vrijdag 3 juni 2022

Van het concert des levens: 1992


Een paar weken geleden heb ik al het gevoel alsof ik erg ben verbrand. Eigenwijs als ik ben (niet hoor! echt!!!), kijk ik dan niet in de spiegel want ja... wat doe je eraan? Ik zal straks eens rondkijken voor mijn petje want die vergeet ik iedere keer mee te nemen. Daarbij speelt dan ook nog de hooikoorts op en de uitkomst is dat ik me momenteel wat suf voel en zo nu en dan moet proesten. Desondanks ga ik er toch voor zitten om een berichtje te schrijven. Het is alweer drie weken geleden sinds dat ik 1991 heb gehad en dus ben ik wel klaar voor 1992. Ik zou originele 'content' kunnen toevoegen als ik een week geleden niet de boel heb weggegooid. Het is het jaar dat ik 'tot leven' kom. Ik ontdek het plezier van een vriendenclub, biertjes drinken en twee hobby's combineren tot een weekendbaantje. Het is tevens het jaar dat er weinig terecht komt van school en dat ik in december mijn schooltijd definitief achter me zal laten. Een dollemansrit waarvan het zaadje al in 1991 wordt geplant. Tijdens de praktijklessen op het KMBO mag de radio aan en mogen we zelf cassettebandjes meenemen. Zo neemt een klasgenote een bandje mee van een cd welke ze juist heeft aangeschaft: De nieuwste van een, voor ons, totaal onbekende Amerikaanse rockband welke vooral bekend is in VPRO-kringen. Ze krijgt van mijn een cassettebandje van negentig minuten en ik ontdek net het album als 'Smells Like Teen Spirit' op de Top 40 komt. Toch hoort dit het fotomodel van 1992 te zijn!

Een dag na de begrafenis van 'heit' bedank ik hem hier persoonlijk voor een aantal zaken waar ik nooit echt bij stil heb gestaan. Eentje daarvan is hoe hij groen licht heeft gegeven voor mijn baantje als muziekrecensent voor de plaatselijke krant. Moeder is niet enthousiast en 'we moeten het er maar met heit over hebben'. Als moeder niet enthousiast is, dan deelt vader vaak dezelfde mening. Vergeet het maar! En dan...? 'Goed idee, Gerrit. Je kan er alleen maar van leren'. De volgende dag zal er een concert zijn van een bluesmuzikant waar ik mijn zinnen op het gezet maar de voorspelling van ijzel in de nacht gooit roet in het eten. Ik moet natuurlijk éérst ook nog iets anders in mijn leven toelaten? Ik weet dat mijn vroegere klasgenoten en nog wat jeugd samen een 'dophok' hebben. Een soort van 'zuipkeet' maar dan in de vorm van een stenen gebouwtje naast een boerderij. Ik ben een paar jaar 'geheelonthouder' geweest, de grapjas die ik ben. Dat is voornamelijk op een leeftijd dat ik wettelijk gezien niet mag drinken, maar van mijn ouders mogen we met de kerst of soms op een zondag óók een wijntje bij het eten hebben. Ik weiger zelfs likeurbonbons. Terwijl ik enerzijds had gehoopt om mijn schrijversdebuut te maken, ga ik op deze zaterdagavond met een kameraad naar 'T Hokje. Mijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn en al helemaal niet in 1992. Is er geen concert in Het Bolwerk? Dan hang ik die avond in 'T Hokje. Ruim een maand na mijn eerste stap binnen, word ik dronken. Tijdens de kater van de volgende dag besluit ik dat ik dit punt wil vermijden. Mooie woorden!

Intussen ga ik aan de slag bij het Sneeker Nieuwsblad als poprecensent. Aanvankelijk richt ik me puur op Het Bolwerk. Later komen daar andere zalen bij evenals cafeetjes en feesttenten. Vooral in de midden jaren negentig moet ik nog wel eens kiezen tussen een band in Het Bolwerk of een folkconcert. Bovendien mag ik concerten bezoeken in het gehele verspreidingsgebied van de krant en dat strekt van Oosterend tot aan Balk en van Nijland tot Terzool. Ja, ik gebruik de 'oude' Nederlandse plaatsnamen. Terzool is al jaren 'Tersoal' en bij Oosterend twijfel ik ook omdat 'Easterein' me erg bekend voor komt. Het is dus een flink gebied, dat wil ik alleen maar zeggen. In het begin is het nog een concert op vrijdag of zaterdag, op zondag op de typemachine en speciaal Sneeker Nieuwsblad-papier de recensie uit tikken en deze in een envelopje door de brievenbus doen op zondagmiddag. Op maandag staat deze dan afgedrukt in de krant. Per geplaatste recensie ontvang ik vijfentwintig gulden. In het begin red ik het nog wel met een geeltje: Garderobe, consumptiemuntjes en een snackje na afloop. Later in de loopbaan is het geld een doekje voor het bloeden. Dan kost een avondje uit vaak iets in de buurt van de vijftig of zestig gulden.

Intussen heb ik ook nog mijn school. Ik ben in september 1991 begonnen aan het KMBO maar ben buiten de taalvakken nog nauwelijks begonnen met de overige lesstof. Er zijn vier praktijkstages tijdens de twee jaar van het KMBO en omdat ik té ver achter loop met bepaalde vakken moet ik achter aansluiten in de rij. Mijn eerste stageplek is in januari en februari 1992 op de administratie van onze school. Vorige week vond ik de werkstukken en ook die van de eerste stage. Bij het onderdeel van de geschiedenis van de school zie ik de journalist terug. Inhoudelijk kom ik een stukje tegen over het kopiëren. Met een kopieerpasje en een kopieermachine. Hoe nostalgisch wil je het hebben? Nee, ik heb ze weggegooid. De tweede stage is in juni en is bij het waterschap. De eerste week heb ik het druk met enveloppen typen van de aanslagen, de tweede week is het druk met het aannemen van telefoontjes van mensen die het niet eens zijn met de aanslag en de andere vijf weken leer ik het roken. Onder het mom van 'het is stoer' biets ik wel eens een peukje van iemand in 'T Hokje. In april 1992 koop ik mijn eerste pakje Marlboro en doe daar twee maanden mee. Op het waterschap zit ik op een bepaald moment op een pakje in de week en dat is nog maar het begin. Daarna volgt een lange hete zomer, zoals ik het me herinner. In deze periode raak ik in de ban van een Friese feestband met de naam Wiegel's Wjukkelmasine (Wiegel's helikopter, een woordspelletje met Jefferson Airplane als uitgangspunt). Ik volg de band op een tournee, neem een interview af met één van de leden en zal de vakantie besluiten met een concert van de Wiegels in Scharnegoutum. Daar misdraag ik me op de dansvloer met een stel andere jongeren en ga daarbij over mijn enkel. Hierdoor wordt mijn schoolvakantie drie weken verlengd, alleen moet ik daarvoor wel met mijn been op een kussen op een stoel zitten.

Als ik terug kom op school blijkt dat er nieuwe leerlingen zijn ingestroomd. Eentje daarvan doet het laatste beetje enthousiasme voor school dalen tot min twee. We hebben in de derde en vierde klas van de LEAO bij elkaar in de klas gezeten en dat is niet goed bevallen. Ik lees ten tijde van de schoolreünie in 2011 dat zijn levensdoel is geworden om mensen gelukkig te maken. Hij heeft niet daarvoor geoefend bij mij. De komst van dit heerschap op school doet mijn loopbaan op school voorgoed de das om. Ik lig nog steeds stukken achter met de administratieve vakken terwijl ik bijna klaar ben met twee jaar Nederlands en Engels. Mijn derde stage zal de grote finale zijn. Ik zit op kantoor van een bedrijf in Lemmer dat zich heeft toegelegd in de funderingstechniek. Ik kan niet communiceren met de collega's/meerderen, het werk is gortdroog administratief werk en als er één plek ter wereld is waar mijn journalistieke ambities niet op prijs worden gesteld dan is het hier wel. Ik vertrek vrijwillig met een grote bek naar de baas en dat is mijn eerste 'wegloopavontuur'. De reis eindigt in Tuk en mijn ouders horen die avond op school hoe de vlag er écht bij hangt. De keuze is reuze! Of het journalistieke werk opgeven en maanden blokken om op schema te komen of van school gaan zonder diploma. Ik kies voor het laatste.

Terug naar de muziek dan maar? Sunrise ligt onder vuur in Sneek en zal in april 1992 de deuren sluiten. Daar tegenover zit de oude winkel van Twister, waar ik in 1989-90 de deur plat loop. Daar begint Klaas zijn jukebox-winkel en zal op een gegeven ogenblik intrek nemen in het oude Sunrise-pand. Dat is nu mijn voornaamste leverancier van platen. In 'T Hokje ontdek ik dat ik mijn leeftijdsgenoten een paar jaar in de ijskast heb gezet. De ergste plaaggeesten van weleer blijken me nu wel helemaal te accepteren. Binnen het vriendenclubje zijn een aantal die een band willen beginnen. Hoewel ik nog nooit van 'death metal' heb gehoord, heb ik er meteen oren naar. Net zoals ik uren met een gitaar op schoot kan zitten dromen, wil ik gewoon in een band zitten. Dan maakt het niet uit wat het repertoire of de stijl is. Desnoods een metalband. In oktober doen we ons eerste onofficiële optreden tijdens een playbackshow in het dorpshuis. Natuurlijk winnen de Smurfen!

Eenmaal van school 'moet er gewerkt worden' (in de woorden van mijn vader) en dus schrijf ik me in bij ieder uitzendbureau. Het is echter nog maar twee weken tot de kerst en dus zijn de vacatures op een laag pitje. In 1993 komt dat op gang en daarover zal ik de volgende keer schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten