vrijdag 12 mei 2023
Singles round-up: mei 6
Als de Stanton morgenavond ook zo mee werkt, is het mooi meegenomen. De Skytec heeft alleen woensdag even lopen klieren maar de boodschap is nu duidelijk en het geeft de platen in stereo weer. De Stanton kan wel eens vervelend doen met een nieuwe naald. Ik kan mijn borst nat maken voor morgenavond want ik wil alle singles draaien uit deze reeks 'Singles round-up'. Na deze aflevering heb ik nog vijftien platen te gaan maar weet niet of dat vanavond nog in een bericht gaat verschijnen. Wel ga ik vanavond de platen nog draaien en met morgenavond erbij betekent dit wellicht dat ik de laatste vijftien weer uit de losse pols kan behandelen. In deze zesde aflevering van de 'Singles round-up' vinden we de laatste twee uit de Zweedse partij waaronder een hele echte pop-plaat. Verder twee uit de '5-4-3-2-1' en de rest uit de reguliere 'Five A Day' van Mark inclusief de duurste uit deze partij. Veiligheidsriemen vast en we gaan vrolijk door!
* B.B. King- I Like To Live The Love (US, ABC, 1973)
Op het label staat 'ABC-Dunhill' gevolgd door het ABC-logo en de plaat staat eveneens als ABC genoteerd op 45cat. Jaren geleden heb ik B.B. King nog wel eens door elkaar gehaald met Ben E. King en moet de plaat van Ben E. met Average White Band een paar weken wachten omdat ik in eerste instantie aan B.B. denk. Hier is echter geen sprake van verwarring. In 1973 werkt B.B. King even samen met Dave Crawford en dat levert een resultaat op waar wij als soul-dj's ook iets mee kunnen. Het is niet zo extreem anders dat B.B. zijn oude publiek zou kwijtraken, maar het is duidelijk méér soul dan authentieke blues. De blazers klinken alsof ze rechtstreeks uit de Hi-studio komen gewandeld. De b-kant heet 'Love' en is van King's eigen hand. Hier mag Lucille in haar eentje het intro voor haar rekening nemen. Daarna schuifelt het nog iets meer in de trant van de a-kant en ook de blazers zijn weer present, maar dit komt al heel erg in de buurt van de blues.
* Latimore- I Get Lifted (US, Glades, 1977)
Mark is een enorme fan van Benny Latimore en weet het enthousiasme op mij over te brengen. In de '5-4-3-2-1' probeert hij de boodschap andermaal uit te dragen. Ik moet even checken in mijn verzameling maar blijk deze nog niet te hebben. De a-kant associeer ik met een b-kant voor George McCrae en het is inderdaad ook geschreven door de heren Casey en Finch. Het nummer past Latimore's zwoele stem als een maatkostuum. Een heerlijk nummer alleen jammer dat het vinyl zijn beste tijd heeft gehad. Deze kan ik altijd nog eens voorzien van een 'upgrade'. 'All The Way Lover' is van Latimore zélf en heeft meteen de charme van zijn andere platen. Hoewel 'Lifted' erg goed is, gaat mijn voorkeur uit naar de b-kant. Het vinyl klinkt hier even knapperig als de a-kant maar ik kan me daar voorlopig overheen zetten.
* Little Charles & The Sidewinders- Hello Heartbreaker (US, Drum, 1965)
Dit is de duurste uit deze specifieke partij. Een originele vroege single van Little Charles die je niet iedere dag tegen komt. Alles klopt op papier: Hoewel het pad duidelijk is uitgestippeld, heeft Charles meteen al de neiging om het pad te verlaten en een eigen reisje te starten met zijn stem. Luther Dixon zorgt voor de productie en dat Charles 'zwervende' stem op een magische manier past in het strakke arrangement. De eigenlijke a-kant is 'Got My Own Thing Going' en dat is minstens zo interessant. De drummer heeft een funky loopje voor die tijd en het is lekker uptempo. Een perfecte 'double-sider' die de hoge prijs meer dan waard is. Ook leuk om te vermelden dat het laatste nummer is geschreven door Bobby Darin met Rudy Clark.
* Madeleine- I Love Makin' Love To You (UK, United Artists, 1978)
Een plaatje uit de Zweedse partij. Chuck Bernard is uiteraard een Amerikaanse persing maar voor de rest kijk ik naar zijn Engelse persingen. Ik geef Madeleine niet heel veel tijd om me te overtuigen. De prijs is okay en de plaat is origineel uiteraard op Chi-Sound. Dat moet wel goed zitten? De a-kant is pure disco met een ietwat onderkoelde Madeleine. Carl Davis tekent voor de productie en dan zit het altijd goed! 'You Are Day, You Are Night' is een pure ballade. Het heeft een zeer fraaie zangmelodie maar Madeleine klinkt hier net even té deftig voor een productie uit Chicago.
* Melba Moore- The Greatest Feeling (US, Buddah, 1977)
'The Greatest Feeling' is weliswaar de b-kant maar er staat me iets van bij dat dit het nummer is waar ik op af ben gegaan. Ook dit is een plaatje uit de '5-4-3-2-1' en dus hoef ik niet zo kritisch te zijn als bij andere platen. Het heeft een majestueus intro dat riekt naar Van McCoy. En jawel hoor! Het is Van die het orkest leidt en ook de man die het heeft geproduceerd. De andere kant is het titelnummer uit de film 'My Sensitve, Passionate Man' en hier heeft McCoy geen aandeel in. Dat is een pure ballade. Nee, 'The Greatest Feeling' is voor mij de kant waar de aandacht naar uit gaat. Ik heb het gevoel dat ik wel een paar draaibeurten kan gebruiken voordat ik het op waarde weet te schatten.
* Freddie North- Raining On A Sunny Day (US, Mankind, 1973)
Dat lijkt op vanmiddag! Ik heb de heenweg naar Meppel een té dikke jas aangetrokken, de rest van de dag heb ik doorgebracht in de sweater. Tijdens het werk zelfs met opgerolde mouwen. Als ik thuis kom, wil ik eerst achter huis genieten van een sigaartje. Nu heb ik wel van het rokertje kunnen genieten maar tegelijk komen een paar verdwaalde druppen regen voorbij. Het plenst niet zoals op Freddie North's plaat. Het nummer is niet geschreven door Jerry Williams maar hij tekent wel voor de productie op deze kant. Het zou qua compositie in dezelfde hoek zitten als 'Synthetic World' maar dan met een iets lichtvoetiger tekst. Je kan Swamp Dogg horen zingen, alleen is Freddie's stem minder schel. Op de eigenlijke a-kant is geen spoor ome Dogg en toch zit het muzikaal heel erg in de hoek van Williams. North klinkt hier helaas iets té gewoontjes. Het zou zomaar een pop-hit kunnen zijn.
* Dorothy Norwood- What A Beautiful World (US, GRC, 1975)
Er zitten tot nu toe erg weinig echte 'stormers' in deze partij. Norwood's plaat is lekker uptempo maar van heel erg snel is geen sprake. Het kabbelt lekker door. Dit smaakt een beetje naar gospel maar Dorothy klinkt niet als Aretha Franklin. Ik denk dat hij niet zou misstaan in de gospelkoffer. De tekst is, tot zover ik kan beoordelen, meer een lofprijzing aan de wereld met alles wat de Schepper heeft meegegeven als dat het een eerbetoon aan een hemelse god is. 'Let Your Feet Down Easy' is qua styreen een stuk beter gesteld dan 'Beautiful World' en uiteindelijk de favoriet van de twee. Geen gospelkoffer dus hoewel 'Beautiful World' best eens als 'Praise Of The Week' in de show past.
* 100 Proof Aged In Soul- Somebody's Been Sleeping (UK, Hot Wax, 1969)
Aan het label kan ik aflezen dat het de tweede (Engelse) release op Hot Wax moet zijn geweest. Er is dan nog niemand die weet wie er achter dit etiket schuil gaan en waarom het zo duidelijk Motown klinkt. Hot Wax en Invictus zijn beide van Holland-Dozier-Holland die op dat moment even niet hun eigen namen mogen gebruiken voor muzikale producties. De b-kant is hier echter het meest bijzonder. 'I've Come To Save You' is een fraaie Motown-ballade. De single is een 'extraatje' bij de Zweedse verkoper op Discogs. Ik zou geen kapitalen hebben betaald voor de single maar voor een zacht prijsje kan ik erg genieten van de b-kant. Overigens heeft de 'typesetter' zitten slapen bij de b-kant want de titel is gespeld als 'I'se' in plaats van 'I've'.
* P.J. Proby- Hold Me (UK, Decca, 1964)
Natuurlijk mag P.J. morgenavond ook even in de show en waarom niet? De man is al met een andere single aanwezig in de Blauwe Bak, maar 'Hold Me' koop ik echt voor de algemene jaren zestig-bak. De Zweedse 'vriend' is erg conservatief als het aan komt op het waarderen van de plaat. Ik zou geen beter exemplaar kunnen wensen want het geluid is helemaal 'schoon' en ook in de hoge noten van Proby. Dit plaatje gaan we in juli zeker tegenkomen in de Gele Bak Top 100.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten