolle schrijvers Jerry Leiber en Mike Stoller. Phil Spector, Jeff Barry en Ellie Greenwich hebben 'Chapel Of Love' oorspronkelijk geschreven voor The Ronettes, maar Leiber en Stoller laten de meisjes dit opnemen als hun eerste single. Toch moet er nog wel iets aan de naam gebeuren en deze ontstaat tijdens deze sessies: Little Miss & The Muffets wordt The Dixie Cups. De rest is geschiedenis, want de plaat is een doorslaand succes. Het eindigt bovenaan de Amerikaanse hitparade. Hoewel The Dixie Cups nog een paar hits zal hebben, wordt dit succes niet meer geëvenaard.

'People Say', 'You Should Have Seen The Way He Looked At Me' en 'Little Bell' zijn matige successen in vergelijking tot 'Chapel Of Love'. Hoewel 'Iko Iko' slechts een twintigste plek behaalt op de Billboard is dit wel een tweede nummer waardoor The Dixie Cups in het publieke geheugen is blijven hangen. James 'Sugar Boy' Crawford heeft 'Jock-A-Mo' gezongen in 1954 en Barbara Ann Hawkins hoort haar grootmoeder het liedje meegalmen. Op een bepaald ogenblik zijn de meisjes aan het 'ouwehoeren' in de studio met drumstokjes en een asbak en zijn zich er niet van bewust dat Mike en Jerry de band hebben lopen. Aan de vrije improvisatie van 'Jock-A-Mo' wordt door Stoller en Leiber een baslijntje toegevoegd en het is de vijfde en laatste grote hitsingle voor The Dixie Cups als 'Iko Iko'. Merkwaardig genoeg verschijnt de single vrijwel gelijk met twee verschillende b-kanten. De andere heeft 'I'm Gonna Get You' als flip, maar deze met 'Gee Baby Gee' is de eerste persing. Dat laatste nummer komt andermaal uit de pen van Barry en Greenwich en heeft een lekker onderkoeld meidengroep-geluid. Het is vier maanden ervoor gebruikt als b-kant van 'I Wonder' van The Butterflys, eveneens op het Red Bird-label. Het stampt lekker, heeft tekstueel weinig om het lijf en Leiber en Stoller voegen niet te versmaden blazers toe. Het is niet essentieel voer voor een Northern Soul-feestje, maar het kan halverwege de avond toch wel een verschil maken! Ik kan er niet genoeg van krijgen, dus ik heb geen seconde spijt gehad van deze aankoop.

The Dixie Cups maakt in 1966 een overstap naar ABC-Paramount, maar dat resulteert niet in succes. In 1969 gaan de dames terug naar New Orleans. De zussen Hawkins hebben al gewerkt als make up-modellen en Rosa gaat vanaf dat moment als professioneel model werken. Joan Johnson sluit zich in de midden jaren zeventig aan bij de Jehova's Getuigen en hangt de microfoon aan de wilgen. Beverly Brown heeft in de vroege jaren zestig reeds twee solo-singles gemaakt en is haar vervanger in The Dixie Cups dat enkel sporadisch optreedt in deze jaren. In de vroege jaren tachtig wordt Brown ernstig ziek en moet het baantje opgeven. Dale Mickle is haar vervanger. In 2005 jaagt Katrina door New Orleans en maakt dat de Hawkins en Joan Johnson dakloos worden. Johnson vindt onderdak in Texas, terwijl de Hawkins-zussen naar Florida vertrekken. In april 2007 wordt The Dixie Cups bijgezet in de Louisiana Music Hall Of Fame. De Hawkins treden nog incidenteel op en maken daarbij inmiddels gebruik van Athelgra Neville als derde Dixie Cup. Athelgra komt uit het gezin met The Neville Brothers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten